Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

 

(Legesverordening 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. ’dag’: de periode van 00:00 uur tot 24:00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van n-e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de n-e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

c. een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

c. het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Titel 2, hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en die voldoet aan door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden;

d. beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften met betrekking tot de plaatselijke belastingen;

e. de openbare besturen voor zover het nasporingen, stukken, inlichtingen of andere diensten, niet zijnde vergunningen, betreft, die door hen in het openbaar belang zijn gedaan/gevraagd;

f. de besturen van de stichtingen of instellingen, welke het gemeentebestuur van advies dienen, voor zover het nasporingen, stukken, inlichtingen of andere diensten betreft, die in verband met hun adviserende taak worden gevraagd.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

1. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

2. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

3. onderdeel 1.4.2.3 (papieren verstrekking uit de basisadministratie persoonsgegevens);

4. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

5. onderdeel 1.9.4 (verklaring omtrent het gedrag);

6. hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 12 Overgangsrecht

1. De legesverordening 2017; 1e wijziging wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

a. die zich voor die datum hebben voorgedaan;

b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 1,5% of 5%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op één decimaal en met 5 cent naar boven

2. De in het eerste lid genoemde verordening blijft gelden voor belastbare feiten die plaatsvinden in de periode tussen inwerkingtreding van deze verordening en de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat de bepalingen die in gevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2018”.

 

 

Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 9 november 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 201 8

 

 

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

 

Het tarief voor het sluiten van een huwelijk dan wel registratie van een partnerschap bedraagt:

 

1.1.1

Voor een gratis huwelijk als bedoeld in artikel 4 van de Wet van 23 april 1879 (Stbl. 72) op maandag om 10.00 uur en 10.20 uur

€ 0,00

1.1.1.1

Voor een basishuwelijk op maandag t/m donderdag in het stadhuis

€ 157,50

1.1.1.2

Voor een luxe huwelijk op maandag t/m vrijdag in het stadhuis

€ 357,00

1.1.1.3

Voor een luxe huwelijk op maandag t/m zaterdag op een buiten locatie

€ 588,00

1.1.1.4

Voor een luxe huwelijk op zondagen en feestdagen op een buiten locatie

€ 630,00

1.1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de Burgerlijke Stand voor één dag:

 

1.1.1.6

Indien betrokkene géén bevoegd trouwambtenaar is in een andere Nederlandse gemeente, in combinatie met een luxe huwelijk

€ 210,00

1.1.1.7

Indien betrokkene wel bevoegd trouwambtenaar is in een andere Nederlandse gemeente, in combinatie met een luxe huwelijk

€ 115,50

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 44,85

1.1.2.1

Indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een locatie als bedoeld in 1.1.1.1 of 1.1.1.3 of van een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte gelden de tarieven zoals bedoeld in 1.1.1.1 t/m 1.1.1.7.

 

1.1.3

Voor het voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, wordt het tarief onder 1.1.1.1 vermeerderd met

€ 71,55

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 71,55

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 11,55

1.1.6

Getuigen

 

 

het leveren door de gemeente van getuigen bij een huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap, per getuige (maandag t/m vrijdag)

€ 47,25

1.1.7.

Voor iedere afgegeven verklaring als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 

1.1.7.1

Indien artikel 93 van de Pensioenwet of artikel 243 van het burgerlijk wetboek van toepassing is of conform een andere wet die bepaald dat er geen kosten in rekening gebracht mogen worden.

€ 0,00

1.1.8

Voor verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49 a van boek 1 van Burgerlijk Wetboek geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 

1.1.9

Indien de aanvraag tot het sluiten van een huwelijk wordt ingetrokken geldt:

 

1.1.9.1

indien de annulering plaatsvindt terwijl nog geen voornemen om in het huwelijk te treden kenbaar is gemaakt

€ 115,50

1.1.9.2

indien de annulering plaatsvindt nadat het voornemen om in het huwelijk te treden kenbaar is gemaakt, doch meer dan een maand voor de geplande huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

€ 230,70

1.1.9.3

indien men niet op de geplande dag en het geplande tijdstip van voltrekking van het huwelijk of partnerschapsregistratie verschijnt vindt geen restitutie van leges plaats.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

 

 

 

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,70

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt

€ 51,40

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen

€ 51,40

1.2.1.4

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is en die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 64,70

1.2.1.5

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 51,40

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

1.2.2.1

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,60

1.2.2.2

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt

€ 28,60

1.2.2.3

hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

 

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 47,50

1.2.4

Het tarief genoemd in 1.2.3 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 t/m 1.2.1.5 slechts één keer per reisdocument berekend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,90

1.3.2

het overeenkomstig 1.3.1 verschuldigde bedrag wordt verhoogd, indien aan de aanvrager van een rijbewijs reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overgelegd, met:

€ 12,10

1.3.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen op basis van de Wet basisregistratie personen

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 17,25

1.4.2.2

uittreksel uit de basisregistratie personen

€ 17,25

1.4.2.2.1

Indien het uittreksel uit de basisregistratie wordt aangevraagd via internet (op www.loket.heerlen.nl) bedraagt het tarief

€ 10,85

1.4.2.3

voor het schriftelijk verstrekken van inlichtingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en aangewezen derden bedraagt het tarief

€ 7,50

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het vervaardigen van incidentele overzichten en selecties uit de basisregistratie op basis van voorcalculatie per manuur

€ 101,65

1.4.3.1

Voor het aanleveren van de onder 1.4.3 gevraagde gegevens op een digitaal medium:

€ 28,70

1.4.4

voor de afgifte van een uittreksel of verklaring, welke niet langs geautomatiseerde weg uit de basisregistratie kan worden gemaakt, voor ieder daaraan besteed kwartier bedraagt

€ 17,25

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen voor de Oorlogsgravenstichting

€ 0,00

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

 

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

 

 

1.6.1.

Het tarief bedraagt voor de inzage van gegevens en het verstrekken van afschriften daarvan

€ 0,00

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

 

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 44,45

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 44,45

1.7.1.3

de zomernota

€ 19,25

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.2.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 0,75

1.7.2.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,75

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

 

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

 

 

 

1.9.1

Legalisatie. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een legalisatie van een handtekening anders dan voor de inning van pensioenen uit het buitenland

€ 17,25

1.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van een door belanghebbende te overleggen stuk

€ 1,70

1.9.3

Verklaring omtrent nationaliteit

 

1.9.3.1

het afgeven van ieder niet afzonderlijk genoemde verklaring of bewijsstuk

€ 17,25

1.9.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag Verklaring omtrent het gedrag bedraagt het tarief, vastgesteld door het Ministerie van Justitie,

€ 41,30

1.9.5

Voor het bezorgen van een document als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 op een adres naar keuze in Nederland

€ 5,20

1.9.6

Voor het bezorgen van een extra document op een adres naar keuze in Nederland

€ 3,15

1.9.7

Inzage in geregistreerde gegevens en inzage in aan derden verstrekte gegevens uit de basisregistratie personen

€ 0,00

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.10.1.1

de afgifte van een beschikking op een aanvraag

€ 17,25

1.10.1.2

de afgifte van kopieën van stukken, ongeacht de gegevensdrager, per pagina met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is voor de afgifte van fotokopieën uit Historisch Goud

€ 0,60

1.10.1.3

de afgifte van stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, per pagina

€ 2,45

1.10.1.4

de afgifte van kopieën van terug vergrotingen van microbeelden in het Din A4-formaat, per kopie met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is voor de afgifte van kopieën uit Historisch Goud

€ 0,60

1.10.1.5

de afgifte van kaarten, technische tekeningen en bestemmingsplannen, al dan niet behorende bij de in 1.10.1.2 t/m 1.10.1.4 genoemde stukken, dan welkopieën of lichtdrukken daarvan, per kaart, tekening, lichtdruk of fotokopie, per m2

€ 6,30

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

 

 

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

 

 

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 

 

 

 

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gemeentelijke garantie op een lening voor aankoop van een woning c.q. een aanvraag om in te stemmen met een wijziging dan wel omzetting van een door de gemeente gegarandeerde lening

€ 81,80

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 81,40

 

 

 

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

 

 

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

Tot het verlenen van een incidentele ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet of de Verordening winkeltijden gemeente Heerlen

€ 45,50

1.15.2

Tot het verlenen van een structurele ontheffing (avond-/nachtwinkel) in het kader van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet of de Verordening winkeltijden gemeente Heerlen

€ 543,00

1.15.3

Tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 90,65

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

 

 

 

1.16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1

voor een periode van twaalf maanden:

 

1.16.1.1

Indien de vergunning voor 1 kansspelautomaat geldt

€ 56,50

1.16.1.2

Indien de vergunning voor 2 of meer kansspelautomaten geldt

 

1.16.1.3

Een vast bedrag van

€ 22,50

1.16.1.4

Vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten maal een bedrag van

€ 34,00

1.16.1.5

Indien de onder 1.16 bedoelde aanvraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag geldt voor een periode langer dan een jaar doch ten hoogste vier jaar, worden de in deze onderdelen bedoelde tarieven naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd.

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

 

 

 

€ 42,80

1.16.3

De afgifte door de gemeente van een mededelingsformulier als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen

€ 17,25

 

Hoofdstuk 1 7 Telecommunicatie

 

 

 

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid van de Telecommunicatiewet ongeacht de aard van de bestrating/groenvoorziening en exclusief beheerskosten

€ 303,70

1.17.2

Het in 1.17.1 genoemde bedrag wordt, indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde werkelijke kosten, blijkend uit een begroting die terzake door de gemeente is opgesteld.

 

1.17.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 8 Verkeer en vervoer

 

 

 

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

 

1.18.1a

Ontheffing van artikel 25 RVV

€ 27,95

1.18.1b

Andere ontheffingen op basis van artikel 87 RVV

€ 16,30

1.18.1c

Ontheffing van artikel 24.1 lid g voor bedrijven

€ 16,00

1.18.1d

Ontheffing van artikel 24.1 lid g voor bewoners (t.b.v. mantelzorg)

€ 11,35

1.18.1e

Het tarief bedraagt terzake van het wijzigen van een parkeervergunning voor bedrijven (bijvoorbeeld als gevolg van een nieuw kenteken)

€ 15,50

1.18.1f

Het tarief bedraagt terzake van het wijzigen van een parkeervergunning voor bewoners (bijvoorbeeld als gevolg van een nieuw kenteken)

€ 11,00

1.18.2

het verkrijgen van elke andere vergunning of ontheffing, verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens of een daarop steunende regeling met een geldigheidsduur van:

 

1.18.2.1

één maand

€ 16,30

1.18.2.2

meer dan 1 maand en ten hoogste 6 maanden

€ 30,80

1.18.2.3

meer dan 6 maanden en ten hoogste een jaar

€ 67,00

1.18.3

Het afgeven van een Gehandicapten Parkeer Kaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien:

 

1.18.3.1

een geneeskundig onderzoek is vereist

€ 93,45

1.18.3.1.1

bij verhindering voor de geplande afspraak voor een geneeskundig onderzoek, zoals bedoeld bij 1.18.3.1, mét afmelding, wordt een gedeelte van de kosten in rekening gebracht voor een bedrag van

€ 38,85

1.18.3.1.2

bij het niet verschijnen, zonder afmelding, voor het geplande geneeskundig onderzoek zoals bedoeld bij 1.18.3.1, worden de volledige kosten zoals vermeld bij 1.18.3.1, in rekening gebracht.

 

1.18.3.2

géén geneeskundig onderzoek is vereist

€ 43,60

1.18.4

Reservering parkeerplaats

 

 

het reserveren van een invalidenparkeerplaats op kenteken

€ 222,30

1.18.5

Het afsluiten van (een gedeelte van) een weg door het plaatsen van verkeerstekens voor de voor de duur van een op die weg plaatsvindende activiteit

€ 21,45

 

 

 

Hoofdstuk 20 Diversen

 

 

 

 

1.20.1

Diensten (algemeen)

 

1.20.1.1

Het tarief bedraagt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor het verlenen van diensten, per kwartier

€ 17,25

1.20.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 17,25

1.20.1.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een parkeerontheffing in het kader van de verordening parkeerbelastingen

€ 7,50

1.20.2

Inzamelvergunning

 

1.20.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het inzamelen van oude materialen en afval van levensmiddelen, voor de periode van een jaar

€ 13,05

1.20.3

Pachtwet

 

1.20.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 56f van de Pachtwet

€ 10,00

1.20.4

Verspreiden van gedrukte stukken

 

1.20.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een vergunning dan wel ontheffing voor het verspreiden en aanbieden van

 

 

gedrukte of geschreven stukken als bedoeld in artikel 2:6 van de A.P.V.

€ 46,85

1.20.5

Spandoeken

 

1.20.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een vergunning voor het aanbrengen van spandoeken als bedoeld in artikel 2:10 van de A.P.V.

€ 93,25

1.20.6

Tijdelijke reclame

 

1.20.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reclamevergunning voor het plaatsen van tijdelijke reclameborden (driehoeksborden) als bedoeld in artikel 2:10 van de A.P.V.

€ 93,25

 

 

 

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

Aanlegkosten:

 

 

De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

 

2.1.1.2

Normbedrag:

 

 

Bij het bepalen van de hoogte van de leges voor bouwactiviteiten wordt uitgegaan van een vast te stellen normbedrag dat wordt bepaald aan de hand van de ‘Lijst standaard normbedragen’ die als bijlage is opgenomen bij deze verordening.

Indien het normbedrag niet kan worden bepaald aan de hand van de ‘Lijst standaard normbedragen’, wordt het normbedrag gelijkgesteld met een door de gemeente vast te stellen raming van de bouwkosten (excl. BTW), zijnde de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

 

2.2

Vooroverleg beperkt

Het betreft hier het in behandeling nemen van een vooroverleg om één of meerdere toetsingen te laten uitvoeren om de haalbaarheid van een omgevingsvergunning te laten onderzoeken. Afhankelijk van de ingediende bescheiden kunnen er verschillende toetsingen plaatsvinden. (Toelichting: in de praktijk zal het hier met name de ‘toets ruimtelijke ordening’, ‘toets welstand’ en ‘toets brandpreventie’ betreffen)

 

2.2.1

Het starttarief bedraagt:

€ 34,45

2.2.2

De leges onder 2.2.1 worden verhoogd met de leges van de uitgevoerde toetsingen zoals ze in deze verordening zijn benoemd.

 

 

2.2.3

Wanneer een ‘vooroverleg beperkt’ binnen 6 maanden nadat het vooroverleg is afgesloten, wordt gevolgd door een aanvraag omgevingsvergunning voor hetzelfde plan, worden de leges ingevolge artikel 2.2 verrekend met de leges die worden opgelegd naar aanleiding van deze aanvraag. Indien hieruit een negatief bedrag voorkomt vindt er geen verrekening plaats. Na 6 maanden vindt geen verrekening meer plaats.

 

2.2a

Vooroverleg uitgebreid

Het betreft hier het in behandeling nemen van een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan in het kader van de Wabo vergunbaar is. Hierbij is een Wabo-brede toetsing (inclusief de toets Bouwbesluit) aan de orde. (Toelichting: Afhankelijk van de in te dienen bescheiden zal een ingediend plan worden beschouwd als ‘Vooroverleg beperkt’ of als ‘Vooroverleg uitgebreid’).

 

2.2a.1

Het starttarief bedraagt:

€ 137,80

2.2a.2

De leges onder 2.2a.1 worden verhoogd met:

35%

 

van de onder 2.3.1.1.1a t/m 2.3.1.1.10a, 2.3.2 t/m 2.3.5 en 2.3.6 t/m 2.3.14 genoemde leges of met een evenredig lager percentage indien slechts een gedeeltelijke toetsing heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld onderdelen van het Bouwbesluit).

 

2.2a.3

Wanneer een ‘vooroverleg uitgebreid’ binnen 6 maanden nadat het vooroverleg is afgesloten, wordt gevolgd door een aanvraag omgevingsvergunning voor hetzelfde plan, worden de leges ingevolge artikel 2.2a verrekend met de leges die worden opgelegd naar aanleiding van deze aanvraag. Indien hieruit een negatief bedrag voorkomt vindt er geen verrekening plaats. Na 6 maanden vindt geen verrekening meer plaats.

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien het normbedrag € 25.000,00 of minder bedraagt

€ 223,90

2.3.1.1.1a

vermeerderd met:

€ 15,75

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan

 

2.3.1.1.2

indien het normbedrag meer dan € 25.000,00 maar niet

 

 

meer dan € 100.000,00 bedraagt

€ 1.011,40

2.3.1.1.2a

vermeerderd met:

€ 15,25

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

Zover het normbedrag meer dan € 25.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.3

indien het normbedrag meer dan € 100.000,00 maar niet meer dan € 250.000,00 bedraagt

 

 

 

€ 3.298,90

2.3.1.1.3a

vermeerderd met:

€ 14,70

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 100.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.4

indien het normbedrag meer dan € 250.000,00 maar niet meer dan € 500.000,00 bedraagt

 

 

 

€ 7.708,90

2.3.1.1.4a

vermeerderd met:

€ 14,20

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 250.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.5

Indien het normbedrag meer dan € 500.000,00 maar niet

 

 

meer dan € 1.000.000,00 bedraagt

€ 14.808,90

2.3.1.1.5a

vermeerderd met:

€ 13,65

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 500.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.6

indien het normbedrag meer dan € 1.000.000,00 maar niet meer dan € 2.500.000,00 bedraagt

 

 

 

€ 28.458,90

2.3.1.1.6a

vermeerderd met:

€ 13,15

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 1.000.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.7

indien het normbedrag meer dan € 2.500.000,00 maar niet

 

 

meer dan € 5.000.000,00 bedraagt

€ 67.908,90

2.3.1.1.7a

vermeerderd met:

€ 12,60

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 2.500.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.8

indien het normbedrag meer dan € 5.000.000,00 maar niet meer dan € 10.000.000,00 bedraagt

 

 

 

€ 130.908,90

2.3.1.1.8a

vermeerderd met:

€ 12,10

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 5.000.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.9

indien het normbedrag meer dan € 10.000.000,00 maar niet

 

 

meer dan € 20.000.000,00 bedraagt

€ 251.908,90

2.3.1.1.9a

vermeerderd met:

€ 11,55

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 10.000.000,00 bedraagt

 

2.3.1.1.10

indien het normbedrag meer dan € 20.000.000,00 bedraagt

€ 482.908,90

2.3.1.1.10a

vermeerderd met:

€ 10,50

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan voor

 

 

zover het normbedrag meer dan € 20.000.000,00 bedraagt

 

2.3.1a

De leges voor bouwactiviteiten ingevolge artikel 2.3.1 bedragen maximaal

€ 787.500,00

2.3.1.2

Toets ruimtelijke ordening

 

 

Voor het uitvoeren van een toets ruimtelijke ordening (inclusief een advies betreffende de haalbaarheid indien er sprake is van een planologisch strijdig gebruik) bedraagt het tarief:

 

 

€ 34,45

 

vermeerderd met:

€ 0,95

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan.

of indien het geen activiteit bouwen betreft, voor elk te besteden kwartier à

€ 17,25

 

dat boven de vier kwartier uitgaat

 

 

Indien geen planologisch strijdig gebruik aan de orde is bedragen de leges op basis van dit artikel maximaal

€ 1.084,90

 

Indien wel planologisch strijdig gebruik aan de orde is bedragen de leges op basis van dit artikel maximaal

€ 2.169,75

 

Dit artikel is ook van toepassing voor de berekening (vermindering) van leges indien artikel 3.1 lid 4 Wet ruimtelijke ordening aan de orde is.

 

2.3.1.3

Toets welstand

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 c.a. bedraagt het tarief, indien een welstandstoets noodzakelijk is, per behandeling:

€ 34,45

 

vermeerderd met een eenmalige vermeerdering van

€ 0,95

 

voor elke € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan.

De leges op basis van dit artikel bedragen maximaal

€ 1.084,90

 

Toets omgevingsvergunningsvrij

 

2.3.1.4

Indien een afzonderlijk verzoek of een vooroverleg, dan wel aanvraag omgevingsvergunning is ingediend en na toetsing is gebleken dat geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief:

 

 

€ 68,90

 

Indien het slechts de activiteit kappen betreft, bedraagt het tarief:

€ 34,45

2.3.1.5

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 585,50

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 585,50

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo aan de orde is (binnenplanse afwijking):

€ 189,45

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo aan de orde is (buitenplanse kleine afwijking):

€ 189,45

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo aan de orde is (buitenplanse afwijking):

€ 4000,00

 

te vermeerderen met € 0,42 per € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan.

 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 361,65

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 671,60

 

te vermeerderen met € 0,53 per € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan.

 

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 671,60

 

te vermeerderen met € 0,53 per € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan

 

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 671,60

 

te vermeerderen met € 0,53 per € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan

 

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 671,60

2.3.3.9

indien artikel 3.1 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening aan de orde is, worden de leges ingevolge 2.3.3 niet opgelegd

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo aan de orde is (binnenplanse afwijking):

€ 189,45

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo aan de orde is (buitenplanse kleine afwijking):

€ 189,45

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo aan de orde is (buitenplanse afwijking):

€ 4000,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 361,65

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 671,60

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 671,60

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 671,60

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 

€ 671,60

2.3.4.9

indien artikel 3.1 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening aan de orde is, worden de leges ingevolge 2.3.4 niet opgelegd

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 206,65

2.3.5.2

Te vermeerderen met € 0,32 voor elke m2

 

2.3.5.3

De leges op basis van 2.3.5.2 bedragen maximaal

€ 5.320,80

2.3.5a

Toets brandpreventie

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.5.1 bedraagt het tarief, indien een brandpreventietoets in de Brandpreventiecommissie noodzakelijk is, per behandeling:

€ 34,45

 

vermeerderd met een eenmalige vermeerdering van

€ 0,95

 

voor elke € 500,00 daarvan.

De leges op basis van dit artikel bedragen maximaal:

 

€ 1.084,90

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 tweede lid van de Erfgoedverordening Heerlen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 585,50

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 585,50

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of van de Erfgoedverordening Heerlen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 275,20

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 344,40

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 175,05

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 175,05

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of de Bomenverordening gemeente Heerlen 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 51,70

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of van een gemeentelijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 103,35

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 103,35

2.3.12

Natuurbeschermingswet

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming. Dit tarief bedraagt:

 

 

2.3.12a

2.3.12b

2.3.12c

Landbouw en overige

Industrie

Infrastructuur

€ 2.491,80

€ 12.377,90

€ 18.559,25

 

 

 

2.3.13

 

 

 

 

 

2.3.14

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Andere activiteiten

 

 

 

 

 

€ 818,30

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 103,35

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 103,35

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 103,35

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschaps verordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport ten behoeve van het vaststellen van de bodemkwaliteit een bedrag per uur van

€ 90,10

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 269,65

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 172,20

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.19

Bouwen of gebruik zonder vergunning

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, c en/of d van de Wabo en deze activiteit reeds is gestart dan wel uitgevoerd voordat de noodzakelijke vergunning is verleend en dat daardoor in het kader van toezicht/handhaving extra werkzaamheden zijn verricht, wordt onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 c.a., 2.3.3 c.a., 2.3.4 c.a. en 2.3.5 c.a. een bedrag in rekening gebracht van:

€ 275,55

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

25%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

30%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

35%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf/gedeeltelijke heffing

 

 

2.5.1

Gedeeltelijke heffing als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning die geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 c.a., 2.3.2 , 2.3.5 c.a., 2.3.6 c.a., 2.3.7, 2.3.8 of 2.3.9 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt:

 

2.5.1.1

20% indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.2

30% indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.3

40% indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning die geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 c.a., 2.3.2 c.a., 2.3.5 c.a., 2.3.6 c.a., 2.3.7 c.a. of 2.3.8 c.a., intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 18 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt of deze vergunning wordt vervangen door een nieuwe vergunning. De teruggaaf bedraagt:

35%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3

Gedeeltelijke heffing als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning die geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 c.a., 2.3.2 c.a., 2.3.5 c.a., 2.3.6 c.a., 2.3.7 c.a. of 2.3.8 c.a. weigert, wordt een deel van desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.4

Gedeeltelijke heffing als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag omgevingsvergunning

 

2.5.4.1

Indien na het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning deze vergunning buiten behandeling wordt gesteld, wordt een deel van de desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt:

10%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.4.2

De minimaal te heffen leges ingevolge dit artikel bedragen

Echter;

€ 223,90

2.5.4.3

Indien de aanvraag slechts de activiteit kappen betreft, bedraagt het minimale tarief

€ 51,70

2.5.4.4

Indien de aanvraag slechts de activiteit strijdig gebruik betreft, bedraagt het minimale tarief

€ 137,80

2.5.4.5

Indien de aanvraag slechts de activiteit aanleggen of veranderen weg, uitweg/inrit of opslag van roerende zaken betreft, bedraagt het minimale tarief

€ 68,90

2.5.4a

Gedeeltelijke heffing als gevolg van buitenbehandeling stellen van een vooroverleg aanvraag omgevingsvergunning

 

2.5.4a.1

Indien na het indienen van een ‘vooroverleg beperkt’ dit vooroverleg buiten behandeling wordt gesteld of wordt ingetrokken voordat een inhoudelijke toetsing heeft plaatsgevonden, wordt het tarief van 2.2.1 vermeerderd met:

 

 

€ 34,45

2.5.4a.2

Indien na indiening van een ‘vooroverleg uitgebreid’ dit vooroverleg buiten behandeling wordt gesteld of wordt ingetrokken voordat een inhoudelijk toetsing heeft plaatsgevonden, bedragen de te heffen leges:

 

 

€ 137,80

2.5.4a.3

Indien het ‘vooroverleg uitgebreid’ slechts de activiteit kappen en/of uitweg/inrit betreft en dit vooroverleg wordt buitenbehandeling gesteld of wordt ingetrokken, bedragen de te heffen leges:

 

 

€ 68,90

2.5.4a.4

Indien het vooroverleg wordt ingetrokken voordat het in behandeling is genomen, worden geen leges geheven. ‘Het in behandeling is genomen’ betekent ‘een toets op volledigheid van de noodzakelijke stukken of een toets op inhoudelijke aspecten is uitgevoerd’.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

Niet van toepassing

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

 

Niet van toepassing.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 9.522,70

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 361,65

2.8.2.1

te vermeerderen met € 0,53 per € 500,00 van het normbedrag of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

Hoofdstuk 8A Bodemgesteldheidonderzoek

 

 

2.8A.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek inzake de gesteldheid van de bodem voor:

 

2.8A.2

een vooronderzoek / historisch onderzoek volgens de NEN 5725, naar de bodemgesteldheid.

€ 464,95

2.8A.3

Een beknopt vooronderzoek / historisch onderzoek (niet volgens NEN-5725), naar de bodemgesteldheid

€ 103,35

2.8A.4

Het beoordelen van een chemisch bodemonderzoek ten behoeve van het vaststellen van de bodemkwaliteit per uur

€ 103,35

2.8A.5

het verstrekken van informatie en/of afgifte van een verklaring betreffende de gesteldheid van de bodem en/of het aanwezig zijn van opslagtanks.

€ 51,70

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

 

 

 

Vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking /diensten

 

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 189,45

2.11

Het tarief bedraagt voor overige niet in deze titel genoemde dienstverlening voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 17,25

 

Informatie verstrekking tot maximaal een half uur is hiervan uitgesloten

 

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet en/of een vergunning tot het exploiteren van een horeca inrichting als bedoeld in artikel 3:4 van de A.P.V. (exploitatie met alcohol óf alcoholvrije exploitatie)

€ 843,50

3.1.1.1

respectievelijk coffeeshop

€ 1.433,60

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 30 Drank- en Horecawet, het wijzigen van de ondernemingsvorm of het exploiteren van een horeca inrichting als bedoeld in artikel 3:3 lid a sub 3 van de APV (afhaalcentrum)

€ 355,95

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 51,45

3.1.4

het wijzigen van het aanhangsel van de onder 3.1.1 genoemde vergunning

 

3.1.4.1

bijschrijven leidinggevende, eerste leidinggevende

€ 135,35

3.1.4.2

voor ieder volgende leidinggevende

€ 87,30

3.1.4.3

doorhalen aantekening, per leidinggevende

€ 72,25

3.1.5

Verlenging sluitingsuur

 

3.1.5.1

een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van cafés, restaurants en dergelijke inrichtingen per uur van de verlenging per dag

€ 21,95

3.1.5.2

Een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een nachtgelegenheid per jaar

€ 2.287,65

3.1.6

Exploitatie horeca-inrichting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte:

 

3.1.6.1

het wijzigen van het aanhangsel van de onder 3:4 APV genoemde vergunning(en)

€ 355,95

3.1.6.2

een ontheffing van de inrichtingseisen als bedoeld in artikel 3:16 van de A.P.V.

€ 45,05

3.1.7

Teruggaaf

 

 

Indien de aanvrager na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een horecavergunning binnen 5 weken na datum van indienen van de aanvraag deze schriftelijk intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de overeenkomstig artikel 3.1.1 t/m 3.1.4.2 en 3.1.6 t/m 3.1.6.2 geheven leges.

 

3.1.8

Smart-, head- en growshops

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot Afgifte van een vergunning voor het exploiteren van een smart-, head- of growshop als bedoeld in artikel 3:49 lid 1 A.P.V.

€ 1.433,60

3.1.9

Het wijzigen van de onder 3.1.8 genoemde vergunning (wijziging leidinggevend(en), per leidinggevende

€ 135,35

3.1.9.1

voor ieder volgende leidinggevende

€ 87,30

3.1.10

Teruggaaf

 

 

Indien de aanvrager na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een smart-, head- of growshop binnen 5 weken na datum van indienen van de aanvraag deze schriftelijk intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de overeenkomstig artikel 3.1.8 en 3.1.9.1 geheven leges.

 

3.1.11

Terrassen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.1.11.1

tot de afgifte van een vergunning tot het in gebruik nemen van een gedeelte van de weg als bedoeld in artikel 1:1 van de A.P.V. ingevolge artikel 2:33 van de A.P.V.

€ 125,70

3.1.11.2

een vergunning tot het in gebruik nemen van grond - geen eigendom van de gemeente grenzend aan de weg als bedoeld in artikel 1:1 van de A.P.V. ingevolge artikel 2:33 van de A.P.V.

€ 89,90

 

3.1.12

 

Speelautomatenhal

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: afgifte van een vergunning tot het exploiteren van een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de verordening Speelautomaten 2000

€ 1.881,30

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

Gereserveerd

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:33 van de APV voor:

 

3.3.1.1

prostitutiebedrijven (zoals bordelen/privéhuizen, erotische massagesalons en seksclubs) en parenclubs

€ 1.417,00

3.3.1.2

bedrijfsmatige thuisprostitutie

€ 1.254,35

3.3.1.3

seksbioscopen, seksautomatenhallen en sekstheaters

€ 1.254,35

3.3.1.4

escortbedrijven

€ 1.254,35

3.3.2

Het wijzigen van een onder 3.3.1 bedoelde vergunning voor:

 

3.3.2.1

prostitutiebedrijven (zoals bordelen/privéhuizen, erotische massagesalons en seksclubs) en parenclubs

€ 364,35

3.3.2.2

bedrijfsmatige thuisprostitutie

€ 364,35

3.3.2.3

seksbioscopen, seksautomatenhallen en sekstheaters

€ 364,35

3.3.2.4

escortbedrijven

€ 364,35

 

 

 

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

 

 

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

 

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, lid 1, van de Brandbeveiligingsverordening

 

3.6.1

tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2. lid 1 van de Brandbeveiligingsverordening te vermeerderen met

 

 

te vermeerderen met:

 

 

voor een bouwwerk met een oppervlakte van:

 

3.6.1.1

minder dan 100 m2

€ 140,10

3.6.1.2

101 - 500 m2,

€ 296,10

3.6.1.3

501 - 2.000 m2

€ 449,85

3.6.1.3.1

verhoogd met € 0,36 voor elke m2

 

3.6.1.4

2.001 - 5.000 m2

 

3.6.1.4.1

verhoogd met € 0,15 voor elke m2

€ 1.124,05

3.6.1.5

5.001 - 50.000 m2

 

3.6.1.5.1

verhoogd met € 0,04 voor elke m2

€ 1.579,65

3.6.1.6

50.001m2 of meer

 

3.6.1.6.1

verhoogd met € 0,03 voor elke m2

€ 2.247,75

3.6.2

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de brandbeveiligingsverordening:

 

3.6.2.1

deze aanvraag wordt ingetrokken alvorens de vergunning is verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van 60% van de overeenkomstig artikel 3.6.1 t/m 3.6.1.6.1 geheven leges

 

3.6.2.2

de gebruiksvergunning niet wordt verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van 60% van de overeenkomstig 3.6.1 t/m 3.6.1.6.1 geheven leges

 

3.6.2.3

van een verleende gebruiksvergunning geen gebruik wordt gemaakt en de houder van de vergunning of zijn rechtverkrijgende verzoekt binnen zes maanden na de verlening van de gebruiksvergunning deze in te trekken en de vergunning wordt deswege ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van 60% van de overeenkomstig 3.6.1 t/m 3.6.1.6.1.1geheven leges.

 

3.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een overschrijving, resulterend in een gewijzigde tenaamstelling, van een verleende gebruiksvergunning

€ 73,20

 

 

 

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing, informatieverstrekking of overige dienstverlening

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking hetzij informatieverstrekking of overige dienstverlening voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,25

 

 

 

 

Bijlage: Lijst standaard normbedragen

 

 

De vermelde normbedragen gelden per eenheid zoals vermeld

 

normbedrag eenheid

(bruto)

WONINGEN

Rijtjeswoning 196,00 per m3

Halfvrijstaande woning 237,00 per m3

Vrijstaande woning en appartement 265,00 per m3

Bungalow 283,00 per m3

Woonwagen (nieuw en verplaatst) 178,00 per m3

(Tijdelijke) woonunit 178,00 per m3

Recreatiewoning 178,00 per m3

 

WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN

Uitbreiding woonruimte / dakopbouw 269,00 per m3

Uitbreiding bergruimte / garage 119,00 per m3

Kelder 247,00 per m3

Serre 534,00 per m2

Verandering woonruimte (inpandig) 124,00 per m3

Dakkapel 1.021,00 per m1

Gevelwijziging 552,00 per m2

Nieuw dak 110,00 per m2

 

BIJGEBOUWEN

Berging / garage met plat dak 124,00 per m3

Berging / garage met kapconstructie 114,00 per m3

Carport / overkapping 146,00 per m2

Tuinhuisje (prefab) 137,00 per m3

Zwembad 183,00 per m3

 

TUIN EN STRAATMEUBILAIR

Houten schutting / pergola 64,00 per m1

Gemetselde tuinmuur 114,00 per m1

Schotelantenne 921,00 per stuk

Hout + metselwerk tuinmuur 87,00 per m1

Gaashekwerk 46,00 per m1

 

BEDRIJ F SHALLEN

Gemetselde wandconstructie:

g eldt voor gehele pand (geen opsplitsing)

Bedrijfshal hoogte tot en met 3 m1 92,00 per m3

Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 m1 55,00 per m3

Extra tussenvloer in de hal 124,00 per m2

Bedrijfskantoor in de hal 187,00 per m3

 

Systeembouw:

Geldt voor gehele pand (geen opsplitsing)

Hal hoogte tot en met 6 m1 55,00 per m3

Hal hoogte tussen 6 tot en met 9 m1 46,00 per m3

Hal hoger dan 9 m1, opp. kleiner dan 5.000 m2 42,00 per m3

Hal hoger dan 9 m1, opp. tussen 5.000 en 10.000 m2 42,00 per m3

Hal hoger dan 9 m1, opp. tussen 10.000 en 20.000 m2 37,00 per m3

Hal hoger dan 9 m1, opp. groter dan 20.000 m2 37,00 per m3

Extra tussenvloer in de hal 78,00 per m2

Extra kantoorvloer in de hal 119,00 per m2

Open loods 119,00 per m2

Semi-permanente unit 187,00 per m3

Romneyloods 26,00 per m3

 

OVERIGE GEBOUWEN

Kantoor 265,00 per m3

Showroom 155,00 per m3

Winkel 265,00 per m3

Bouwmarkt 119,00 per m3

Horeca 242,00 per m3

Sporthal 237,00 per m3

Kleedgebouwen 219,00 per m3

Scholen kinderdagverblijven 210,00 per m3

Noodscholen 174,00 per m3

Zorgfunctie (kleinschalig) 315,00 per m3

Interne wijzigingen overige gebouwen 92,00 per m3

Gevelwijzigingen overige gebouwen 556,00 per m2

 

TUINBOUWKAS SEN

7.1 Verwarmde kas 42,00 per m2

7.2 Onverwarmde kas 28,00 per m2

 

VARKENSSTAL LEN

8.1 Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) 365,00 per m2

8.2 Stal voor vleesvarkens (traditioneel metselwerk) 338,00 per m2

8.3 Stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro) 237,00 per m2

 

* Voor systeembouw, zoals beton- en staalwanden,

geldt een tariefreductie van 60,00 per m2

 

KOEIENSTAL LEN

9.1 Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) 329,00 per m2

9.2 Grupstal (traditioneel metselwerk) 265,00 per m2

9.3 Ligboxenstal (traditioneel metselwerk) 283,00 per m2

 

* Voor systeembouw, zoals beton- en staalwanden,

geldt een tariefreductie van 60,00 per m2

 

KIPPENSTAL LEN

10.1 Vleeskuikens (traditioneel metselwerk) 274,00 per m2

10.2 Legkippen (traditioneel metselwerk) 292,00 per m2

 

* Voor systeembouw, zoals beton- en staalwanden,

geldt een tariefreductie van 60,00 per m2

 

10.3 Extra kosten legbatterijen / mestverwijdering 87,00 per m2

 

PAARDENSTAL LEN

11.1 Paardenstal (traditioneel metselwerk) 552,00 per m2

11.2 Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk) 269,00 per m2

 

* Voor systeembouw, zoals beton- en staalwanden,

geldt een tariefreductie van 60,00 per m2

 

OVERIGE AGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN

12.1 Opslagloods (spouwmuur traditioneel) 196,00 per m2

12.2 Opslagloods (houten gevels) 105,00 per m2

12.3 Opslagloods (beton gevels) 105,00 per m2

12.4 Prefab werktuigen/opslagloods (stalen gevels) 87,00 per m2

12.5 Prefab open veldschuur (stalen gevels) 51,00 per m2

12.6 Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting) 301,00 per m2

12.7 Champignonkwekerij (incl. basisinrichting) 543,00 per m2

12.8 Nertsen 133,00 per m1

 

MESTSILO ’S /KELDER S

13.1 Bovengronds van staal en/of hout (systeembouw) 36,00 per m3

13.2 Mestkelder (losse kelder) 124,00 per m2

13.3 Sleufsilo 224,00 per m1

 

(PARKEER)KELDER S

14.1 Gedeeltelijk boven- of ondergronds 160,00 per m3

14.2 Geheel ondergronds 215,00 per m3

14.3 Geheel bovengronds 101,00 per m3

14.4 (Parkeer)kelder onder gebouw 105,00 per m3

 

De griffier,

Drs. T.W. Zwemmer

De voorzitter,

P.C.C. Kastrop

Naar boven