Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 (Legesverordening 2017)1e herziening.

De raad van de gemeente Montfoort;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet

 

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 (Legesverordening 2017)1e herziening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

het in behandeling nemen van aanvragen van verklaring omtrent inkomen en vermogen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening leges 2016’ van 14 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Legesverordening Montfoort 2017, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat de Legesverordening Montfoort 2017 van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    De bekendmaking van de in titel 2, hoofdstuk 1, in rubrieken 2.1.1.1 en 2.1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde UAV 2012 geschiedt, conform artikel 139, lid 3 Gemeentewet, door ter inzagelegging. De ter inzagelegging zal op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd op de gemeentepagina van de “IJsselbode”

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Montfoort 2017, 1e herziening.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 januari 2017 van de raad van de gemeente Montfoort,

mr. C.G.M. Bus

de griffier

mr. P.J. van Hartkamp- de Jong

de voorzitter

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2017, 1e herziening

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 Hoofdstuk 1 Burgerlijke Stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of terzake van de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

1.1.1.1

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 346,45

1.1.1.2

Op enig ander moment dan genoemd in 1.1.1.1

€ 396,45

 

met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30 uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van de gemeente, en indien de omzetting van een partnerschap in een huwelijk zonder enig ceremonieel plaats vindt op het stadhuis.

 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een parterschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

1.1.2.1

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 346,45

1.1.2.2

Op enig ander moment dan genoemd in 1.1.2.1

€ 396,45

 

enz.

 

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 17,70

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 22,00

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

wettelijk

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75*

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45*

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75*

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45*

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75*

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45*

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,45*

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,65*

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,60*

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,55*

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 januari 2017. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

  

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,95*

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het genoemde bedrag in de geldende “Regeling afdracht vergoedingen afgifte rijbewijzen”.

€ 34,10**

1.3.3

Voor het afgeven van een eigenverklaring ten behoeve van het Centraal Bureau Rijbewijzen òf het door het CBR vastgestelde tarief.

€ 32,80

* Dit is het maximumtarief voor 2017 van € 29,29, vermeerderd met het rijkskostendeel van € 9,70.

** Let op: het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt sinds 1 januari 2013 € 34,10.

  

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,25

1.4.2.2

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen (BRP), voor ieder daaraan besteedt kwartier:

€ 22,00

1.4.2.3

Voor het op verzoek verstrekken van een persoonslijst geldt hetzelfde tarief als bedoeld in 1.4.2.1:

€ 10,25

1.4.2.4

Het tarief voor het verstrekken van informatie op basis van selecties uit het BRP-bestand bedraagt voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 22,00

  

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 15,25

  

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

€ 4,70

  

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 81,80

1.7.1.2

een exemplaar van de rekening

€ 81,80

1.7.1.3

een exemplaar van de meerjarenraming

€ 20,40

1.7.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.2.1

op de stukken behorende bij de raads- en commissie­vergaderingen

€ 149,10

 

Indien een abonnement wordt afgesloten in de loop van een kalenderjaar, wordt het tarief voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar naar tijdsgelang vastgesteld.

 

1.7.3

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.3.1

een exemplaar van een verordening van de gemeente, de toe­lichting daaronder begrepen, vermeerderd met € 0,50 per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

€ 20,40

  

 

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

 

het bedrag dat is vastgesteld op grond van de Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 28 maart 2013, nr. 365293, tot vaststelling van de vergoeding voor de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag en een gedragsverklaring aanbesteden (Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden), of de regeling die deze regeling vervangt.

 

1.8.1.2

Tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 10,25

1.8.1.3

Tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 10,25

1.8.1.4

tot het legaliseren van een handtekening

€ 10,25

  

 

Hoofdstuk 9 Leegstandwet

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 113,00

  

 

Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet

 

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.10.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet

€ 81,80

1.10.2

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing

€ 81,80

1.10.3

Tot het verlenen van toesteming om een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 81,80

 

 

Hoofdstuk 11 Kansspelen

 

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.11.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50*

1.11.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00*

1.11.2

De subonderdelen 1.11.1.1 en 1.11.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

1.11.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 25,75

* Dit is het maximumtarief.

  

 

Hoofdstuk 12 Kabels en leidingen

 

1.12.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, 1e lid van de Telecommunicatiewet:

€ 88,95

1.12.2

Het bedrag genoemd in artikel 1.12.1 wordt, bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht met een toeslag over de bemeten sleuflengte per strekkende meter sleuf verhoogd met:

   

€ 1,20

1.12.3

Het bedrag genoemd in artikel 1.12.1 wordt, indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met :

   

€ 64,90

 

per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld.

 

1.12.4

Indien met betrekking tot een melding als genoemd in 1.121.1 onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het bedrag als genoemd in 1.12.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.12.5

Indien een begroting als bedoeld in artikel 1.12.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

1.12.6

In afwijking van het genoemde in artikel 1.12.1 kan het college voor grote projecten een vast bedrag in rekening brengen.

 

  

 

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

 

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 44,55

1.13.1.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 66,25

1.13.1.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 153,20

1.13.1.4

tot het verlengen van een invalidenparkeerkaart of gehandi­captenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien geen geneeskundig onderzoek is vereist

€ 47,70

1.13.1.5

tot het verlengen van een invalidenparkeerkaart of gehandi­captenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien wel een geneeskundig onderzoek is vereist

€ 110,80

1.13..6

Indien de vergunning als bedoeld in 1.13.1.3 niet wordt verleend, dan bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

€ 26,90

1.13.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.2.1

tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing, als bedoeld in

artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 157,40

1.13.2.2

tot het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 235,00

1.13.2.3

tot het verlengen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 118,00

1.13.2.4

tot het verkrijgen van een bijzondere toestemming laden en

lossen, als bedoeld in bijlage 1 van het ADR-verdrag

€ 77,60

1.13.3

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.3.1

tot het verkrijgen van een verkeersbesluit op kenteken conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 158,40

1.13.3.2

het overeenkomstig artikel 1.13.3.1 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien de parkeerplaats wordt aangelegd op een bestaande parkeerplaats

€ 221,60

1.13.3.3

het overeenkomstig artikel 1.13.3.1 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien er sprake is van een nieuw aan te leggen parkeerplaats

€ 1.056,10

1.13.3.4

het bedrag genoemd in 1.13.3.3 wordt verhoogd met 50% van het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde meerkosten, blijkend uit een begroting die terzake door of van­wege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

1.13.3.5

tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats als gevolg van een binnengemeentelijke verhuizing van begunstige

€ 158,40

1.13.4

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.4.1

tot het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone

€ 105,65

1.13.4.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede aanvraag op het zelfde adres, dan bedraagt het tarief

€ 158,40

  

 

Hoofdstuk 14 Diversen

 

1.14.1

vervallen

 

1.14.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.14.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,20

1.14.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.14.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat, zwart-wit

€ 0,50

1.14.2.2.2

per pagina op papier van A3-formaat, zwart-wit

€ 0,70

1.14.2.2.3

per pagina op papier van A4-formaat, kleur

€ 1,50

1.14.2.2.4

per pagina op papier van A3-formaat, kleur

€ 2,20

1.14.2.2.5

Op A2-formaat

€ 17,60

1.14.2.2.6

Op A1-formaat

€ 18,70

1.14.2.2.7

Op A0-formaat

€ 19,70

1.14.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 41,40

1.14.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,20

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

  

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 258,85

  

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de bouwkosten bedragen:

 

2.3.1.1.1

€ 0,00 tot € 2.500,00

€ 152,20

2.3.1.1.2

€ 2.500,00 tot € 5.000,00

€ 325,10

2.3.1.1.3

€ 5.000,00 tot € 10.000,00

€ 487,60

2.3.1.1.4

€ 10.000,00 tot € 20.000,00

€ 487,60

 

 

2.3.1.1.5

€ 20.000,00 tot € 100.00,00

€ 487,60

 

Vermeerderd met 3% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 20.000,00 te boven gaan; 

2.3.1.1.6

€ 100.000,00 tot € 500.000,00

€ 3.339,20

 

Vermeerderd met 2,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,00 te boven gaan; 

 

€ 500.000,00 tot € 2.500.000,00

€ 13.900,30

 

Vermeerderd met 2,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,00 te boven gaan; 

 

€ 2.500.000,00 en hoger

€ 24.461,40

 

Vermeerderd met 0,25% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 25.00.000,00 te boven gaan, met een maximum van € 29.706,00;

 

 

Welstandstoets

 

2.3.1.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot beoordeling van een bouwplan door Mooisticht, indien de bouwkosten:

 

 

€ 10.000,00 of minder bedragen

€ 40,60

 

meer bedragen dan € 10.000,00, doch minder dan € 225.000,01

 

 

1,92‰ van de bouwkosten vermeerderd met

€ 20,70

 

meer bedragen dan € 225.000,00, doch minder dan € 450.000,01

€ 468,00

 

vermeerderd met 1,5‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 225.000,00 te boven gaan

 

 

meer bedragen dan € 450.000,00, doch minder dan € 2.250.000,01

€ 826,80

 

vermeerderd met 0,33‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 450.000,00 te boven gaan

 

 

meer bedragen dan € 2.250.000,00

€ 1.432,50

 

vermeerderd met 0,11‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 2.250.000,00 te boven gaan.

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2.2

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

   

€ 65,00

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

 

indien het een bestaand bedrijf betreft

€ 750,70

 

indien het een startend bedrijf betreft

€ 880,10

 

wanneer de agrarische beoordelingscommissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken

€ 931,90

 

 nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen

€ 440,05

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

   

125%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

   

€ 0,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

Minder zijn dan € 2.500,00

€ 162,55

 

€ 2.500,00 of meer, maar minder zijn dan € 5.000,00

€ 325,10

 

€ 5.000,00 of meer, maar minder zijn dan € 50.000,00

€ 812,85

 

€ 50.000,00 of meer

€ 1.626,65

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

1,50 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00 ;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

1,50 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00; 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

3 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 1.940,00 en een maximum van € 5.198,00; 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

1,50 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00; 

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

1,50 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00; 

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

1,50 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00; 

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

1,50 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00; 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 366,50

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 366,50

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 2.049,10

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 366,50

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 366,50

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 366,50

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 366,50

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de betreffende gebruiksoppervlakte bedraagt:

2.3.5.1.1

tot en met maximaal 100 m²

€ 366,50

2.3.5.1.2

meer dan 100 m² tot en met 500 m²

€ 366,50

 

vermeerderd met € 0,89 per m2

 

2.3.5.1.3

meer dan 500 m² tot en met 2.000 m²

€ 733,05

 

vermeerderd met € 0,50 per m2

 

2.3.5.1.4

meer dan 2.000 m² tot en met 5.000 m²

€ 1.466,10

 

vermeerderd met € 0,15 per m2

 

2.3.5.1.5

meer dan 5.000 m² tot en met 50.000 m²

€ 2.199,20

 

vermeerderd met € 0,02 per m2

 

2.3.5.1.6

meer dan 50.000 m²

€ 3.297,75

 

vermeerderd met € 0,01 per m2

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Montfoort 2011 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 162,60

2.3.7

vervallen

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

           

€ 258,85

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening <of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

           

€ 258,85

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening gemeente Montfoort een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

         

€ 258,85

2.3.11

vervallen

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

         

€ 0,00

2.3.12.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Economische Zaken aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

         

€ 0,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en faunawet

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

       

€ 112,85

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 112,85

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

     

€ 112,85

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 422,45

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 422,45

2.3.16.A

Beoordeling akoestisch onderzoek

 

2.3.16.A.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het beoordelen van een akoestisch onderzoek ten behoeve van een hogere waarde, gelet op de Wet geluidhinder

   

€ 422,45

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven en deze niet is opgenomen in de categorie van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist (overeenkomstig het besluit van de raad van 28 juni 2010):

€ 244,40

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

  

 

 Hoofdstuk 4 Vermindering

 

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges tot een bedrag van € 190,00 in mindering gebracht op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

  

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 3 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

75%

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 7 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

65%

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 7 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

55%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt (al dan niet op aanvraag van de vergunninghouder) bestaat geen aanspraak op teruggaaf van de betaalde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

   

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.3.3

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 of een verzoek tot beoordeling van een conceptaanvraag zoals bedoeld in hoofdstuk 2 buiten behandeling wordt gelaten in verband met niet-voldoen aan de indieningvereisten zoals vermeld in het Besluit omgevingsrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van naast genoemd percentage van de geheven leges. De teruggaaf bedraagt:

       

50%

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 39,00 wordt niet teruggegeven.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

  

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 0,00

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

2.7.1

Ingeval en voor zover geen sprake is van bouwen:

5%

2.7.1.1

van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van € 39,00 en een maximum van € 4.812,00.

 

2.7.2

Ingeval en voor zover sprake is van bouwen en het gewijzigd plan niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten van het oorspronkelijke plan:

5%

 

van de oorspronkelijk geheven leges (berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1 bepaald) met een minimum van € 39,00 en een maximum van € 4.812,00;

 

2.7.3

indien de aanvraag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend plan als hiervoor bedoeld wel leidt tot een verhoging van de bouwkosten, dan wordt het normale tarief, berekend op de wijze als in onderdeel 3.2.1 bepaald, toegepast over die meerkosten, zulks echter met inachtneming van het minimum en maximum zoals hiervoor onder 2.7.2.1 is bepaald;

 

2.7.4

Indien de vergunning eerder is geweigerd en deze aanvraag niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten:

55%

 

van de leges berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.1.3 bepaald.

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.049,10

2.8.1.1

Het overeenkomstig 2.8.1 berekende bedrag wordt verhoogd met het met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.049,10

2.8.2.1

Het overeenkomstig 2.8.2 berekende bedrag wordt verhoogd met het met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of van-wege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

 

Hoofdstuk 9 Vervallen

  

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 81,80

2.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, slopen of aanleggen

€ 41,40

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

  

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

3.1.1

Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet bedraagt:

 

€ 627,50

3.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een wijziging van een Drank-en Horecavergunning vanwege een wijziging van de inrichting (artikel 30 Drank- en Horecawet) bedraagt:

 

€ 146,65

3.1.3

Het tarief met betrekking tot melding van bijschrijving of doorhaling van een leidinggevende ingevolge artikel 30A van de Drank –en Horeca, bedraagt:

 

€ 86,85

3.1.3.1

Het tarief genoemd in artikel 3.1.3 wordt verhoogd met

 

per nieuw bij te schrijven leidinggevende, met een maximum van € 344,00.

 

€ 86,85

3.1.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet bedraagt:

 

€ 55,15

3.1.5

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 2:28 van de APV, bedraagt:

 

 

€ 179,75

3.1.6

Het tarief genoemd in artikel 3.1.5 wordt, indien de exploitatievergunning ook geldt voor een bij het horecabedrijf behorend terras, verhoogd met:

 

€ 86,85

3.1.7

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras, bedraagt:

 

€ 86,85

  

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het venten, muziek maken of standplaats innemen op of aan de weg als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Montfoort, geldig voor:

 

3.2.1.1

één dag of dagdeel

€ 17,60

3.2.1.2

één maand:

3.2.1.2.1

gedurende één dag of dagdeel per week

€ 23,85

3.2.1.2.2

gedurende elke dag meer per week

€ 13,50

3.2.1.3

één kwartaal:

3.2.1.3.1

gedurende één dag of dagdeel per week

€ 61,10

3.2.1.3.2

gedurende elke dag meer per week

€ 31,05

3.2.1.4

één jaar:

3.2.1.4.1

gedurende één dag of dagdeel per week

€ 153,20

3.2.1.4.2

gedurende elke dag meer per week

€ 76,60

3.2.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het na sluitingsuur gedurende 2 uur of minder geopend hebben van een voor het publiek toegankelijke ruimte als bedoeld in de Alge¬mene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Montfoort, geldig voor:

 

3.2.2.1

één dag of dagdeel

€ 17,60

3.2.2.2

één maand:

 

3.2.2.2.1

gedurende één dag of dagdeel per week

€ 23,85

3.2.2.2.2

gedurende elke dag meer per week

€ 13,50

3.2.2.3

één kwartaal:

 

3.2.2.3.1

gedurende één dag of dagdeel per week

€ 61,10

3.2.2.3.2

gedurende elke dag meer per week

€ 31,05

3.2.2.4

één jaar:

 

3.2.2.4.1

gedurende één dag of dagdeel per week

€ 153,20

3.2.2.4.2

gedurende elke dag meer per week

€ 76,60

3.2.3.1

Indien de ontheffing geldt voor meer dan twee uur na sluitingsuur worden de voormelde tarieven 100 % verhoogd.

 

3.2.3.2

De tarieven genoemd in 3.2.1 en 3.2.2 worden met 25% verhoogd indien het een doorlopende vergunning of ontheffing betreft.

 

  

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

3.3.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Montfoort

   

€ 627,45

3.3.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestaande vergunning

 

€ 136,70

3.3.3

Indien een bestaande vergunning dermate wordt gewijzigd dat er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuwe vergunning, dan is het in 3.3.1 genoemde bedrag van toepassing; zulks doet zich in ieder geval voor als de vergunning op meer dan twee punten wordt gewijzigd.

 

  

 

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

 

€ 81,80

  

 

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

 

3.5.1

TIJDELIJKE INRICHTING

 

 

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aan­vraag tot het verlenen van vergunning voor het in gebruik hebben van een tijdelijke inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brand­beveiligingsverordening:

 

€ 162,55

3.5.1.1

Voor specifieke bij name genoemde grote evenementen

welke voldoen aan de criteria vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager een kostenopgaaf gedaan; indien de kostenopgaaf is gedaan, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenopgaaf aan de aanvrager is ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.5.2

BOUWWERK OF NIET TIJDELIJKE INRICHTING

 

 

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aan­vraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld onder 9A.1, voor het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk of een inrichting, bedoeld in lid 1a, b, c en de van art. 6.1.1 van de Bouw­verordening en van art. 2.1.1 van de Brandveiligingsverordening;

 

3.5.2.1

Gebouwen met een woonfunctie

€ 812,75

3.5.2.2

Gebouwen met een logiesfunctie

€ 812,75

3.5.2.3

Gebouwen met een onderwijsfunctie

€ 812,75

3.5.2.4

Gezondheidszorg-gebouwen

 

3.5.2.4.1

Gezondheidsdiensten

€ 812,75

3.5.2.5

Bedrijfsgebouwen

 

3.5.2.5.1

3.5.2.5.2.

3.5.2.5.3.

Kantoren

Fabrieken

Loods, veem, opslagplaats

€ 1.219,75

€ 1.219,75

€ 650,25

3.5.2.6

Gebouwen voor wegverkeer

€ 812,75

3.5.2.7

Gebouwen met een publieksfunctie

 

3.5.2.7.1

3.5.2.7.2

3.5.2.7.3

3.5.2.7.4

3.5.2.7.5

3.5.2.7.6.

3.5.2.7.7

3.5.2.7.8

3.5.2.7.9

3.5.2.7.10

3.5.2.7.11

Theater, schouwburg, bioscoop, aula

Museum, bibliotheek

Buurthuis, ontmoetingscentrum, wijkcentrum

Kerkgebouw, gebedshuis

Tentoonstellingsgebouwen

Café’s, discotheek, restaurant

Gymzaal, studio (bijvoorbeeld ballet)

Sporthal, stadion

Zwembad

Winkelgebouw

vervallen

€ 1.301,50

€ 650,25

€ 650,25

€ 650,25

€ 812,75

€ 812,75

€ 650,25

€ 812,75

€ 650,25

€ 812,75

3.5.2.7.12

Tijdelijke bouwsels

€ 406,95

3.5.2.7.13

Markt

€ 650,25

 

Niet-bebouwde opslagterreinen voor gevaarlijke stoffen

 

3.5.2.8

Indien en voor zover de gevraagde vergunning betrekking heeft op het in gebruik hebben of houden van niet-bebouwde voor bedrijfs­doeleinden bestemde terreinen bij bouwwerken, waarin bedrijfs­matig de in artikel 6.2.2 van de Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen, bedragen de leges voor het in behande­ling nemen van een aanvraag voor het verlenen hiervan

       

€ 406,95

 

INTREKKEN VAN DE AANVRAAG

 

3.5.3

Indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.5.1en 3.5.2 wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen wordt op verzoek teruggaaf van 40% van de geheven leges verleend.

 

3.5.4

WIJZIGEN VAN DE VERGUNNING

 

3.5.4.1

Overschrijving op een andere naam

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag, van degene op wiens naam de vergunning is gesteld of op aanvraag zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld voorzover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik van het bouwwerk of de inrichting of het bouwwerk of de inrichting zelf niet gewijzigd is bedraagt

         

€ 162,55

3.5.4.2

De leges voor een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.5.1 en 3.5.2 bedraagt, indien het betreft:

a. gewijzigd gebruik van een gedeelte van het bouwwerk of de inrichting 50% van het legestarief vermeld in onderdeel 3.5.1 en 3.5.2;

b. gewijzigd gebruik van het gehele bouwwerk of inrichting 50% van het legestarief vermeld in onderdeel 3.5.1 en 3.5.2;

c. uitbreiding van het bouwwerk of de inrichting het leges tarief vermeld in onderdeel 3.5.1 en 3.5.2, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de uitbreiding.

 

 

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Montfoortd.d. 30 januari 2017

   

De griffier van de gemeente Montfoort,

   

mr. C.G.M. Bus

Naar boven