Titel 2
|
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.1.1.3
|
Indien de bouwkosten niet of niet conform de daadwerkelijke bouwkosten wordt opgegeven, wordt voor de vaststelling van de bouwsom en het bepalen van de leges de meest recente uitgave van het boek Basisbedragen Gebouwen gebruikt van het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI).
|
|
|
|
|
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
2.2.1
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project danwel om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 177,00
|
2.2.2
|
Indien met betrekking tot het vooroverleg en/of de beoordeling van de conceptaanvraag een advies nodig is van de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit, wordt het tarief voorafgaand aan het in behandeling nemen daarvan verhoogd met het bedrag zoals door de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit in rekening wordt gebracht. (zie artikel 2.2.2.1, 2.2.2.2, 2.2.2.3 en 2.2.2.4)
|
|
|
|
|
2.2.2.1
|
Het tarief voor reguliere adviezen (op basis van bouwsom of bestede tijd) plan behandeling:
|
|
2.2.2.1.1
|
Advies bij bouwsom tot € 20.000
|
€ 40,00
|
2.2.2.1.2
|
Advies bij bouwsom vanaf € 20.000 percentage bouwsom
|
0,25%
|
2.2.2.1.3
|
Advies zonder bouwsom; o.b.v. tijd, omrekening naar commissietarief per uur
|
€ 440,00
|
2.2.2.1.4
|
Maximum tarief per behandeld bouwplan
|
€ 2.250,00
|
2.2.2.1.5
|
Korting op adviestarief bij vooroverleg door WZNH supervisor
|
50%
|
|
|
|
2.2.2.2
|
Advies tegen vast tarief
|
|
2.2.2.2.1
|
Advies voor reclame-objecten
|
€ 75,00
|
2.2.2.2.2
|
Advies voor sloopvergunningen
|
€ 100,00
|
2.2.2.2.3
|
Adviezen voor handhavingszaken/excessenregeling
|
€ 150,00
|
|
|
|
2.2.2.3
|
Monumentenadviezen WZNH Erfgoedcommissie
|
|
2.2.2.3.1
|
Behandeling in WZNH Erfgoedcommissie: o.b.v. tijd, omrekening naar uurtarief
|
€ 440,00
|
|
|
|
2.2.2.4
|
Overige advisering op basis van bestede tijd; Basis uurtarieven WZNH
|
|
2.2.2.4.1
|
Secretariaat-beleidscoördinator
|
€ 85,00
|
2.2.2.4.2
|
WZNH adviseur/commissielid
|
€ 120,00
|
2.2.2.4.3
|
Projecttarief WZNH adviseur
|
€ 100,00
|
2.2.2.4.4
|
Previsoren, supervisoren, leden kwaliteitsteams
|
€ 120,00
|
2.2.2.4.5
|
Adviseur bij second opinions
|
€ 120,00
|
|
|
|
2.2.2.5
|
Archeologie West-Friesland
|
|
2.2.2.5.1
|
Indien in het kader van vooroverleg en/of beoordeling van de conceptaanvraag een advies nodig is van Archeologie West-Friesland, bedraagt het tarief
|
€ 100,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 1.500 bedragen:
|
€ 101,10
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 1.500 tot € 5.000 bedragen:
|
€ 202,20
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 5.000 tot € 10.000 bedragen:
|
€ 303,30
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 10.000 tot € 200.000 bedragen:
|
2,5%
van de bouwkosten met een
minimum
van € 400
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot en met 500.000 bedragen:
|
2,2%
van de bouwkosten met een
minimum
van € 5.500
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot en met 1.000.000 bedragen:
|
2,1%
van de bouwkosten met een
minimum
van € 11.000
|
2.3.1.1.7
|
indien de bouwkosten boven de € 1.000.000 bedragen:
|
2,0%
van de bouwkosten met een
minimum
van € 20.000
|
2.3.1.1.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de bouw van een zonnepark
|
0,5%
van de bouwkosten
|
|
|
|
|
Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit (Welstandscommissie)
|
|
2.3.1.2
|
Indien met betrekking tot de aanvraag omgevingsvergunning een ruimtelijk advies nodig is van de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit, wordt het tarief voorafgaand aan het in behandeling nemen daarvan verhoogd met het bedrag zoals omschreven in de hoofdstukken 2.2.2.1, 2.2.2.2, 2.2.2.3 en 2.2.2.4.
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.1.3.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 151,65
|
2.3.1.3.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 151,65
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:
|
|
2.3.1.4.1
|
standaardadvies bestaande bedrijven
|
€ 770,00
|
2.3.1.4.2
|
inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan
|
€ 915,00
|
2.3.1.4.3
|
waarbij de agrarische commissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bewaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken
|
€ 965,00
|
2.3.1.4.4
|
nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen
|
€ 460,00
|
2.3.1.4.5
|
second opinion
|
€ 1.215,00
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.3 en/of 2.3.7 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verdubbeld.
|
100%
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
2.3.1.6
|
5% van de op basis van artikel 2.3.1.1 geheven leges met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 250,00
|
5%
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.2.1.1
|
Indien de aanlegkosten minder dan € 25.000 bedragen:
|
€ 252,75
|
2.3.2.1.2
|
Indien de aanlegkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€ 454,95
|
2.3.2.1.3
|
Indien de aanlegkosten € 50.000 tot en met
|
€ 707,70
|
|
€ 100.000 bedragen:
|
|
2.3.2.1.4
|
Indien de aanlegkosten boven de €100.000 bedragen:
|
€ 1.213,20
|
2.3.2.1.5
|
Indien ten behoeve van de aanvraag om een omgevingsvergunning een advies van een landschapsdeskundige wordt gevraagd bedraagt het tarief:
|
€ 353,85
|
2.3.2.1.6
|
Indien in het kader van een aanvraag om een omgevingsvergunning een advies van Archeologie West-Friesland wordt gevraagd bedraagt het tarief:
|
€ 101,10
|
|
|
|
|
Beoordeling akoestisch rapport of verkrijgen besluit tot hogere grenswaarde
|
|
2.3.2.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag voor:
|
|
2.3.2.2.1
|
het in behandeling nemen van een verzoek ter verkrijging van een besluit tot hogere grenswaarde als bedoeld in de artikelen 83 t/m 85 van de Wet geluidshinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder 2o of 3o, van de Wabo wordt toegepast, nodig is.
|
€ 151,65
|
2.3.2.2.2
|
de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€ 151,65
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 202,20
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 202,20
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 3.033,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 505,50
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 505,50
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 3.538,50
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 3.538,50
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 505,50
|
2.3.3.9
|
indien voor een bouwactiviteit een hogere waarde procedure noodzakelijk is op grond van de Wet Geluidshinder
|
€ 151,65
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 202,20
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 252,75
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 3.538,50
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 505,50
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 505,50
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 3.538,50
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 3.538,50
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 505,50
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.1
|
Categorie 1, zijnde 1 t/m 100m2
|
€ 505,50
|
2.3.5.2
|
Categorie 2, zijnde 101 t/m 500m2
|
€ 356 verhoogd met € 1,50 per m2
|
2.3.5.3
|
Categorie 3, zijnde 501 t/m 2.000m2
|
€ 832 verhoogd met € 0,56 per m2
|
2.3.5.4
|
Categorie 4, zijnde 2.001 t/m 5.000m2
|
€ 1.689 verhoogd met € 0,14 per m2
|
2.3.5.5
|
Categorie 5, zijnde 5.001 t/m 50.000m2
|
€ 2.226 verhoogd met € 0,03 per m2
|
2.3.5.6
|
Categorie 6, zijnde meer dan 50.000m2
|
€ 3.397 verhoogd met € 0,01 per m2
|
2.3.5.7
|
Indien een aanvraag om ontheffing of vergunning tijdens de behandeling door de aanvrager wordt ingetrokken of geweigerd, worden de volgens de in artikel 2.3.5.1. tot en met 2.3.5.6 berekende leges, met 50% verminderd
|
|
2.3.5.8
|
Ten behoeve van een inrichting die maximaal vier werken in gebruik zal zijn en indien de gebruiksoppervlakte van de inrichting:
|
|
2.3.5.8.1
|
ten hoogste 100m² bedraagt
|
€ 14,15
|
2.3.5.8.2
|
van 100 m² tot 500m² bedraagt
|
€ 40,45
|
2.3.5.8.3
|
boven de 500m² bedraagt
|
€ 60,65
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel [14] van de Erfgoedverordening 2012 Gemeente Koggenland, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 202,20
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 202,20
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 151,65
|
|
|
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met [de provinciale wegenverordening OF het provinciaal wegenreglement] of artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 151,65
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met [de provinciale wegenverordening OF het provinciaal wegenreglement] [of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 151,65
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 151,65
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 151,65
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 151,65
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 151,65
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;
|
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven krachtens artikel 2.3.1.1 voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
75%
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven krachtens artikel 2.3.1.1 voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft;
|
50%
|
|
|
|
2.3.16
|
Advies
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.16.3
|
Indien ten behoeve van de aanvraag om een omgevingsvergunning een advies van een ervenconsulent wordt gevraagd bedraagt het tarief:
|
€ 758,25
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.17.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 505,50
|
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
de teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in behandeling nemen ervan
|
40%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, planologische-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, planologische-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
40%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.3.3
|
Indien een aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloop-activiteiten voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7, niet in behandeling kan worden genomen, bedraagt de teruggaaf:
|
90%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Vervallen
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 75,80
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 9.604,50
|
2.8.2.
|
Het tarief onder 2.8.1 wordt verlaagd met € 6.000,-- indien door aanvrager bij de aanvraag een voorontwerp van een bestemmingsplan wordt ingediend en deze is voorzien van een volledige en goede ruimtelijke onderbouwing
|
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a. van de Wet ruimtelijke ordening (binnenplanse wijziging)
|
€ 3.033,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.9
|
Vervallen
|
|