Gemeenteblad van Leiden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2017, 201340 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2017, 201340 | Verordeningen |
Erfgoedverordening Leiden 2017
Op 7 november 2017 heeft de gemeenteraad de Erfgoedverordening Leiden 2017 vastgesteld. Deze verordening vervangt de Monumentenverordening 2008 vanaf het moment van inwerkingtreding. In de Erfgoedverordening wordt onder meer geregeld de aanwijzing en bescherming van gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermd stadsgezicht. De nieuwe verordening maakt ook de aanwijzing van gemeentelijke (roerende) cultuurgoederen mogelijk. De Erfgoedverordening bevat een aantal aanpassingen die mede zijn gebaseerd op de nieuwe Erfgoedwet, zoals de instandhoudingsplicht voor gemeentelijke monumenten.
De verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 17.0064 van 2017), mede gezien het advies van de commissie,
Gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, vast te stellen de navolgende
In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald,
Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden:
de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders conform het Reglement voor de Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden te adviseren over de aanwijzing van monumenten, de toepassing van de Erfgoedwet, deze verordening en het monumentenbeleid; daaronder niet inbegrepen het uitbrengen van adviezen over de verlening van vergunningen bij wijziging, verbouw of sloop van monumenten;
uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden;
gemeentelijk beschermd stadsgezicht:
groepen van onroerende zaken die op grond van deze verordening als gemeentelijk stadsgezicht zijn aangewezen, omdat deze van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde;
Welstands- en Monumentencommissie Leiden:
de op basis van art. 15, lid 1 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders conform het Reglement van orde voor de Welstands- en monumentencommissie Leiden te adviseren over het verlenen van vergunningen bij wijziging, verbouw of sloop van monumenten;
Hoofdstuk 2: Beschermde gemeentelijke monumenten
Paragraaf 1: De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie in het gemeentelijk erfgoedregister.
Paragraaf 2: Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Artikel 10 Verbodsbepalingen en vergunning
1.Het is verboden een beschermd gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen of
daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Het verbod en de vergunningplicht, als bedoeld in het tweede lid, gelden niet indien:
de activiteit betrekking heeft op normaal onderhoud, voor zover detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort, kleur en aanleg (in geval van een tuin, park of andere aanleg) niet wijzigt of;
c. de activiteit uitsluitend leidt tot inpandige veranderingen van een onderdeel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houden burgemeester en wethouders rekening met het gebruik van het monument.
Het bevoegd gezag geeft met betrekking tot een beschermd religieus monument geen
beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 10 dan in overeenstemming met de eigenaar,
indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de
Hoofdstuk 3 : Beschermde rijksmonumenten
Artikel 15 Advies omgevingsvergunning beschermd rijksmonument
Burgemeester en wethouders zenden onverwijld een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning voor een beschermd rijksmonument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor advies aan de Welstands- en Monumentencommissie Leiden (WML).
Hoofdstuk 4: Beschermde gemeentelijk stadsgezichten
Artikel 18 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijk stadsgezicht
De gemeenteraad kan, op voorstel van burgemeester en wethouders, een besluit tot
aanwijzing als bedoeld in artikel 16, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 16, tweede lid en artikel 17, tweede lid, zijn hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stadsgezicht waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Artikel 19 Vaststellen beschermend bestemmingsplan
Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd gemeentelijk stadsgezicht wordt door burgemeester en wethouders bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermende plannen in de zin van het eerste lid kunnen worden aangemerkt, dan wel of een beheersverordening als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening kan worden vastgesteld.
Hoofdstuk 5 Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen
Artikel 22 Aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en dat in eigendom is van de gemeente of dat aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als beschermd gemeentelijk cultuurgoed.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn, als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en die in eigendom van de gemeente is of die aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als beschermde gemeentelijk verzameling.
Over het voornemen van een aanwijzing, bedoeld in het eerste of tweede lid, alsmede over de vervreemding van een beschermd gemeentelijk cultuurgoed of een beschermde gemeentelijke verzameling of over het afstand doen van de zorg daarvoor vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet.
Artikel 23 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijk cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 22, eerste of tweede lid, ambtshalve wijzigen of intrekken. Artikel 22, vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het cultuurgoed of de verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Hoofdstuk 6: Slot- en overgangsbepalingen
Indien overtreding van enig artikel van deze verordening niet strafbaar is gesteld krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt overtreding van het bij of krachtens de in deze verordening genoemde artikelen gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 25 Opsporingsbevoegdheid
De opsporing van de in artikel 24 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de machtiging verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-201340.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.