Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017  

 

 

 

 

 

Onderwerp:

Volgnummer

 

Besluit tot vaststellen van de verordening Toeristenbelasting Oss 2017

Dienst/afdeling

G/SC/staf

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016;

gelet op het advies van de raadadviescommissie van 1 december 2016;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 201 7

Artikel 1

Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook of anderszins uit economische- dan wel commerciële overwegingen door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2

Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot het verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3

Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen.

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    van degenen die in georganiseerd verband gezamenlijk met tien of meer personen in de leeftijd onder de 18 jaar in eenzelfde periode verblijf houden, welk verblijf plaatsvindt onder leiding c.q. begeleiding van een of meer personen boven de 18 jaar, waarbij het verblijf een educatief, religieus, sportief en/of scouting karakter heeft.

  • 4.

    Op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4

Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 5

Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,10.

Artikel 6

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8

Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9

Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslagbedrag.

Artikel 10

Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11

Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3.

    Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moet(en) de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes minder is dan € 5.000,00.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12

Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13

Meldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachtingen verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.

Artikel 14

Aangifte plicht

  • 1.

    De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, te verzoeken tot een uitnodiging tot het doen van aangifte.

  • 2.

    De Belastingsamenwerking Oost-Brabant behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen.

  • 3.

    Indien beschikbaar zal de grondslag voor de aanslag als bedoeld in het voorgaande lid tenminste gelijk zijn aan de grondslag van het voorgaande belastingjaar.

Artikel 15

Verblijfsadministratie

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, is gehouden een dusdanig verblijfsadministratie te voeren dat op basis hiervan de aangifte inzake de toeristenbelasting als bedoeld in artikel 14 kan worden gecontroleerd. De verblijfsadministratie dient tenminste te voldoen aan het door de gemeente beschikbaar gestelde verblijfsregister, dat desgewenst kosteloos digitaal beschikbaar wordt gesteld.

  • 2.

    Bij gebreke aan een in het eerste lid genoemde verblijfsadministratie treedt de sanctie van artikel 14, tweede en derde lid in werking.

Artikel 16

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Toeristenbelasting Oss 2015” van 18 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Toeristenbelasting Oss 2017”.

     

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 15 december 2016.

 

De gemeenteraad voornoemd,

 

De griffier, De voorzitter,

drs. P.H.A. van den Akker drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

Coll:

Naar boven