Eindverslag inspraak concept Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017 - Zaaknummer Z-2016/065070

Burgemeester en wethouder van de gemeente Aalsmeer hebben, gelet op de Algemene inspraak- en participatieverordening Aalsmeer 2010, op 7 februari 2017 een eindverslag vastgesteld naar aanleiding van de ingediende reacties op de concept Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017.

Inleiding: gevolgde inspraakprocedure

Op 13 december 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer ingestemd met het voor inspraak vrijgeven van de concept Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017. De inspraakmogelijkheid is bekend gemaakt via de gemeentelijke website en de gemeentepagina in de Nieuwe Meerbode. Belanghebbenden hebben vier weken (16 december 2016 tot en met 12 januari 2017) de tijd gekregen om te reageren op de nieuwe Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017. Er zijn tien belanghebbenden geweest die gebruik hebben gemaakt van de inspraakmogelijkheid en een zienswijze hebben ingediend. De reacties worden hieronder, samengevat weergegeven evenals het standpunt van het college naar aanleiding van de reacties.

Ingekomen reacties

 

Bron

Reactie

Standpunt college

1.

B.W. van Bennekom, Uithoorn

De 48-uursregeling voor kajuitboten, zoals opgenomen in artikel 5:26a, beperkt belanghebbende en andere eigenaren van een recreatieperceel binnen de gemeente ernstig in hun mogelijkheid om te recreëren. Voorgesteld wordt om het artikel uit de APV te verwijderen, of een ruime vergunning c.q.

ontheffingsmogelijkheid te bieden.

 

Het openbaar vaarwater wordt niet belemmerd door de ligplaats van de boot aan het eigen recreatieperceel.

 

Belanghebbende wordt ernstig financieel benadeeld door het instant houden van artikel 5:26a.

 

De gemeente heeft, als watersport-gemeente, economisch belang bij de aanwezigheid van de recreatie eilanden.

Artikel 5:26a zoals opgenomen in de concept Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017 is niet nieuw en ongewijzigd ten opzichte van de huidige Algemene Plaatselijke Verordening Aalsmeer 2010. Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening van 2005 was het verbod opgenomen. Er is geen sprake van een door het overgangsrecht beschermde situatie.

 

Het artikel is niet primair bedoeld voor het waarborgen van de doorvaart van (al dan niet) openbaar vaarwater, maar richt zich voornamelijk op het voorkomen van verrommeling (het beschermen van het aanzien) en mogelijke illegaal gebruik (bewoning) van permanent afgemeerde kajuitboten. Deze schepen horen, indien daarvan niet recreatief gebruik wordt gemaakt, in een jachthaven.

 

Handhaving heeft in het verleden weliswaar een lage prioriteit gehad, maar daaraan kan niet het gerechtvaardigd vertrouwen worden ontleend dat niet handhavend zou worden opgetreden.

    

Terecht wordt opgemerkt dat recreatie een belangrijke rol speelt binnen de gemeente. Recreatie is een van de belangrijke speerpunten van de gemeente, voornamelijk in het gebied van de Westeinderplassen en het Uiterweg gebied.

 

Naar aanleiding van de ingediende reacties is besloten om artikel 5:26a te wijzigen.

 

De ontheffingsmogelijkheid zoals die thans is opgenomen in lid 3 van het artikel komt te vervallen. In plaats daarvan wordt bepaald dat de 48-uursregeling niet geldt in het zogenoemde recreatieseizoen (tussen 1 april en 15 oktober). Daarmee wordt enerzijds tegemoet gekomen aan de ingediende zienswijzen en anderzijds aan de beoogde bescherming van het gebied, inclusief het gebruik.

2.

M.C. de Haan-van Nie, Amsterdam

Identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

3.

E.P. Mugge, Koudekerk aan den Rijn

Identiek aan reactie onder 1. Verder merkt belanghebbende nog op dat hij bezwaar maakt tegen de afstand/ hoogte wijziging van 1,60m naar 1.50 m bij kajuitboten.

Zie reactie onder 1. Verder wordt opgemerkt dat de hoogte bij kajuitboten altijd 1,60 meter is geweest. In 2010 is dat op 1,50 meter gezet. Dit betrof een kennelijke verschrijving die thans hersteld wordt. De hoogte wordt in artikel 1:1 onder 7. bepaald op 1,60 meter.

4.

G.J. Eigenhuis, Uithoorn

Belanghebbende merkt ten aanzien van artikel 5:25 lid 1 op dat het nu binnen de gehele gemeente verboden is ligplaats in te nemen. Een nuancering naar door B&W aangewezen gebieden (bijvoorbeeld plassengebied, bovenlanden (Uiterweg en ringvaart en Oosteinderweg en ringvaart) en Aalsmeer-Oost) zou de voorkeur hebben. Ook zou een periode voor een bepaald gebied ingesteld kunnen worden.

 

De reactie op artikel 5:26a is inhoudelijk identiek aan de reactie onder 1.

Artikel 5:25 lid 1 is ongewijzigd ten opzichte van de Algemene Plaatselijke Verordening Aalsmeer 2010. Deze bepaling is bedoeld om te voorkomen dat permanent ligplaats wordt ingenomen. In lid 2 en 3 zijn uitzonderingen opgenomen voor vaartuigen en locaties en/ of tijden waarvoor het verbod niet geldt. Daarmee is reeds nuancering aangebracht aan het algehele verbod.

 

Zie verder de reactie onder 1. met betrekking tot artikel 5:26a.

5.

M. Mulder, Rijnsburg

Identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

6.

R. Groote, Den Haag

Identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

7.

Univé Rechtshulp namens de heer en mevrouw Bakker, Hazerswoude-Dorp

Inhoudelijk identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

8.

A.P. Lankhaar, Hoofddorp

Identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

9.

R.P. Zandvliet, Heerhugowaard

Identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

10.

N. van Hoorn, Nootdorp

Identiek aan reactie onder 1.

Zie reactie onder 1.

Resultaat ingekomen reacties

Als gevolg van de ingediende reacties vindt aanpassing plaats van artikel 1:1 onder 7. en artikel 5:26a van de Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017. De hoogte van Kajuitboten wordt in artikel 1:1 onder 7. bepaald op 1,60 meter. Artikel 5:26a komt als volgt te luiden:

Artikel 5.26a Tijdelijke ligplaats kajuitboten

  • 1.

    Het is, anders dan in jachthavens en -werven, verboden met een kajuitboot gedurende langer dan 48 uur achtereen aan of nabij de oevers ligplaats in te nemen of te doen innemen of toe te laten dat ligplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    Verplaatsingen binnen een afstand van maximaal 200 meter vanaf de plaats waar de boot aanvankelijk werd aangetroffen, onderbreken de in lid 1 genoemde tijdsduur niet.

  • 3.

    Het in lid 1 genoemde verbod geldt niet in de periode tussen 1 april en 15 oktober.

Lid 2 is gewijzigd in die zin dat verwezen wordt naar lid 1 in plaats van naar lid 2. Dit betrof een kennelijke verschrijving in de concept Algemene plaatselijke verordening Aalsmeer 2017. Lid 3 is gewijzigd zoals aangegeven bij de reacties op de ingediende zienswijzen. De ontheffingsmogelijkheid die eerder was opgenomen is komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is bepaald dat het verbod uit lid 1 niet geldt in de periode tussen 1 april en 15 oktober.

De ingediende reacties leiden niet tot verdere aanpassing van de verordening.

Naar boven