Gemeenteblad van Woensdrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woensdrecht | Gemeenteblad 2017, 226162 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woensdrecht | Gemeenteblad 2017, 226162 | Verordeningen |
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2018
De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 30 november 2017;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2017;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
- overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven;
- dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan;
- dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
- dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, ondersteuning en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
1. De Verordening voorzieningen maatschappelijk ondersteuning Woensdrecht 2015 vastgesteld op 23 oktober 2014 in te trekken per 1 januari 2018;
2. De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2018 vast te stellen en in werking te laten treden per 1 januari 2018.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar is en niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare producten; naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruik behorend. Hierbij is ook van belang of de voorziening tot het aanschaffingspatroon van de cliënt behoort;
eigen bijdrage: een door de gemeenteraad vast te stellen bijdrage voor de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura of middels een pgb, welke voor rekening van de cliënt of zijn ouder(s)/verzorger(s) komt, waarvan de hoogte inkomensafhankelijk is en wordt bepaald en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (hierna te noemen: CAK);
gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de ondersteuningsvrager vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken; en ruimten die onder het gehuurde vallen en/of waarvan de cliënt gebruik moet kunnen maken;
niet-professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke niet in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en/of welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning niet in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor niet als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
Het college onderzoekt tijdens het gesprek in samenspraak met degene door en/of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger(s) dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, doch voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, als bedoeld in artikel 2.1.2, van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid en/of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Artikel 6. Onderzoek: (Medische) advisering
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang is voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, de cliënt of bij gebruikelijke hulp diens relevante huisgenoten op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen (medische) adviesbureau(s) te doen bevragen en/of onderzoeken.
Artikel 9. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid en/of participatie die de cliënt ondervindt;
voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 en/of 6 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid en/of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving;
Algemeen: In de volgende situaties volgt in ieder geval geen verstrekking van een maatwerkvoorziening door het college:
voor zover de melding niet tijdig is gedaan en/of voor zover de melding betrekking heeft op kosten die de cliënt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk, tenzij het college hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend;
Een cliënt wordt bekwaam geacht een pgb te beheren als aan de volgende criteria wordt voldaan:
de cliënt, dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, is goed op de hoogte van de rechten en plichten die horen bij het beheer van een pgb en is in staat de aan het pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Deze taken omvatten onder andere het opstellen van een budgetplan, het afsluiten van een zorgovereenkomst, het nakomen van werkgeversverplichtingen en het afleggen van verantwoording over de besteding van het pgb;
er is bij de cliënt geen sprake van de volgende omstandigheden: aantoonbare schuldenproblematiek, aantoonbare gok- of drugsverslaving, aantoonbare fraude in het verleden, aantoonbaar analfabetisme of onvoldoende taal- of rekenvaardigheid, medisch aantoonbare sterke vergeetachtigheid/ verstandelijke beperking/ psychische stoornis, het leiden van een zwervend bestaan (welke een belemmering oplevert voor het beheer van een pgb), een dusdanige progressieve aandoening (of een kind in de groei) waarbij te verwachten is dat cliënt de met het pgb aan te schaffen hulpmiddel of sportvoorziening niet gedurende de gehele termijn van zeven jaar (vijf jaar in geval van een sportvoorziening) kan gebruiken en de maatwerkvoorziening tussentijds dient te worden vervangen.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:
uitgevoerd door een professionele zorgverlener: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de noodzakelijke huishoudelijke ondersteuning (regulier, plus of extra), en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura;
uitgevoerd door een niet-professionele zorgverlener: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de noodzakelijke huishoudelijke ondersteuning (regulier, plus of extra), en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura minus het percentage van dit tarief dat betrekking heeft op de kostprijselementen voor bedrijfsvoering zoals benoemd in artikel 18, lid 3, sub b t/m f;
uitgevoerd door een professionele zorgverlener: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de begeleiding (licht, midden, zwaar of offerte), en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura;
uitgevoerd door een niet-professionele zorgverlener: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de begeleiding (licht, midden, zwaar, of offerte), en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura minus het percentage van dit tarief dat betrekking heeft op de kostprijselementen voor bedrijfsvoering zoals benoemd in artikel 18, lid 3, sub b t/m f;
uitgevoerd door een professionele zorgverlener: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de van de begeleiding (licht, midden, zwaar of offerte) en of er wel/geen noodzaak is voor vervoer van en naar de behandellocatie van de professionele zorgverlener, en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura;
uitgevoerd door een niet-professionele zorgverlener: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de van de begeleiding (licht, midden of zwaar) en of er wel/geen noodzaak is voor vervoer van en naar de behandellocatie van de niet-professionele zorgverlener, en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura minus het percentage van dit tarief dat betrekking heeft op de kostprijselementen voor bedrijfsvoering zoals benoemd in artikel 18, lid 3, sub b t/m f;
kortdurend verblijf: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per etmaal dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura;
ondersteuning bij wonen (beschermd wonen): op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan, rekening houdende met de categorie van de ondersteuning bij wonen (licht, midden of zwaar), de vorm van huisvesting (compleet, huur, zelfstandig), wel/geen groepsbegeleiding, wel/geen noodzaak voor vervoer, en welke niet hoger is dan het laagste toepasselijke tarief per uur of resultaat dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura;
een hulpmiddel (met uitzondering van de voorzieningen zoals beschreven in sub g, h en i van dit lid): op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan (voorzien van ten minste 1 offerte), rekening houdende met een reële termijn voor de technische afschrijving en de kosten voor individuele aanpassingen, onderhoud, reparatie en verzekering van het de betreffende hulpmiddel, en welke niet hoger is dan de kostprijs van het hulpmiddel dat de cliënt zou hebben ontvangen als het betreffende hulpmiddel in natura zou zijn verstrekt;
een aard- en nagelvaste voorziening ten behoeve van wonen in een eigen woning of particuliere huurwoning: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan (voorzien van ten minste 2 offertes), rekening houdende met de keuze van de cliënt om het plaatsen van de betreffende maatwerkvoorziening al dan niet te laten geschieden door een erkende leverancier;
een sportvoorziening: op basis van de kostprijs die is opgenomen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan (voorzien van ten minste 1 offerte), rekening houdende met een reële termijn voor de technische afschrijving en de kosten voor individuele aanpassingen, onderhoud, reparatie - en verzekeringskosten van de sportvoorziening, en welke niet hoger is dan de kostprijs van de betreffende sportvoorziening die de cliënt zou hebben ontvangen als deze in natura zou zijn verstrekt;
(rolstoel)taxivervoer: op basis van het laagste toepasselijke tarief dat is overeengekomen met een door de gemeente gecontracteerde professionele vervoerder voor het leveren van de betreffende maatwerkvoorziening in natura, uitgaande van maximaal 750-1500 kilometer per jaar, rekening houdende met of er in combinatie met (rolstoel)taxivervoer gebruik gemaakt wordt van een scootmobiel, handbike (of tracker), driewielfiets of ander verplaatsingsmiddel met een gelijkwaardige actieradius;
alternatieve vervoersvoorziening: op basis van een tarief van € 0,40 per kilometer, uitgaande van maximaal 750-1500 kilometer per jaar, rekening houdende met of er in combinatie met de alternatieve vervoersvoorziening gebruik gemaakt wordt van een scootmobiel, handbike (of tracker), driewielfiets of ander verplaatsingsmiddel met een gelijkwaardige actieradius;
het bezoekbaar maken van een woning: op basis van de kostprijs voor de noodzakelijke aanpassingen in het door de cliënt aangeleverde budgetplan (voorzien van ten minste 2 offertes), gelimiteerd tot het bezoekbaar maken van de woonkamer en het toilet van één bepaalde woning welke behoort tot ouder/verzorger of partner van de cliënt;
Aan de besteding van een pgb zijn de volgende (kwaliteits-)eisen verbonden:
Artikel 13. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen (in natura en middels pgb)
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura dan wel een maatwerkvoorziening middels pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, en afhankelijk van het verzamelinkomen en vermogen van de cliënt en zijn fiscale partner.
De maximale eigen bijdrage per periode, zoals bedoeld in artikel 3.1, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening per periode, tenzij overeenkomstig hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het vierde lid van dit artikel een lagere bijdrage is verschuldigd.
De eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 294 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gerond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 18. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 19. Voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen (in natura en middels een pgb) en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Onverminderd artikel 2.3.10 van de wet kan het college een beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura (als bedoeld in artikel 2.3.5, van de wet) of middels een pgb (als bedoeld in 2.3.6, van de wet) (gedeeltelijk) herzien dan wel (gedeeltelijk) intrekken als het college vaststelt dat:
Het college kan een beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening middels een pgb (als bedoeld in artikel 2.3.6, van de wet) tevens (gedeeltelijk) herzien dan wel (gedeeltelijk) intrekken als blijkt dat de verantwoording van het pgb niet binnen de door het college nader te bepalen termijn heeft plaatsgevonden.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, b of c, heeft ingetrokken en als blijkt dat de cliënt opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de ten onrechte ontvangen maatwerkvoorziening, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening:
ingeval de beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening (in natura of middels een pgb) volledig wordt ingetrokken, heeft de terugvordering betrekking op de kosten die zijn gemaakt vanaf het moment van de toekenning van de maatwerkvoorziening tot aan het moment dat de maatwerkvoorziening daadwerkelijk is stopgezet;
Artikel 19a. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van een betaling uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen van handelen of nalaten als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a. d. of e. van de wet.
Artikel 21. Betrekken van inwoners bij het beleid
Het college betrekt inwoners van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig artikel 2.1.3 van de wet.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-226162.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.