Gemeenteblad van Schiedam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schiedam | Gemeenteblad 2017, 210324 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schiedam | Gemeenteblad 2017, 210324 | Overige besluiten van algemene strekking |
Subsidieregeling Revitalisering binnenstad gemeente Schiedam
Het college van de gemeente Schiedam,
gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Schiedam 2017 en in het bijzonder artikel 2 en 3,
gelet de ontwikkelingsvisie voor de binnenstad (d.d. 28 juni 2012) en de wens de winkelstructuur in de binnenstad van Schiedam te versterken,
Subsidieregeling Revitalisering binnenstad gemeente Schiedam 2017
Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie, op grond van deze regeling, kan worden verleend aan een ondernemer die een bijdrage levert aan de versterking van de binnenstad. De subsidie wordt verleend voor de volgende activiteiten:
In aanvulling op de in ASV 2017 opgenomen weigeringsgronden, wordt de subsidie geweigerd als:
De aanvrager dient na subsidieverlening minimaal twee jaar zijn onderneming gevestigd te houden in het gebouw waarvoor de subsidie is aangevraagd.
Het werkingsgebied van de subsidieregeling bestaat uit de Hoogstraat, de centrumstraten en aanloopstraten in de binnenstad.
Artikelsgewijze toelichting Subsidieregeling Revitalisering Binnenstad
In aanvulling op de subsidieregeling Revitalisering Binnenstad gemeente Schiedam 2017 zijn hieronder, voor zover nodig, de onderdelen van de regeling artikelsgewijs toegelicht.
De subsidieregeling draagt bij aan de concentratie van de winkel- en horecafunctie in de binnenstad en met name op de Hoogstraat, met het oog op de revitalisering van de binnenstad. De ondernemingen dienen een bijdrage te leveren aan de opgave, namelijk het verhogen van het aantal bezoekers in de binnenstad en het verlevendigen van de binnenstad. Voor de veeleisende consumenten moet een dynamisch en attractief aanbod worden gedaan. Winkelen als beleving is en blijft een onlosmakelijk onderdeel van een binnenstad. Maar de binnenstad is ook steeds meer een plek waar veel te beleven valt en waar ruimte wordt geboden voor innovatieve ambachten en creatieve makers. De subsidieregeling wil hieraan een bijdrage leveren. Dit wordt gerealiseerd door het verstrekken van subsidie aan:
Een straat die onderdeel uitmaakt van de binnenstad, zoals weergegeven in bijlage 1. Aanloopstraten behoren niet tot het centrumgebied, maar staan wel in verbinding met of vormen de entree naar het centrumgebied. De aanloopstraten zijn te typeren door relatief veel kleinschalig, zelfstandig ondernemerschap en een hoge mate van functiemenging van detailhandel, horeca, ambacht, dienstverlening en wonen.
Het college stelt een commissie in die advies uitbrengt over de subsidieaanvraag (zie artikel 6). De adviescommissie wordt officieel benoemd door het college en is onafhankelijk. De commissieleden worden gekozen gezien hun deskundigheid over het ontwerp waar de subsidieregeling zich op richt. De adviescommissie motiveert het advies per subsidieaanvraag.
Sub c Ambachtelijke maakbedrijven
Bedrijven waar de kwaliteit en niet de kwantiteit de boventoon voert. Het gaat om bedrijven die meer gericht zijn op maatwerk dan massaproductie. Via het ontwerp- en maakproces wordt de ziel, authenticiteit, persoonlijke vakbekwaamheid, kwaliteit, maatwerk en aandacht voor het materiaal en gelaagdheid teruggebracht.
De onderneming dient minimaal twee jaar rechtmatig gevestigd te zijn. Dit betekent dat de onderneming beschikt over de benodigde vergunningen en voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Uit de onderneming wordt minimaal één aanvaardbaar inkomen genoten (zie sub l).
Zie hiervoor de opsomming van straten in bijlage 1 bij de subsidieregeling.
Gebouw volgens artikel 1, eerste lid, van de Woningwet: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Volgens de wetgeschiedenis wordt bij gebouwen gedacht aan kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte.
De onderneming dient minimaal één aanvaardbaar inkomen op te leveren. Dat betekent één inkomen dat minimaal nodig is van te leven. De hoogte is niet voor iedereen hetzelfde en hangt af van onder andere leeftijd en leefsituatie. Een onderneming die onvoldoende inkomen oplevert om van te leven, is onvoldoende bestand tegen economische fluctuaties. Het is niet de bedoeling ondernemingen, die onvoldoende inkomen weten te genereren, te subsidiëren.
Het betreft hier het verplaatsen ofwel verhuizen van bestaande ondernemingen die nu in de genoemde aanloopstraten zijn gevestigd. We onderkennen drie soorten verplaatsingen of verhuizingen. Niet alle verplaatsingen komen voor subsidie in aanmerking. Een verplaatsing:
Bedoeling van de verplaatsing is de ondernemers te concentreren in de binnenstad en met name op de Hoogstraat.
Het gaat hier om nieuwe ondernemers die zich vestigen op de Hoogstraat. Dit kunnen totaal nieuwe ondernemers zijn, maar ook om bestaande ondernemers van buiten Schiedam. Het betreft niet de verplaatsing van bestaande ondernemingen vanuit de aanloopstraten.
Spreekt voor zich. Zie hiervoor de straten genoemd in bijlage 1 bij de subsidieregeling.
Het gaat hier om de transformatie ofwel omvorming, gedaanteverandering van een onderneming.
De opgave voor de binnenstad is het verhogen van het aantal consumenten die vaker terugkomen, langer verblijven en meer besteden. Voor de veeleisende consument moet een dynamisch en attractief aanbod worden geboden. Winkelen is steeds meer een beleving, waar kwaliteit belangrijker is. Vanuit deze visie zijn een aantal criteria ontwikkeld en zullen onderneming die zich omvormen hieraan worden getoetst. De ondernemingen die zich wijzigen dienen te voldoen aan de twee criteria genoemd in artikel 4, lid 1. Daarnaast dienen ze te voldoen aan minimaal één van de criteria genoemd in artikel 4, lid 2.
Sub a Rechtspersonen naar burgerlijk recht
Dit zijn de privaatrechtelijke rechtspersonen, die geschikt zijn om mee te ondernemen, namelijk de BV, NV en de coöperatie.
Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Sub a Op de Hoogstraat: Vestiging, verplaatsing vanuit de aanloopstraten, verplaatsing op de Hoogstraat zelf of wijziging van een onderneming
De subsidieregeling wil op de Hoogstraat stimuleren dat:
Sub b In de centrumstraten: verplaatsing vanuit de aanloopstraten en wijziging van een onderneming
De subsidieregeling wil in de centrumstraten stimuleren dat:
De onderneming die zich verplaatst, die zich gaat vestigen of de onderneming die zich wijzigt en in aanmerking wil komen voor de subsidie dient aan een aantal van de hieronder genoemde toetsingscriteria te voldoen. Ook dient de onderneming te passen binnen de Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad. Deze ontwikkelingsvisie bouwt voort op het reeds ingezette beleid van de gemeente, maar maakt wel enkele scherpe keuzes. Het zet daarmee een koers uit en biedt heldere kaders voor ontwikkeling. De vraag wat de kwaliteiten zijn van Schiedam en waar kansen liggen voor de binnenstad, is daarbij het uitgangspunt. De ontwikkelingsvisie stelt de Schie (de Lange en Korte Haven) centraal bij de transformatie van de binnenstad. Dit is het gebied waar de rijke historie van Schiedam het meest zicht en tastbaar is. Door hier op in te zetten kan Schiedam zich onderscheiden ten opzichte van andere steden in de regio. De binnenstad van Schiedam kan een ‘struingebied’ worden met winkels en woningen, in een historische setting, waarvan je niet al thuis weet wat ze verkopen. Speciaalzaken, horeca, culturele instellingen en markten moeten mensen uitnodigen tot een (verlenging van hun) bezoek aan de historische binnenstad. De combinatie van dynamiek en variatie moet zorgen voor een sfeervol stadshart waar voor iedereen wat te beleven, maar ook te besteden valt.
Lid 1, sub a Kwaliteit en uitstraling
Geen discountuitstraling, maar transparant en met zorg en oog voor authenticiteit. Passend bij het monumentale karakter en de ruimtelijke kwaliteit van de historische binnenstad en de Aanpak Hoogstraat plus.
Kleine, vernieuwende winkels die zich door hun aanbod en klantgerichtheid onderscheiden van de vele ketens en franchiseformules. Een unieke winkel is bijzonder en enig in zijn soort en voegt duidelijk iets nieuws toe in het reeds bestaande winkelaanbod.
De onderneming is vernieuwend op zich en draagt bij aan een vernieuwing van het lokale aanbod. Met vernieuwing wordt met name gedacht aan het winkelconcept. Dit vernieuwende concept gaat verder dan de winkel zoals we die tot voorheen kenden.
De onderneming is meer dan een winkel. Het is een beleving. De consument wordt door de winkelbeleving zodanig betrokken dat hij/zij een blijvende indruk opdoet en de wens heeft terug te komen.
Bij specialisatie wordt de bedrijfstak smaller. Gesproken wordt in dat geval over een diep en smal assortiment binnen een specifiek segment. Als bijvoorbeeld de fietsenhandelaar besluit om alleen nog maar racefietsen te verkopen, dan specialiseert hij zich.
Ingevolge artikel 8, eerste lid, sub a van ASV 2017 kunnen subsidieaanvragen, die niet bijdragen aan het beleid van de gemeente zoals vastgesteld in de programmabegroting, worden geweigerd. Ingevolge de subsidieregeling dient daarbij met name te worden gedacht aan de Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad.
Een subsidie kan worden geweigerd, indien reeds met de uitvoering van de activiteit is begonnen, voordat de subsidie is aangevraagd.
In artikel 3, eerste lid, van de Leegstandsverordening Schiedam 2017 wordt de eigenaar van een gebouw, gelegen in het werkingsgebied, verplicht de leegstand van het gebouw te melden aan het college, zodra die leegstand langer duurt dan zes maanden. In lid 5 van artikel 3 wordt de eigenaar verplicht de leegstand van het gebouw binnen vier weken te melden, wanneer het gebouw na een verplichtende voordracht als bedoeld in artikel 8 van de Leegstandsverordening Schiedam 2017, binnen één jaar weer leeg komt te staan.
De aanvrager kan slechts éénmaal in aanmerking komen voor subsidie voor dezelfde activiteit.
Het college stelt een commissie in die advies uitbrengt over de subsidieaanvraag. Dit is conform artikel 84 van de Gemeentewet. De commissieleden worden gekozen gezien hun deskundigheid over het ontwerp waar de subsidieregeling zich op richt. De adviescommissie is onafhankelijk.
De adviescommissie wordt officieel benoemd door het college en wordt ook ontslagen door het college.
Het kan zijn dat de commissieleden het onderling niet eens worden over het uit te brengen advies. In dat geval beslist de commissie bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Als de minderheid dat nodig acht, kan van het minderheidsstandpunt melding worden gemaakt. De adviescommissie motiveert het advies per subsidieaanvraag.
Allereerst wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat het college, ingevolge de Awb, aanvragen die te laat worden ontvangen, niet in behandeling hoeft te nemen. In dit artikel worden de termijnen genoemd, waarbinnen subsidieaanvragen dienen te zijn ingediend bij het college.
De aanvraag voor subsidies dient zes weken voor aanvang van de activiteiten te worden ingediend. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het speciale aanvraagformulier.
Een ondernemersplan is het plan van aanpak waarin de ondernemer de opstart en verdere ontwikkeling van een onderneming beschrijft. Het plan omvat onder andere: missie, visie, doelstellingen, prognoses, aanpak en financiën. Op basis van een ondernemersplan beoordeelt een potentiële geldverstrekker of de onderneming levensvatbaar is, of de ondernemer kredietwaardig is en daarmee voor financiering in aanmerking komt. Dit ondernemersplan is ook van belang om te beoordelen of de gemeente de subsidie verstrekt aan een potentieel levensvatbare onderneming. Zie hiervoor ook artikel 4:35, eerste lid Awb.
Artikel 8 Subsidiabele kosten, berekening en hoogte van het subsidiebedrag
Er wordt subsidie verstrekt voor kosten die noodzakelijk zijn om de activiteiten te verrichten. Of iets al dan niet noodzakelijk is, wordt aan de beoordeling van het college overgelaten. De bijdragen van derden worden daarvan afgetrokken.
Indien werkzaamheden worden uitgevoerd door de aanvrager zelf of door anderen (niet zijnde een onderneming), dan kunnen deze kosten niet worden gesubsidieerd.
De ondernemer dient zelf ook aantoonbaar te investeren in de activiteit waarvoor hij subsidie aanvraagt, alvorens de ondernemer voor een subsidie in aanmerking komt. Het subsidiebedrag is de helft van het bedrag dat de ondernemer zelf investeert, tot het maximum van de in de tabel genoemde bedragen.
In het algemeen is de werkwijze dat het subsidiebedrag wordt verstrekt, nadat de activiteiten zijn verricht en de subsidie wordt vastgesteld. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Het college kan bij de aanvraag van de subsidie besluiten (op verzoek van de aanvrager) een voorschot te verlenen van maximaal 50% van de verleende subsidie.
Artikel 11 Vaststelling van de subsidie
Na afronding van de activiteiten dient de aanvrager van de subsidie een verzoek in te dienen tot vaststelling van de subsidie. Dit dient te gebeuren binnen 12 weken na afronding of nadat een onderneming twee jaar gevestigd is geweest. De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend bij het college.
Indien het een aanvraag tot vaststelling inzake subsidie voor verplaatsing of vestiging betreft, dient de aanvraag tot vaststelling twee jaar na afronding van de werkzaamheden te worden ingediend. Deze termijn is gesteld, omdat pas op dat moment kan worden nagegaan of en hoe aan de verplichtingen ingevolge artikel 8 is voldaan en hoe aan de hand daarvan ingevolge artikel 10, vijfde lid, de subsidie wordt vastgesteld.
Als de aanvrager na subsidieverlening voor verplaatsing of vestiging zijn onderneming binnen twee jaar in een ander gebouw vestigt dan waarvoor de subsidie is aangevraagd, dan wordt de subsidie lager vastgesteld. Als dit gebeurt binnen het eerste jaar na subsidieverlening dat wordt de subsidie 50% lager vastgesteld. Gebeurt dit tussen het eerste en tweede jaar dan wordt de subsidie 25% lager vastgesteld.
Per jaar wordt door het college een maximaal subsidiebedrag vastgesteld.
De datum van ontvangst van de subsidieaanvraag is van belang voor de verdeling van het maximale subsidiebedrag. Het beschikbare bedrag wordt namelijk verdeelt op basis van de datum van ontvangst van de aanvraag.
Als de aanvrager een aanvulling indient op de eerste subsidieaanvraag, dan geldt de datum van de aanvulling als datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-210324.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.