Beleidsregels ontheffingen artikel 87 RVV

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen

gelet op de Wegenverkeerswet, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de beleidsregels voor het aanvragen en verlenen van een ontheffing op grond van artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV):

Algemeen

Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Afgesloten voetgangersgebied: het deel van de binnenstad dat op basis van verkeersbesluiten is afgesloten, en welke afsluiting wordt ondersteund door Roadbarriers of handhavingscamera’s;

  • b.

    Roadbarriers: zijn fysieke afsluitingen waarmee het in- en uitrijden van een gebied door een (motor)voertuig wordt gereguleerd;

  • c.

    Handhavingscamera’s: camera’s welke een geslotenverklaring handhaven op basis van rechten die gekoppeld zijn aan het kenteken van het (motor)voertuig;

  • d.

    Venstertijden: de tijdsperiode waarop ten behoeve van laad-en-losactiviteiten het in- en uitrijden van het afgesloten voetgangersgebied met een motorvoertuig zonder ontheffing is toegestaan;

  • e.

    Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van een brommobiel en bromfiets;

  • f.

    Ontheffing: een schriftelijke beschikking dat een verkeersmaatregel als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990, niet geldt voor de houder van deze schriftelijke beschikking. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden verbonden worden;

  • g.

    Taxivervoer: vervoer als bedoeld in artikel 1, sub j jo sub h Wet Personenvervoer 2000;

  • h.

    Busbaan: als bedoeld in artikel 1, sub j RVV 1990 - rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht;

  • i.

    Busstrook: als bedoeld in artikel 1, sub k RVV 1990 - door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht.

1.2 Aanvraag ontheffing

  • a.

    Een aanvraag voor een ontheffing kan via de digitale balie worden ingediend.

  • b.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een ontheffing (ontheffing voor langer dan 1 week).

  • c.

    Het college beslist binnen vijf werkdagen na ontvangst van een aanvraag voor een incidentele ontheffing.

  • d.

    De geldigheidsduur van een ontheffing wordt bepaald door het college, maar eindigt in ieder geval één jaar na ingangsdatum (ingangsdatum kan op ieder moment plaatsvinden).

1.3 Ontheffing en vignet

Op de ontheffing staan:

  • a.

    de gegevens van de aanvrager;

  • b.

    het kenteken;

  • c.

    de werkzaamheden en motivatie waarvoor de ontheffing is verstrekt;

  • d.

    de artikelen en verkeerstekens waarvoor ontheffing is verleend;

  • e.

    de datum waarop of vanaf wanneer de ontheffing van kracht is;

  • f.

    indien van toepassing de tijdsduur waarop de ontheffing van kracht is;

  • g.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkende bepalingen.

  • h.

    Op het optioneel te verstrekken vignet staan:

  • i.

    de kentekengegevens van het voertuig;

  • j.

    de werkzaamheden waarvoor de ontheffing is verstrekt;

  • k.

    de artikelen waarvoor de ontheffing is verleend;

  • l.

    de datum of het tijdsbestek waarop de ontheffing van kracht is;

  • m.

    Indien van toepassing de tijdsduur waarop de ontheffing van kracht is.

1.4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan de ontheffing intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de ontheffinghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het afgesloten gebied, waarvoor de ontheffing is verleend komt de grondslag tot het verlenen van de ontheffing te vervallen;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van ontheffingen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de ontheffinghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn ontheffing heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;

  • g.

    bij geconstateerd misbruik door een daartoe bevoegd ambtenaar;

  • h.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • i.

    om redenen van openbaar belang en of de verkeersveiligheid.

1.5 Voorschriften

De volgende algemene voorschriften zijn van toepassing op verstrekte ontheffingen:

  • a.

    de ontheffing mag slechts worden gebruikt ten behoeve van de door de aanvrager omschreven werkzaamheden die in de beschikking zijn opgenomen;

  • b.

    van de ontheffing en het vignet mogen geen kopieën of andere afdrukken worden gemaakt;

  • c.

    de ontheffing moet op eerste vordering van daartoe bevoegde ambtenaren aan deze ter inzage worden gegeven. De houder dient derhalve de ontheffing, bij gebruik ervan, bij zich te dragen;

  • d.

    de houder mag bij het gebruik van de ontheffing de omgeving en het overige verkeer niet in gevaar brengen (o.a. Wegenverkeerswet artikel 5);

  • e.

    wanneer er parkeeralternatieven zijn dan is de ontheffing niet van kracht. Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van reguliere beschikbare (betaald) parkeerplaatsen is het niet nodig om buiten het parkeervak te parkeren.

  • f.

    Indien de houder een fysiek vignet heeft ontvangen dient dit ten behoeve van controle altijd volledig en goed zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te zijn geplaatst;

  • g.

    als de ontheffing geldig is voor een bepaalde tijdsduur dient ten behoeve van controle een parkeerschijf te worden gebruikt;

  • h.

    specifieke voorschriften: aan de ontheffing kunnen specifieke voorschriften worden toegevoegd.

1.6 Handhaving

  • 1.

    Handhaving vindt plaats op basis van de Wegenverkeerswet artikel 150, lid 1 en lid 2, en artikel 160 lid 1, lid 2 en lid 3 en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

  • 2.

    De handhaving wordt uitgeoefend door daartoe bevoegde ambtenaren en de politie.

1.7 Algemene uitgangspunten ontheffing

  • 1.

    de ontheffing wordt voor maximaal één jaar of een kortere tijdsperiode verleend;

  • 2.

    Het optioneel te verstrekken vignet blijft eigendom van de gemeente Nijmegen;

  • 3.

    de ontheffing is kenteken gebonden, niet overdraagbaar, en dient tezamen met het optioneel te verstrekken vignet op eerste vordering van een politie en of een bevoegde ambtenaar ter inzage te worden afgegeven;

  • 4.

    een ontheffing kan tijdelijk of permanent ongeldig zijn op bepaalde wegen of weggedeelten of op bepaalde tijdstippen (bijvoorbeeld vanwege wegwerkzaamheden of ten gevolge van bestuurlijke besluitvorming);

  • 5.

    gedurende de looptijd van de ontheffing kunnen de aan de ontheffing verbonden voorschriften worden gewijzigd.

1.8 Afwijken van het beleid

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Dit met dien verstande dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: beleidsregels ontheffingen artikel 87 RVV Nijmegen (2017, 17.0003854).

1.9 Inwerkingtreding

  • 1.

    De inwerkingtreding van deze beleidsregels is op de dag na publicatie in het gemeenteblad.

  • 2.

    Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels vervalt het tot nu toe gehanteerde beleidskader voor selectieve toegang en artikel 87 ontheffingen uit 2011.

  • 3.

    De overige lopende ontheffingen, afgegeven voor het inwerking treden van deze beleidsregels, blijven van kracht, tezamen met de bij die ontheffing vermelde voorschriften.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 30 mei 2017.

De Gemeentesecretaris,

Mr. Drs. A.H. van Hout

De Burgemeester,

Drs. H.M.F. Bruls

Naar boven