Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2018 gemeente Utrecht, inclusief de tarieventabel 2018

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017 met kenmerk 4487750

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 24 oktober 2017;

besluit vast te stellen de verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2018 gemeente Utrecht, inclusief de tarieventabel

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen: Soestbergen, Kovelswade, Tolsteeg en Daelwijck;

b. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

d. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

e. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

3. het doen verstrooien van as;

f. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het

uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

2. het doen verstrooien van as;

g. particuliere urnennis/-zuil: een nis, dan wel zuil waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

h. kindergraf: een klein graf voor het begraven van jong overleden kinderen. De maximale kistmaat is lang 150 cm en breed 60 cm;

i. maand: een tijdvak dat aanvangt op de n-de dag van een kalendermaand en eindigt op de n-1de dag van de kalendermaand daaropvolgend.

 

2. Onder begraven wordt in deze verordening mede verstaan herbegraven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 5 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

1. opgravingen en daaruit volgende herbegraving ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit;

2. het ruimen van een algemeen graf of algemeen urnengraf van de overblijfselen van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan één jaar na een grafrust van tien jaar;

3. het gebruik van de begraafplaatsen in verband met de nationale dodenherdenking;

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of enig andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

 

Artikel 7 Belastingtijdvak

De rechten als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel, worden per belastingtijdvak van twaalf aaneengesloten maanden geheven. Het eerste belastingtijdvak vangt daarbij aan op de dag volgende op die waarop de belastingplicht is ontstaan.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

1. De rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Andere rechten dan de rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 9 Ontheffing

Indien de belastingplicht voor de rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten ten bedrage van zoveel twaalfde gedeelten als het belastingtijdvak vanaf de dag, waarop de belastingplicht eindigt, nog volle maanden heeft. Geen ontheffing wordt verleend indien de ontheffing voor minder dan 3/12 gedeelte van het belastingtijdvak geldt.

 

Artikel 10 Termijn van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering

Het bestuur van de belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De Verordening rechten begraafplaatsen 2017 (Gemeenteblad van Utrecht 2016, nr.162028) van 10 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechten begraafplaatsen gemeente Utrecht 2018.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 november 2017,

 

De griffier,

mr. M. van Hall CMC

 

De plv. voorzitter gemeenteraad,

M.A. Koning MSc

 

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten begraafplaatsen 2018

vastgesteld bij raadsbesluit nummer 86 van 9 november 2017

 

De griffier,

Drs. M. van Hall

 

Het tarief bedraagt voor:

1. begraving in een nieuw particulier graf plus een uitsluitend

recht van tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien

jaar plus de ruiming van het graf na vervallen van het uitsluitend recht EUR 2.838,00

2. begraving in een nieuw particulier urnengraf/-nis/-zuil plus een

uitsluitend recht van tien jaar plus het onderhoud van dit (deze)

urnengraf/-nis/-zuil gedurende deze tien jaar plus de ruiming van

het (de) urnengraf/-nis/-zuil na vervallen van het uitsluitend recht EUR 1.239,00

3. het verstrooien van as of de bijzetting van een urn in een

urnengraf/-nis/-zuil EUR 147,00

4. de bijzetting in een bestaand particulier graf EUR 1.445,00

5. begraving in een nieuw particulier kindergraf plus een uitsluitend

recht van tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar

plus de ruiming van het graf na vervallen van het uitsluitend recht EUR 1.206,00

6. begraving van een menselijke foetus met een zwangerschapsduur

van minder dan 24 weken in een algemeen verzamelgraf zonder

terugkomplek voor tijdvak van tien jaar EUR 160,00

7. begraving in een algemeen graf plus het grafonderhoud gedurende

tien jaar plus de ruiming van het graf na afloop van de

onderhoudstermijn EUR 1.186,00

8. begraving in een algemeen kindergraf plus het grafonderhoud

gedurende tien jaar plus de ruiming van het graf na afloop

van de onderhoudstermijn EUR 454,00

9. gebruik van de aula en condoleanceruimte bij begravingen

gedurende maximaal anderhalf uur EUR 370,00

10. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier graf

met tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar EUR 1.613,00

11. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier graf

met vijf jaar plus het grafonderhoud gedurende deze vijf jaar . EUR 860,00

12. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier

kindergraf met tien jaar plus het grafonderhoud gedurende

deze tien jaar EUR 725,00

13. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier

urnengraf/-nis/-zuil met tien jaar plus het grafonderhoud

gedurende deze tien jaar EUR 1.093,00

14. overboeking van een verleend uitsluitend recht op een

particulier graf voor onbepaalde tijd EUR 160,00

15. regiewerk advisering per uur EUR 131,00

16. regiewerk bij begravingen en opgravingen per uur EUR 62,00

17. het aanbrengen van een gedenkplaatje op een

herdenkingsmonument, inclusief het geplaatst houden

gedurende tien jaar EUR 63,00

18. ontheffing om met een motorvoertuig begraafplaatsterreinen

te berijden EUR 46,00

19. grafonderhoud per jaar aan een particulier graf waarvoor

vóór 2013 een uitsluitend recht is verleend/verlengd en

waarvoor de lopende onderhoudsrechten niet zijn afgekocht EUR 57,00

20. Begraving in een nieuw particulier graf plus grafonderhoud voor

onbepaalde tijd EUR 11.297,00

21. Begraving in een nieuw particulier kindergraf plus grafonderhoud voor

onbepaalde tijd EUR 5.075,00

22. Een reservering bij het leven te nemen voor de duur van 10 jaar op

een graf EUR 255,00

Naar boven