Gemeenteblad van Culemborg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2017, 210144 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2017, 210144 | Verordeningen |
ERFGOEDVERORDENING CULEMBORG 2017
De raad van de gemeente Culemborg,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet gelezen in samenhang met de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988, en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
gezien het advies van de gemeentelijke Commissie Erfgoed & Ruimte en het historisch genootschap A.W.K. Voet van Oudheusden;
Deze verordening berust op artikel 3.16 van de Erfgoedwet. De wettelijke definities uit artikel 1.1 van de Erfgoedwet gelden onverkort voor de in deze verordening gehanteerde begrippen. In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:
beeldbepalend pand: (onderdeel van) onroerende zaak, die niet de status heeft van beschermd gemeentelijk monument, maar niettemin naar het oordeel van burgemeester en wethouders door zijn architectuur, materiaalgebruik en/of detaillering een waardevolle bijdrage levert aan de sfeer, uitstraling en belevingswaarde (karakteristiek) van de binnenstad of het buitengebied;
beschermd gemeentelijk stadsgezicht: een op grond van deze verordening als beschermd aangewezen groep onroerende zaken, waaronder wegen, straten, pleinen, bruggen, grachten, vaarten en bomen, die van algemeen belang wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden, en in welke groep zich één of meer monumenten bevinden;
cultureel erfgoed: uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden;
Commissie Erfgoed & Ruimte: de op grond van artikel 4.18 van de Erfgoedwet ingestelde commissie met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet 2016, deze verordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het cultuurhistorisch beleid in de meest brede zin. In deze commissie hebben tenminste enkele leden zitting die deskundig zijn op het gebied van monumentenzorg. Leden van het gemeentebestuur maken geen deel uit van de commissie.
Artikel 3 Aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een cultuurgoed, in eigendom van de gemeente dan wel aan de zorg van de gemeente toevertrouwd, dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke waarde dan wel uitzonderlijke schoonheid is, en dat als onmisbaar en onvervangbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijke cultuurbezit, aan te wijzen als beschermd gemeentelijk cultuurgoed.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn, als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit, en die in eigendom van de gemeente is of die aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd, aan te wijzen als beschermde gemeentelijk verzameling.
Over het voornemen van een aanwijzing, bedoeld in het eerste of tweede lid, alsmede over de vervreemding van een beschermd gemeentelijk cultuurgoed of een beschermde gemeentelijke verzameling of over het afstand doen van de zorg daarvoor vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet.
Artikel 4 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste of tweede lid, ambtshalve wijzigen of intrekken. Artikel 3, vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het cultuurgoed of de verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
In een spoedeisend geval kunnen burgemeester en wethouders een monument aanwijzen als voorlopig beschermd (archeologisch) monument. In dat geval wordt in afwijking van het bepaalde in artikel 8 advies gevraagd aan de Commissie Erfgoed & Ruimte over de vastgestelde aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument.
Hoofdstuk 4 is van overeenkomstige toepassing vanaf het moment dat belanghebbenden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van het monument als voorlopig beschermd (archeologisch) gemeentelijk monument. Artikel 10 is eveneens van overeenkomstige toepassing op deze aanwijzing.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING GEMEENTELIJK (ARCHEOLOGISCH) MONUMENT
Artikel 13 Instandhoudingsplichtgemeentelijk (archeologisch) monument
Het is verboden een gemeentelijk (archeologisch) monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding ervan noodzakelijk is.
Artikel 14 Omgevingsvergunning gemeentelijk (archeologisch) monument
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van goede monumentenzorg nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument. Deze uitvoeringsregels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, of een plicht tot het melden van voorgenomen activiteiten als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 15 Termijnen advies en vergunningverlening
Indien burgemeester en wethouders niet besluiten binnen de in artikel 3:18 Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn, wordt de vergunning - met uitzondering van de aanvraag om sloopvergunning - geacht te zijn verleend. Voor de sloopvergunning geldt dat als burgemeester en wethouders niet voldoen aan de in eerste zin van dit artikel bedoelde termijn, deze wordt geacht te zijn geweigerd.
Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend of van rechtswege is verleend. Indien gedurende deze termijn bezwaar wordt gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist.
HOOFDSTUK 6 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE STADSGEZICHTEN
Artikel 19 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk stadsgezicht
Voordat burgemeester en wethouders het voorstel ter besluitvorming aan de raad voorleggen vragen zij advies aan de Commissie Erfgoed & Ruimte. De Commissie Erfgoed & Ruimte brengt schriftelijk advies uit binnen twaalf weken na de datum van ontvangst van de adviesaanvraag van burgemeester en wethouders.
Bij het besluit tot aanwijzing van een gemeentelijk beschermd stadsgezicht wordt door burgemeester en wethouders bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen voor het betreffende gebied kunnen worden aangemerkt als beschermend plan in de zin van het vorige lid, dan wel of een beheerverordening als bedoeld als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening kan worden vastgesteld.
Als een bestemmingsplan zoals bedoeld in het vijfde of zesde lid opnieuw moet worden vastgesteld ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening, kan de gemeenteraad, in afwijking van artikel 3.1, eerste lid, van die wet, voor het desbetreffende gebied een beheerverordening vaststellen als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening.
Artikel 20 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijke stads- en dorpsgezicht
De gemeenteraad kan, op voorstel van burgemeester en wethouders, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 19, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 19, tweede en derde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stads- en dorpsgezicht waarop aanwijzing betrekking heeft heeft als zodanig is tenietgegaan.
Artikel 21 Verbodsbepaling en vergunningverlening
HOOFDSTUK 7. VANGNET ARCHEOLOGIE
Artikel 22 Vangnet archeologie
Het is verboden de bodem te verstoren in een archeologisch monument of een gebied waar archeologische vondsten worden verwacht als in het daar vigerende bestemmingsplan niet is voldaan aan artikel 3.1.6, vijfde lid, van het Besluit ruimtelijke ordening, (d.w.z. geen beschrijving bevat van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden) tenzij:
b. het de verstoring betreft van een archeologisch monument of verwachtingsgebied dat is aangegeven op de provinciale archeologische monumentenkaart of de landelijke indicatieve kaart van archeologische waarden en het verrichten van de activiteiten geen strijd oplevert met door burgemeester en wethouders vastgestelde regels over de toegestane mate van verstoring;
HOOFDSTUK 8 OVERIGE BEPALINGEN
b. nadere regels of voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 14, derde lid, of artikel 15, achtste lid schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kennen burgemeester en wethouders hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
HOOFDSTUK 9 HANDHAVING EN TOEZICHT
Degene die handelt in strijd met artikel 13 of het bepaalde krachtens artikel 14, derde lid, van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Artikel 26 Intrekking oude regeling
De Erfgoedverordening Culemborg (2010), vastgesteld bij raadsbesluit van 23 september 2010, wordt ingetrokken op het moment dat de Erfgoedverordening Culemborg 2017 in werking treedt.
De op grond van de onder artikel 26 ingetrokken verordening aangewezen en geregistreerde gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden, archeologisch waardevolle gebieden of archeologische onderzoeksgebieden worden geacht te zijn aangewezen en geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-210144.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.