Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Enschede 2018

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enschede;

 

- gelet op de artikelen 1.2, 2.3, 12.3 en 12.4 van de Verordening Jeugdhulp Enschede 2017, waarin aan ons de bevoegdheid is overgedragen om nadere regels te stellen;

 

- gelet op het advies van de Wmo-raad van 17 januari 2017;

 

besluit vast te stellen het:

 

Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Enschede 2018

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

Alle begrippen die in dit Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Enschede 2018 worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp behorende bij de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp Enschede 2017.

- PGB-beleidsregels Wmo en Jeugdhulp Enschede; de door het College opgestelde algemene regels over tarieven, voorwaarden, weigeringsgronden, besteding en verantwoording van het PGB voor zowel Wmo als Jeugdhulp.

 

Hoofdstuk 2 Vormen van jeugdhulp

Artikel 2.1 De volgende overige voorzieningen zijn onder andere beschikbaar:

  • 1.

    Informatie en opvoedadvies

  • 2.

    Preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning individueel

    • kort pedagogische gezinsbegeleiding

    • thuisbegeleiding

    • maatjes- en mentortrajecten

    • preventieve begeleiding van kinderen van gescheiden ouders/kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld

  • 3.

    Preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning groepsgewijs

 

  • cursusaanbod opvoed- en opgroeiondersteuning zowel algemeen preventief als selectief preventief voor kinderen van gescheiden ouders, verslaafde of psychiatrische ouder(s)

  • lichte opvoedondersteuningsactiviteiten in de wijk

  • jongerenwerk

    • 4.

      Wijkteamondersteuning

  • kortdurende ondersteuning door het wijkteam

  • casemanagement door het wijkteam

Artikel 2.2 De volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

  • 1.

    Specialistische jeugdhulp (voorheen provinciale jeugdhulp)

    • specialistische jeugdzorg ambulant

      • specialistische jeugdzorg 0-18 jaar

        • individuele behandeling (licht tot zwaar+)

        • individuele dagbehandeling (zwaar+)

        • onderwijs- en zorgarrangementen

        • onderwijs- en arbeidstoeleiding

        • echtscheidingsproblematiek (licht – zwaar)

      • specialistische jeugdzorg voor 16-27 jaar

      • individuele begeleiding

      • individuele behandeling

    • specialistische jeugdzorg intramuraal

      • deeltijdbehandeling (licht tot zwaar+)

      • 24-uurs behandeling (zwaar tot zwaar+)

      • begeleiding zelfstandig wonen

      • verblijf in gezinshuis

      • verblijf in woongroep

      • verblijf in woongroep + behandeling

    • diagnostiek (licht tot zwaar)

    • pleegzorg

  • 2.

    Jeugd-GGZ (overeenkomstig de systematiek van de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA))

    • generalistische basis GGZ (licht tot zwaar, chronisch)

    • specialistische GGZ

      • diagnostiek

      • behandeling ambulant van de diverse benoemde stoornissen

      • behandeling met verblijf (licht tot zeer intensief)

      • diagnostiek

      • behandeling

      • Behandeling extramuraal

      • Verblijf (Licht) Verstandelijk Gehandicapten ((L)VG)

      • Voortgezet verblijf GGZ

      • Persoonlijke verzorging

      • Zelfstandig leven

      • Maatschappelijke deelname

      • Kortdurend verblijf

  • 3.

    Enkelvoudige ernstige dyslexiezorg

  • 4.

    Intramurale opvang, behandeling en persoonlijke verzorging van jeugd met een lichamelijke, verstandelijke en/of zintuigelijke beperking

     

Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget - algemene bepalingen

Artikel 3.1 Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur

  • 1.

    Indien de gebruiksduur van de individuele voorziening waarvoor een persoonsgebonden budget is verstrekt, nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:

    • a.

      er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de individuele voorziening noodzakelijk maakt;

    • b.

      er is sprake van een calamiteit die de jeugdige of zijn ouders niet is te verwijten.

 

Artikel 3.2 Bestedingsvrijheid voor het persoonsgebonden budget

  • 1.

    Uitruil tussen voorzieningen is alleen mogelijk als hierover afspraken zijn gemaakt in het ondersteuningsplan.

     

Hoofdstuk 4 Hoogte van het persoonsgebonden budget

Artikel 4.1 De hoogte van het persoonsgebonden budget is een afgeleide van het tarief voor zorg in natura

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget is een afgeleide van het vastgestelde tarief van zorg in natura.

Artikel 4.2 Hoogte van het persoonsgebonden budget

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget is opgenomen in onderstaande tabellen.

 

Tabel: PGB-tarieven Maatwerk Jeugd en overige Jeugdhulp (18-)

 

PGB Professional VASTE PRIJS PER WEEK

 

A

B

C

D

E

Zelfstandig leven 1

€ 79

€ 135

€ 248

€ 383

n.v.t.

Zelfstandig leven 2

€ 95

€ 162

€ 297

€ 459

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

A

B

C

D

E

Maatschappelijke Deelname 1

€ 79

€ 169

€ 259

€ 349

€ 428

Maatschappelijke Deelname 2

€ 95

€ 203

€ 311

€ 419

€ 513

 

 

 

 

 

 

Naschoolse dagbehandeling lvb jeugd (H891)

€ 189

€ 405

€ 621

€ 837

€ 1.026

 

 

PGB NIET-Professional VASTE PRIJS PER WEEK

 

A

B

C

D

E

Zelfstandig leven 1

€ 35

€ 60

€ 110

€ 170

n.v.t.

Zelfstandig leven 2

€ 35

€ 60

€ 110

€ 170

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

A

B

C

D

E

Maatschappelijke Deelname 1

€ 35

€ 75

€ 115

€ 155

€ 190

Maatschappelijke Deelname 2

€ 35

€ 75

€ 115

€ 155

€ 190

 

 

 

 

 

 

Naschoolse dagbehandeling lvb jeugd (H891)

€ 35

€ 75

€ 115

€ 155

€ 190

 

 

Jeugdhulp (18-), Jeugdwet

PGB Professional

PGB NIET-professional

Eenheid

 

Kortdurend verblijf

€ 63

€ 30,00

Per etmaal

Vervoer *

Zie lid 2

nvt

Per retour

 

 

 

 

Jeugdhulp Overig **

ZIN -10%

€ 20.00

Per dagdeel/uur ***

 

 

 

 

* Het PGB tarief Vervoer is in alle gevallen ongeacht jeugd of 18+: ZIN -10% van het laagste tarief.

** Niet mogelijk per product te specificeren. Dit betreft ruim 100 verschillende producten met afzonderlijke ZIN-tarieven. Indien van toepassing, wordt voor het PGB-tarief als minimum tarief 54% van het NZA-tarief gehanteerd.

*** Afhankelijk van de wijze van het geformuleerde resultaat.

 

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget bedraagt per rit van het huisadres naar het locatieadres en vice versa, 90% van de ritbijdrage die men in het collectief vervoer moet betalen voor diezelfde rit. De ritbijdrage in het collectief vervoer is gelijk aan het tarief dat in het openbaar vervoer verschuldigd is.

  • 3.

    De PGB-tarieven voor de maatwerkvoorzieningen Zelfstandig leven, Maatschappelijke deelname en kortdurende verblijf, zoals vermeld in de bovenstaande tabellen, zijn all-in tarieven. Dat wil zeggen dat alle kosten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekering(en) en reiskosten zijn opgenomen in deze tarieven.

 

Hoofdstuk 5 Inwerkingtreding

Artikel 5.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt, onder intrekking van het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp 2017, in werking op 1 januari 2018 en wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Enschede 2018.

 

 

 

Enschede, 5 december 2017

Het college voornoemd,

Secretaris, Burgemeester

Toelichting

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

 

Artikel 1 stelt dat in dit uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Enschede 2017 dezelfde de terminologie en definities worden gebruikt als in de Jeugdwet, het Uitvoeringsbesluit behorende bij de Jeugdwet en de verordening Jeugdhulp.

Het college heeft ervoor gekozen om een deel van de regels die uniform zijn voor zowel Wmo als Jeugdhulp vast te leggen in de PGB beleidsregels Wmo en Jeugdhulp. De regels in dit uitvoeringsbesluit zijn specifiek voor Jeugdhulp.

 

Hoofdstuk 2 Vormen van Jeugdhulp

 

Met de ‘nieuwe’ Jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opvoed- en opgroeiproblemen, psychische problemen en stoornissen. De wijze waarop de gemeente dit invult is verwoord in het beleidsplan Jeugdhulp Enschede 2015-2018 en de vigerende verordening Jeugdhulp Enschede 2017. In de verordening wordt in artikel 2 onderscheid gemaakt tussen vrij-toegankelijke jeugdhulp, de zogenaamde overige voorzieningen, en de individuele voorzieningen die toegankelijk zijn via een beschikking van de gemeente of verwijzing van de huisarts, jeugdarts en medisch specialist. In de artikelen 2.1. en 2.2. van het onderhavige uitvoeringsbesluit wordt een overzicht gegeven van de beschikbare overige voorzieningen en individuele voorzieningen voor jeugd. Het overzicht van de beschikbare overige voorzieningen is niet uitputtend maar betreft een samenvattend overzicht. Het overzicht van individuele voorzieningen refereert in belangrijke mate aan de voor 1 januari 2015 beschikbare jeugdhulp binnen de provinciale jeugdhulp, de jeugd GGZ en de AWBZ. Door de transformatie zullen deze overzichten van overige en van individuele voorzieningen de komende jaren aan verandering onderhevig zijn.

 

Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget – algemene bepalingen

 

In dit hoofdstuk is een beperkt aantal algemene bepalingen opgenomen. Deze hebben betrekking op de mogelijkheid van een aanvullend persoonsgebonden budget bij onvoorziene wijziging van omstandigheden en op beperking van de uitruil van voorzieningen.

 

Hoofdstuk 4 Hoogte van het persoonsgebonden budget

 

De hoogte van het persoonsgebonden budget is een afgeleide van de hoogte van de kostprijs van zorg in natura. In artikel 4.2 zijn de PGB-tarieven voor maatwerkvoorzieningen in de tabel gespecificeerd. Voor de overige ruim 250 producten bedraagt het PGB-tarief: ZIN -/- 10% afslag. De algemene afslag van 10% op het zin-tarief is opgenomen omdat de huidige zorg die met een persoonsgebonden budget verstrekt wordt voor het overgrote deel geleverd wordt door kleine zorgaanbieders en zzp-ers. Deze hebben geen of zeer beperkte overheadkosten. Het advies uit de meicirculaire 2014 van de VNG, ten aanzien van hantering van een tarief voor niet-professionele zorgverleners, is in artikel 4.2.1. overgenomen. Dit tarief is vergelijkbaar met het tarief dat in 2014 in de AWBZ werd gehanteerd voor niet-professionele hulpverleners. Indien van toepassing in het betreffende inkooptraject, is het PGB-tarief niet lager dan 54% van het NZA-tarief.

Naar boven