Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen (Verordening parkeerbelastingen 2008)

 

 

de raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 26 september 2017,

 

gelet op de artikelen 216, 225 en 234 van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen:

 

Artikel I

De Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen wordt gewijzigd als volgt:

 

A Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

1 Artikel 7 vierde lid komt te luiden:

4.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet zijn betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. Voldoening via een daartoe afgegeven machtiging tot automatische incasso wordt met betalen gelijkgesteld.

 

2 Artikel 7 vijfde lid vervalt onder vernummering van het zesde, zevende en achtste lid tot het vijfde, zesde en zevende lid.

 

B In artikel 11, eerste lid wordt “€ 61,00” vervangen door: € 62,00.

 

Artikel II

De tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2008 wordt gewijzigd als volgt:

 

A In onderdeel 1.A. wordt “€ 2,65” vervangen door: € 2,70.

 

B In onderdeel 1.C. wordt “€ 1,70” vervangen door: € 1,75.

 

C In onderdeel 1.G. wordt “€ 1,70” vervangen door: € 1,75.

 

D Onderdeel 3.A. wordt als volgt gewijzigd:

1 In onderdeel 3.A.1.b. wordt “€ 28,80” vervangen door: € 29,35.

2 In onderdeel 3.A.2.a. wordt “€ 18,00” vervangen door: € 18,35.

 

E 1 In onderdeel 3.B.1. wordt “3,05” vervangen door: € 3,10.

2 In onderdeel 3.B.2. wordt “17,70” vervangen door: € 18,05.

 

F In onderdeel 3.C.1 wordt “€ 4,65” vervangen door: € 4,75.

 

G In onderdeel 3.C.2 wordt “€ 75,00” vervangen door: € 76,35.

 

H In onderdeel 3.D. wordt “€ 1,00” vervangen door: € 1,05.

 

I In onderdeel 3.E. wordt “€ 7,00” vervangen door: € 7,10.

 

J In onderdeel 3.F. wordt “€ 12,65” vervangen door: € 12,90.

 

K In onderdeel 3.G. wordt “€ 50,40” vervangen door: € 51,35.

 

L Onderdeel 3.H. wordt als volgt gewijzigd:

1 In onderdeel 3.H.1. wordt “€ 11,20” vervangen door: € 11,40.

2 In onderdeel 3.H.2. wordt “€ 68,95” vervangen door: € 70,20.

3 In onderdeel 3.H.3. wordt “€ 280,20” vervangen door: € 285,30.

 

M Onderdeel 3.K.1 vervalt.

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018, met dien verstande dat de bepalingen welke op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

 

Artikel IV

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2017.

De griffier, Ineke Seuren en de voorzitter, Pauline Krikke.

Naar boven