Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Peel en Maas

 

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS

Gelet op het raadsvoorstel 2017-099 04

Zaaknummer: 1894/2017/1148487

Gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

Gehoord de beraadslagingen

BESLUIT

Vast te stellen de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Peel en Maas

Artikel 1. Toepassing kwijtschelding

  •  

  • 1.

    Er wordt alleen kwijtschelding verleend voor:

    • a.

      de afvalstoffenheffing

    • b.

      de rioolheffing die wordt geheven van de gebruiker, het zogenaamde gebruikersdeel.

  • 2.

    Van de niet in het eerste lid genoemde gemeentelijke belastingen en rechten wordt geen kwijt-schelding verleend.

Artikel 2. Beperking kwijtschelding

Er wordt bij de afvalstoffenheffing geen kwijtschelding verleend voor de toeslag van een extra GFT-container.

Artikel 3. Kosten van bestaan

  •  

  • 1.

    In afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het percentage voor het berekenen van de kosten van bestaan gesteld op 100.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kwijtscheldingsnormen bij AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 percent van de toepasselijke netto AOW-bedragen.

Artikel 4. Kosten kinderopvang

Bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen wordt rekening gehouden met de netto-kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken.

Artikel 5. Kwijtschelding aan ondernemers

Een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent kan voor kwijtschelding in aanmerking komen. De kwijtschelding blijft beperkt tot de privébelastingschulden.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de burger (laten) afwijken van de bepalingen van de geldende kwijtscheldingsregeling indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Inwerkingtreding
  •  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt voor het eerst toegepast op 1 januari 2018.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Regeling kwijtschelding belastingen Peel en Maas”.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 november 2017

De raad van de gemeente Peel en Maas,

de griffier, de voorzitter,

drs. A.G. Joosten W.J.G. Delissen-van Tongerlo

 

 

Toelichting bij Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Peel en Maas

1. Algemeen

1.1 Wet- en regelgeving gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

1.1.1 Vindplaatsen wet- en regelgeving

Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen zijn de volgende wettelijke bepalingen en regelingen van toepassing:

• artikel 26 van de Invorderingswet 1990;

• hoofdstuk I en II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

• artikel 255 van de Gemeentewet;

• Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

Een nadere toelichting op de uitvoering van de kwijtschelding heeft de staatssecretaris van Financiën opgenomen in de Leidraad Invordering 2008 (Rijksleidraad). Omdat gemeenten formeel niet aan de Rijksleidraad zijn gebonden en zij hun eigen beleids- en uitvoeringsregels moeten vaststellen, heeft de VNG een model-Leidraad invordering gemeentelijke belastingen opgesteld (gemeentelijke Leidraad).

BsGW heeft dit model gebruikt voor het opstellen van de Leidraad Invordering BsGW. De bevoegdheid tot het vaststellen van uitvoeringsregels ligt namelijk bij BsGW. De reden hiervan is “om in alle gevallen op een doeltreffende, efficiënte en uniforme wijze aanslagen op te leggen en in te vorderen en ingediende bezwaar- en beroepschriften af te handelen voor alle deelnemers van BsGW met betrekking tot aanslagen die zijn opgenomen op het combibiljet”

BsGW heeft toegezegd dat mocht onverhoopt de toepassing van de uitvoeringsregels tot onoverkomelijke problemen bij belastingplichtigen leiden, in dat geval via maatwerk in individuele gevallen naar een oplossing wordt gezocht.

De uitvoeringsregels over kwijtschelding van belastingen staan in artikel 26 van de Leidraad Invordering BsGW.

1.1.2 Mogelijkheden gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Artikel 255 van de Gemeentewet regelt de mogelijkheid voor gemeenten om kwijtschelding van belastingen te verlenen. Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De Invorderingswet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. Hoofdregel bij het verlenen van kwijtschelding is dat gemeenten de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 volgen. Als de gemeente met betrekking tot een belasting niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor deze gemeentelijke belasting.

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt onder andere regels over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van de belastingschuldige, de wijze waarop kwijtschelding wordt verleend en de omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg kunnen staan.

1.1.3 Strakker of ruimer kwijtscheldingsbeleid

Op grond van artikel 255 Gemeentewet kan de raad bepalen dat in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend. Daarnaast kan de raad met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

De gemeentelijke regeling kan per belasting verschillen:

  • a.

    de gemeente verleent voor een belasting geen kwijtschelding;

  • b.

    de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding;

  • c.

    de gemeente verleent voor een belasting ruimere kwijtschelding door ten opzichte van de

rijksregeling een hoger percentage te hanteren bij de berekening van de kosten van bestaan.

Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat een belastingaanslag niet geheel voor kwijtschelding in aanmerking komt, maar bijvoorbeeld maar voor de helft. Ook kunnen gemeenten bijvoorbeeld alleen kwijtschelding verlenen voor de eerste hond in de hondenbelasting. Het gaat dus om gedeeltelijke kwijtschelding van het belastingbedrag.

De mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid zijn beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet toegestaan.

1.1.4 Afwijken van de Uitvoeringsregeling gebeurt bij raadsbesluit

De raad bepaalt dus of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend. Het raadsbesluit dat het kwijtscheldingsbeleid regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijk besluit kan het afwijkende kwijtscheldingsbeleid ook in de betreffende belastingverordening worden geregeld. Het beleid heeft alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting.

Als de raad kwijtschelding voor één of meer belastingen mogelijk heeft gemaakt, dan is het de uitvoerend invorderingsambtenaar van BsGW die de kwijtschelding vervolgens verleent.

1.1.5 Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend

Een belastingschuldige komt voor kwijtschelding in aanmerking als hij geen vermogen en geen betalingscapaciteit heeft. Los van de vraag of belastingschuldige al dan niet over voldoende vermogen of betalingscapaciteit beschikt, kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor geen kwijtschelding wordt verleend. Een inhoudelijke beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek blijft dan achterwege. De uitzonderingssituaties moeten bij elke aanvraag om kwijtschelding in de beoordeling worden betrokken. Deze bijzondere omstandigheden waardoor geen kwijtschelding wordt verleend, zijn opgesomd in artikel 8 van de Uitvoeringsregeling (bijv. niet de vereiste stukken ingediend, verwijtbaarheid betalingsonmacht).

2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 zijn de belastingsoorten opgenomen waarbij kwijtschelding mogelijk is. Het betreft alleen de gebruikersheffingen omdat bij de eigenarenheffing er meestal sprake is van vermogen en anderzijds de belasting kan worden verrekend bij de overdracht van een onroerende zaak.

Artikel 2

Zoals aangegeven zijn de mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Gemeenten hebben naast de bevoegdheid om belasting uit te sluiten van kwijtschelding de bevoegdheid om een belasting gedeeltelijk kwijt te schelden. Bij de afvalstoffenheffing is hiervoor gekozen door de extra GFT-container uit te sluiten van kwijtschelding. Dit met als argumentatie om ook de minder draagkrachtige vervuiler te stimuleren minder afval aan te bieden.

Artikel 3

Eerste lid

De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de participatienorm. Op grond van artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen. Aan een hoger percentage zijn echter wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal 100% van de participatienorm. Dit percentage is niet verplicht en kan per belastingsoort verschillen.

Peel en Maas hanteert al jaren de 100% norm

Tweede lid

Voor personen van die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt kan de raad besluiten om de reguliere kwijtscheldingsnormen voor AOW-gerechtigden, te verhogen tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen. Deze maatregel voorkomt dat AOW’ers minder aanspraak op kwijtschelding gemeentelijke belastingen kunnen maken. Door het wetsvoorstel ‘Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet’ komen AOW-ers zonder aanvullende maatregelen in mindere mate in aanmerking voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 4 Netto kosten kinderopvang

Eigen bijdrage kinderopvang

Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling kan de gemeente - als de raad daartoe besluit - bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.

Netto-kosten

Het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van de ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente dan wel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.

Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers voor privé belastingschulden mogelijk

Privé belastingschulden

Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden. Voorwaarde is dat de raad de kwijtschelding voor deze groep heeft opengesteld. In de praktijk gaat het om rioolheffing en afvalstoffenheffing.

De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en hetzelfde vermogen wordt uitgegaan.

Op het moment dat een ondernemer om kwijtschelding verzoekt, is het netto besteedbare inkomen doorgaans nog niet in te schatten. De gemeente (lees BsGW) kan dit oplossen door de ondernemer van wie zij vermoedt dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode over te leggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan uitstel van betaling worden verleend. In de praktijk kan er ruime tijd zijn gelegen tussen het moment waarop een ondernemer om kwijtschelding verzoekt en het moment waarop het netto besteedbare is in te schatten.

Belastingschuldigen die hun onderneming in een rechtspersoon (B.V. of N.V.) hebben ondergebracht, zijn in loondienst van hun onderneming. Zij oefenen dus geen bedrijf of zelfstandig beroep uit. Mits de vermogens- en inkomenstoets dat toelaten, kunnen ook deze belastingschuldigen in aanmerking komen voor kwijtschelding.

Zakelijke belastingschulden

Voor zakelijke belastingschulden komen ondernemers uitsluitend voor kwijtschelding in aanmerking als de kwijtschelding wordt verleend in het kader van een akkoord met alle schuldeisers en er geen redelijke mogelijkheid aanwezig is om een derde aansprakelijk te stellen. Deze omstandigheid zal zich over het algemeen alleen voordoen bij een schuldsanering in het kader van uitstel van betaling bij een (naderend) faillissement. Daarom kan als hoofdregel gelden dat ondernemers voor zakelijke belastingschulden niet in aanmerking komen voor kwijtschelding. Als reden hiervoor wordt wel aangedragen dat kwijtschelding voor ondernemers als een verkapte overheidssubsidie kan worden gezien die de concurrentiepositie verstoort.

Ondanks de bewerkelijkheid en het feit dat er (nog) geen eenduidige lijn is bij de bij BsGW aangesloten gemeenten, is in de regeling opgenomen dat kwijtschelding aan ondernemers voor privé belastingschulden mogelijk is.

Artikel 6

In bijzondere gevallen moet, wanneer zich daartoe bijzondere omstandigheden voordoen, de mogelijkheid aanwezig zijn om af te wijken van het gestelde in de Leidraad Invordering BsGW. Dit artikel geeft aan het college daartoe bevoegd is. Deze bepaling is een verduidelijking van de bestaande afspraken. BsGW heeft bij schrijven van 14 maart 2014 aangegeven maatwerk te leveren als de deelnemer daarom verzoekt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

De regeling is een algemeen verbindend voorschrift en moet dus op de gebruikelijke weg bekend worden gemaakt.

Artikel 8 citeertitel

De citeertitel vergemakkelijkt het verwijzen naar de regeling

Naar boven