Verordening op de heffing en invordering van leges 2018

De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van

21 november 2017, nummer..

 

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,

aanhef onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van leges 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    "dag": de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week": een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    "maand": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    "jaar": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    "kalenderjaar": de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument:

      een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • 3.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • 4.

    het afgeven van beschikkingen op aanvragen en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • 5.

    het aan belanghebbende uitreiken van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan betrekking hebbende op enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • 6.

    het aan belanghebbende uitreiken van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • 7.

    het afgeven van beschikkingen of afschriften van beschikkingen op aanvragen ter zake van bijstand ingevolge de Algemene Bijstandswet en andere uitkeringen in het persoonlijk belang van de uitkeringsgerechtigden;

  • 8.

    ontheffingen op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens voor zover die zijn aangevraagd door gemeentelijke afdelingen en sectoren;

  • 9.

    het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend;

  • 10.

    De in de tarieventabel onder 1.9.2 genoemde rechten worden niet geheven, indien de verrichtingen plaatsvinden ten behoeve van door publiekrechtelijke lichamen toegekende pensioenen, lijfrenten en overige sociale uitkeringen;

  • 11.

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenementenvergunning van een vrijwilligersorganisatie of non-profitorganisatie met een sociaal, pedagogisch, charitatief, cultureel of sportief doel, tot het verlenen van een vergunning op basis van de APV, voor het houden van niet-commerciële activiteiten door organisaties;

  • 12.

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor het oprichten van een nieuwbouwwoning die een ‘aanmerkelijke bijdrage’ levert aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen (mede op basis van de speerpunten van Actieplan duurzaamheid en de nadere voorwaarden in door het college vast te stellen beleidsregels) voor het bedrag dat in de begroting voor het desbetreffende kalenderjaar is vastgesteld. Het college is bevoegd deze vrijstellingsbepaling buiten werking te stellen en daarmee het verzoek tot vrijstelling zonder nadere motivering af te wijzen - indien sprake is van een overschrijding van het plafond dat in de begroting is opgenomen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

  • 4.

    Het bedrag van de heffing op grond van Titel 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges op basis van titel 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De overige leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving;

    • c.

      digitaal wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.

  • 2.

    Indien de leges niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald, indien het betreft:

    • a.

      de afgifte van een vergunning, ter zake waarvan het bedrag van de verschuldigde leges wordt berekend in verhouding tot een begroting van kosten of voor zover de leges verschuldigd zijn op grond van titel 2, hoofdstuk I, rubriek I, (leges omgevingsvergunning) van de bij deze verordening behorende tarieventabel binnen een maand na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving;

    • b.

      een niet onder a genoemd geval, binnen veertien dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 1 onderdeel 1.1.5 akten burgerlijke stand;

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten)

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

Artikel 10A Hardheidsclausule

Het college kan voor bepaalde gevallen deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat de verordening beschermt, zal leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 11 Abonnementen

  • 1.

    Elk abonnement wordt gesteld op naam van de aanvrager (aanvraagster); het is noch geheel, noch gedeeltelijk voor overdracht vatbaar.

  • 2.

    Aan iedere geabonneerde wordt een gedagtekende verklaring van abonnement uitgereikt, vermeldende al wat voor geabonneerde van belang wordt geacht. De geabonneerde is verplicht desverlangd de verklaring van abonnement bij zijn aanvraag om inlichtingen over te leggen.

  • 3.

    Een abonnement wordt geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde bedrag is voldaan, tenzij een latere dag is overeengekomen.

  • 4.

    Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een niet of niet volledig gebruikt abonnement vindt niet plaats.

  • 5.

    Indien van een abonnement een ander gebruik wordt gemaakt dan waarvoor het is aangegaan, wordt de verdere verstrekking van inlichtingen aan de betrokkene gestaakt, zonder dat restitutie van de geheven leges zal plaatsvinden.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2017’ van 19 december 2016, gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 6 februari 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, derde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2.

    De bekendmaking van het in onderdeel 2.1.1.1. en 2.1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normblad geschiedt door terinzagelegging.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Legesverordening 2018’.

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2017.

De Griffier De Voorzitter

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2018

Indeling tarieventabel

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Stadsarchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Hoofdstuk 14 Markten

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 19 Diversen

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Vermindering of Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning gereserveerd

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 vervallen

Hoofdstuk 10 Overig/administratief

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet en aanverwante regelingen

Hoofdstuk 2 Evenementenvergunning

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een ceremonieel vertoon en is inclusief huwelijks- of partnerschapsboekje. Indien geen boekje gewenst, wordt de leges verlaagd met de prijs genoemd onder 1.1.2:

 

1.1.1.2

In het stadhuis (trouwzaal: 1, 2 of Friedhofkamer) van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot en met 17.30 uur

€ 478,60

1.1.1.3

In de Mozaïekzaal van het stadhuis van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot en met 17.30 uur

€ 556,05

1.1.1.4

In het stadhuis (trouwzaal: 1, 2, Friedhofkamer of Mozaïekzaal) op zaterdag van 08.30 tot en met 14.45 uur

€ 901,40

1.1.1.5

In het stadskantoor (flitshuwelijk of flits partnerschap zonder ceremonieel vertoon) op dinsdag en woensdag om 13.30 en 14.00 uur

€ 206,40

1.1.1.6

Op een buitenlocatie* van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot en met 18:00 uur

€ 478,60

1.1.1.7

Op een buitenlocatie* van maandag tot en met vrijdag van 18.00 uur tot 24.00 uur

€ 604,20

1.1.1.8

Op een buitenlocatie* op zaterdag van 08.30 tot 24.00 uur

€ 689,95

1.1.1.9

Op een buitenlocatie* op zon- en feestdagen van 08.30 tot 24.00 uur

€ 744,60

 

*(in de hiervoor bedoelde gevallen is dit exclusief kosten die de buitenlocatie zelf in rekening brengt)

 

1.1.1.10

De onder 1.1.1 tot en met 1.1.1.9 vermelde tarieven worden verhoogd met toeslagen indien:

 

1.1.1.10.1

het ter beschikking stellen aan bruidsparen van een internetverbinding voor het tonen van hun huwelijksvoltrekking inclusief de verstrekking van een DVD

€ 77,45

1.1.1.10.2

Inschakeling van een externe buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

€ 101,60

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

een huwelijks of een geregistreerd partnerschapsboekje: bij een legesvrij of een vervanging

€ 30,20

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 51,80

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van daartoe geschikte opgaven voor publicatie in nieuwsbladen van geboorten, huwelijksaangiften, voltrokken huwelijken, partnerschapsregistraties en sterfgevallen, bij jaarabonnement

€ 825,40

1.1.5

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.a

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.1.b

voor een niet-ingezetene die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 100,75

1.2.1.c

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 52,00

1.2.1.d

voor een niet-ingezetene die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 87,40

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.a

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.2.b

voor een niet-ingezetene die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 100,75

1.2.2.c

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 52,00

1.2.2.d

voor een niet-ingezetene die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 87,40

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.a

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 65,30

1.2.3.b

voor een niet-ingezetene die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 100,75

1.2.3.c

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 52,00

1.2.3.d

voor een niet-ingezetene die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 87,40

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 52,00

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.a

voor een persoon (ingezetenen) die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 51,05

1.2.5.b

in andere gevallen dan bedoeld in subonderdeel 1.2.5.a aan niet-ingezetenen

€ 89,50

1.2.5.c

voor een persoon (ingezetenen) die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,60

1.2.5.d

in andere gevallen dan bedoeld in subonderdeel 1.2.5.c aan niet-ingezetenen

€ 67,45

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, m.u.v. 1.2.1.b, 1.2.1.d, 1.2.2.b, 1.2.2.d, 1.2.3.b, 1.2.3.d, 1.2.4 5.b en 1.2.4 5.d, worden de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,55

1.2.7

Het tarief als genoemd in 1.2.6 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw document als bedoeld in 1.2.1 tot en met 1.2.5, m.u.v. 1.2.1.b, 1.2.1.d, 1.2.2.b, 1.2.2.d, 1.2.3.b, 1.2.3.d, 1.2.5.b en 1.2.5.d, slechts één keer per document berekend

 

1.2.8

Het tarief vermeld in 1.2.1.a, 1.2.1.c, 1.2.2.a, 1.2.2.c, 1,2,3.a, 1.2.3.c, 1.2.5.a en 1.2.5.c wordt vermeerderd met

 

1.2.8.1

voor het laten bezorgen van één reisdocument of Nederlands Identiteitskaart voor één persoon

€ 15,00

1.2.9

Het tarief vermeld in 1.2.1.b, 1.2.1.d, 1.2.2.b, 1.2.2.d, 1.2.3.b, 1.2.3.d, 1.2.5.b en 1.2.5.d wordt vermeerderd met

 

1.2.9.1

voor het laten bezorgen van één reisdocument of Nederlands Identiteitskaart voor één persoon

 

€ 25,00

 

1.2.9.2

het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere reisdocumenten en/of Nederlandse identiteitskaarten voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip per document meer dan één (anders dan 1.2.9.1)

€ 6,00

1.2.10

De rechten in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.9 zijn niet verschuldigd indien dit reisdocument op grond van artikel 2, derde lid, of artikel 2a, derde lid van het Besluit Paspoortgelden strekt tot vervanging van een eerder geleverd reisdocument

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijs

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.3.1.1

het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 39,65

1.3.2

Het tarief genoemd in 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 34,10

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens per verstrekking of (gezins-) uittreksel

€ 16,35

1.4.2.2

Voor inlichtingen uit een ander bevolkings- en verblijfsregister dan de lopende basisregistratie personen, is het tarief

€ 32,55

1.4.3

De in 1.4.2.1 genoemde leges worden voor ieder daaraan besteed kwartier, indien op verzoek de basisregistratie personen wordt doorgenomen, verhoogd met

€ 24,00

1.4.4

De in 1.4.2.1 genoemde leges wordt bij een spoedlevering (gegarandeerde verstrekking van de gevraagde inlichting binnen 3 werkdagen) vermeerderd met een bedrag per opgevraagde inlichting

€ 16,10

1.4.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.14 wet BRP geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd.

 

1.4.6

De in 1.4.5 bedoelde tarief wordt, gelet op artikel 17 lid 2 van het besluit basisregistratie personen, voor een ieder daaraan besteed kwartier, indien op verzoek de gemeentelijke basis administratie persoonsgegevens wordt doorgenomen, verhoogd met

€ 24,00

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister

 

 

gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.7.1.1

tot het afsluiten van een abonnement op de publicabele besluitenlijst van het College van Burgemeester en Wethouders (wekelijkse toezending)

€ 51,10

1.7.1.2

Plaatselijke politieke groeperingen en plaatselijke afdelingen van landelijke politieke partijen, alsmede besturen van vakcentrales zijn ten aanzien van een door Burgemeester en Wethouders te bepalen aantal exemplaren c.q. abonnementen vrijgesteld van het betalen van het onder 1.7.1.1 vermelde tarief, mits zij de stukken bij de Publieksdiensten in het Stadskantoor afhalen.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

voor het verkrijgen van inzage van de bij de gemeente berustende kadastrale bescheiden, te weten kadastrale legger, per leggerartikel en/of de kadastrale kaart, per kaartblad

€ 5,60

 

In dit bedrag is begrepen het verkrijgen van één fotokopie op A4-formaat van het leggerartikel en/of de kadastrale kaart.

 

1.8.1.2

voor een verzoek om informatie uit de Openbare Registers via Kadaster on-Line: de legeskosten ad

€ 5,60

 

van Kadaster on-Line, te vermeerderen met een toeslag van

€ 18,70

 

per kwartier voor het in behandeling nemen van een verzoek om toelichting

 

1.8.1.3

een verklaring bestemming en gebruik per adres

€ 125,45

1.8.1.4

een planologische verklaring per adres

€ 88,05

1.8.1.5

een milieu hygiënische verklaring per adres

€ 88,05

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

gereserveerd

1.8.2.2

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3. vijfde lid, van de Erfgoedwet

gereserveerd

1.8.2.3

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

gereserveerd

1.8.2.4

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 12,15

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

gereserveerd

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

gereserveerd

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

gereserveerd

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatiebestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

gereserveerd

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag natuurlijke personen

€ 41,35

1.9.2

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 16,35

1.9.3

tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening of fotokopie

€ 16,35

1.9.4

tot het verstrekken van iedere andere verklaring omtrent een bepaalde persoon

€ 1635

 

 

 

Hoofdstuk 10 Stadsarchief

 

1.10

Het tarief bedraagt voor :

 

1.10.1

Het op verzoek doen van onderzoek in het archief per 15 minuten of gedeelte daarvan, daaraan besteed

€ 13,85

1.10.2

Voor gereedmaken van bestellingen per 15 minuten of gedeelte daarvan

€ 9,45

1.10.3

Voor het meewerken aan lezingen en exposities op verzoek van derden per uur of gedeelte daarvan

€ 55,60

1.10.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.10.4.1

Fotokopieën of afschriften van stukken, een door of vanwege de gemeente uitgegeven stuk, in deze verordening niet genoemd of waarvoor geen afzonderlijke prijs is vastgesteld

 

a

per pagina op formaat A4 of gedeelte daarvan

€ 0,40

b

per pagina op formaat A3 of gedeelte daarvan

€ 0,65

c

per pagina op formaat A2 of gedeelte daarvan (op A0-printer)

€ 15,75

d

per pagina op formaat A1 of gedeelte daarvan (op A0-printer)

€ 21,70

e

per pagina op formaat A0 of gedeelte daarvan (op A0-printer)

€ 27,50

1.10.4.2

een digitaal afschrift of digitale kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk:

 

a

indien het origineel op papier een A3 formaat of kleiner heeft, per pagina

€ 0,50

b

indien het origineel op papier een groter formaat heeft dan A3, per pagina

€ 1,00

c

indien het origineel digitaal beschikbaar is ongeacht het formaat, per pagina

€ 0,50

1.10.4.3

het scannen of opname met digitale camera van foto’s of overige documenten per foto (vanaf 300 dpi) c.q. per document

€ 13,85

1.10.4.3.1

Indien gebruik wordt gemaakt van een Cd-rom dan wordt de op basis van het 1.10.4.2 verschuldigde leges per Cd-rom verhoogd met

€ 3,10

1.10.4.3.2

Indien gebruik wordt gemaakt van een USB-stick dan wordt de op basis van het 1.10.4.2 verschuldigde leges per USB-stick verhoogd met

€ 4,15

1.10.4.4

Readerprinter afdrukken (zelfbediening) per A4 afdruk

€ 0,55

1.10.4.5

fotoprint op glanspapier Formaat 13 x 18

€ 10,55

 

Formaat 18 x 24

€ 13,85

 

Formaat 24 x 30

€ 17,20

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 87,80

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 87,80

1.12.3

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte, voorover deze is gelegen in een complex van 10 woningen of meer, als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet

€ 87,80

 

 

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 14 Markten

 

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.14.1

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Standplaatsverordening:

 

 

a voor een vaste standplaats

€ 76,70

 

b voor een tijdelijke standplaats

€ 30,70

1.14.2

tot het verlenen van iedere andere vergunning, wijziging, inschrijving of ontheffing, verleend op grond van de Standplaatsverordening

€ 39,50

 

 

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing of vrijstelling op grond van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening :

€ 73,10

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 56,30

 

 

 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 331,25

1.17.1.2

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 176,75

1.17.1.3

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

voor een ontheffing per voertuig als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (rekening houdende met het bepaalde in 1.18.12)

 

 

voor een periode van maximaal een week

€ 31,25

 

voor een periode van maximaal één maand

€ 46,90

 

voor een periode van maximaal een half jaar:

€ 83,35

 

voor een periode van maximaal één jaar

€ 125,05

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen voor een periode van maximaal één jaar

€ 66,05

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 33,95

1.18.4

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994

€ 29,15

 

Indien vooroverleg noodzakelijk is geldt een opslag van

€ 104,20

 

per aanvraag

 

1.18.5

In afwijking van 1.18.1 geldt voor het afgesloten gedeelte van het stadserf: voor een ontheffing van artikel 10 van het RVV 1990, artikel 62 juncto bord E1 van bijlage I (parkeerverbod), of van artikel 62 juncto bord G5/G7 van bijlage I (voetgangersgebied), van het RVV 1990

€ 28,85

1.18.6

voor iedere andere vergunning of ontheffing, verleend op grond van de Wegenverkeerswet 1994 of een daarop steunende regeling

€ 58,40

 

met dien verstande dat dit bedrag met

€ 150,00

 

wordt verhoogd indien tevens een gecertificeerde sleutel moet worden afgegeven voor het bedienen van een paaltje of slagboom op een afgesloten weg. Per huisadres worden maximaal twee sleutels afgegeven. Het genoemde bedrag van

€ 150,00

 

geldt per sleutel.

 

1.18.6.1

Indien een onder 1.18.6 bedoelde sleutel wordt verstrekt in verband met vermissing van de oorspronkelijk afgegeven sleutel, wordt de in het vorige lid genoemde tarief van:

€ 150,00

 

verhoogd met een bedrag van

€ 5,15

 

ter vergoeding van de kosten voor registratie van de vermissing

 

1.18.6.2

Indien een onder 1.18.6 bedoelde sleutel wordt verstrekt in verband met breuk van of slijtage aan de oorspronkelijk afgegeven sleutel, wordt de in het vorige lid genoemde tarief van:

€ 150,00

 

verhoogd met een bedrag van

€ 5,15

 

ter vergoeding van de kosten voor registratie van de vermissing

 

1.18.7

Gereserveerd

 

1.18.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.18.8.1

het verlenen van een éénmalige ontheffing voor een termijn van maximaal 3 maanden als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 140,30

1.18.8.2

het verlenen van een ontheffing voor een termijn van 1 tot 3 jaar als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 282,00

1.18.8.3

het verlenen van een verlenging van een ontheffing voor een termijn van 1 tot 3 jaar als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 187,65

1.18.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om Ontheffing van de Luchtvaartwet

€ 123,80

1.18.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanstellen van verkeersregelaars/transportbegeleiders voor een periode van 5 jaar op grond van artikel 7 van de Regeling Verkeersregelaars 2009, inclusief aanstellingspas, per verkeersregelaars/transportbegeleider

€ 135,50

1.18.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanstellen van verkeersregelaars/transportbegeleiders op grond van artikel 11 van de Regeling Verkeersregelaars 2009, inclusief aanstellingspas per verkeersregelaars/transportbegeleider voor een aanvraag voor:

 

 

1 t/m 5 aangestelde personen

€ 37,95

 

6 t/m 10 aangestelde personen

€ 75,85

 

11 t/m 20 aangestelde personen

€ 151,75

 

21 of meer aangestelde personen

€ 260,55

 

Dit tarief geldt indien de aangestelde personen worden aangesteld voor een aaneensluitende periode van maximaal 12 maanden en het niet een aanvraag voor het aanstellen voor een eenmalig evenement betreft.

 

1.18.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanstellen van verkeersbrigadiers op grond van artikel 56 lid 2 BABW, inclusief legitimatiebewijs, per verkeersbrigadier

€ 38,50

1.18.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een tijdelijke dan wel permanente ontheffing (al dan niet met tijdsduurbeperking) van het verbod om het stadserf binnen te rijden op kentekenherkenning met een geldigheidsduur van een jaar conform de voorschriften van de beleidsregel “Afsluiting stadserf Enschede”

€ 50,00

1.18.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een tijdelijke ontheffing van het verbod om het stadserf binnen te rijden conform de voorschriften van de beleidsregel “Afsluiting stadserf Enschede"

€ 10,00

1.18.13

Het tarief bedraagt voor de afgifte van:

 

1.18.13.1

een sleutel voor het bedienen van een parkeerbeugel ingeval van verlies, diefstal of bij het in ongerede raken van de originele sleutel

€ 18,20

1.18.13.2

een transponder voor het bedienen van een toegangssysteem naar een parkeerplaats ingeval van verlies, diefstal of bij het in ongerede raken van vermissing van de originele transponder

€ 10,60

1.18.13.3

een parkeervergunning ingeval van verlies, diefstal, of bij het in ongerede raken van de originele parkeervergunning

€ 10,60

 

 

 

Hoofdstuk 19 Diversen

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.2

tot het verlenen van een ontheffing van het verbod bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (werkzaamheden in de openbare weg)

€ 322,35

1.19.3

tot het verlenen van een vergunning voor een ligplaats als bedoeld in artikel 23 van de Havenverordening

€ 140,30

1.19.4

Tot het verlenen van een ontheffing op grond van het Wegenreglement Overijssel ten behoeve van het leggen van een schrikdraadkabel

€ 20,80

1.19.5

Een vergunning als bedoeld in artikel 5:14 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 

 

a met een geldigheidsduur van een dag

€ 11,20

 

b met een geldigheidsduur van een maand

€ 33,35

 

c met een geldigheidsduur van een jaar

€ 100,15

1.19.6

gereserveerd

 

1.19.7

gereserveerd

 

1.19.8

een vergunning tot het opgraven c.q. herbegraven van een lijk

€ 92,80

1.19.9

een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (opslaan materiaal)

€ 186,45

1.19.10

een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene Plaatselijk Verordening (geluidshinder)

€ 184,05

1.19.11

tot het verstrekken van iedere in deze verordening en tarieventabel niet afzonderlijk genoemde administratieve dienst of de verstrekking van inlichtingen op basis van onderzoek

€ 8,90

1.19.12

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ontheffing van het verbod op kamperen grond van artikel 4:18, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 80,90

1.19.13

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van een voetbalwedstrijd als bedoeld in artikel 2:26a van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 

1.19.13.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op de reguliere competitiewedstrijden

€ 285,90

1.19.13.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op één wedstrijd

€ 153,15

1.19.14

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een nieuwe marktplaats

€ 151,80

 

Als de aanvraag voor een vergunning zoals genoemd in 1.19.14 wordt ingetrokken, geweigerd of buiten behandeling wordt gelaten wordt 75% van de leges in rekening gebracht

 

1.19.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning

€ 75,90

1.19.14.2

Indien een vergunning ambtshalve gewijzigd wordt, zijn hier geen leges voor verschuldigd

 

1.19.15

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen tot het verstrekken van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 55,60

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

 

 

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatie werken (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatie werken (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

 

De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken:

 

 

Bij de in onderstaande tabel genoemde bouwwerken wordt het aantal kubieke meters of het aantal vierkante meters berekend volgens NEN 2580 (bruto-oppervlakte- en inhoudsberekening bouwwerken)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Civieltechnisch

 

 

 

Parkeergarage (gebouw) bovengronds

 

 

 

Parkeergarage ondergronds

 

 

 

Agrarische voorzieningen

 

 

 

Veldschuren, werktuigberging

 

 

 

Rundvee-/Kalverenstal

 

 

 

Kippenstal

 

 

 

Varkensstal

 

 

 

Paardenstal

 

 

 

Mestkelders

 

 

 

Industrie

 

 

 

Productie- / opslaghal, magazijn < 10.000 m3

 

 

 

Productie- / opslaghal, magazijn > 10.000 m3

 

 

 

Productie- / opslaghal, magazijn > 20.000 m3

 

 

 

Bedrijfsunit met kantoor

 

 

 

Kantoren

 

 

 

Kantoren

 

 

 

Handel

 

 

 

Commerciële centra

 

 

 

Meubelhal/dhz

 

 

 

Showroom

 

 

 

Winkels < 2500 m3

 

 

 

Winkels < 5000 m3

 

 

 

Winkels < 7500 m3

 

 

 

Medisch/ sociaal

 

 

 

Gezondheidscentra / huisartsenpraktijk/ apotheek

 

 

 

Horeca

 

 

 

Hotels

 

 

 

(Eet)café / snackbar / koffiebar

 

 

 

Restaurant

 

 

 

Vergaderzaal

 

 

 

Sport

 

 

 

Sporthallen / gymzalen

 

 

 

Kleedgebouwen

 

 

 

Kantine, clublokaal

 

 

 

Onderwijs

 

 

 

Scholen/ kinderdagverblijven

 

 

 

Woningen/ woongebouwen

 

 

 

Seriematig / projectbouw / sociale woningbouw

 

 

 

Appartementen

 

 

 

Recreatiewoningen

 

 

 

Vrijstaande en /of geschakelde woningen

 

 

 

Woonwagen

 

 

 

Overige

 

 

 

Aanbouw woning t/m 50 m3

 

 

 

Aanbouw woning > 50 m3

 

 

 

Garage / berging, vrijstaand / aangebouwd

 

 

 

Dakkapel ( per woning,per m1)

 

 

 

Dakopbouw

 

 

 

Carport/overkapping (per m2)

 

 

 

Kelder

 

 

 

Schuttingen/hekwerken (per m1 )

 

 

 

 

 

 

 

B. Uitgangspunt bouwkosten “niet-standaard” bouwwerken:

 

 

 

Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), van het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

 

2.1.1.4

Conceptvraag: voordat een aanvraag wordt ingediend van een omgevingsvergunning kan aan de hand van een conceptaanvraag worden gevraagd naar het onderdeel van het bevoegd gezag omtrent de kans op het verlenen van een vergunning, op basis van conceptaanvraag, uitgewerkt plan

 

 

 

 

 

 

2.1.1.5

In behandeling nemen: hiermee wordt bedoeld het moment van indienen, dat wil zeggen als voor de aanvrager een ontvangstbevestiging is gemaakt waarin vermeld staat dat een aanvraag is ontvangen.

 

 

 

 

2.1.1.6

Perceel: Het gebied waarop de (partiële) herziening / wijziging van het bestemmingsplan betrekking heeft

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis al in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag:

 

2.2.1

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of c, en tweede lid onder g, van de Wabo ( indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een op basis van een concept aanvraag uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges, indien de aanvrager, bouwplan en locatie hetzelfde zijn en de aanvraag binnen een jaar na de beoordeling van het vooroverleg wordt gedaan, met deze leges verrekend):

€ 176,40

2.2.2.

voor het op ambtelijk niveau beoordelen of een formeel aan de Raad gericht verzoek om een herziening van het bestemmingsplan kansrijk is

€ 176,40

 

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

 

2.3.1

 

 

 

 

Bouwactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo betrekking heeft op bouwwerken welke 2.1.1.2.A worden benoemd, bedraagt het tarief per m3 (tenzij anders vermeld)

 

 

 

 

 

Civieltechnisch

 

 

Parkeergarage (gebouw) bovengronds

€ 2,70

 

Parkeergarage ondergronds

€ 4,20

 

 

 

 

Agrarische voorzieningen

 

 

Veldschuren, werktuigberging

€ 0,60

 

Rundvee-/Kalverenstal

€ 0,90

 

Kippenstal

€ 1,50

 

Varkensstal

€ 1,40

 

Paardenstal

€ 1,80

 

Mestkelder

€ 1,30

 

 

 

 

Industrie

 

 

Productie- / opslaghal, magazijn < 10.000 m3

€ 1,10

 

Productie- / opslaghal, magazijn: > 10.000 m3 en < 20.000 m3

 

 

voor de eerste 10.000 m3

€ 11.000,00

 

daarna per m3

€ 0,85

 

Productie- / opslaghal, magazijn > 20.000 m3

 

 

voor de eerste 20.000 m3

€ 19.500,00

 

daarna per m3

€ 0,65

 

Bedrijfsunit met kantoor

€ 2,25

 

 

 

 

Kantoren

 

 

Kantoren

€ 7,10

 

 

 

 

Handel

 

 

Commerciële centra

€ 6,50

 

 

 

 

Meubelhal/dhz

€ 3,70

 

 

 

 

Showroom

€ 4,25

 

 

 

 

Winkels < 2.500 m3

€ 6,70

 

Winkels > 2.500 m3 en < 5.000 m3 voor de eerste 2.500 m3,

€ 16.750,00

 

daarna per m3

€ 6,40

 

Winkels > 5.000 m3 voor de eerste 5.000 m3,

€ 32.750,00

 

daarna per m3

€ 5,90

 

 

 

 

Medisch/ sociaal

 

 

Gezondheidscentra / huisartsenpraktijk/ apotheek

€ 9,00

 

 

 

 

Horeca

 

 

Hotels

€ 9,30

 

(Eet)café / snackbar / koffiebar

€ 7,00

 

Restaurant

€ 6,70

 

Vergaderzaal

€ 5,25

 

 

 

 

Sport

 

 

Sporthallen / gymzalen

€ 5,75

 

Kleedgebouw

€ 6,40

 

Kantine

€ 5,00

 

 

 

 

Onderwijs

 

 

Scholen/ kinderdagverblijven

€ 6,10

 

 

 

 

Woningen/ woongebouwen

 

 

Seriematig / projectbouw / sociale woningbouw

€ 5,75

 

Appartementen

€ 7,30

 

Recreatiewoningen

€ 8,00

 

Vrijstaande en /of geschakelde woningen

€ 6,70

 

Woonwagen

€ 4,90

 

 

 

 

Overige

 

 

Aanbouw woning < 50 m3

€ 9,70

 

Aanbouw woning > 50 m3

€ 8,30

 

 

 

 

Garage / berging, vrijstaand / aangebouwd

€ 3,90

 

Dakkapel (per woning, per m1)

€ 30,60

 

Dakopbouw

€ 7,35

 

Carport/overkapping (per m2)

€ 4,60

 

Kelder

€ 6,00

 

Schuttingen / hekwerken (per m1 )

€ 2,55

 

 

 

 

met een minimum van

€ 236,50

 

en een maximum van

€ 795.000

2.3.1.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op bouwwerken welke niet bij 2.1.1.2.A worden benoemd dan bedragen de leges

2,80%

 

van de bouwkosten als bedoeld in art. 2.1.1.2, onder B met een minimum van

€ 236,50

 

en een maximum van

€ 795.000

 

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 357,20

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit

10%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van

€ 117,95

 

en een maximum van

€ 1.042,15

 

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, en de kosten niet meer zijn dan €25.000, bedraagt het tarief:

€ 237,95

 

en indien de aanlegkosten meer zijn dan € 25.000 bedraagt het tarief

€ 423,10

 

 

 

 

 

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

10%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag voor het betreffende bouwdeel met een minimum van

€ 207,30

 

en een maximum van

€ 2.918,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

10%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag voor het betreffende bouwdeel met een minimum van

€ 207,30

 

en een maximum van

€ 2.918,00

2.3.3.2.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) en tevens sprake is van het realiseren van onzelfstandige woonruimte, per te verhuren kamer:

€ 400,00

2.3.3.2.1.1

indien de aanvraag als bedoeld onder 2.3.3.2.1 wordt geweigerd, buiten behandeling wordt gelaten of ingetrokken

€ 300,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 9.649,45

2.3.3.3.1

indien een ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de gemeente

€ 7.237,10

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

10%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag met een minimum van

€ 207,30

 

en een maximum van

€ 2.883,40

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

25%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag met een minimum van

€ 207,30

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

25%

 

Van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag met een minimum van

€ 207,30

 

en een maximum van

€ 2.918,00

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

10%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag met een minimum van

€ 207,30

 

en een maximum van

€ 2.918,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.4

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 300,20

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 300,20

2.3.4.2.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) en tevens sprake is van het realiseren van onzelfstandige woonruimte, per te verhuren kamer

€ 400,00

2.3.4.2.1.1

indien de aanvraag als bedoeld onder 2.3.4.2.1 wordt geweigerd, buiten behandeling wordt gelaten of ingetrokken

€ 300,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 9.649,45

2.3.4.3.1

indien een ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de gemeente

€ 7.237,10

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 300,20

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 743,50

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 743,50

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 300,20

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 267,60

 

Dit bedrag wordt als volgt verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580

 

 

0 tot en met 100 m² met een vast bedrag van

€ 267,60

 

101 tot en met 500 m² met een vast bedrag van

€ 267,60

 

vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van

€ 2,00

 

501 tot en met 1000 m² met een vast bedrag van

€ 1.088,15

 

vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van

€ 1,50

 

1001 tot en met 1500 m² met een vast bedrag van

€ 1.838,15

 

vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van

€ 1,00

 

1501 tot en met 2500 m² met een vast bedrag van

€ 2.338,15

 

vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van

€ 0,50

 

meer dan 2500 m² met een vast bedrag van

€ 2.838,15

 

vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van

€ 0,25

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning betrekking heeft op een gemeentelijk of rijksmonument bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 260,55

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,

€ 178,00

2.3.7.1.2

in gevallen waarin de aanvraag betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk (gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument), bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, en artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo:

€ 178,00

 

 

 

2.3.7.2

Asbesthoudende materialen

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

423,95

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12.2 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 175,90

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de artikel 4:11.1 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

Bij 1 boom

€ 111,60

 

Bij 2 tot en met 5 bomen en/of houtwallen

€ 111,60

 

vermeerderd per boom met

€ 40,50

 

Bij 6 tot en met 10 bomen

€ 314,00

 

vermeerderd per boom met

€ 30,35

 

Bij 11 bomen of meer

€ 466,60

 

vermeerderd per boom met

€ 20,25

 

met een maximum van

€ 1.156,80

 

 

 

2.3.11

Handelsreclame

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of art. 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 119,00

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo:

€ 119,00

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder i, van de Wabo:

€ 119,00

 

 

 

2.3.12

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.12.1

Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 186,80

2.3.12.2

Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 186,80

 

 

 

 

 

 

 

2.3.13

Natura 2000-activiteiten

 

2.3.13.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 119,00

2.3.14

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

2.3.14.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 119,00

 

 

 

2.3.15

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling,

 

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 119,00

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 119,00

 

 

 

2.3.16

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.16.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.16.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 300,20

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 392,10

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.18

 

 

 

 

 

Advies Milieueffectrapportage ( M.e.r .)

 

2.3.18.1

Indien een wettelijk voorschrift een advies van de commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) voorschrijft en wordt afgegeven of indien een vrijwillig advies wenselijk is en wordt afgegeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.Indien deze begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18.2

Indien van gemeentewege een milieueffectenrapportage dient te worden opgesteld (exclusief de uit te voeren onderzoeken) bedraagt het tarief:

€ 4.085,00

2.3.19

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.19.1

Onverminderd hetgeen bepaald in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo:

 

2.3.19.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 260,55

2.3.19.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 260,55

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

 

 

bij 5 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Vermindering of teruggaaf

 

2.5.1

Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project intrekt, bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:

75%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project intrekt op verzoek van de vergunninghouder, is sprake van teruggaaf van een deel van de leges, mits dit verzoek is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

 

 

 

2.5.3

Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project weigert, is sprake van vermindering van de leges. De vermindering bedraagt:

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.3.3

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, bedragen 50% van de leges, berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1. indien aan de aanvraag een eerdere geweigerde vergunning vooraf is gegaan en: - de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn, - de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is, - de nieuwe aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na de weigering.

 

2.5.4

Vermindering als gevolg van het niet verder behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning

 

2.5.4.1

Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning voor een project niet verder behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, is sprake van teruggaaf van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.4.2

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, bedragen:

75%

 

van de leges, berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1. indien aan de aanvraag een eerder niet behandelde aanvraag vooraf is gegaan en: - de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn, - de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is, - de nieuwe aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na het buiten behandeling laten.

 

2.5.5

Vermindering als gevolg van het van rechtswege verlenen van een omgevingsvergunning

 

 

Indien de aangevraagde vergunning niet binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn wordt verleend (vergunning van rechtswege), is sprake van vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt

50%

2.5.6

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan

€ 207,30

 

wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.7

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Gereserveerd

 

2.5.8

Geen vergunning vereist

 

 

Indien een besluit inhoudende, dat voor de aangevraagde activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, zijn er geen leges verschuldigd.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

2.6

Gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

2.7

Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, bedraagt het tarief 10% van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van

€ 235,90

 

en een maximum van

€ 1.057,75

 

Het vorenstaande wordt toegepast indien het een ondergeschikte wijziging betreft of de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld geen sprake is van een nieuw bouwplan.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.8.1

(Partiële) herziening bestemmingsplan

 

2.8.1.1

Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het behandelen van een aanvraag, vanaf het moment van indienen, tot herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 9.649,00

2.8.1.1.1

indien een ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de gemeente

€ 7.237,00

2.8.2.1

Als de herziening uitsluitend betrekking heeft op een planologische gebruiksfunctie bedraagt het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het behandelen van een aanvraag, vanaf het moment van indienen, tot herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 5.790,00

2.8.2.2

indien een ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de gemeente

€ 4.342,00

2.8.3

Het verschuldigde bedrag voor een aanvraag voor herziening/wijziging, dat op verzoek van de aanvrager wordt meegenomen in een ambtshalve in procedure te brengen actualisatieplan bedraagt

€ 1.042,00

 

 

 

2.8.4

Wijziging bestemmingsplan

 

2.8.4.1

Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het behandelen van een aanvraag, vanaf het moment van indienen, tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.018,00

2.8.4.2

indien een ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de gemeente

€ 3.763,00

 

 

 

2.8.5

Vermindering

 

2.8.5.1

Als een aanvraag voor herziening/wijziging van het bestemmingsplan wordt ingetrokken of geweigerd is sprake van vermindering van de van de leges. De vermindering bedraagt

50%

 

van de op grond van hoofdstuk 2.8.1, 2.8.2, 2.8.3 of 2.8.4 in rekening te brengen leges

 

 

 

 

2.9

Hoofdstuk 9

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 Overig/administratief

 

2.10.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit), onderdeel 2.3.3 en 2.3.4 waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.5.8, 2.5.14, 2.5.28 en 2.5.29 van de Bouwverordening wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met:

€ 208,30

2.10.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), waarbij uitsluitend ten behoeve van die aanvraag, tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met:

€ 1.784,90

2.10.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 2.7 lid a van de Ministeriële regeling omgevingsrecht door de aanvrager ingediend moet worden, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met:

€ 237,95

2.10.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 119,00

 

 

 

 

Exploitatieovereenkomst/Exploitatieplan

 

2.10.5

Indien de kosten voor de diensten als bedoeld in de bepalingen 2.3.3, 2.3.4 en 2.8.1 verhaald worden via een exploitatieplan of een exploitatieovereenkomst wordt het uit dien hoofde verschuldigde bedrag niet op grond van de legesverordening in rekening gebracht.

 

 

Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet en aanverwante regelingen

 

 

 

 

 

 

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

3.1.1

een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet:

 

 

A voor het uitoefenen van het horecabedrijf

 

 

met een oppervlakte tot en met 50m2

€ 625,50

 

met een oppervlakte van 51m2 tot en met 100m2

€ 625,50

 

vermeerderd per m2 met

€ 2,00

 

met een oppervlakte van 101 m2 tot en met 250m2

€ 729,00

 

vermeerderd per m2 met

€ 1,50

 

met een oppervlakte van 251 m2 tot en met 500m2

€ 954,00

 

vermeerderd per m2 met

€ 1,00

 

met een oppervlakte meer dan 501m2

€ 1.204,00

 

vermeerderd per m2 met

€ 0,50

 

Met een maximum van

€ 1.454,00

 

B voor het uitoefenen van het slijtersbedrijf

€ 273,50

3.1.2

een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening (algemene regels terrassen)

 

 

tot 20 m2

€ 159,00

 

van 20 m2 tot en met 50m2

€ 157,00

 

vermeerderd per m2 met

€ 9,10

 

meer dan 50 m2

€ 433,50

 

vermeerder per m2 met

€ 6,05

3.1.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

3.1.3.1

een ontheffing sluitingstijdstip voor een niet-commercieel horecabedrijf op grond van artikel 2:29, lid 4, van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 211,50

3.1.3.2

een incidentele ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:29, lid 5, van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 106,00

3.1.3.3

een eenmalige ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 106,00

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

3.1.4.1

een ontheffing als bedoeld in artikel 35, lid 1 van de Drank- en Horecawet niet behorende bij een evenementenvergunning

€ 74,50

3.1.4.2

iedere andere vergunning, ontheffing of wijziging op grond van de Drank- en Horecaverordening/-wet, voorzover niet anders is bepaald

€ 141,00

3.1.4.3

een vergunning als bedoeld in artikel 7, lid 1 van de Drank- en Horecaverordening

€ 499,00

3.1.4.4

een vergunning als bedoeld onder 3.1.4.3 indien het betreft een aanvraag in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van een leidinggevende die niet de vergunninghouder is

€ 166,50

3.1.4.5

van een nieuw aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, lid 2, van de Drank- en Horecawet

€ 166,50

3.1.5

Als een aanvraag voor een vergunning genoemd in Titel 3, Hoofdstuk 1 wordt ingetrokken, geweigerd of buiten behandeling wordt gelaten, wordt 50 % van de leges in rekening gebracht.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Evenementenvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

3.2.1

een vergunning voor een standplaats (niet voor verkoop) als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor niet-commerciële doeleinden; per standplaats per maand met een maximum van 4 dagen:

€ 37,50

3.2.2

Een vergunning voor een standplaats (niet voor verkoop) als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor commerciële doeleinden; per standplaats per dag:

€ 85,00

 

met een maximum van

€ 275,00

 

per week

 

3.2.3

Een vergunning voor een tijdelijke, structurele standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor commerciële doeleinden, voor de duur van maximaal 1 jaar.

€ 168,00

3.2.4

Bij het berekenen van de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een integrale evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt voor de legesbepaling het totale aantal punten volgens onderstaande lijst vermenigvuldigd met:

€ 41,50

 

en zijn andere bepalingen in deze tarieventabel niet van toepassing

 

 

 

 

 

Omschrijving:

aantal punten

 

Standaardtarief voor het in behandeling nemen van een aanvraagformulier

2

 

Het aantal punten van het standaardtarief wordt verhoogd volgens de volgende puntenlijst:

 

a

Het evenement duurt meerdere dagen:

 

 

1. 2-7 dagen, incl. opbouwen en afbreken

2

 

2. 8-14 dagen, incl. opbouwen en afbreken

4

 

3. meer dan 15 dagen, incl. opbouwen en afbreken

6

b

Tijdens het evenement worden wegen afgesloten en/of zijn omleidingen noodzakelijk

1

c

Tijdens het evenement worden objecten op of aan de weg geplaatst

1

d

Het evenement start op zondag voor 13.00 uur /verwekt na 13.00 uur een gerucht dat op meer dan 200 meter hoorbaar is (Zondagswet)

1

e

Tijdens het evenement vindt er verkoop plaats buiten de reguliere winkeltijden (Winkeltijdenwet) en er een ontheffing van de Winkeltijdenwet nodig is

1

f

Het gaat om een grootschalig evenement

 

 

verwachte aantal bezoekers > 2.000 per etmaal)

4

 

verwachte aantal bezoekers > 5.000 per etmaal)

8

 

verwachte aantal bezoekers > 10.000 per etmaal)

12

 

verwachte aantal bezoekers > 30.000 per etmaal)

15

g

Tijdens het evenement wordt er licht-alcoholische drank geschonken

2

h

Er is een vergunning in het kader van de Wet op de kansspelen benodigd

1

i

Het aangevraagde evenement past niet binnen het beleid voor evenementen-vergunningen

3

j

Het bestemmingsplan staat het houden van een evenement op de locatie niet toe

3

k

Er is een ontheffing voor kamperen benodigd

1

l

Er is een aanstellingsbesluit voor verkeersregelaars nodig

1

m

Er is een ontheffing van de Regeling verkeersregels en verkeerstekens nodig

1

n

Er zijn tijdens het evenement inrichtingen in gebruik (als bedoeld in art. 2.11.1 lid A en B van het Besluit brandveiligheid bouwwerken en artikel 2.1.1 lid 1 A, C en D van de brandveiligheidsverordening) dan worden leges conform 3.5.1 van deze verordening in rekening gebracht

 

o

Het aantal punten wordt bij de behandeling van een spoedaanvraag vermenigvuldigd met 2 waarbij een maximum van 11 extra punten wordt aangehouden.

 

 

als een aanvraag voor een vergunning genoemd in Titel 3, Hoofdstuk 2 wordt ingetrokken, geweigerd of buiten behandeling wordt gelaten, wordt 50 % van de leges in rekening gebracht.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van:

 

3.3.1

een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:2.1, lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

a voor een seksinrichting

€ 884,50

 

b voor een escortbedrijf

€ 358,00

3.3.2

een wijziging van een exploitatievergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 3:4.2, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening)

 

 

a voor een seksinrichting

€ 599,00

 

b voor een escortbedrijf

€ 280,50

 

 

 

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

 

 

gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

 

3.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 lid 1 A en B van het Besluit brandveiligheid bouwwerken en in artikel 2.1.1 lid 1 A, C en D van de Brandbeveiligingsverordening voor het in gebruik hebben of houden van een inrichting voor de maximale duur van 30 dagen bedraagt voor inrichtingen met een oppervlakte van

 

 

0 tot en met 100 m² een vast bedrag van

€ 60,50

 

101 tot en met 500 m² een vast bedrag van

€ 60,50

 

vermeerderd met een bedrag per m2 van

€ 0,25

 

501 tot en met 1.000 m² een vast bedrag van

€ 161,00

 

vermeerderd met een bedrag per m2 van

€ 0,20

 

1.001 tot en met 1.500 m² een vast bedrag van

€ 261,00

 

vermeerderd met een bedrag per m2 van

€ 0,15

 

1.501 tot en met 2.500 m² met een vast bedrag van

€ 336,00

 

vermeerderd met een bedrag per m2 van

€ 0,10

 

Meer dan 2.500 m²

€ 436,00

 

vermeerderd met een bedrag per m2 van

€ 0,05

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

 

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde administratieve dienst of de verstrekking van inlichtingen op basis van onderzoek

€ 64,20

 

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2017

 

 

 

 

 

De griffier van de gemeente Enschede,

 

 

Naar boven