Gemeenteblad van Zandvoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zandvoort | Gemeenteblad 2017, 216577 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zandvoort | Gemeenteblad 2017, 216577 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zandvoort houdende regels omtrent adviescommissie raad Verordening adviescommissie raad 2018
De raad van de gemeente Zandvoort:
gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086, Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking;
overwegende dat de verordening toepasbaar moet zijn na ambtelijke samenwerking van de gemeenten Zandvoort en Haarlem;
artikelen 3.8, 3.10 en 3.11 Wet ruimtelijke ordening,
artikelen 2 t/m 9a Wet voorkeursrecht gemeenten,
afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht,
artikelen 84, 147 en 149 Gemeentewet;
besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:
Zienswijzen ingediend bij de raad tegen een ontwerpbestemmingsplan, tegen een
voorgenomen besluit tot vestiging van een voorkeursrecht of tegen overige ontwerpbesluiten, waartegen zienswijzen kunnen worden ingediend, worden ter voorbereiding van de beslissing van de raad in handen gelegd van een door de raad ingestelde commissie.
Artikel 7 Toezending ingediende zienswijzen aan de commissie
Ingediende zienswijzen worden met de daarbij behorende stukken door de griffie onverwijld in handen van de commissie gesteld.
Artikel 8 Verstrekken van stukken en informatie aan de commissie
De raad, de griffie, het college en de ambtelijke organisatie zijn verplicht aan de commissie alle stukken te overleggen en informatie te verschaffen over de zaak die onderwerp is van de ingediende zienswijze.
Artikel 9 Werkzaamheden commissie
De werkzaamheden van de commissie zijn inhoudelijk van aard en monden uit in een schriftelijk advies aan de raad, vervat in een nota, waarin wordt vermeld welke zienswijzen zijn binnengekomen, welke zienswijzen ontvankelijk zijn, een samenvatting van de ontvankelijke zienswijzen, een verslag van een eventueel gehouden hoorzitting, een advies over de zienswijzen en een eventueel voorstel tot aanpassing van het ontwerpbesluit.
De griffie zendt de commissie een afschrift van de beslissing van de raad over de vaststelling van het bestemmingsplan of de vestiging van het voorkeursrecht.
Op basis van de Gemeentewet heeft de raad een verordenende bevoegdheid. De raad kan dus een eigen adviescommissie instellen.
De Wet ruimtelijke ordening en de Wet voorkeursrecht gemeenten kennen een aantal procedurevoorschriften voor de behandeling van zienswijzen, ingediend op een ontwerpbestemmingsplan of een te vestigen voorkeursrecht.
Dit artikel geeft aan wat onder de verschillende termen wordt verstaan.
Dit artikel bepaalt door wie zienswijzen, ingediend bij de raad over een ter inzage gelegd ontwerpbestemmingsplan, een voorgenomen besluit tot vestiging van een voorkeursrecht of overige ontwerpbesluiten, waartegen zienswijzen kunnen worden ingediend, worden afgehandeld. Het bepaalt daarmee tevens de bevoegdheid van de commissie.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
Op grond van artikel 84 lid 1 van de Gemeentewet kan de raad commissies instellen, anders dan raadscommissies ter voorbereiding van besluitvorming en bestuurscommissies. Volgens de raad doet een externe adviescommissie het meeste recht aan een objectieve beoordeling van de ingediende zienswijzen.
Een plaatsvervanger wordt verondersteld beschikbaar te zijn, als de vaste leden niet (allen) kunnen deelnemen aan de behandeling van de zaak binnen de tijd die daarvoor staat.
De commissie moet procedureel en administratief worden ondersteund bij haar taken. Om korte lijnen in de organisatie te bevorderen is de griffie de meest logische keuze voor ondersteuning van de commissie.
De commissie adviseert inhoudelijk aan de raad en regelt samen met de griffie de daarmee verband houdende werkzaamheden. Zie ook de toelichting bij artikel 9. De griffie zorgt voor een concept adviesnota met daarin een samenvatting van de ingediende zienswijzen. De griffie is bij iedere vergadering van de adviescommissie en een eventuele hoorzitting aanwezig.
De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar en kunnen door de raad eenmaal worden herbenoemd. De periode van 4 jaar is niet wettelijk voorgeschreven, maar komt voort uit het feit dat een zekere mate van continuïteit dient te zijn gewaarborgd. De raad kan ook voor een langere of een kortere periode kiezen.
Een langere periode wordt onwenselijk geacht, omdat van externen wordt verwacht dat zij zich de hele periode verbinden aan deze commissie. Als de periode te lang is, zou dat kunnen leiden tot meer tussentijdse wisselingen of het ontbreken van geschikte kandidaten.
Een te korte periode is evenmin onwenselijk, omdat rekening gehouden moet worden met een inwerkperiode en het verkrijgen van lokale kennis.
Artikel 6 Ingediende zienswijze
Dit artikel regelt de ontvangst van ingediende zienswijzen. De datum van ontvangst en poststempel spelen een rol bij het bepalen of een ingediende zienswijze wel of niet ontvankelijk is. Een zienswijze is pas ontvankelijk als deze tijdig is ingediend voor het einde van de termijn van terinzagelegging. Dit is geregeld in artikel 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht.
Voor het indienen van zienswijzen is de procedure als beschreven in afdeling 3.4 van Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Het verdient aanbeveling om bij grensgevallen naast aantekening van de datum van ontvangst op de ingediende zienswijze, de envelop waarin het is verzonden te bewaren. Dit is gezien het belang van de datum van de poststempel en ter voorkoming van onnodige geschillen over de ontvankelijkheid (zie artikel 6:9 Awb). Een per email of fax verzonden bezwaarschrift dient vóór 24.00 uur van de laatste dag van de termijn te zijn ingediend. Op grond van jurisprudentie moet het faxen zijn aangevangen vóór 24.00 uur. Het risico van storingen in zowel de zendende als de ontvangende faxapparatuur is voor de verzender (ABRS 16 mei 2000, AB 00/325).
Artikel 7 Toezending ingediende zienswijzen aan de commissie
De zienswijzen worden gericht aan de raad en door de griffie ontvangen. De griffie draagt zorg voor het doorsturen van de zienswijzen naar de commissie, zodat de commissie de zienswijzen kan behandelen.
Artikel 8 Verstrekken van stukken aan de commissie
Raad, college en de hun ondersteunende diensten moeten de leden van de commissie alle relevante stukken verstrekken en informatie geven zodat de commissie de ingediende zienswijzen op een juiste wijze kan beoordelen.
Artikel 9 Werkzaamheden commissie
De inhoudelijke werkzaamheden van de commissie zijn niet nader in de verordening bepaald. Dit wordt grotendeels door de commissieleden zelf ingevuld. Wel is aangegeven dat de werkzaamheden moeten leiden tot een schriftelijk advies aan de raad met vermelding wat in het advies in ieder geval vermeld dient te worden. In grote lijnen zullen de volgende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door de commissie in samenwerking met de griffie:
Bij dit artikel is ook een bepaling opgenomen, die stelt dat het door de griffie aangeleverde tijdpad leidend is. De onderhavige bepaling verlangt van de voorzitter van de commissie dat hij toeziet dat de wettelijk verplichte termijn voor de raad om tot besluitvorming te komen kan worden gehaald. Uitstel is niet mogelijk, omdat dit leidt tot wettelijke sancties, zoals het niet kunnen innen van leges.
Daarnaast is gesteld dat de voorzitter van de commissie de taken verdeelt en de aanpak regelt, waarbij vermeden moet worden dat zaken dubbel of door alle leden worden gedaan. Gekozen is voor een praktisch model, waarbij de griffie een groot deel van het voorwerk verricht, zoals het samenvatten van de zienswijzen, en één van de leden het conceptadvies schrijft. De andere leden zijn de medebeoordelaars. De leden kunnen de invulling van de werkzaamheden per onderwerp rouleren.
Het houden van een hoorzitting waarin indieners van zienswijzen mondeling hun ingediende zienswijzen op een ontwerpbestemmingsplan, een projectbesluit of een voornemen tot het vestigen van een voorkeursrecht kunnen toelichten is niet wettelijk verplicht volgens de Wet ruimtelijke ordening, de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Algemene wet bestuursrecht. Wel kent de wet een "hoorplicht", dat inhoudt dat belanghebbenden in de gelegenheid moeten worden gesteld om een zienswijze naar voren te brengen (artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht). Dit naar voren brengen kan zowel schriftelijk als mondeling gebeuren (artikel 4:9 Algemene wet bestuursrecht). Echter het mondeling naar voren brengen van een zienswijze impliceert niet het houden van een hoorzitting. Dit zijn twee verschillende zaken. De hoorzitting dient dus niet te worden verward met de "hoorplicht".
Het houden van een hoorzitting is dan ook als keuzemogelijkheid in dit artikel opgenomen, omdat de raad belang hecht aan inspraak voor de inwoners van de gemeente Zandvoort. De commissie zal in zijn advies gemotiveerd moeten aangeven als wordt afgezien van het houden van een hoorzitting.
De indieners van zienswijzen worden uiterlijk een week voorafgaand aan de hoorzitting uitgenodigd. Deze termijn is heel kort, vooral als een indiener van een zienswijze zich wil laten bijstaan door een externe juridische adviseur. Een praktische oplossing zou kunnen zijn om al tijdens de terinzagelegging de datum voor een eventuele hoorzitting aan te kondigen. Indien de wettelijke termijnen het toelaten, kan uiteraard gekozen worden voor een langere termijn tussen uitnodiging en hoorzitting.
De hoorzitting is altijd openbaar. Een reden voor een besloten hoorzitting is op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet aanwezig. De hoorzitting dient te worden onderscheiden van de beraadslaging van de commissie, die wel achter gesloten deuren plaatsvindt. De beraadslagingen van de commissie zullen echter moeten leiden tot een openbaar advies aan de raad over de ingekomen zienswijzen.
De keuze voor een hoorzitting is dus vrijblijvend. Het achterwege laten van de "hoorplicht" daarentegen niet. Laatstgenoemde mag alleen op wettelijke gronden achterwege worden gelaten: (1) vereiste spoed, (2) de belanghebbende is reeds eerder in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze naar voren te brengen en sindsdien hebben zich geen nieuwe feiten of omstandigheden voorgedaan of (3) het beoogde doel kan alleen bereikt worden als de belanghebbende niet al vooraf op de hoogte is gesteld. Dit is geregeld in artikel 4:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 11 Schriftelijke verslaglegging hoorzitting
Aan de verslaglegging worden in de wet geen inhoudelijk vereisten gesteld. In de praktijk mag gekozen worden voor een vaste procedure.
Uit het verslag zal duidelijk moeten blijken wie in welke hoedanigheid aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht. In het kader van de openbaarheid wordt het verslag van de hoorzitting als bijlage opgenomen in het advies van de commissie aan de raad.
Om onjuistheden te voorkomen wordt het verslag van de hoorzitting vóór het verzenden van het advies aan de insprekers gezonden. Hierdoor krijgen zij de gelegenheid te reageren indien het verslag een onjuiste weergave bevat van de hoorzitting. Het verslag speelt ook een rol bij de beraadslagingen van de commissie.
De hoorzitting is openbaar; de bedoelde beraadslaging vindt achter gesloten deuren plaats. De advisering dient plaats te vinden door een voltallige commissie, bestaande uit drie leden. Hoe het advies tot stand komt, is niet voorgeschreven. Een adviescommissie mag alleen adviseren: ze kan geen (gedelegeerde) beslisbevoegdheid krijgen (Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak 06-01- 1997). Het verslag van de hoorzitting maakt als bijlage deel uit van het advies van de commissie, dat schriftelijk wordt uitgebracht.
De raad zendt de beslissing op het advies ook aan de leden van de commissie. In de praktijk zal de griffie dit uitvoeren.
Er is gekozen voor een vergoedingswijze gebaseerd op de wijze waarop de leden van de bezwaarschriftencommissie een vergoeding ontvangen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-216577.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.