Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Zwartewaterland 2018

 

 

De raad van de gemeente Zwartewaterland

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland d.d. 31 oktober 2017;

gelet op de artikelen 6, tweede lid, en artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onderdeel e en tweede lid, aanhef en onder a, en 10d van de Participatiewet;

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

besluit vast te stellen:

V erordening Loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Zwartewaterland 2018

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Zwartewaterland

    • d.

      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet of als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet;

Artikel 2. Vaststelling doelgroep loonkostensubsidie

  • 1.

    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2.

    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

  • a.

    een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet of als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet;

  • b.

    die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en

  • c.

    die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie

  • 1.

    Het college kan advies inwinnen over het oordeel of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. De adviseur neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.

Artikel 3. Vaststelling loonwaarde

  • 1.

    Het college gebruikt de in artikel 4 omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

  • 2.

    Het college kan advies inwinnen over de vaststelling van de loonwaarde van een persoon uit de doelgroep. De adviseur neemt daarbij de in artikel 4 omschreven methode in acht.

Artikel 4. Wijze bepalen loonwaarde

  • 1.

    Het college maakt gebruik van de Dariuz Works loonwaardemeting of daaraan gelijkwaardig instrument om de loonwaarde van een persoon te bepalen. Hierbij neemt het college het advies van het Regionaal Werkbedrijf over de te hanteren methode in overweging.

  • 2.

    De loonwaardemethode is een objectieve meting van competenties gebaseerd op kennis van werknemers met een verminderde loonwaarde. De definitieve bepaling van de loonwaarde vindt eerst plaats na bedrijfsbezoek. De bepaling van de loonwaarde wordt vastgelegd in een schriftelijke rapportage met advies.

  • 3.

    Een definitieve bepaling van de loonwaarde zoals omschreven in het tweede lid vindt plaats, indien

    • a.

      de persoon behoort tot de doelgroep; én

    • b.

      er een werkgever is die met deze persoon een arbeidsovereenkomst aangaat binnen de geldende cao.

Artikel 5. Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2018 en kan worden aangehaald als: “Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Zwartewaterland 2018”.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 23 november 2017.

griffier, voorzitter,

ing. H.W. Schotanus - Schutte ing. E.J. Bilder

Naar boven