Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2018. (Verordening Lijkbezorgingrechten 2018). 

 

De raad van de gemeente Montfoort;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017, zaaknummer 494161

 

Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de gemeentewet.

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2018. (Verordening Lijkbezorgingrechten 2018). 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Julianalaan, de Rooms Katholieke begraafplaats gelegen aan de Lodewijkstraat en de begraafplaats De Stuivenberg gelegen aan Bovenkerkweg;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon contractueel het uitsluitend recht is verleend tot:

    • .

      het doen begraven en begraven houden van maximaal twee lijken;

    • .

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een urn;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van maximaal twee lijken;

  • d.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee urnen;

  • e.

    eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee urnen; umengraven bestaan in de categorie "groot" en "klein";

  • f.

    urn: een pot waarin de overblijvende as van een gecremeerde wordt bewaard;

  • g.

    grafbedekking: gedenkteken, beplanting en overige voorwerpen op een graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in de hoofdstukken 1, 2 en 6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De overige rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid 1 vermelde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid twee, vermelde rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening Lijkbezorgingrechten 2017 van 12 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de 'verordening Lijkbezorgingrechten 2018'.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Montfoort, gehouden op 12 december 2017

de griffier,

mr. C.G.M. Bus

de voorzitter,

mr. P.J. van Hartskamp-de Jong

           

Tarieventabel behorend bij de verordening Lijkbezorgingsrechten 2018

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten eigen graven, eigen urnennissen en eigen urnengraven

(inclusief onderhoud begraafplaats)

Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven (inclusief onderhoud begraafplaats)

Hoofdstuk 3 Begraven

Hoofdstuk 4 Bijzetten van urnen

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Hoofdstuk 6 Onderhoud van reeds uitgegeven graven

Hoofdstuk 7 Opgraven

 

Hoofdstuk 1  Verlenen van rechten eigen graven, eigen urnennissen en eigen

  urnengraven (inclusief onderhoud begraafplaats)

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen graf voor een

€ 2.723,60

periode van 20 jaar wordt geheven:

 

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen urnennis voor

€ 699,66

een periode van 20 jaar wordt geheven

 

 

1.3.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “klein” eigen urnengraf

€ 699,66

Voor een periode van 20 jaar wordt geheven

 

 

1.3.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “groot” eigen urnengraf

€ 1.360,79

Voor een periode van 20 jaar wordt geheven

 

 

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een

€ 1.360,79

 

periode van 20 jaar wordt geheven

 

 

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaren

€ 1.360,79

wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

 

voor het verlenen van het uitsluitend recht:

 

 

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaren

€ 349,83

wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

voor het verlenen van het uitsluitend recht.

 

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1 met 10 jaren

€ 349,83

wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

voor het verlenen van het uitsluitend recht.

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2 met 10 jaren

€ 680,39

 

wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

 

 

voor het verlenen van het uitsluitend recht.

 

 

 

 

1.9

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaren

€ 680,39

 

wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven

 

 

voor het verlenen van het uitsluitend recht.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven

 (inclusief onderhoud begraafplaats)

2.1

Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven in een algemeen graf

€ 680,39

voor een periode van 10 jaren wordt geheven

 

 

 

Hoofdstuk 3 Begraven

 

 

 

3.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 6 jaar of ouder wordt geheven

€ 646,93

 

 

 

3.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 6 jaar wordt geheven

€ 160,21

 

 

 

Hoofdstuk 4 Bijzetten van urnen

Voor het bijzetten van een urn wordt geheven:

 

 

4.1.1

in een eigen urnennis

 € 159,20

 

4.1.2

in een eigen urnengraf

 € 159,20

 

4.1.3

in een eigen graf

 € 159,20

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

5.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of

vernieuwen van een grafbedekking wordt geheven

€ 97,34

 

 

 

Hoofdstuk 6 Onderhoud van reeds uitgegeven graven

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 7 Opgraven

 

 

 

7.1

Voor het ruimen van een lijk  wordt geheven

 €   646,93

 

7.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

 € 646,93

 

7.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

 € 1.291,84

 

7.4

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf op een andere

 € 1.291,84

begraafplaats wordt geheven

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2017

 

De griffier van de gemeente Montfoort, 

 

mr. C.G.M. Bus

 

 

Naar boven