Verordening reinigingsheffingen 2018

 

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Besluit

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2018”.

Artikel 1 Reinigingsheffingen

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    perceel: een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan - dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel wordt gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen, een demontabel zomer- of vakantiehuisje en een wisselwoning, indien gebruikt door een particuliere huishouding;

  • b.

    bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde;

  • c.

    'gebruik maken' in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • d.

    aanbieding: de hoeveelheid en samenstelling van grof huisvuil zoals omschreven bij de aanmelding vooraf aan de inzameldienst.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruik heeft afgestaan.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplichtplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Ontheffing

  • 1.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 6, tweede lid, en artikel 7, eerste lid, is niet van toepassing indien er sprake is van verhuizing binnen de gemeente Tilburg, waarbij de belastingplichtige zowel op het nieuwe als op het oude adres als belastingplichtige, conform het bepaalde in artikel 5 van deze verordening, kan worden aangemerkt (doorlopende plicht).

Artikel 8 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon: € 216,03.

  • 2.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon: € 240,03.

  • 3.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).

  • 4.

    Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het tweede lid.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "Reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten en voor het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen als omschreven in het tweede lid.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit het gebruik maken van de gemeentelijke milieustraten en van het ophalen van grof huisvuil.

Artikel 12 Belastingplicht

Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 11, gebruik maakt.

Artikel 13 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het recht voor het aanbieden op de gemeentelijke milieustraten van te storten of te verbranden restafval of afval dat een fractie te storten of te verbranden restafval bevat, bedraagt € 5,00 per m³ met dien verstande dat het recht voor afgifte van 0 tot 1m³ tenminste € 5,00 bedraagt. Hierbij wordt onder restafval verstaan huishoudelijke afvalstoffen die niet of alleen tegen onevenredige kosten geschikt zijn voor hergebruik en die moeten worden gestort of verbrand. Nadere regels met betrekking tot het storten van restafval zijn in het Uitvoeringsbesluit 2016 Afvalstoffenverordening gemeente Tilburg 2016 opgenomen.

  • 2.

    Het recht voor het laten ophalen van grof huisvuil door de inzameldienst bedraagt € 25,00 per aanbieding. Nadere regels omtrent het aanbieden van grof huisvuil zijn in het Uitvoeringsbesluit 2016 Afvalstoffenverordening gemeente Tilburg 2016 opgenomen.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, (digitale) nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag vermeld staat.

Artikel 15 Tijdstip van betaling

De rechten moeten worden betaald:

  • 1.

    indien de kennisgeving, (digitale) nota of andere schriftuur wordt uitgereikt: op het moment van de kennisgeving of uitreiking;

  • 2.

    indien de kennisgeving, (digitale) nota of andere schriftuur wordt toegezonden: binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving, (digitale) nota of andere schriftuur.

Artikel 16 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk IV Algemene bepalingen

Artikel 17 Omzetbelasting

De hiervoor onder hoofdstuk III vermelde tarieven zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 18 Nadere regels door het college

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 19 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2018.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 3.

    De "Verordening reinigingsheffingen 2017" van 10 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2018".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2017

de griffier,

de voorzitter,

 

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen 2018”

-Afvalstoffenheffing

Voor de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid.

Met ingang van het belastingjaar 2018 wordt een tariefdifferentiatie voor eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens ingevoerd. Het tarief voor een éénpersoonshuishouden wordt vastgesteld op 90% van het tarief voor een meerpersoonshuishouden. Zoals voorheen blijft de peildatum 1 januari of, indien de belastingplicht later in het jaar aanvangt, de situatie bij aanvang van de belastingplicht. Aldus hoeven geen wijzigingen (teruggaaf of navordering) te worden aangebracht indien het aantal personen in de loop van het jaar verandert.

Ten opzichte van 2017 zijn de kosten van de afvalstoffenheffing € 1,2 miljoen lager.

Deze daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de verlaging van het rente-omslagpercentage naar 0% en lagere afvalverwerkingskosten. Aangezien de kosten in 2018 dalen, vindt geen onttrekking uit de egalisatiereserve- en voorziening afvalstoffenheffing plaats. Hierdoor kunnen deze worden ingezet voor afvlakking van toekomstige tarieven.

-Reinigingsrechten

Voor het belastingjaar 2018 is het tarief van € 5,00 voor het aanbieden van restafval op de gemeentelijke milieustraat en het tarief van € 25,00 voor het ophalen van grof huisvuil ongewijzigd gebleven ten opzicht van belastingjaar 2017.

Tariefontwikkeling afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Tarief

2016

201 7

201 8

Afvalstoffenheffing

 

 

 

-per perceel

€ 247,06

€ 236,93

 

Eenpersoonshuishouden

 

 

€ 216,03

Meerpersoonshuishouden

 

 

€ 240,03

Reinigingsrechten

 

 

 

-afgifte Milieustraat

€ 5,00

€ 5,00

€ 5,00

-ophalen grof huisvuil

€ 25,00

€ 25,00

€ 25,00

bedragen * € 1.000,-

Rekening

Begroting

Begroting

 

2016

2017

2018

 

 

 

 

Kosten taakveld(en) incl omslagrente

20.492

18.037

17.118

Inkomsten taakveld(en) incl. omslagrente

- 4.725

-2.135

-2.963

Netto kosten taakveld

15.767

15.902

14.155

 

 

 

 

Toe te rekenen kosten:

 

 

 

Overhead incl. omslagrente

4.765

5.248

5.473

BTW

2.644

1.961

2.264

Totale kosten

23.176

23.111

21.892

 

 

 

 

Opbrengst heffingen

22.863

22.111

21.892

Dekkingspercentage

99%

95,7%

100%

 

 

 

 

Onttrekking Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing

313

1.000

0

Dekkingspercentage incl. onttrekking Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing

100%

100%

100%

Naar boven