Gemeenteblad van Aalsmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2017, 221819 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2017, 221819 | Verordeningen |
Verordening jeugdhulp Aalsmeer 2018
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
perspectiefplan: het document waarin op verschillende leefgebieden de hulpvraag in kaart gebracht wordt om een effectieve ondersteuning van de jeugdige en het gezin mogelijk te maken. In dit plan worden tevens realisatiedoelen vastgelegd. Het perspectiefplan komt overeen met het familiegroepsplan zoals beschreven in de Wet;
vertrouwenspersoon: persoon die jeugdigen, ouders of pleegouders op hun verzoek ondersteunt in aangelegenheden die samenhangen met wettelijke taken en verantwoordelijkheden van het college, de jeugdhulpaanbieder, de gecertificeerde instelling en het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling;
Hoofdstuk 3. Individuele voorzieningen en toegang tot jeugdhulp
Artikel 3.1 Specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp
In aanvulling op de algemene voorzieningen draagt het college zorg voor de beschikbaarheid van specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp alsmede van hulp bij ernstige enkelvoudige dyslexie, als individuele voorziening.
Artikel 3.2 Toegang tot specialistische jeugdhulp en hoogspecialistische jeugdhulp: het gesprek en het perspectiefplan
Wanneer een jeugdige en/of zijn ouders zwaarwegende bezwaren hebben tegen de betrokkenheid van de lokale toegang bij de toetsing van het perspectiefplan kunnen zij gebruik maken van een opt-out-regeling; het college neemt dan het besluit enkel op aanwijzing van de jeugdhulpaanbieder. Een perspectiefplan blijft evenwel verplicht.
Artikel 3.6 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Degene aan wie krachtens deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een besluit aangaande een individuele voorziening.
Hoofdstuk 4. Verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 4.1 Verhouding prijs en kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
De rechten en verplichtingen met betrekking tot een individuele voorziening waarvoor op grond van de oude verordening jeugdhulp Aalsmeer een besluit is afgegeven, evenals de geldigheidsduur van het besluit, blijven van kracht, tenzij op basis van een gewijzigde ondersteuningsbehoefte een nieuw besluit wordt genomen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 november 2017.
De griffier,
O. van Kolck
De voorzitter,
J.J. Nobel
Deze verordening geeft uitvoering aan de Jeugdwet. De Jeugdwet heeft als doel om jeugdigen en ouders waar nodig tijdig passende hulp te bieden. Daarbij wordt tevens beoogd de eigen kracht van de jongere en het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin te versterken. Er bestaat geen wettelijk recht op jeugdhulp maar er wordt uitgegaan van een voorzieningenplicht waarvan de aard en omvang in beginsel door de gemeente worden bepaald (maatwerk). Jeugdhulp omvat o.a. jeugd- en opvoedhulp, jeugd-ggz, zorg voor verstandelijk beperkte jeugdigen en begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen.
Deze verordening kan niet los worden gezien van het beleidsplan, dat de raad op grond van artikel 2.2 van de Jeugdwet eveneens dient vast te stellen. In dit beleidsplan wordt het door het gemeentebestuur te voeren beleid vastgelegd met betrekking tot preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Het aantal definities van artikel 1 is beperkt aangezien de wet al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze verordening. Deze wettelijke definities zijn, op enkele uitzonderingen na, niet nogmaals opgenomen in de verordening.
Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen
Algemene voorzieningen zijn vrij toegankelijke voorzieningen waar de jeugdige of zijn ouders gebruik van kunnen maken zonder dat daarvoor een verwijzing of een besluit van de gemeente nodig is. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke algemene voorzieningen beschikbaar zijn.
Dit artikel geeft een nadere uitwerking aan de taken die worden uitgevoerd door het lokale team.
Jeugdigen en ouders met een hulpvraag op het gebied van opvoeden en opgroeien kunnen hun hulpvraag melden bij het sociaal loket van de gemeente. Dit kan telefonisch, via mail of aan de balie van het sociaal loket. Via dit loket worden jeugdigen en ouders naar een gespecialiseerd team jeugd geleid. Dit team bestaat uit professionele en geregistreerde jeugdhulpverleners (SKJ of BIG). Naast team jeugd bestaan er ook sociale teams die ingezet worden bij problematiek op meerdere levensgebieden, waaronder jeugdhulp. Met lokale teams worden zowel team jeugd als sociaal team bedoeld. Bij de uitvoering van hun taken informeert het lokale team de jeugdige of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure, en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken.
Artikel 2.2 Jeugdhulp als algemene voorziening
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Hoofdstuk 3. Individuele voorzieningen en toegang tot jeugdhulp
Individuele voorzieningen zijn voorzieningen die zijn toegesneden op de jeugdige of zijn ouders. Het gaat om (hoog)specialistische jeugdhulp of ernstige enkelvoudige dyslexie die slechts wordt verstrekt op basis van een verwijzing en een besluit. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de toegang tot de individuele voorzieningen is geregeld.
Artikel 3.1 Specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3.2 Toegang tot (hoog)specialistische jeugdhulp: het gesprek en het perspectiefplan
In dit artikel wordt ingegaan op het gesprek tussen de jeugdige en/of zijn ouders en het lokale team waarin de hulpvraag en de benodigde ondersteuning wordt bepaald. Daarnaast wordt de functie van het perspectiefplan benoemd.
In het eerste lid wordt ingegaan op het gesprek. Op grond van het gesprek wordt bepaald welk ondersteuningsprofiel van toepassing is. De verschillende ondersteuningsprofielen geven weer op welk vlak het zwaartepunt van de problematiek ligt. Daarnaast wordt ook de benodigde intensiteit van de hulp vastgesteld.
In het tweede lid onder a wordt ingegaan op de situatie dat artsen, conform art. 2.6, eerste lid, onderdeel g van de Wet, een zelfstandige verwijspositie hebben. Als het gaat om specialistische jeugdhulp kan een arts daarom zonder betrokkenheid van een lokaal team naar een jeugdhulpaanbieder verwijzen.
Het tweede lid onder b gaat om crisissituaties. In crisissituaties kan meestal niet gewacht worden met de inzet van (hoog)specialistische jeugdhulp tot een perspectiefplan is opgesteld. In dit geval kan de jeugdhulp starten voordat een gesprek met het lokale team heeft plaatsgevonden en een perspectiefplan is opgesteld. Het gaat dan om kortdurende crisisinzet waarna alsnog een perspectiefplan opgesteld dient te worden.
Het derde lid betreft het perspectiefplan. Het perspectiefplan is bedoeld om een effectieve ondersteuning mogelijk te maken. Het perspectiefplan kan zelfstandig door de jeugdige en zijn ouders opgesteld worden of met behulp van het lokale team of anderen. Op grond van het perspectiefplan kan worden bepaald of en welke (hoog)specialistische jeugdhulp nodig is en aan welke doelen zal worden gewerkt.
Het is aan de ouders om in samenspraak met het lokale team te bepalen welke informatie in het perspectiefplan terecht moet komen en gedeeld wordt met de jeugdhulpaanbieder, wat nodig is om een effectieve ondersteuning mogelijk te maken. Ouders worden niet gedwongen privacygevoelige informatie te delen die niet van belang is voor de hulp aan het kind. Bij verschil van inzicht tussen de jeugdige en/of zijn ouders aan de ene kant en het lokaal team (of arts) aan de andere kant over de noodzaak om bepaalde informatie te delen dient het recht op privacy en het belang van het kind tegen elkaar afgewogen te worden. Er worden afspraken gemaakt over het moment en de wijze waarop de resultaten van het perspectiefplan met de jeugdige en/of zijn ouders, het lokale team en de jeugdhulp-aanbieder besproken worden.
Bij een verwijzing naar hoogspecialistische jeugdhulp is een perspectiefplan verplicht omdat een breed perspectief bij deze complexe en vaak meervoudige jeugdhulp van het grootste belang is om effectieve jeugdhulp te kunnen verlenen. Het perspectiefplan dient ook als opdracht aan de aanbieder om aan bepaalde doelen te werken. Om een zuiver onderscheid te maken tussen opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap is het aanbieders niet toegestaan een perspectiefplan op te stellen.
Het perspectiefplan dient geaccordeerd te worden door het lokale team voordat de inzet van hoogspecialistische jeugdhulp kan starten.
Indien de jeugdige en/of zijn ouders ernstig bezwaar hebben tegen de betrokkenheid van het lokale team, kunnen zij gebruik maken van een opt-out-regeling (6e lid). Dit houdt in dat het perspectiefplan niet met behulp van het lokale team wordt opgesteld en er geen accordering plaatsvindt. Evenwel blijft het verplicht om een perspectiefplan op te stellen voordat de hoogspecialistische jeugdhulp kan starten.
Voor ernstige enkelvoudige dyslexie hoeft geen perspectiefplan te worden opgesteld en is er ook geen sprake van een profiel of intensiteit. Het gaat hier om een op zichzelf staande ontwikkelingsstoornis die tijdens het leesonderwijs aan het licht komt, en doorgaans geen relatie heeft met andere problematiek.
Artikel 3.3 Criteria en afwegingsfactoren bij de toekenning van individuele voorzieningen
Wanneer, op basis van het gesprek en het perspectiefplan besloten wordt tot het toekennen van een individuele voorziening, wordt bepaald welk profiel en welke intensiteit van de hulp van toepassing is. Het college stelt hiervoor nadere regels op. Perspectiefplan, profielen en intensiteiten zijn niet van toepassing op ernstige enkelvoudige dyslexie. Het lokale team bepaalt op basis van het leerlingdossier of de school alle stappen doorlopen heeft volgens het landelijk vastgestelde protocol dyslexie.
Artikel 3.4 Persoonsgebonden budget
In het eerste lid is vastgelegd dat het college op grond van artikel 8.1.1 van de wet een persoonsgebonden budget (pgb) kan verstrekken. Van belang is onder meer dat een pgb slechts wordt verstrekt indien de jeugdige of zijn ouders gemotiveerd kunnen aantonen dat de individuele voorziening die door een aanbieder wordt geleverd, niet geschikt is (zie artikel 8.1.1, derde lid, onder b van de wet). Voorwaarde is dat de jeugdige en/of zijn ouders een pgb-plan opstellen.
Voor de wijze waarop de hoogte van een pgb wordt vastgesteld, alsmede aanvullende voorwaarden ten aanzien van een pgb, wordt verwezen naar de Nadere regeling bij verordening Jeugdhulp Aalsmeer 2018.
Dit artikel gaat over het besluit, de inhoud en de geldigheid ervan.
Het vijfde lid betreft de geldigheid van het besluit voor zorg in natura.
Het besluit voor zorg in natura wordt in beginsel afgegeven voor onbepaalde tijd. De gecontracteerde jeugdhulpaanbieder zet de hulp in zo lang als nodig is om het beoogde resultaat te bereiken. Echter, wanneer het jeugdhulptraject succesvol is beëindigd, vervalt het besluit, met inachtneming van een termijn van vier maanden, de zogenaamde garantietermijn. Wanneer een jeugdige en/of zijn ouders zich binnen die termijn opnieuw melden met dezelfde hulpvraag, dient de jeugdhulpaanbieder de jeugdige op grond van hetzelfde besluit opnieuw te helpen.
In afwijking hiervan geldt voor jeugdhulp met de intensiteit duurzaam en voor een persoonsgebonden budget een bepaalde geldigheidsduur. Voor deze zorgvormen is een periodieke herbeoordeling wenselijk, gezien de langdurige inzet en/of de noodzaak om afspraken bij te stellen. Het lokaal team bepaalt de geldigheidsduur die wordt toegesneden op de individuele situatie.
Voor Ernstige enkelvoudige dyslexie geldt dat een besluit wordt afgegeven voor diagnostiek en behandeling. Behandeling mag pas plaatsvinden als een diagnose Ernstige enkelvoudige dyslexie is vastgesteld. Het lokale team bepaalt de geldigheidsduur van het besluit.
Artikel 3.6 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Deze bepaling stelt regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet.
Een zorgvuldig gebruik van collectieve middelen is wezenlijk voor het draagvlak daarvan.
Indien het de jeugdige of zijn ouders redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat er feiten en omstandigheden zijn, - of daarin opgetreden wijzigingen -, die van invloed kunnen zijn op de toekenning van de individuele voorziening of het daaraan gekoppelde persoonsgebonden budget, dienen zij dit onmiddellijk aan het college te melden. Verstrekken zij niet onmiddellijk uit eigen beweging of op verzoek van het college alle gevraagde inlichtingen en bewijsstukken, dan kan dat gevolgen hebben voor de toekenning van de voorziening of het daaraan gekoppelde persoonsgebonden budget. Het college kan niet alleen bij een aanvraag, maar ook in andere stadia concrete informatie en bewijsstukken van de belanghebbende vragen.
Hoofdstuk 4. Verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 4.1 Verhouding prijs en kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Het college kan de uitvoering van de Jeugdwet, met uitzondering van de vaststelling van de rechten en plichten van de jeugdige of zijn ouders, door aanbieders laten verrichten (artikel 2.11, eerste lid, van de Jeugdwet). Met het oog hierop moeten in de verordening regels worden gesteld ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp (of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering) en de kwaliteit daarvan (artikel 2.12 va de Jeugdwet). Daarbij dient in ieder geval rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden.
Om te voorkomen dat er alleen gekeken wordt naar de laagste prijs voor de uitvoering worden in dit artikel een aantal andere aspecten genoemd waarmee het college bij het vaststellen van tarieven (naast de prijs) rekening dient te houden. Hiermee wordt bereikt dat er een beter beeld ontstaat van reële kostprijs voor de activiteiten die zij door aanbieders willen laten uitvoeren. Uitgangspunt is dat de aanbieder kundig personeel inzet tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden.
Hoofdstuk 5. Vertrouwenspersoon en klachtregeling
Artikel 5.1 Vertrouwenspersoon
In artikel 2.6, eerste lid, onder f, van de wet is bepaald dat het college ervoor verantwoordelijk is dat jeugdigen, hun ouders of pleegouders een beroep kunnen doen op de functie vertrouwenspersoon. Onafhankelijkheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid zijn belangrijke factoren (wettelijke vereisten) voor een goede invulling van deze functie. De vertrouwenspersoon is ondergebracht bij een onafhankelijke organisatie.
De gemeente is op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplicht tot een behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten over gedragingen van personen en bestuursorganen die onder haar verantwoordelijkheid werkzaam zijn. Met een klachtenregeling wordt voorzien in de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders over geleverde diensten van de gemeente of de instelling waar zij hulp ontvangen voor zover deze diensten en hulp betrekking hebben op de Jeugdwet.
In de regel zal eerst de aanbieder worden aangesproken bij klachten over de wijze van behandeling. De klachtmogelijkheid tegenover de aanbieder is geregeld in artikel 4.2.1 e.v. van de wet. Pas wanneer dit klachtrecht niet bevredigend is, of niet logisch, bijvoorbeeld bij gedragingen van gemeenteambtenaren, dan komt de gemeentelijke klachtregeling in zicht.
Artikel 6.1 Inspraak en medezeggenschap
In dit artikel wordt inspraak en medezeggenschap op het jeugdhulpbeleid geregeld. Voor de mogelijkheid tot inspraak en medezeggenschap wordt verwezen naar de Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Aalsmeer 2017. Op deze manier wordt gewaarborgd dat eenzelfde inspraakprocedure geldt voor het jeugdhulpbeleid als op andere terreinen.
Bovengenoemde verordening is in werking getreden op 1 juli 2017. Ten tijde van de inspraak op de Verordening jeugdhulp Aalsmeer 2018 (in juni 2017) was de Algemene Inspraak- en Participatieverordening gemeente Aalsmeer 2010 van kracht.
Dit artikel vermeldt de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Dit artikel heeft betrekking op de overgang naar een nieuwe werkwijze en andere vorm van contractering van jeugdhulpaanbieders per 2018. De strekking is dat reeds in 2017 lopende hulp voor jeugdigen en/of hun ouders gecontinueerd wordt in 2018 volgens de regels van de oude verordening (verordening jeugdhulp Aalsmeer). Wanneer een nieuw besluit wordt genomen omdat de ondersteuningsbehoefte is gewijzigd, gaat de nieuwe werkwijze in volgens de regels van de verordening Jeugdhulp Aalsmeer 2018.
Dit artikel geeft ruimte om af te wijken van de regels van de verordening, wanneer, naar het oordeel van het college, strikte hantering van de regels leidt tot een schrijnende situatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-221819.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.