Hoofdstuk 1 Onroerende-zaakbelastingen
|
|
Artikel 1
|
Het tarief van de onroerende-zaakbelasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor:
|
1.1
|
De gebruikersbelasting
|
0,1612 %
|
1.2
|
De eigenarenbelasting
|
|
1.2.1
|
voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen
|
0,1031 %
|
1.2.2
|
voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen
|
0,2266 %
|
|
Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
|
|
Artikel 2.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
|
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
|
2.1.1
|
indien het perceel wordt gebruikt door één persoon
|
€ 227,64
|
2.1.2
|
indien het perceel wordt gebruikt door twee personen
|
€ 299,40
|
2.1.3
|
indien het perceel wordt gebruikt door drie of meer personen
|
€ 310,44
|
|
Artikel 2.2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
|
Het recht bedraagt voor:
|
2.2.1
|
het op verzoek ophalen van maximaal 2 kubieke meter grof huishoudelijk afval, per keer
|
€ 30,00
|
2.2.2
|
het aanbieden van huishoudelijk afval op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats indien dit, inclusief het op verzoek opgehaalde grof huishoudelijk afval, meer bedraagt dan 4 kubieke meter per jaar, per kubieke meter
|
€ 30,00
|
|
Hoofdstuk 3 Rioolheffing
|
|
Artikel 3
|
3.1
|
Het tarief bedraagt per perceel
|
€ 238,44
|
3.2
|
Indien meer dan 400 m³ afvalwater vanuit een perceel wordt afgevoerd, wordt de belasting als bedoeld in het eerste lid , voor elke 50 m3 of gedeelte daarvan dat boven de eerste 400 m³ afvalwater wordt afgevoerd vermeerderd met
|
€ 23,52
|
|
met dien verstande dat de totale belasting niet meer bedraagt dan
|
€ 403,08
|
|
Hoofdstuk 4 Hondenbelasting
|
|
Artikel 4
|
De belasting bedraagt per belastingjaar:
|
4.1
|
voor een eerste hond
|
€ 63,72
|
4.2
|
voor een tweede hond
|
€ 86,76
|
4.3
|
voor iedere hond boven het aantal van twee
|
€ 113,64
|
4.4
|
In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel, per belastingjaar, per kennel
Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen
|
€ 158,64
|
4.5
|
Het tarief van 4.4. blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden als blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het in 4.4 bepaalde bedrag
|
|
|
Hoofdstuk 5 Precariobelasting
|
|
Artikel 5
|
5.1
|
Het tarief per strekkende meter
|
€ 0,00
|
|
Hoofdstuk 6 Toeristenbelasting
|
|
Artikel 6
|
6.1
|
Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting
|
€ 2,12
|
6.2
|
In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, indien overnacht wordt op een camping per persoon, per overnachting
|
€ 0,91
|
|
Hoofdstuk 7 Leges
|
|
Titel 1 Algemene dienstverlening
|
|
Paragraaf 1 Burgerlijke stand
|
1.1.1
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap met ceremonie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie op:
|
|
1.1.1.1
|
Maandag t/m vrijdag
|
€ 310,35
|
1.1.1.2
|
Zaterdag, zondag en erkende feestdagen
|
€ 851,90
|
1.1.2
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van het partnerschap met ceremonie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie op een andere daartoe aangewezen locatie dan het gemeentekantoor te Pijnacker op:
|
|
1.1.2.1
|
Maandag t/m vrijdag
|
€ 264,00
|
1.1.2.2
|
Zaterdag, zondag en erkende feestdagen
|
€ 723,85
|
1.1.2.3
|
Het tarief bedraagt voor de eenvoudige huwelijksceremonie, als bedoeld in artikel 7 van de Uitvoeringsregeling huwelijksvoltrekkingen Pijnacker-Nootdorp 2016
|
€ 190,05
|
1.1.3
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap met ceremonie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
|
€ 310,35
|
1.1.4
|
Het tarief bedraagt voor het annuleren of verzetten van datum, tijd en/of locatie van een reeds gereserveerde huwelijksvoltrekking, registratie van partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
|
€ 73,20
|
1.1.5
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
1.1.5.1
|
een trouwboekje of partnerschapboekje in standaarduitvoering
|
€ 24,80
|
1.1.5.2
|
een gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapboekje
|
€ 39,60
|
1.1.5.3
|
een aanvulling in een trouwboekje of partnerschapboekje
|
€ 12,85
|
1.1.6
|
Het tarief bedraagt voor het aanwijzen van een getuige van gemeentewege bij huwelijkssluiting, registratie van partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, per getuige
|
€ 41,05
|
1.1.7
|
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporing in de registers van de Burgerlijke Stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 20,65
|
1.1.8
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
|
1.1.9
|
Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand per benoeming
|
€ 144,65
|
1.1.10
|
Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand die reeds in een andere gemeente is benoemd tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand per benoeming
|
€ 35,95
|
1.1.11
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het aanwijzen van een trouwlocatie
|
€ 144,65
|
|
Paragraaf 2 Reisdocumenten
|
1.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.2.1
|
van een nationaal paspoort:
|
|
1.2.1.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 65,30
|
1.2.1.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 52,00
|
1.2.2
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1. (zakenpaspoort):
|
|
1.2.2.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 65,30
|
1.2.2.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 52,00
|
1.2.3
|
voor een reisdocument voor een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
1.2.3.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 65,30
|
1.2.3.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 52,00
|
1.2.4
|
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€ 52,00
|
1.2.5
|
van een Nederlandse identiteitskaart (NIK):
|
|
1.2.5.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 51,05
|
1.2.5.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 29,05
|
1.2.6
|
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van
|
€ 47,55
|
|
Paragraaf 3 Rijbewijzen
|
1.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€ 39,65
|
1.3.2
|
Het tarief als genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€ 34,10
|
1.3.3
|
Voor de afgifte van het formulier Eigen verklaring ( voor Verklaring van geschiktheid) wordt het door het Centraal Bureau voor Rijvaardigheidsbewijzen in overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgestelde bedrag in rekening gebracht.
|
|
|
Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen
|
1.4.1
|
Voor de toepassing van deze paragraaf, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor in de Basisregistratie Personen, persoonsgegevens moeten worden geraadpleegd.
|
|
1.4.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.4.2.1
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
|
€ 9,05
|
1.4.2.2
|
tot het verstrekken van gegevens via internet, per verstrekking
|
€ 6,65
|
1.4.3
|
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen (aangehaakte gegevens).
|
|
1.4.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.4.4.1
|
tot het verstrekken van aangehaakte gegevens aan de gemeentelijke balie: per verstrekking
|
€ 10,85
|
1.4.4.2
|
tot het verstrekken van aangehaakte gegevens via internet, per verstrekking
|
€ 6,65
|
1.4.5
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van één of meer kaartverzamelingen, administraties of registers voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 17,30
|
1.4.5.1
|
op grond van levering van de gevraagde gegevens op papier wordt het op grond van 1.4.5. verschuldigde tarief per geprinte bladzijde verhoogd met
|
€ 0,75
|
1.4.5.2
|
op grond van levering van de gevraagde gegevens op CD, wordt het op grond van 1.4.5. verschuldigde tarief verhoogd met
|
€ 2,50
|
1.4.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van:
|
|
1.4.6.1
|
een gewaarmerkt afschrift uit de Basisregistratie Personen aan de gemeentelijke balie
|
€ 9,05
|
1.4.6.2
|
een gewaarmerkt afschrift uit de Basisregistratie Personen via internet
|
€ 6,65
|
1.4.6.3
|
een gewaarmerkt internationaal afschrift uit de Basisregistratie Personen via de gemeentelijke balie
|
€ 12,00
|
|
Paragraaf 5 Bestuursstukken
|
1.5.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van:
|
|
1.5.1.1
|
de programmabegroting
|
€ 28,00
|
1.5.1.2
|
de jaarrekening met bijlagen
|
€ 56,15
|
|
Paragraaf 6 Vastgoedinformatie
|
1.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.6.1.1
|
tot het verstrekken van een fotokopie of een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:
|
|
1.6.1.1.1
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€ 12,95
|
1.6.1.1.2
|
in formaat A3
|
€ 12,95
|
1.6.1.1.3
|
in formaat A2
|
€ 14,00
|
1.6.1.1.4
|
in formaat A1
|
€ 15,30
|
1.6.1.1.5
|
in formaat A0
|
€ 15,30
|
1.6.2.1
|
tot het verstrekken van een afschrift of een uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
|
€ 14,15
|
|
Paragraaf 7 Overige publiekszaken
|
1.7.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.7.7.1
|
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag
|
€ 41,35
|
1.7.7.2
|
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn
|
€ 8,60
|
1.7.7.3
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
|
€ 10,75
|
1.7.7.4
|
tot het waarmerken van documenten
|
€ 3,00
|
|
Paragraaf 8 Gemeentearchief
|
1.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 20,65
|
1.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
|
|
1.8.2.1
|
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina
|
€ 0,80
|
1.8.2.2
|
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk
|
€ 0,80
|
|
Paragraaf 9 Huisvestingswet
|
1.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.9.1
|
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014
|
€ 26,00
|
1.9.2
|
tot het verkrijgen van een voorrangsverklaring als bedoeld in artikel 24 van de Huisvestingsverordening juli 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp
|
€ 61,00
|
1.9.3
|
Tot het verlengen van een voorrangsverklaring als bedoeld in artikel 25 van de Huisvestingsverordening juli 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp
|
€ 30,00
|
|
Paragraaf 10 Leegstandwet
|
1.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.10.1
|
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 65,00
|
1.10.2
|
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet
|
€ 65,00
|
|
Paragraaf 11 Markt- en standplaatsgelden
|
1.11.1
|
Voor de begripsomschrijvingen genoemd in deze Paragraaf van de verordening wordt verwezen naar de Warenmarktverordening Pijnacker-Nootdorp 2011, de Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017 en de notitie Standplaatsenbeleid 2012.
Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van één of meer standplaatsen op de markt of op andere, voor de openbare dienst bestemde, als markt aan te wijzen plaatsen.
Het marktgeld wordt geheven naar het aantal vierkante meters oppervlakte standplaats
Het marktgeld, waarin zijn begrepen de energielasten tot een maximum aanwezig vermogen van 150 watt, is voor elke vierkante meter ingenomen ruimte:
|
|
1.11.2
|
op de weekmarkt in Pijnacker of Nootdorp
per dag of een gedeelte daarvan
|
€ 0,83
|
|
per 13 weken
|
€ 10,09
|
1.11.3
|
Bij gebruik van de energievoorziening bij aanwezigheid van een vermogen meer dan 150 watt, op de weekmarkt per 1.000 watt aanwezig vermogen
|
|
1.11.3.1
|
voor een dagplaats, per dag
|
€ 1,21
|
1.11.3.2
|
voor een vaste standplaats, per kwartaal
|
€ 14,49
|
1.11.4
|
Onder de naam ‘standplaatsgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van één of meer standplaatsen buiten de markt op de, voor de openbare dienst bestemde, als standplaats aangewezen plaatsen.
Het standplaatsgeld, wordt geheven naar:
|
|
1.11.4.1
|
een halve plaats zijnde 15 m² of een gedeelte daarvan
|
|
1.11.4.2
|
een hele plaats zijnde 30 m² of een gedeelte daarvan
|
|
1.11.5
|
Het standplaatsgeld, voor een standplaats zoals bedoeld in artikel 1.11.4, waarin ook zijn begrepen de energielasten tot een maximum aanwezig vermogen van 150 watt, bedraagt
|
|
1.11.5.1
|
per dag of een gedeelte daarvan voor elke halve plaats (max. 15 m²)
|
€ 6,30
|
|
per dag of een gedeelte daarvan voor elke hele plaats (max. 30 m²)
|
€ 12,61
|
|
per 13 weken voor een halve plaats (max. 15 m²)
|
€ 80,91
|
|
per 13 weken voor een halve plaats (max. 30 m²)
|
€ 151,33
|
1.11.6
|
Bij gebruik van de energievoorziening bij een aanwezig vermogen van meer dan 150 watt, op een standplaats per 1.000 watt aanwezig vermogen:
|
|
|
voor een dagplaats
|
€ 1,20
|
|
voor een vaste standplaats
|
€ 14,45
|
1.11.7
|
Ontheffing van markt- en standplaatsgeld kan plaatsvinden als de vergunninghouder door omstandigheden buiten zijn schuld, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders, de toegewezen standplaats niet heeft kunnen innemen en de vergunninghouder burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk in kennis heeft gesteld.
|
|
|
Paragraaf 12 Kansspelen
|
1.12.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning die geldt voor een tijdvak van 12 maanden, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor een speelautomaat
|
|
1.12.1.1
|
voor één speelautomaat
|
€ 56,50
|
1.12.1.2
|
indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt: € 22,50, vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten waarvoor de vergunning geldt, plus een bedrag van € 34.
|
|
1.12.1.3
|
de voorgaande artikelen zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden
|
|
1.12.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning die geldt voor een tijdvak van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor een speelautomaat
|
|
1.12.2.1
|
voor één speelautomaat
|
€ 226,50
|
1.12.2.2
|
indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt: € 90,50, vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten waarvoor de vergunning geldt, plus een bedrag van € 136.
|
|
1.12.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
|
€ 12,95
|
1.12.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 788,15
|
|
Paragraaf 13 Telecommunicatie
|
1.13.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding/aanvraag voor het verkrijgen van instemming voor het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden conform de AVOI 2013
|
€ 204,55
|
1.13.1.1
|
Het in 1.13.1 genoemde bedrag wordt:
|
|
1.13.1.2
|
indien over een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met
|
€ 408,60
|
1.13.1.3
|
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
1.13.1.4
|
indien een begroting als bedoeld in 1.13.1.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 14 Verkeer en vervoer
|
1.14
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.14.1
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor één voertuig
|
€ 71,55
|
1.14.1.1
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 1.14.1 voor extra voertuigen, per voertuig
|
€ 11,90
|
1.14.1.2
|
tot het verkrijgen van een wijziging van de ontheffing als bedoeld in 1.14.1 bij wijziging van het voertuig , per wijziging
|
€ 11,90
|
1.14.1.3
|
tot het verkrijgen of wijzigen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen
|
€ 71,55
|
1.14.2
|
Met betrekking tot een parkeervergunningzone of parkeerschijfzone:
|
|
1.14.2.1
|
tot het verkrijgen van een parkeervergunning/-ontheffing voor bewoners op kenteken per kalenderjaar
|
€ 75,65
|
1.14.2.2
|
tot het verkrijgen van een parkeervergunning/-ontheffing voor bezoekers (kraskaart voor 5 uur), per set van 10 kaarten
|
€ 7,70
|
1.14.2.3
|
tot het verkrijgen van een tijdelijke parkeervergunning/-ontheffing op kenteken ten behoeve van tijdelijke werkzaamheden, per week, of een gedeelte daarvan
|
€ 32,75
|
1.14.2.4
|
tot het verkrijgen van een zakelijke parkeervergunning/-ontheffing op kenteken of bedrijfsnaam (bezoek), per kalenderjaar of een gedeelte daarvan
|
€ 362,45
|
1.14.2.5
|
tot het wijzigen van een parkeervergunning/-ontheffing op kenteken of bedrijfsnaam
|
€ 13,20
|
1.14.3
|
Het tarief voor het verstrekken van
|
|
1.14.3.1
|
een nieuwe "blockerpas” voor de verkeersregelinstallatie op de Nieuwkoopseweg bij verlies of beschadiging
|
€ 63,05
|
1.14.3.2
|
een dagontheffing voor de voetgangerszone Pijnacker-Centrum, Zonnehof of Windlusthof
|
€ 19,25
|
1.14.4
|
Het tarief voor het verkrijgen van een ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen:
|
|
1.14.4.1
|
voor propaantanks die in eigendom zijn bij particulieren en verenigingen, voor een periode van 2 jaar
|
€ 70,50
|
1.14.4.2
|
voor (mobiele) propaantanks op bouwlocaties, voor de periode van 1 jaar
|
€ 83,90
|
1.14.4.3
|
voor verkoop bestemd vuurwerk, voor de periode van 1 jaar
|
€ 70,50
|
1.14.4.4
|
voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, ten behoeve van andere doeleinden dan onder 1.14.4.1, 1.14.4.2 of 1.14.4.3 bedoeld, voor de periode van 1 jaar
|
€ 83,90
|
1.14.4.5
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om bijzondere toestemming voor het laden of lossen van vuurwerk op voor publiek toegankelijke plaatsen binnen de bebouwde kom als bedoeld in Hoofdstuk 7.7.11 (CV 1) ADR.
|
€ 83,90
|
1.14.5
|
voor de afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (bestuurders- en/of passagierskaart)
|
€ 214,35
|
1.14.6
|
voor de afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, tweede lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (instellingskaart)
|
€ 56,70
|
1.14.7
|
indien op grond van artikel 2 lid 2 van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart een geneeskundig onderzoek achterwege kan worden gelaten, is het tarief voor afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (verlenging)
|
€ 100,85
|
1.14.8
|
voor de afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (duplicaat)
|
€ 56,70
|
1.14.9
|
De leges, geheven ingevolge het onderdeel 1.14.5, worden indien op de aanvraag afwijzend wordt beschikt, verlaagd naar
|
€ 157,60
|
1.14.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
|
|
1.14.10.1
|
de aanwijzing van een individueel gereserveerde parkeerplaats (zoals een gehandicaptenparkeerplaats) door middel van een verkeersbesluit, bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer:
|
€ 116,95
|
1.14.10.2
|
het wijzigen van een besluit voor de aanwijzing van een individueel gereserveerde parkeerplaats, als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, en de aanpassing voortvloeiend uit een kentekenwijziging
|
€ 65,10
|
1.14.11
|
het tarief voor de aanleg van een individueel gereserveerde parkeerplaats na positief besluit over de aanwijzing als bedoeld in artikel 1.14.10.1 bedraagt
|
€ 244,35
|
|
Paragraaf 15 Diversen
|
1.15.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1.15.1.1
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 3,00
|
1.15.1.2
|
een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 36,00
|
1.15.2
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
1.15.2.1
|
per pagina op papier van A4-formaat
|
€ 0,80
|
1.15.2.2
|
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.15.1.1 en 1.15.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk
|
|
|
A4 – formaat
|
€ 12,95
|
|
A3 – formaat
|
€ 12,95
|
|
A2 – formaat
|
€ 14,00
|
|
A1 – formaat
|
€ 15,30
|
|
A0 – formaat
|
€ 15,30
|
1.15.2.3
|
de bouwverordening en de daarop betrekking hebbende stukken
|
€ 91,50
|
1.15.2.4
|
de bouwverordening, zonder toelichting
|
€ 48,00
|
1.15.2.5
|
aanvulling op de onder 1.15.1.2 genoemde verordening, per bladzijde
|
€ 0,40
|
1.15.2.6
|
de Welstandsnota Pijnacker-Nootdorp
|
€ 67,00
|
1.15.2.7
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 12,95
|
1.15.2.8
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 0,80
|
1.15.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aansluiten van een onroerende zaak, waaronder wordt verstaan een gebouwd eigendom, op de drukriolering wordt berekend op de werkelijke kosten.
|
|
1.15.3.1
|
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van één van de in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermelde gronden buiten verdere behandeling wordt gesteld, is een bedrag verschuldigd van
|
€ 109,75
|
1.15.3.2
|
Het tarief bedraagt voor het inschakelen van een tolk of vertaler voor elke tolkvraag
|
€ 75,15
|
1.15.4
|
een beschikking op aanvraag op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 25,85
|
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
|
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.3
|
sloopkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Paragraaf 2 Beoordeling conceptaanvraag / principeverzoek
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een:
|
|
2.2.1
|
Principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a van de Wabo, planologisch vergunbaar is:
|
0,70%
|
|
van de bouwkosten zoals die worden geheven op grond van art. 2.3. van de Legesverordening met een minimum van
|
€ 100,00
|
2.2.2
|
Principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project die betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid onder b van de Wabo, planologisch vergunbaar is:
|
0,70%
|
|
van de aanlegkosten zoals die worden geheven op grond van art. 2.3. van de Legesverordening met een minimum van
|
€ 100,00
|
2.2.3
|
Principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project ten behoeve van het veranderen van gebruik die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder c, van de Wabo planologisch vergunbaar is:
|
€ 100,00
|
2.2.4
|
De voor het principeverzoek geheven leges worden voor de helft in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de op het principeverzoek volgende aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3, indien de aanvraag binnen 26 weken nadat op het principeverzoek is beslist, wordt ingediend en het in overgrote mate een identiek plan betreft.
|
|
|
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 en 5 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 2.500,00
|
5,25%
|
|
van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 52,30
|
2.3.1.1.2
|
Indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.500,00
|
2,73%
|
|
van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 131,25
|
2.3.1.1.3
|
Indien het een vergunning voor een warenhuis voor tuinbouwdoeleinden betreft van de bouwkosten
|
1,62%
|
2.3.1.1.4
|
Voor het plaatsen van collectoren voor warmteopwekking en panelen voor elektriciteitsopwekking worden geen leges voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a, van de Wabo, in rekening gebracht. Dit geldt niet voor installaties die ten behoeve van deze collectoren/panelen aan de buitenzijde van een bouwwerk worden geplaatst.
|
|
|
|
|
|
Advies welstandscommissie
|
|
2.3.1.2
|
Indien de in artikel 2.3.1.1 bedoelde aanvraag om een omgevingsvergunning voor advies wordt voorgelegd aan de welstandscommissie, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
|
|
- indien de bouwkosten lager zijn dan € 25.000,00
|
€ 45,00
|
|
- indien de bouwkosten € 25.000,00 of hoger zijn, maar lager dan € 1.250.000,00:
van de bouwkosten, afgerond op € 5,00 naar boven
|
1,8‰
|
|
- indien de bouwkosten € 1.250.000,00 of hoger zijn
|
€ 2.250,00
|
|
|
|
|
Advies agrarisch deskundige
|
|
2.3.1.3
|
Indien het in paragraaf 2 bedoelde principeverzoek of de conceptaanvraag dan wel de in 2.3.1.1. of 2.3.2.1. bedoelde aanvraag om omgevings-vergunning voor advies wordt voorgelegd aan de agrarisch deskundige, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 1.264,80
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 2.3.1 en 2.3.2 is het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 5% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 5.359,40
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
0,8%
|
2.3.2.2
|
van de aanlegkosten met een minimum van
|
€ 100,00
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.3.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° (buitenplanse afwijking), van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 3.412,40
|
2.3.3.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1° (binnenplanse afwijking), 2° (buitenplanse kruimel afwijking) of tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 227,45
|
2.3.3.4
|
Indien met toepassing van artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (wijzigingsbevoegdheid) van het bestemmingplan is afgeweken
|
€ 227,45
|
2.3.3.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 1.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking provinciale regelgeving):
|
€ 227,45
|
2.3.3.7
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 227,45
|
2.3.3.8
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 227,45
|
|
|
|
2.3.4
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 151,06
|
2.3.4.2
|
Het in 2.3.4.1. genoemde bedrag wordt verhoogd voor inrichtingen met een bruto-vloer-oppervlakte (conform NEN 2580) tussen:
0 – 100 m2 met € 92,26
101 – 500 m2 met € 0,90 per m2
501 – 2.000 m2 met € 450,00 + € 0,28 per m2
2.001 – 5.000 m2 met € 1.010,00 + € 0,08 per m2
5.001 – 50.000 m2 met € 1.440,00 + € 0,01 per m2
50.000 of meer m2 met € 1.940,00 + € 0,01 per m2
|
|
2.3.4.3
|
Het tarief bedraagt voor hercontrole van een inrichting waarvoor een vergunning als vermeld in 2.3.4.1. dan wel een gebruiksvergunning op grond van het voorheen geldende artikel 2.11.1. van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken is afgegeven, indien niet is voldaan aan naleving van de aan de vergunning verbonden voorschriften
|
€ 83,05
|
|
|
|
2.3.5
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze paragraaf:
|
€ 50,00
|
|
|
|
2.3.6
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 39,65
|
|
|
|
2.3.7
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 41,95
|
|
|
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 41,95
|
|
|
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 45,60
|
|
|
|
2.3.10
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedoeld en die activiteit behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 39,65
|
|
|
|
2.3.11
|
Activiteiten met betrekking tot provinciale of gemeentelijke monumenten
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef onder b, van de Wabo, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 50,00
|
|
|
|
2.3.12
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.12.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.12.3
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
|
2.3.13.1
|
Indien krachtens wettelijk voorschrift een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, voor de in dat onderdeel benoemde aanvraag, is het tarief:
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van deze paragraaf
|
€ 308,17
|
|
|
|
2.3.14
|
Beoordeling bodemgesteldheidonderzoek
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van:
|
|
2.3.14.1
|
Indien het een terrein betreft met een oppervlakte van minder dan één hectare:
|
|
2.3.14.1.1
|
Een historisch onderzoek
|
€ 56,80
|
2.3.14.1.2
|
Een indicatief onderzoek, nulsituatie onderzoek, oriënterend onderzoek of inventariserend onderzoek + verkennend onderzoek
|
€ 154,10
|
2.3.14.1.3
|
Een nader onderzoek
|
€ 308,15
|
2.3.14.1.4
|
Een saneringsonderzoek
|
€ 308,15
|
2.3.14.1.5
|
Een saneringsplan/plan van aanpak/Regeling uniforme saneringen Melding sanering
|
€ 308,15
|
2.3.14.1.6
|
Een evaluatieverslag
|
€ 154,10
|
2.3.14.2
|
Indien het een terrein betreft met een oppervlakte van meer dan één hectare:
|
|
2.3.14.2.1
|
Een historisch onderzoek
|
€ 58,20
|
2.3.14.2.2
|
Een indicatief onderzoek, nulsituatie onderzoek, oriënterend onderzoek of inventariserend onderzoek + verkennend onderzoek
|
€ 226,50
|
2.3.14.2.3
|
Een nader onderzoek
|
€ 385,20
|
2.3.14.2.4
|
Een saneringsonderzoek
|
€ 385,20
|
2.3.14.2.5
|
Een saneringsplan
|
€ 385,20
|
2.3.14.2.6
|
Een evaluatieverslag (geval van ernstige of niet-ernstige bodemverontreiniging) / Regeling uniforme sanering Evaluatieverslag sanering
|
€ 226,45
|
2.3.14.3
|
Indien de duur van toetsing van een in 2.3.14.1. of 2.3.14.2. genoemd onderzoek meer dan zes mensuren zal zijn, worden de in dat lid genoemde bedragen verhoogd met een bedrag gelijk aan de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde extra kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.14.4
|
De in 2.3.14.3. bedoelde verhoging wordt berekend naar een bedrag van € 67,55 per mensuur, tot een maximum van € 1.109,00
|
|
2.3.14.5
|
Voor de toepassing van 2.3.14.3. wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de extra kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht
|
|
2.3.14.6
|
Indien de werkelijke, in 2.3.14.3 bedoelde extra kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt ten bedrage van het verschil teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.15.1
|
Indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 227,45
|
|
Paragraaf 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan drie activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.3, 2.3.13 of 2.3.15. De vermindering beloopt:
|
5%
|
2.4.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.3, 2.3.13 of 2.3.15 De vermindering beloopt:
|
8%
|
2.4.2
|
Indien na het in behandeling nemen van het in paragraaf 2 bedoelde principeverzoek of de conceptaanvraag of de in paragraaf 3 genoemde aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingetrokken vóórdat de beslissing daaromtrent is genomen, is 50 % van de op basis van paragraaf 2 of 3 berekende leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges op grond van andere paragrafen.
|
|
2.4.3
|
Indien de gevraagde omgevingsvergunning niet wordt verleend, is 75% van de op basis van onderdeel 2.3.1 en 2.3.2 berekende leges verschuldigd, vermeerderd met eventuele leges op grond van andere paragrafen.
|
|
|
Paragraaf 5 Verhoging
|
2.5
|
Indien op de voorbereiding van de beschikking op aanvraag om een omgevingsvergunning afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure), wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 110,99
|
|
Paragraaf 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.6
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een wijziging in het project wordt het tarief vastgesteld overeenkomstig paragraaf 3 en 8, met een minimum van
|
€ 114,48
|
|
Voor de bouwkosten van paragraaf 3 waar bouwkosten of aanlegkosten de basis vormen van de berekening, wordt uitgegaan van de berekende meerkosten voor het bouwen of aanleggen ten opzichte van de oorspronkelijke vergunning
|
|
2.6.1
|
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van één of meer nieuwe activiteiten sprake is.
|
|
|
Paragraaf 7 Bestemmingsplanwijzigingen
|
2.7
|
Indien een aanvraag wordt ingediend tot wijziging van een bestemmingsplan ten behoeve van bouwplannen die niet genoemd zijn in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, gelden de volgende tarieven:
|
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in art. 3.1. eerste lid Wro
|
€ 1.061,15
|
|
Paragraaf 8 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.8
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 56,85
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
|
Paragraaf 1 Horeca
|
3.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€ 349,90
|
3.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het bijschrijven van een leidinggevende op het aanhangsel van een Drank en Horecavergunning als bedoeld in artikel 30a van de Drank- en Horecawet
|
€ 77,15
|
3.1.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
€ 15,60
|
3.1.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijk Verordening
|
€ 423,15
|
3.1.4.1
|
Indien de aanvraag bedoeld onder 3.1.4. in één keer geheel compleet wordt ingediend, wordt het tarief verminderd met
|
€ 42,31
|
|
Paragraaf 2 Organiseren evenementen en markten
|
3.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 Algemene Plaatselijke Verordening Pijnacker-Nootdorp 2017
|
€ 362,50
|
3.2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
3.2.2.1
|
tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van de Warenmarktverordening Pijnacker-Nootdorp 2011
|
€ 210,90
|
3.2.2.2
|
tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 154,35
|
3.2.2.3
|
Stroom verbruik (220 Volt), per dag
|
€ 5,10
|
3.2.2.4
|
Krachtstroom verbruik stroom (380 Volt), per dag
|
€ 10,25
|
3.2.2.5
|
Waterverbruik, per dag of een gedeelte van de dag
|
€ 2,05
|
3.2.2.6
|
Waterverbruik voor Circus of Kermis, per dag of een gedeelte van de dag
|
€ 10,25
|
|
|
Paragraaf 3 Prostitutiebedrijven
|
|
3.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 788,15
|
|
|
Paragraaf 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
3.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
€ 25,85
|
II.
|
dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking en kan worden aangehaald als ‘Tarieventabel 2018’. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
|
|