VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN GRAVE 2018

 

De raad van de gemeente Grave

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2017.

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit :

 

vast te stellen de volgende:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2018

(VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN GRAVE 2018)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Estersveldlaan te Grave en de algemene begraafplaats aan de Akker te Gassel;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    urnennis : een nis, waarvoor aan een natuurlijk persoon of aan een rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • e.

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • g.

    enkeldiep graf: een graf geschikt voor de begraving van één lijk;

  • h.

    dubbeldiep graf: een graf geschikt voor de begraving van twee lijken;

  • i.

    tweede begraving: de begraving van een overledene in een dubbeldiep graf waarin reeds een andere overledene is begraven.

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken op een graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het begraven van doodgeboren kinderen of van overleden zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de verschuldigde rechten

De rechten als bedoeld in de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de in artikel 7 bedoelde schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De “Verordening lijkbezorgingsrechten Grave 2017” vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten Grave 2018”.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Grave in zijn openbare vergadering

van 7 november 2017.

 

De raad voornoemd,

 

 

 

mr. M.L.A. Vermaaten

A.M.H. Roolvink MSc

plv. griffier

voorzitter

 

 

 

Tarieventabel 2018 behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Grave 2018

 

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

2018 €

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van een overledene van twaalf jaar of ouder wordt geheven:

 

1.1.1

voor een periode van 10 jaar

1.149,00

1.1.2

voor een periode van 20 jaar

2.298,00

1.1.3

voor een periode van 30 jaar

3.447,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van een overledene beneden één jaar wordt geheven:

 

1.2.1

voor een periode van 10 jaar

287,00

1.2.2

voor een periode van 20 jaar

574,00

1.2.3

voor een periode van 30 jaar

861,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van een overledene van één jaar of ouder, maar beneden twaalf jaar wordt geheven:

 

1.3.1

voor een periode van 10 jaar

574,00

1.3.2

voor een periode van 20 jaar

1.148,00

1.3.3

voor een periode van 30 jaar

1.722,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis wordt geheven:

 

1.4.1

voor een periode van 10 jaar

687,00

1.4.2

voor een periode van 20 jaar

1.374,00

1.4.3

voor een periode van 30 jaar

2.061,00

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de voorgaande onderdelen wordt geheven:

 

1.5.1

voor een periode van 5 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar.

 

1.5.2

voor een periode van 10 of 20 jaar: een recht gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor die periode.

 

1.5.3

voor een graf in Gassel waarvan een dusdanige verlening wordt aangevraagd dat het recht gelijk loopt met dat van het naastliggende graf: een recht volgens het bij aanvraag geldende tarief, naar rato berekend op basis van het aantal dagen vanaf de datum van de aanvraag tot de datum waarop het recht van het naastliggende graf afloopt.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Begraven

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder wordt geheven:

 

2.1.1

bij begraving in een enkeldiep graf

935,00

2.1.2

bij begraving in een dubbeldiep graf

1.041,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

 

2.2.1

bij begraving in een enkeldiep graf

233,00

2.2.2

bij begraving in een dubbeldiep graf

260,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind van één jaar of ouder, maar beneden twaalf jaar wordt geheven:

 

2.3.1

bij begraving in een enkeldiep graf

467,00

2.3.2

bij begraving in een dubbeldiep graf

521,00

 

 

 

Hoofdstuk 3

Bijzetten van asbussen en urnen

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een urnennis

521,00

3.1.2

in een particulier graf

274,00

 

 

 

Hoofdstuk 4

Grafbedekking

 

4.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 19 van de beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Grave wordt geheven:

76,25

 

 

 

Hoofdstuk 5

Lijkschouwing

 

5.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven:

201,50

 

 

 

Hoofdstuk 6

Opgraven of ruimen

 

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:

197,00

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

101,00

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

201,50

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

6.4.1

uit een particulier graf

95,50

6.4.2

uit een particuliere urnennis

50,50

6.4.3

bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

49,50

6.5

Voor het ruimen (schudden) van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven:

303,00

 

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Grave van 7 november 2017.

 

Mij bekend,

 

De griffier van de gemeente Grave

Naar boven