Gemeente Nijkerk - Reglement van orde van de gemeenteraad, wijziging november 2017

Raadsbesluit nummer 2017-055-A

    

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 19 september 2017;

 

b e s l u i t    vast te stellen het volgende:

Reglement van orde van de gemeenteraad, wijziging november 2017

Artikel 1 Wijzigingen

Het Reglement van orde van de gemeenteraad wordt als volgt gewijzigd

 

A

In de aanhef worden de woorden ´gelet op´ tot en met ´Gemeentewet;´ vervangen door: gelet op de artikelen 16, 83, 84, 107a, 149 en 156 van de Gemeentewet en de Afdelingen 10.1.1 en 10.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

B

Hoofdstuk 1 wordt vervangen door het volgende.

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Paragraaf 1. Begripsomschrijvingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

amendement:  voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

voorzitter: de burgemeester of de plaatsvervanger voorzitter van de raad, dan wel de voorzitter van de betreffende commissie.

 

Paragraaf 2. Toelating raadsleden, fracties

 

Artikel 2. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

2. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

 

Artikel 2a. Fracties

1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

 

Paragraaf 3. Benoeming wethouders

 

Artikel 3. Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

 

Paragraaf 4. Instructie griffier

 

Artikel 4. De griffier

1. De griffier staat de raad, de voorzitter van de raad, de door de raad ingestelde commissies en de voorzitters van die commissies bij de uitoefening van hun taak ter zijde.

2. De griffier geeft leiding aan de griffie.

3. Bij een verhindering om het ambt te vervullen van meer dan twee dagen doet de griffier daarvan tijdig mededeling aan de raad.

4. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

 

Artikel 4a. Ondersteuning vergaderingen

1. De griffier is in de vergadering van de raad aanwezig en kan aanwezig zijn bij vergaderingen van door de raad ingestelde commissies en overlegorganen. Op uitnodiging van de voorzitter kan de griffier aan de beraadslagingen deelnemen.

2. De griffier staat de voorzitter van de raad ter zijde bij zijn zorg voor een goede voorbereiding en een goed verloop van de vergaderingen van de raad. De griffier draagt er zorg voor dat de voorzitters van door de raad ingestelde commissies op gelijke wijze ter zijde worden gestaan.

3. De griffier ondersteunt de raad en zijn commissies bij het opstellen van de agenda voor hun vergaderingen, een goed verloop van de vergaderingen en een goede en tijdige verslaglegging.

 

Artikel 4b. Ondersteuning raadsleden

1. De griffier draagt zorg voor een goede en doelmatige ondersteuning aan de leden van de raad.

2. De griffier draagt er, zo nodig in samenwerking met de secretaris, zorg voor dat de leden van de raad desgevraagd ambtelijke bijstand verkrijgen. Voorschriften hierover worden gesteld bij de verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning.

 

Artikel 4c. Communicatie

1. De griffier adviseert de raad over het communicatiebeleid van de raad en draagt zorg voor de uitvoering van interne en externe communicatie.

2. De griffier verzorgt de bekendmaking van agenda's en besluitenlijsten van vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissies.

3. De griffier informeert inwoners en organisaties over de mogelijkheden om contact te leggen met de raad en verleent daarbij indien gewenst ondersteuning.

 

Artikel 4d. Mandaat aan de griffier

De griffier neemt namens de raad de volgende besluiten.

a. Alle rechtspositionele besluiten en handelingen m.b.t. het overige griffiepersoneel.

b. Het doen van uitgaven ten behoeve van of in verband met werkzaamheden voor de raad, binnen de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten.

c. Besluiten ter uitvoering van de volgende artikelen van de Algemene wet bestuursrecht:

- 2:3, 6:15 en 7:1a (doorzendplichten),

- 4:5 en 4:6 (ontvankelijkheid c.q. buiten behandeling laten),

- 4:13 tot en met 4:20, 7:10 en 7:14, met betrekking tot beslistermijnen en dwangsommen.

d. De uitvoering van de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet openbaarheid van bestuur.

 

Paragraaf 5. Interne commissies

 

Artikel 5. Het fractievoorzittersoverleg

1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet, genaamd fractievoorzittersoverleg, bestaande uit de voorzitter van de raad en de fractievoorzitters in de raad.

2. De fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het fractievoorzittersoverleg vervangt.

3. Het fractievoorzittersoverleg kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

4. Het fractievoorzittersoverleg doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de raadscommissies voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

5. Op verzoek van de burgemeester behandelt het fractievoorzittersoverleg vertrouwelijke zaken, die zich niet lenen voor behandeling in een (eventueel besloten) raads- of commissievergadering.

6. Elke fractievoorzitter heeft één stem in het fractievoorzittersoverleg.

7. De vergaderingen van het fractievoorzittersoverleg zijn niet openbaar.

 

Artikel 5a. Mandaat aan het fractievoorzittersoverleg

Het fractievoorzittersoverleg neemt namens de raad de volgende besluiten:

a. Toekenning van de erepenning in goud als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Verordening ereburgerschap en erepenningen Nijkerk. Dit mandaat is niet van toepassing bij gelijktijdige toekenning van het ereburgerschap als bedoeld in artikel 3 van genoemde verordening.

b. Vaststellen van de bedragen als bedoeld in artikel 13, derde lid, van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning. Deze besluiten worden openbaar bekendgemaakt door toezending aan de raad.

 

Artikel 6. De agendacommissie

1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet, genaamd agendacommissie, bestaande uit:

a. de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de raad en

b. ten minste vier door de raad aangewezen raadsleden, waaronder zo mogelijk de voorzitters van de raadscommissies.

2. De agendacommissie heeft de volgende taken:

a. het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen, raadscommissievergaderingen en overige bijeenkomsten van de raad;

b. het vaststellen van de vergadercyclus van de raad en van de raadscommissies;

c. het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet en het derde lid van dit artikel.

3. In aanvulling op de raadscommissievergaderingen als bedoeld in het tweede lid, onder b, vergadert een raadscommissie voorts als haar voorzitter het nodig acht of als ten minste twee fracties schriftelijk, met opgaaf van redenen, daarom verzoeken.

4. De agendacommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

5. De vergaderingen van de agendacommissie zijn openbaar.

 

Artikel 7. De werkgeverscommissie

1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 83 Gemeentewet, genaamd werkgeverscommissie, ter uitvoering van de werkgeversrol van de raad.

2. Iedere fractie die in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, kan één raadslid voordragen voor de werkgeverscommissie.

3. De commissie bestaat uit ten minste drie leden en ten hoogste uit zoveel leden als er fracties zijn.

4. De leden van de werkgeverscommissie worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd. De werkgeverscommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

5. Het lidmaatschap van de werkgeverscommissie eindigt bij het ontslag als lid van de raad, op schriftelijk verzoek van het commissielid of als de raad een commissielid ontslag verleent. De raad voorziet zo spoedig mogelijk in een tussentijdse vacature.

6. De werkgeverscommissie vergadert, op initiatief van de voorzitter, ten minste tweemaal per jaar. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

7. De werkgeverscommissie besluit bij meerderheid van stemmen. Besluiten worden door de voorzitter ondertekend.

 

Artikel 7a. Bevoegdheden van de werkgeverscommissie

Aan de werkgeverscommissie worden de volgende bevoegdheden van de raad overgedragen:

a. besluiten met betrekking tot de organisatie van de griffie.

b. besluiten tot het vaststellen van rechtspositionele voorschriften en instructies voor de griffier en de medewerkers van de griffie.

c. rechtspositionele besluiten en handelingen ten aanzien van de griffier, met uitzondering van benoeming, schorsing en ontslag.

d. beslissingen op bezwaar ten aanzien van de overige medewerkers van de griffie.

 

C

In artikel 22, tweede lid, wordt ‘voorzitter’ vervangen door: agendacommissie. In artikel 35, achtste lid, wordt ‘vragenhalfuur’ vervangen door: vragenuur.

 

Artikel 2 Toelichting

De toelichting bij het Reglement van orde van de gemeenteraad wordt als volgt gewijzigd.

 

A

Artikel 3 van de toelichting wordt hernummerd tot artikel 6.

Artikel 5 van de toelichting wordt hernummerd tot artikel 2.

Artikel 6 van de toelichting wordt hernummerd in artikel 3.

Artikel 7 van de toelichting wordt hernummerd in artikel 2a.

 

B

De toelichting bij de artikelen 4 tot en met 4c, artikel 5 en artikel 7 komt als volgt te luiden.

 

Artikel 4. De griffier

De benoeming van een griffier is wettelijk geregeld (artikel 100 van de Gemeentewet). De griffier is in eerste instantie verantwoordelijk voor de bijstand aan de raad. Hij is in principe in elke vergadering van de raad aanwezig. In verband met artikel 22 van de Gemeentewet (verschoningsrecht) is in het eerste lid een bepaling opgenomen met betrekking tot het deelnemen van de griffier aan de beraadslaging. De Gemeentewet bepaalt dat de raad de vervanging van de griffier regelt (artikel 107d, eerste lid). In het vierde lid is daarover een bepaling opgenomen.

 

Artikel 4a, 4b en 4c

Deze artikelen geven nadere invulling aan de instructie voor de griffier. Inhoudelijk waren deze bepalingen eerder geregeld in de instructie voor de griffier van de gemeente Nijkerk en in het raadsbesluit delegatie en mandaat 2014-2018.

 

Artikel 5. Het fractievoorzittersoverleg

Het fractievoorzittersoverleg heeft voornamelijk een algemeen adviserende rol (aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad).

In artikel 5 is als aanvullende taak opgenomen dat het fractievoorzittersoverleg aanbevelingen doet aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad en zijn commissies.

Het is van belang dat in het fractievoorzittersoverleg elke partij een stem heeft die even zwaar weegt. Op deze wijze wordt de positie van minderheidsfracties in een dualistisch stelsel versterkt. Tevens kan dit de betrokkenheid van alle fracties bij de raadsaangelegenheden vergroten.

 

Artikel 7. De werkgeverscommissie

Taak van de werkgeverscommissie is de zaken te behartigen die de werkgeverspositie van de raad betreffen. Het gaat dan om de organisatie en de personeelszaken van de griffie. De werkgeverscommissie is een bestuurscommissie in de zin van artikel 83 Gemeentewet. Hierdoor is de commissie zelf verantwoordelijk voor de uitoefening van de overgedragen raadsbevoegdheden. Elke fractie heeft de mogelijkheid een raadslid plaats te laten nemen in de werkgeverscommissie.

 

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Nijkerk op 23 november 2017,

de griffier, mevrouw A.G. Verhoef-Franken

de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. Renkema

Naar boven