Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Olst-Wijhe;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • e.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • f.

    urnennis; een nis, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    urnament: gedenkteken bestemd voor het bijzetten van één asbus met of zonder urnen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 5.2 en 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De voor 1 januari 2003 aangegane overeenkomsten ten aanzien van de onderhoudsrechten, bedoeld in artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in de artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in de artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in de artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in de artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen onderhoudsrechten bedoeld in de artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de andere rechten dan die bedoeld in de artikelen 5.1 tot en met 5.1.4 worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving;

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening lijkbezorgingrechten 2017”, vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Olst-Wijhe van 7 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018;

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingrechten 2018”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2017.

de griffier,

B.A. Duursema

de voorzitter,

A.G.J. Strien

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2018

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

Gemeentelijke begraafplaats te Den Nul

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een enkel graf wordt geheven

voor een periode van 20 jaar

 

€ 2.515,55

1.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar

wordt een recht geheven van

 

€ 649,50

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis in de urnenmuur wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 1.597,17

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 1.597,17

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 1.885,57

1.6

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in artikel 1.3 en 1.4

met 10 jaar wordt een recht geheven van

 

€ 418,38

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1.5 met

10 jaar wordt een recht geheven van

 

€ 486,46

Gemeentelijke begraafplaats Wijhe

1.8

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een dubbel graf wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 3.773,32

1.9

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1.8 met

10 jaar wordt een recht geheven van

 

€ 973,19

1.10

Voor het verlenen van het recht op een urnennis in de urnenmuur wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 1.597,17

1.11

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 1.597,17

1.12

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt

geheven voor een periode van 20 jaar

 

€ 1.885,57

1.13

Voor het verlengen van het recht als bedoeld in artikel 1.10 en 1.11

met 10 jaar wordt een recht geheven van

 

€ 418,38

1.14

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1.12

met 10 jaar wordt een recht geheven van

 

€ 486,46

Gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Olst-Wijhe

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt

geheven:

 

2.1.1

één diep

€ 573,59

2.1.2

twee diep

€ 705,88

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 143,33

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

€ 286,75

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1,

2.2 en 2.3 verhoogd met 25%

 

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan die uren die buiten de gewone

uren voor het begraven op werkdagen en op zaterdag vallen

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen / verstrooien van as

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een urnennis

€ 210,64

3.1.2

in een eigen graf

€ 210,64

3.1.3

in een urnengraf

€ 210,64

3.2

Voor het verstrooien of doen verstrooien van as op een gemeentelijke

strooiveld wordt geheven

 

€ 78,17

Hoofdstuk 4 Grafbedekking

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 20 van de vigerende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Olst-Wijhe wordt geheven:

 

4.1.1

voor het aanbrengen van een grafkelder

€ 1.083,88

4.1.2

voor het plaatsen van gedenktekens en kruisen, per gedenkteken of kruis

(in afwijking van de voorwaarden als opgenomen in artikel 20 van de vigerende beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen) :

 

 

4.1.2.1

ten behoeve van één grafruimte

€ 139,12

4.1.2.2

ten behoeve van twee of meerdere grafruimten naast elkaar

€ 208,58

4.1.3

voor het plaatsen van een urnament:

 

4.1.3.1

voor een periode van 10 jaar

€ 371,46

4.1.3.2

voor een periode van 20 jaar

€ 636,41

4.1.4

voor het openen en weer sluiten van een grafkelder in een eigen graf een en ander op verzoek van de rechthebbende door de zorg van de gemeente wordt geheven

 

€ 1.083,88

4.1.5

voor het wegnemen van en weer plaatsen van een staande steen op een eigen graf een en ander op verzoek van de rechthebbende door de zorg van de gemeente wordt geheven

 

 

€ 301,90

Hoofdstuk 5 Onderhoudsrechten

Op de voor 1 januari 2003 in Wijhe aangekochte rechten berust een jaarlijkse onderhoudsplicht met een mogelijkheid tot afkoop. Voor deze verplichting gelden de volgende tarieven:

5.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de gemeentelijke

begraafplaatsen, daaronder niet begrepen het onderhoud van grafbedekkingen, wordt geheven per grafruimte per jaar:

 

5.1.1

voor een eigen graf

€ 30,36

5.1.2

voor een urnennis

€ 30,36

5.1.3

voor een urnengraf

€ 30,36

5.1.4

voor een kindergraf

€ 30,36

5.2

De rechten als bedoeld in onderdeel 5.1.1en 5.1.4 kunnen worden afgekocht voor onbepaalde tijd door voldoening van een som ineens van het vijfentwintigvoud van de daarin genoemde bedragen;

 

5.3

De rechten als bedoeld in onderdeel 5.1.2 en 5.1.3 kunnen worden afgekocht voor bepaalde tijd door voldoening van een som ineens van het dertienvoud van de daarin genoemde bedragen.

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven

6.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

 

€ 5,08

Hoofdstuk 7 Opgraven of ruimen

7.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 825,64

7.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt het van toepassing zijnde recht zoals vermeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel geheven.

 

7.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 825,64

7.4

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 825,64

Hoofdstuk 8 Overige diensten

8.1

Voor het gebruik van de aula wordt geheven per half uur

€ 125,68

8.2

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier

€ 50,74

8.3

Voor het gebruik van de geluidsinstallatie wordt geheven

€ 50,74

Behorende bij het raadsbesluit van 6 november 2017.

De griffier van de Gemeente Olst-Wijhe,

B.A. Duursema

Naar boven