Verordening op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting (Verordening binnenhavenbelasting 2012).

 

 

de raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 26 september 2017,

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting:

 

Artikel I

De Verordening op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting wordt gewijzigd als volgt:

 

A Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam binnenhavenbelasting wordt een recht geheven voor het gebruik met schepen van voor de openbare dienst bestemde gemeentelijke wateren alsmede van de bij die wateren behorende voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen, een en ander met uitzondering van de havens te Scheveningen, de passantenhaven Bierkade, de jachthaven De Vlietstreek, de Historische Haven aan het Zieken, de voor de recreatieve passanten aangewezen gedeelten van het Laakkanaal, Fokkerhaven, Poolsterhaven en Saturnuskade.

 

B Artikel 9, eerste en tweede lid, komen te luiden:

1.De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een vrachtschip:

per 7 dagen (of korter)

ononderbroken verblijf

abonnement

per maand

abonnement

per kwartaal

abonnement

per jaar

per ton

laadvermogen

per ton

laadvermogen

per ton

laadvermogen

per ton

laadvermogen

Tarief

tarief

tarief

tarief

€ 0,088

€ 0,374

€ 1,006

€ 3,503

2. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een passagiersschip:

per 7 dagen (of korter)

ononderbroken verblijf

abonnement

per maand

abonnement

per kwartaal

abonnement

per jaar

per m²

oppervlakte

per m²

oppervlakte

per m²

oppervlakte

per m²

oppervlakte

Tarief

tarief

tarief

tarief

€ 0,088

€ 0,374

€ 1,006

€ 3,503

 

C In artikel 13 wordt “ € 7,17 ” vervangen door: € 7,30.

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018 met dien verstande dat de bepalingen welke op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

 

Artikel III

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2017.

De griffier, Ineke Seuren en de voorzitter, Pauline Krikke.

Naar boven