Gemeenteblad van Heerlen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2017, 200477 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2017, 200477 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2018
Voor de toepassing van deze verordening en van de daarbij behorende tarieventabel wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
c. gevellijn: de aanwezige of geprojecteerde snijlijn van het grootste gevelvlak van een pand met het grondvlak.
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
De belasting wordt niet geheven voor het hebben van:
1. voorwerpen, waarvoor reeds ingevolge een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding is verschuldigd;
2. voorwerpen ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens recht van bezit of enig ander zakelijk recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen, welke in gebruik zijn bij derden;
3. kelderingangen, licht- en luchtopeningen (koekoeken) en stoeptreden;
4. voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;
5. buizen in de grond tot lozing van faecaliën, van huishoud- of hemelwater;
6. dakgoten, vensterbanken en gevelroosters en afvoerbuizen van hemelwater;
7. voorwerpen welke uitsluitend in een algemeen belang voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doeleinden;
8. sierverlichting, zoals contourbalken, neonbuizen, lampenlijnen en dergelijke, geen reclamevoorwerpen zijnde, die dienst doen als feestverlichting in de winkelcentra;
9. voorwerpen als bedoeld onder 05.03, 05.04 en 05.04a van onderdeel 05 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien sprake is van een of meerdere van deze voorwerpen en deze voorkomen aan één onroerende zaak als bedoeld in artikel 2 van de "Verordening onroerendezaakbelastingen Heerlen 2014" en tezamen minder belopen dan 4 m2;
10. lampen en lantaarns als bedoeld onder 05.06 van onderdeel 05 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze voorkomen aan één onroerende zaak als bedoeld in artikel 2 van de ‘Verordening onroerende zaakbelastingen 2017’ en sprake is van minder dan 2 van deze voorwerpen.
Indien de belasting wordt geheven naar een jaar- of maandtarief, is het belastingtijdvak het jaar respectievelijk de maand(en) dat de voorwerpen aanwezig zijn.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
1. De belasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Belastingaanslagen van € 10,00 en minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 7 Berekening van de precariobelasting
1. Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van de in de tarieventabel genoemde eenheden van tijd en andere eenheden als volle eenheid aangemerkt.
Indien het heffingstijdvak een kortere periode dan een jaar omvat en het tarief uitsluitend per jaar is vastgesteld, wordt het recht naar tijdsgelang berekend. Hierbij wordt een gedeelte van een maand voor een gehele maand gerekend.
2. Indien een oppervlaktetarief voor voorwerpen boven de gemeentegrond is vastgesteld, wordt de belasting als volgt berekend. Er wordt uitgegaan van de oppervlakte van het grootste gemeten vlak of bij niet rechthoekige vlakken van twee denkbeeldig langs de uitersten van het vlak getrokken lijnen die loodrecht op elkaar staan.
3. Indien een oppervlaktetarief voor voorwerpen op de gemeentegrond is vastgesteld, wordt de belasting als volgt berekend. Er wordt uitgegaan van de oppervlakte van de gemeentegrond die daadwerkelijk door de voorwerpen wordt ingenomen.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Voor elk nieuw belastbaar feit kan een afzonderlijke aanslag worden opgelegd.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
1. De ‘Precarioverordening 2017, 1e wijziging’, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-200477.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.