Titel 2
|
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen
|
|
2.1.1.3
|
Flitsvergunning: een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakkapel, dakopbouw, tuinhuisje, overkapping, kozijnverandering, erfafscheiding, perceelafscheiding, garage, aanbouw, uitbouw, schotelantenne, damwand, walbeschoeiing of steiger of aanleggen van een inrit/uitrit, die digitaal is aangevraagd via www.omgevingsloket.nl en:
- -
Voldoet aan de indieningsvereisten in de Regeling omgevingsrecht,
- -
Voldoet aan het bestemmingsplan en/of planologische afwijkingenbeleid
- -
Voldoet aan de sneltoetscriteria behorende tot de welstandnota
- -
Niet aan of bij een monument of binnen beschermde stads- of dorpsgezicht is
- -
Niet binnen een straal van 25 m van een bedrijf ligt (gemeten vanaf de perceelgrenzen) met uitzondering van aan huis verbonden beroepen, en
- -
Niet binnen 1 km van een Natura 2000 gebied ligt.
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vergunningvrij bouwen / conceptaanvraag
|
|
|
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor:
|
|
2.2.1.1
|
het behandelen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring vergunningvrij bouwen
|
€ 69,00
|
2.2.1.2
|
het behandelen van een conceptaanvraag, ongeacht de uitkomst daarvan
|
€ 138,00
|
2.2.1.3
|
het ambtelijk toetsen van een conceptaanvraag aan de sneltoetscriteria behorende tot de welstandnota, wordt het tarief van 2.2.1.2 per advies verhoogd met
|
€ 69,00
|
2.2.1.4
|
het voorleggen van een conceptaanvraag aan de welstandscommissie Hús en Hiem, wordt het tarief van 2.2.1.2 per advies verhoogd met (leges welstand commissie Hús en Hiem worden apart in rekening gebracht)
|
€ 69,00
|
2.2.1.5
|
een toetsing van de conceptaanvraag aan het planologische afwijkingen beleid, wordt het tarief in 2.2.1.2 verhoogd met
|
€ 69,00
|
2.2.1.6
|
het behandelen van een conceptaanvraag voor een andere activiteit dan hiervoor benoemd
|
€ 69,00
|
2.2.1.7
|
voor het behandelen van een conceptaanvraag voor de activiteit milieu worden geen kosten in rekening gebracht
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
|
2.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het behandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Bouwactiviteiten:
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.2.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan €5.000,- bedragen
|
€ 162,00
|
2.3.2.1.2
|
indien de bouwkosten € 5.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 25.000,-
|
€ 162,00
|
|
vermeerderd met € 14,07 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 5.000,-
|
|
2.3.2.1.3
|
Indien de bouwkosten € 25.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 50.000,-
|
€ 724,80
|
|
vermeerderd met € 12,27 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 25.000,-
|
|
2.3.2.1.4
|
indien de bouwkosten € 50.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,-.
|
€ 1.338,30
|
|
Vermeerderd met € 10,90 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 50.000,-
|
|
2.3.2.1.5
|
indien de bouwkosten € 100.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,-
|
€ 2.428,30
|
|
Vermeerderd met € 9,62 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 100.000,-
|
|
2.3.2.1.6
|
indien de bouwkosten € 250.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 10.000.000,-
|
€ 5.314,30
|
|
vermeerderd met € 4,91 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 250.000,-
|
|
2.3.2.1.7
|
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen,
|
€ 101.059,30
|
|
vermeerderd met € 1,13 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 10.000.000,-
|
|
2.3.2.2
|
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lichte afwijking van een reeds verleende vergunning, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, bedraagt het tarief voor het behandelen van de aanvraag
|
€ 170,00
|
|
het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, naar omstandigheden beoordeeld, er sprake is van een nieuwe situatie waarvoor een nieuwe aanvraag moet worden gedaan.
|
|
2.3.2.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het behandelen van een flitsvergunning als bedoeld in 2.1.1.4, bedraagt het tarief
|
€ 190,00
|
2.3.2.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het behandelen van een flitsvergunning als bedoeld in 2.1.1.4, voor een in- of uitrit bedraagt het tarief
|
€ 150,00
|
|
de posten : 2.3.2.1 (bouwactiviteiten) / 2.3.6 (Aanlegactiviteiten) / 2.3.7 (planolgosich strijdig gebruik incl. bouwactiviteit) / 2.3.8 (plan. str.gebruik excl. bouwactiviteit) / 2.3.12 (aanleggen of veranderen weg) / 2.3.13 (uitweg/inrit), worden bij een flitsvergunning niet in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Welstandstoets:
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouw-, monument-, of reclameactiviteit en hierover een advies van een monumenten- of welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.10 en 2.8.1 berekende bedrag verhoogd met de leges van de monumenten- of welstandcommissie zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem vastgesteld is (zie www.husenhiem.nl)
|
|
2.3.3.2
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouw-, of reclameactiviteit en hierover een ambtelijk welstandsadvies moet worden afgegeven, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.10 en 2.8.1 berekende bedrag verhoogd met de leges zoals deze door het algemeente bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem is vastgesteld (zie www.husenhiem.nl)
|
|
2.3.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigd bouwplan waarvoor een nieuw advies van Hûs en Hiem noodzakelijk is
|
€ 68,00
|
|
|
|
2.3.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 en 2.3.10 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met 10% met een maximum van € 1.000,- van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.3.5
|
Buiten behandeling laten
|
|
2.3.5.1
|
Indien een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten wordt 25% van het verschuldigde bedrag in rekening gebracht met een minimum van € 68,-- en een maximum van € 500,--
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.7
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, oder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1:
|
|
2.3.7.1.1
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking):
|
€ 336,70
|
2.3.7.1.2
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) en 2º (buitenplanse kleine afwijking die aan de criteria van het planologische afwijkingen beleid van de gemeente Súdwest-Fryslân voldoet):
|
€ 175,00
|
2.3.7.1.3
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking die op grond van het planologische afwijkingenbeleid van de gemeente Súdwest-Fryslân per geval moet worden beoordeeld):
|
€ 423,55
|
2.3.7.1.4
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) en indien een (voor) ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig is:
|
€ 1.520,45
|
2.3.7.1.5
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking):
|
€ 5.625,00
|
2.3.7.1.6
|
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo nodig is (tijdelijke afwijking):
|
€ 586,50
|
2.3.7.1.7
|
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo nodig is (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 250,90
|
2.3.7.1.8
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 250,90
|
2.3.7.1.9
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 250,90
|
2.3.7.1.10
|
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo nodig is (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 250,90
|
|
|
|
2.3.8
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.8.1.1
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking):
|
€ 336,70
|
2.3.8.1.2
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) en het gebruik ook voldoet aan het planologische afwijkingen beleid van de gemeente Súdwest-Fryslân:
|
€ 175,00
|
2.3.8.1.3
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 423,55
|
2.3.8.1.4
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) en indien een (voor) ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig is:
|
€ 1.520,45
|
2.3.8.1.5
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking):
|
€ 5.625,00
|
2.3.8.1.6
|
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking):
|
€ 586,50
|
2.3.8.1.7
|
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo nodig is (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 250,90
|
2.3.8.1.8
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 250,90
|
2.3.8.1.9
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 250,90
|
2.3.8.1.10
|
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo nodig is (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 250,90
|
|
|
|
2.3.9
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 69,00
|
|
Vermeerderd met een bedrag per (gewijzigd) gebruiksoppervlakte :
|
|
2.3.9.1.1
|
tot 100 m²
|
€ 138,00
|
2.3.9.1.2
|
van 100 tot 500 m²
|
€ 138,00
|
|
vermeerderd met € 1,30 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 100 m² te boven gaat
|
|
2.3.9.1.3
|
van 500 tot 2.000 m²
|
€ 727,00
|
|
vermeerderd met € 0,49 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 500 m² te boven gaat
|
|
2.3.9.1.4
|
van 2.000 tot 5.000 m²
|
€ 1.531,00
|
|
vermeerderd met € 0,13 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 2.000 m² te boven gaat
|
|
2.3.9.1.5
|
van 5.000 tot 50.000 m²
|
€ 1.990,00
|
|
vermeerderd met € 0,03 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 5.000 m² te boven gaat
|
|
2.3.9.1.6
|
Groter dan 50.000 m²
|
€ 3.409,00
|
|
vermeerderd met € 0,02 per m² gebruiksopperlvakte waarmee de gebruiksoppervlakte 50.000 m² te boven gaat.
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.10.1.1
|
Voor het (geheel of gedeeltelijk) slopen van een monument
|
€ 68,00
|
2.3.10.1.2
|
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 68,00
|
2.3.10.1.3
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 68,00
|
2.3.10.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 68,00
|
|
|
|
2.3.11
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.12
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.13
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.14
|
Kappen
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening en vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.15
|
Reclame
|
|
2.3.15.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.16
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.16.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie.
|
|
2.3.16.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie.
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
2.3.17.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie.
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.18.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.18.1.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, met uitzondering van de activiteit beperkte milieutoets, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
2.3.18.1.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 170,00
|
2.3.18.2
|
Voor de activiteit genoemd in artikel 2.1 onder e, van de WABO worden geen leges in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
2.3.19
|
Overig
|
|
2.3.19.1
|
Het tarief voor het behandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit die niet in deze titel zijn benoemd:
|
€ 170,00
|
|
|
|
2.3.20
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.20.1
|
voor het in behandelen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.20.2
|
voor het in behandelen nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.21
|
Beoordeling rapporten
|
|
2.3.21.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.21.1.1
|
indien een aanvraag gelijkwaardigheid brandveiligheid op grond van artikel 1.5 van het Bouwbesluit wordt gedaan, kost het beoordelen van een rapport gelijkwaardige brandveiligheid
|
€ 138,00
|
2.3.21.1.2
|
een milieukundig bodemrapport
|
€ 204,50
|
2.3.21.1.3
|
een archeologisch bodemrapport
|
€ 204,50
|
2.3.21.1.4
|
een bouwveiligheidsplan
|
€ 204,50
|
2.3.21.1.5
|
een sloopveiligheidsplan
|
€ 204,50
|
2.3.21.1.6
|
voor de beoordeling van elk noodzakelijk rapport (met uitzondering van artikle 2.1, eerste lid, onder e van de WABO) per besteed uur
|
€ 68,00
|
|
|
|
2.3.22
|
Advies
|
|
2.3.22.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, tot een maximum van:
|
€ 36.700,00
|
2.3.22.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.22.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.23
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.23.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.23.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 138,00
|
2.3.23.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.23.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.23.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling van de aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. Dit geldt alleen als de omgevingsvergunning binnen zes maanden na het afhandelen van het vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag is ingediend.
|
|
2.4.2
|
Advieskosten van derden worden niet in mindering gebracht.
|
|
2.4.3
|
De leges van het vooroverleg of de conceptaanvraag voor bouwwerken waarvan de bouwkosten lager zijn dan € 5000,- zijn, worden niet in mindering gebracht.
|
|
2.4.4
|
Indien de aanvraag om een flitsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges niet in mindering gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, strijdig planologische-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 / 2.3.12/ 2.3.13 / 2.3.14 / 2.3.15 en 2.3.16 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de aanvraag ontvankelijk is verklaard, het behandelen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
90%
|
2.5.1.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken nadat de aanvraag ontvankelijk is verklaard, het behandelen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
75%
|
2.5.1.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken nadat de aanvraag ontvankelijk is verklaard, het behandelen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
2.5.1.2
|
Als de gemeente de aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 / 2.3.12 / 2.3.13 / 2.3.14 / 2.3.15 en 2.3.16 intrekt op eigen verzoek, waarna geen nieuwe aanvraag om vergunning zal worden aangevraagd, vindt teruggaaf van een deel van de bouwleges plaats. Bijzondere legeskosten vallen buiten de teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.2.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 of 2.3.11 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
2.5.2.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente binnen 12 maanden na verlening van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 en 2.3.11 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van deze leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
2.5.3.2
|
Als de gemeente binnen 12 maanden na verlening van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 en 2.3.11 intrekt op eigen verzoek ,waarna een nieuwe aanvraag om vergunning zal worden aangevraagd, worden voor de ingetrokken aanvraag een deel van de leges terug gegeven. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
2.5.4.1
|
Het minimumbedrag voor teruggaaf is
|
€ 69,00
|
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.5.5.1
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.9 / 2.3.12 / 2.3.13 / 2.3.14 / 2.3.15 / 2.3.16 / 2.3.21 / 2.7.1 / 2.7.2 en 2.8.1 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
2.5.6
|
Tarief voor het intrekken van een aanvraag in verband met een verklaring van geen bedenking bij een ander bestuursorgaan voor de ontvankelijkheid verklaring.
|
|
2.5.6.1
|
Wanneer een aanvraag wordt ingetrokken, indien een verklaring van een ander bestuursorgaan nodig is ten behoeve van de besluitvorming én indien de aanvraag nog niet ontvankelijk is verklaard, bedragen de verschuldigde leges voor de betreffende activiteiten
|
€ 375,80
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Wijziging tenaamstelling omgevingsvergunning
|
|
|
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandelen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende vergunning of ontheffing.
|
€ 69,00
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.6, eerste lid, onder a, het bedrag van het voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten. Artikel 2.7.2 is van overeenkomstige toepassing.
|
|
2.7.2
|
Over de hoogte van de onder 2.7.1 bedoelde rechten wordt de aanvrager door middel van een begroting van de kosten door of vanwege burgemeester en wethouders geïnformeerd. De betreffende aanvraag wordt eerst na ondertekening door de aanvrager in behandeling genomen.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
€ 69,00
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Niet ontvankelijke aanvraag
|
|
|
|
2.9.1
|
De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen bedragen
|
€ 69,00
|
|
|
|