Gemeente Landgraaf - Wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Landgraaf 2008 (diverse artikelen)

de raad van de gemeente Landgraaf,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

overwegende,

dat de Algemene plaatselijke verordening gemeente Landgraaf 2008 op onderdelen moet worden geactualiseerd;

gelet op het bepaalde in artikel 149 en artikel 151d van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Landgraaf 2008

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Landgraaf 2008 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;

b. weg: weg, als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

b. weg: weg, als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

c. openbaar water: alle wateren die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

c. openbaar water: alle wateren die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

d. bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan de Gedeputeerde Staten van Limburg de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet, bij hun besluit van 14 december 1982;

d. bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn  vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet  1994;

e. rechthebbende: eenieder die over enige zaak enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

e. rechthebbende: eenieder die over enige zaak enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

f. voertuigen:alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, van  het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met uitzondering  van:

- treinen en trams;

- kruiwagens, kinderwagens en  vergelijkbare kleine voertuigen;

f. voertuigen:alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, van  het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met uitzondering  van:

- treinen en trams;

- kruiwagens, kinderwagens en  vergelijkbare kleine voertuigen;

g. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, danwel hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;

g. bouwwerk: hetgeen in artikel 1 van de   Bouwverordening Landgraaf 2016  daaronder wordt verstaan;

h. gebouw: elk bouwwerk dat een voor personen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

h. gebouw: hetgeen in artikel 1, eerste lid,  onder c, van de Woningwet daaronder   wordt verstaan;

i. vee: dieren die behoren tot de diersoorten genoemd in Bijlage II, behorende bij artikel 55, van de Meststoffenwet;

i. vee: dieren die behoren tot de diersoorten genoemd in Bijlage II, behorende bij artikel 55, van de Meststoffenwet;

j. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen en diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

j. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen en diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

k. bevoegd gezag:

bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

k. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een   omgevingsvergunning als bedoeld in artikel  2.1 van de Wet algemene bepalingen  omgevingsrecht of ten aanzien van een al  verleende omgevingsvergunning;

 

l. college:

het college van burgemeester en  wethouders.

B

Artikel 1.5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden.

Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

C

Artikel 1.6 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

a. indien ter verkrijging van de vergunning gegevens zijn verstrekt die zodanig onjuist of anders blijken te zijn, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen dan wel indien wordt gehandeld in strijd met het bepaalde van deze verordening;

c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

e. indien de exploitant dit verzoekt.

e. indien de houder dit verzoekt

D

Artikel 1.7 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1.7 Vergunning of ontheffing voor onbepaalde tijd

Artikel 1.7 Termijnen

Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

1. De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

 

2. De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

E

Artikel 1.9 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1.9 Uitzondering toepassing paragraaf 4.1.3.3 Awb (lex silencio positivo)

Artikel 1.9 Uitzondering toepassing paragraaf 4.1.3.3 Awb (lex silencio positivo)

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening:

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet vantoepassing op de volgende artikelen in deze verordening:

a. Artikel 2.2.2 Vergunning evenementen;

a. Artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden;

b. Artikel 2.3.1.2. Vergunning exploitatie horecabedrijf;

b. Artikel 2.2.2 Vergunning evenementen;

c. Artikel 2.3.3.1 Exploitatievergunning Speelgelegenheden;

c. Artikel 2.3.1.2. Vergunning exploitatie horecabedrijf;

d. Artikel 3.2.1. Vergunningplicht seksinrichting;

d. Artikel 2.3.3.1 Exploitatievergunning Speelgelegenheden;

e. Artikel 5.1.2. Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d;

e. Artikel 3.2.1. Vergunningplicht seksinrichting;

f. Artikel 5.5.1. Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken;

f. Artikel 5.1.2. Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d;

g. Artikel 5.7.2. Ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen.

g. Artikel 5.2.2.2 Ventverbod ;

 

h. Artikel 5.5.1. Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken;

 

i. Artikel 5.7.2. Ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen.

F

Artikel 2.1.1.1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden

Artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden

1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, zich onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden.

1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden.

2. Een ieder die op een openbare plaats aanwezig is bij enig voorval, waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis, waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.

2. Degene die op een openbare plaats:

a. aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan;

b. aanwezig is bij een gebeurtenis die aanleiding geeft tot toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; of

c. zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing;

is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te v erwijderen.

3. Het is verboden zich te begeven naar of te bevinden op openbare plaatsen, wanneer deze door of vanwege het bevoegd gezag in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van wanordelijkheden, zijn afgezet.

3. Het is verboden zich te begeven naar of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet.

4. De Burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod.

4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod.

5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.

5. Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing op betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.

G

Artikel 2.3.4.1, tweede lid, onder b, wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.3.4.1 Speelgelegenheden

Artikel 2.3.4.1 Speelgelegenheden

b.speelgelegenheden, waarvoor de minister van Veiligheid en Justitie of de Kamer van

Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen;

b.speelgelegenheden, waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd

is vergunning te verlenen; en

H

Artikel 2.4.8. wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.4.8 Verboden drankgebruik

Artikel 2.4.8 Verboden drankgebruik

1. Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het College aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

1. Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op openbare plaatsen alcoholhoudend drank te nuttigen als dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken.

2. Het verbod is niet van toepassing op :

a.een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank-en Horecawet of als bedoeld in artikel 2.3.1.1;

b.een andere plaats dan een horecabedrijf als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

2. Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het College aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

 

3. Het verbod is niet van toepassing op:

a.een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank-en Horecawet of als bedoeld in artikel 2.3.1.1;

b.een andere plaats dan een horecabedrijf als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank- en Horecawet

I

Artikel 2.4.11 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.4.11 Neerzetten van fietsen e.d.

Artikel 2.4.11 Neerzetten van fietsen e.d.

Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of de portiek of daardoor die ingang versperd wordt.

Het is verboden opeen openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam,een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:

a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek; of

b. daardoor die ingang versperd wordt.

J

Artikel 2.4.12 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.4.12 Bedelarij

Artikel 2.4.12 Bedelarij

Het is verboden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.

Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.

K

Artikel 2.4.13 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.4.13 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie

Artikel 2.4.13 Loslopende honden

1.Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te

laten lopen:

1.Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is zulks met uitzondering van door het College speciaal daartoe aangewezen honden-

uitlaatplaatsen en losloopgebieden;

a. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijke als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speel- weide of op een andere door het college aangewezen plaats;

b. op een voor publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speel- weide of op een andere door het College aangewezen plaats.

b. binnen de bebouwde kom op de weg indien de hond niet is aangelijnd;

 

c. buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats indien de hond niet is aangelijnd.

2. De verboden als genoemd in het eerste lid, onder a en b, gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleide hond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond.

2. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

 

3. Het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:

a. die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat

begeleiden; of

b. die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

L

Artikel 2.4.16, derde lid wordt gewijzigd als volgt

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2.4.16 Gevaarlijke honden

3. Voor de hond bedoeld in het tweede lid geldt dat deze voorzien moet zijn van een optisch leesbaar, niet verwijderbaar identificatiekenmerk in het oor.

Artikel 2.4.16 Gevaarlijke honden

3 . E en hond als bedoeld in het tweede lid dient voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip dien met een chipreader afleesbaar is.

M

Na artikel 2.7.1 wordt een nieuw artikel ingevoegd

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

Artikel 2.7.2. Openlijk drugsgebruik

Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

N

Artikel 2.9 wordt vernummerd naar artikel 2.8.2

O

Artikel 2.10 wordt vernummerd naar artikel 2.8.3

P

Artikel 2.11 wordt vernummerd naar artikel 2.8.4

Q

Artikel 4.1.1, onderdeel a, wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.1.1 Begripsbepalingen

a.Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit);

Artikel 4.1.1 Begripsbepalingen

a.Besluit: Activiteitenbesluit milieubeheer;

R

Artikel 4.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.2.1 Natuurlijke behoefte doen

Het is een ieder verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats.

Artikel 4.2.1. Natuurlijke behoefte doen

Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.

S

Artikel 5.1.5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.1.5 Caravans e.d.

Artikel 5.1.5 Caravans e.d.

1. Het is verboden een woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd:

1. Het is verboden een woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper, magazijnwagen , keetwagen of een ander dergelijk voertuig dat voor recreatie of dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeers doeleinden wordt ge bezigd :

a. langer dan vijf achtereenvolgende dagen op de weg te plaatsen of te hebben op alle wegen in de bebouwde kom;

a. langer dan drie dagen te plaatsen of te hebben op een door het college aangewezen weg;

b .op een door het College aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2. Het College kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid, aanhef en onder a. gestelde verbod.

2. Het is verboden een aanhangwagen:

a. langer dan 24 uur te plaatsen of te hebben op een door het college aangewezen weg ;

b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wegenverordening Provincie Limburg.

3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbodin het eerste lid en tweede lid, aanhef en onder a.

 

4. Het verbod in het eerste lid en tweede lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door Wegenverordening Provincie Limburg.

T

Artikel 5.2.1, derde lid wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.2.1 Inzameling van geld of goed

Artikel 5.2.1 Inzameling van geld of goed

3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

a .een inzameling die in besloten kring gehouden wordt;

a. een inzameling die in besloten kring gehouden wordt;

b. instellingen, die in het nationaal collecterooster zijn opgenomen.

b. een instelling met een CBF-keurmerk.

U

Artikel 5.2.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.2.2.1 Begripsomschrijving

Artikel 5.2.2.1 Begripsbepaling

1. In deze paragraaf wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op of aan de weg, aan huis dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats,dan wel diensten aan te bieden.

1. In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis.

2.Onder venten wordt niet verstaan:

a. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel, als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;

2. Onder venten wordt niet verstaan:

a. het aan huis afleveren van goederen in het kader van de exploitatie van een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;

b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen als bedoeld in het eerste lid, op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten, als bedoeld in artikel 5.2.4. van deze verordening;

b .het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5.2.4 van deze verordening;

c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen als bedoeld in het eerste lid, op een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3. van deze verordening.

c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel hetaanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3. van deze verordening.

V

Artikel 5.2.2.2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.2.2.2 Ventverbod

Artikel 5.2.2.2 Ventverbod

1. Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid in gevaar komt.

1. Het is verboden te venten:

a. op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen openbare plaatsen; of

b. op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen dagen en uren;

2. Het is verboden te venten op zondagen en maandag t/m zaterdag tussen 22.00 uur en 07.00 uur.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

3. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5, van de Wegenverkeerswet.

3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.

 

4 . Het verbod bedoeld in eerste lid is niet van toepassing op het venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard.

W

Artikel 6.2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6.2 Toezichthouders

Artikel 6.2 Toezichthouders

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast:

a. medewerkers integrale handhaving (BOA-Domein-1);

a. medewerkers integrale handhaving (BOA-Domein-1);

b. medewerkers integrale handhaving (toezichthouder);

b. medewerkers integrale handhaving (toezichthouder);

c. politieambtenaren van Basisteam Brunssum-Landgraaf en Basisteams H eerlen en Kerkrade, bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering, die werkzaam zijn in de gemeente L andgraaf;

c. conform de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar ingehuurde BOA’s.

d. conform de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar ingehuurde BOA’s.

 

2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het College dan wel de Burgemeester aan te wijzen personen.

2. Het college dan wel de burgemeester kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

 

3. Onverminderd het eerste en tweede lid zijn de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 141, onder b, van het Wetboek van Strafvordering, eveneens belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raad, gehouden op 14 december 2017.

De griffier, De voorzitter,

Naar boven