De gemeente houdt zich hierbij aan de volgende uitgangspunten:
De gemeente verwerkt alleen gegevens van en over personen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van haar taken. De verwerking moet wel bepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn. Ook moet nagegaan worden of het verwerken van persoonsgegevens noodzakelijk is voor het doel en wordt inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokken burger zoveel mogelijk beperkt. De persoon van wie de gegevens verwerkt worden, is hier van op de hoogte en kent zijn/haar rechten. De persoonsgegevens dienen correct te zijn en te blijven.
De gemeente gaat zorgvuldig om met persoonsgegevens en behandelt deze vertrouwelijk. Zo worden persoonsgegevens alleen verwerkt door personen met een geheimhoudingsplicht en voor het doel waarvoor deze gegevens zijn verzameld. Daarbij zorgt de gemeente voor passende beveiliging van persoonsgegevens. Deze beveiliging is vastgelegd in het informatiebeveiligingsbeleid.
Het bewaren van persoonsgegevens kan nodig zijn om de gemeentelijke taken goed uit te kunnen oefenen of om wettelijke verplichtingen te kunnen naleven. De gemeente bewaart gegevens volgens de wettelijk geldende termijnen of anders altijd zo kort mogelijk en vernietigt deze daarna.
In het geval van samenwerking met externe partijen, waarbij sprake is van gegevensverwerking van persoonsgegevens, maakt de gemeente Lochem afspraken over de eisen waar gegevensuitwisseling aan moet voldoen. De gemeente controleert deze afspraken. De gemeente Lochem is transparant naar de betrokkene met welke partijen de persoonsgegevens worden gedeeld.
Iedere betrokkene heeft recht op inzage respectievelijk verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van de eigen Persoonsgegevens in verwerkingen.
De gemeente voert toezicht uit op de uitvoering van het beleid en rapporteert hierover. De verantwoordelijkheid voor gegevensbescherming ligt bij het (lijn)management, met het College van B&W als eindverantwoordelijke. De Autoriteit Persoonsgegevens is de toezichthoudende autoriteit.
Dit beleid treedt in werking een dag na die van de bekendmaking. Het beleid wordt iedere drie jaar geëvalueerd en indien nodig herzien.