Gedragscode integriteit gemeente Montfoort

Rolbewust in verbinding

Gedragscode integriteit gemeente Montfoort

Gedragscode integriteit voor bestuurders en volksvertegenwoordigers.

 

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen aan collega-bestuurders en/of aan (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat moet iedereen zich houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar gaat ook over de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers van de ambtelijke organisatie, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is in Montfoort een gezamenlijke gedragscode opgesteld. Daar waar bijvoorbeeld vanuit de rol of rechtspositie verschillen bestaan is dat apart in de gedragscode opgenomen.

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. Om dat karakter helder te houden zijn aan de gedragscode ook een oplegger (verkorte tekst en visualisatie) en een onderlegger (protocol integriteit) toegevoegd. Samen vormen de drie documenten het integriteitsbeleid van de gemeente Montfoort. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Er is sprake van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De volksvertegenwoordigers kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om “doing the right thing, even when no one is watching”.

Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. ‘Openheid en integriteit’: “het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat.” De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, excursies en evenementen. Buitenlandse (dienst)reizen hebben wij buiten beschouwing gelaten, omdat dat in Montfoort niet voorkomt. Wel hebben wij de openbaarmaking van zakelijke belangen toegevoegd, omdat dat niet alleen het bewustzijn van de raads- en collegeleden op dit specifieke gebied van mogelijke belangenverstrengeling, maar hen tevens beter in staat stelt om ervoor te waken dat zij in een situatie van (de schijn van) belangenverstrengeling terechtkomen.

De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is evenwel primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording.

Naast de code voor goed openbaar bestuur worden hier de algemene beginselen van behoorlijk bestuur vermeld. Zij spelen een belangrijke rol bij de vaststelling en invulling van de kaders en daarmee een wezenlijke rol in het verkeer tussen gemeentebestuur en burger. De naleving van deze beginselen draagt eveneens in belangrijke mate bij aan integer denken en handelen.

Montfoort: rolbewust in verbinding

De gemeente Montfoort heeft zelf gekozen voor een nadere invulling van het integriteitsbeleid. De streefwaarden van Montfoort zijn te bezien vanuit het idee van ‘rolbewust in verbinding zijn’, waarbij de gemeente streeft naar het zijn van een rolbewuste overheid, die binnen juridische kaders werkt aan vertrouwen en betrouwbaarheid op een open, eerlijke, geloofwaardige en transparante wijze. De hier genoemde waarden, uitgangspunt voor de verbinding van bestuur met de samenleving, zijn: 

  • -

    Vertrouwen en betrouwbaar

  • -

    Rolbewust

  • -

    Rechtmatig (binnen juridische kaders)

  • -

    Transparant en open

  • -

    Eerlijk

  • -

    Geloofwaardig

Montfoort is een gemeente met meerdere kernen, hechte gemeenschappen en een nauwe relatie met het bestuur. Verbinding is een kracht op zich. Het betekent korte lijnen, betrokkenheid en een kracht om samen te werken aan resultaten. Die verbinding kent ook nadelen. Politiek is een zaak van belangen. Maar waar liggen de grenzen van belangenbehartiging en belangenverstrengeling? Wanneer is de verbinding gericht op een deelbelang? De kunst is om te komen tot een vorm van rolbewust in verbinding zijn: vanuit de (professionele) rol in de democratische rechtsstaat werken aan het juiste midden tussen een te hechte verwevenheid en te grote afstand van het bestuur tot de bevolking.

Rolbewust in verbinding zijn heeft betrekking op de rollen van en de relatie tussen raad en college. Het college werkt op basis van het vertrouwen van de raad. Dat vertrouwen moet wel ergens op gebaseerd zijn. Ruimte om een eigen rol te spelen is daarvoor belangrijk. Rolbewust handelen wijst niet alleen op de eigen invulling van de rol, maar ook op de ander in staat stellen zijn rol goed te vervullen. Dat betekent werken aan duidelijke kaders voor het college waarbinnen zij haar werk kan doen, maar ook op basis waarvan de raad haar controlerende rol kan spelen. In de volksvertegenwoordigende rol en het debat laten college en raad zien verbonden te zijn met de verschillende belangen in de gemeente.

De rolbewustheid is gemarkeerd in een afzonderlijke bepaling in de gedragscode (artikel 2).

Daarin is tevens verankerd dat college en collegeleden in hun denken en handelen zijn gebonden aan de kaders, die door de raad en ook het college zijn gesteld. Indien over die kaders of de invulling daarvan afspraken met externen worden gemaakt, dan zal daarvan op zorgvuldige wijze verslag worden gedaan.

Het is voorts van belang, dat bij de vormgeving van de waarden en invulling van rollen en ruimte gebruik wordt gemaakt van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur

In het kort de belangrijkste rollen:

  • -

    Gemeenteraad: De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan in de gemeente. De raad, als vertegenwoordiger van de lokale bevolking (volksvertegenwoordigende rol), zorgt ervoor dat politieke vraagstukken op tafel komen, stelt de kaders voor beleid vast ((kaderstellende rol) en ziet erop toe dat beleid binnen die kaders wordt uitgevoerd (controlerende rol).

  • -

    College van B&W: Het college heeft de rol van dagelijks bestuur en voert het beleid binnen de vastgestelde politieke kaders van de raad uit.

  • -

    Burgemeester: De burgemeester is voorzitter van de raad en het college, kwaliteitsbewaker van de besluitvorming en procesbegeleider/coach naar de spelers in het politieke spel. De burgemeester vervult een neutrale rol naar alle partijen.

  • -

    Griffie/Griffier: De griffie ondersteunt het raadswerk en de ontwikkeling van de raadsleden en raad als geheel.

  • -

    Ambtelijke organisatie en gemeentesecretaris: Ambtenaren hebben een onafhankelijke rol. Zij voeren het beleid uit en adviseren het college. De gemeentesecretaris is het hoofd van de ambtelijke organisatie en eerste adviseur van het college.

1 Algemene bepalingen

  • 1.1

    Deze gedragscode is bedoeld voor de burgemeester, wethouders en raadsleden, maar richt zich ook tot de forumleden en bestuursorganen.

  • 1.2

    Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 1.3

    Deze gedragscode is bedoeld als een nadere invulling van de wetgeving. In de bijlage van deze gedragscode is het wettelijk kader opgenomen.

  • 1.4

    De gedragscode vormt samen met de oplegger (visualisatie, beleving en waarden) en onderlegger (omgang met vragen en vermoedens van integriteitsschendingen) de afspraken van de gemeente Montfoort op het gebied van integriteit van politieke ambtsdagers.

2 Rolbewust

  • 2.1

    College en raad spreken af om rolbewust samen te werken en elkaar hier scherp op te houden.

  • 2.2

    Rolbewust vanuit de raad

    • 1.

      De raad zorgt ervoor dat belangrijke argumenten in het debat ter sprake komen.

    • 2.

      De raad stelt kaders vast voor het college.

    • 3.

      De raad controleert of het college zich aan deze kaders heeft gehouden.

  • 2.3

    Rolbewust vanuit het college

    • 1.

      Het college werkt mede op basis van door de raad vastgestelde kaders, voor zover het de bevoegdheid van de raad betreft,

    • 2.

      Daar waar die kaders ontbreken, maakt het college dit bespreekbaar in de raad.

    • 3.

      Het college of een collegelid maakt met externen alleen afspraken die binnen de door de raad of het college gestelde kaders vallen.

    • 4.

      Indien die afspraken met externen worden gemaakt, wordt gezorgd voor een zorgvuldige verslaglegging.

3 Omgang met belangen

  • 3.1

    Het belang van de gemeente Montfoort staat altijd voorop.

  • 3.2

    Politieke ambtsdragers wegen af in hoeverre een persoonlijk belang meeweegt in de besluitvorming.

4 Omgang met zakelijke belangen, nevenfuncties en nevenactiviteiten

  • 4.1

    Ieder raadslid levert aan het begin van het raadslidmaatschap bij de griffier informatie aan over de (neven)functies. Als hier wijzigingen of aanvullingen op volgen tijdens het raadslidmaatschap, levert het raadslid deze wijziging binnen één week aan bij de griffier.

  • 4.2

    De burgemeester en de wethouders leveren de in het vorige lid bedoelde informatie aan bij de gemeentesecretaris.

  • 4.3

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap of ambt;

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is;

      [het hiernavolgende lid geldt alleen voor burgemeester en wethouders:]

    • e.

      indien bezoldigd wat de inkomsten daaruit zijn.

  • 4.4

    Een raadslid doet eveneens opgave van zijn zakelijke belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt.

  • 4.5

    De griffier en gemeentesecretaris houden een register bij voor respectievelijk de gemeenteraad en het college. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

5 Omgang met informatie 1

  • 5.1

    Het raadslid, de burgemeester of de wethouder zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig 2 wordt bewaard.

  • 5.2

    Het raadslid, de burgemeester of de wethouder gaat zorgvuldigom met gekregen niet openbare informatie en gebruikt deze niet voor zichzelf of voor derden.

6 Omgang met geschenken

  • 6.1

    Het raadslid, de burgemeester of de wethouder accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als dit zijn onafhankelijke positie kan beïnvloeden.

  • 6.2

    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid, de burgemeester of wethouder incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

  • 6.3

    Geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50 worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 6.4

    De griffier en gemeentesecretaris houden een register bij van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50 voor respectievelijk de gemeenteraad en het college. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

7 Omgang met uitnodigingen

  • 7.1

    Met betrekking tot uitnodigingen voor burgemeester en wethouders:

    • 1.

      Burgemeester en wethouders accepteren geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid als functioneel beschouwd kan worden.

    • 2.

      Bij twijfel legt de burgemeester respectievelijk de wethouder de uitnodiging ter bespreking voor in de collegevergadering.

    • 3.

      Uitnodigingen voor excursies, evenementen 3 voor rekening van anderen dan de gemeente legt de burgemeester respectievelijk de wethouder vooraf ter bespreking voor in de collegevergadering.

    • 4.

      Burgemeester en wethouders maken de excursies en evenementen die zij hebben aanvaard openbaar binnen één week nadat de activiteit heeft plaatsgevonden.

    • 5.

      De gemeentesecretaris ontvangt de informatie van burgemeester en wethouders en legt hiervoor een register aan en beheert dit register. In het register is aangegeven wat het doel, de bestemming, duur en kosten waren en wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 7.2

    Met betrekking tot uitnodigingen voor raadsleden:

    • 1.

      Deelname aan excursies en evenementen 4 voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar.

    • 2.

      De griffier ontvangt de informatie van het raadslid en houdt hiervoor een register bij. In het register is aangegeven wat het doel, de bestemming, duur en kosten waren en wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

8 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • 8.1

    Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zo in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven. Het bestuursorgaan hanteert heldere procedures over hoe functionele uitgaven direct in rekening kunnen worden gebracht of gedeclareerd bij de gemeente. 

  • 8.2

    Het raadslid, de burgemeester of wethouder verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures. 

  • 8.3

    Een raadslid, de burgemeester of een wethouder declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed. 

  • 8.4

    Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

9 Uitvoering gedragscode

  • 9.1

    De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. Mocht er iets ontbreken of onduidelijk zijn, dan voorziet zij daarin. 

  • 9.2

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

    • 1.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • 2.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • 3.

      de stappen die worden gevolgd in geval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 9.3

    De stappen; als bedoeld in het vorige lid, maken in de gemeente Montfoort als ‘onderlegger’ deel uit van deze gedragscode.

Bijlage Wettelijk grondslag/kader bij de gedragscode

Paragraaf

Wettelijke grondslag/kader volksvertegenwoordigers

Wettelijke grondslag/ kader bestuurders

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Gedragscode

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor hun leden

(artikel 15, derde lid, Gemeentewet)

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor de voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur

(artikelen 41c, tweede lid en 69, tweede lid, Gemeentewet)

Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

 

Afleggen eed en belofte

 

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden, in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.”

(artikel 14, Gemeentewet)

Alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen legt de wethouder in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, / de burgemeester ten overstaan van de raad, in handen van de Commissaris van de Koning, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik om tot het ambt) benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten uit het ambt) naar eer en geweten zal vervullen.”

(artikelen 41a en 65 Gemeentewet)

 

Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling (vervolg)

 

Persoonlijke belangen

   

Een lid van een volksvertegenwoordiging neemt niet deel aan de stemming over

  • 1.

    een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

  • 2.

    de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 28 Gemeentewet).

Een bestuurder neemt niet deel aan de stemming over

  • 1.

    een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

  • 2.

    de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 58 jo artikel 28 Gemeentewet).

 

  • 1.

    Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

  • 1.

    Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

Incompatibiliteiten en nevenfuncties

  • 1.

    Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers en bestuurders mogen in geschillen, waar de gemeente partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet).

  • 2.

    Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet).

  • 1.

    Verboden overeenkomsten/handelingen: bestuurders mogen in geschillen, waar de gemeente partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikelen 41c, eerste lid, en 69, eerste lid, jo artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet).

  • 2.

    Op overtreding van de incompatibiliteitenregeling staat uiteindelijk de sanctie van ontslag (artikelen 46, tweede lid, en 47 Gemeentewet).

 

  • 1.

    Onverenigbaarheid van functies: het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet).

  • 2.

    Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet).

  • 1.

    Onverenigbaarheid van functies: het zijn van een bestuurder sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikelen 36b en 68 Gemeentewet).

  • 2.

    Op overtreding van de incompatibiliteitenregeling staat uiteindelijk de sanctie van ontslag (artikelen 46, tweede lid, en 47 Gemeentewet).

 

 

  • 1.

    Vervulling nevenfuncties: voor bestuurders is bepaald dat zij geen nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Voor burgemeesters is daaraan toegevoegd dat zij evenmin nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. Bestuurders melden het voornemen tot aanvaarding van de nevenfunctie aan de volksvertegenwoordiging. Voor de burgemeester geldt deze meldverplichting niet voor ambtshalve nevenfuncties (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).

 

  • 1.

    Openbaarmaking nevenfuncties: volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis (artikel 12 Gemeentewet).

  • 1.

    Openbaarmaking nevenfuncties: bestuurders maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. Voor burgemeesters zijn ambtshalve nevenfuncties daarvan uitgezonderd. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).

 

 

  • 1.

    Openbaarmaking inkomsten nevenfuncties: fulltime bestuurders maken hun inkomsten uit nevenfuncties openbaar; de opgave van neveninkomsten wordt ter inzage gelegd op het gemeentehuis, uiterlijk 1 april na het jaar waarin de inkomsten zijn genoten (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).

  • 2.

    Verrekening inkomsten nevenfuncties: bestuurders mogen geen vergoedingen ontvangen voor ambtshalve nevenfuncties; die worden in de gemeentekas gestort. Voor fulltime bestuurders is geregeld dat de inkomsten uit andere nevenfuncties voor een deel worden verrekend, volgens dezelfde verrekenings-systematiek als voor leden van de Tweede Kamer (artikelen 44 en 66 Gemeentewet).

     

Paragraaf 3 Informatie

 

Informatieplicht

  • 1.

    Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 Gemeentewet).

  • 2.

    Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad kan bepalingen bevatten die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.

Geheimhouding

  • 1.

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet). 

  • 3.

    Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

Paragraaf 4 Omgang met geschenken of uitnodigingen

 

Afleggen eed of belofte

De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

De eed of belofte die op grond van de artikelen 41a en 65 van de Gemeentewet moet worden afgelegd heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

     

Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

 

Geen andere inkomsten

 

Een bestuurder geniet geen andere vergoedingen ten laste van de gemeente dan die bij of krachtens wet toegestaan zijn (artikelen 44 en 66 Gemeentewet). 

Procedure van declaratie

Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke verordening Rechtspositie over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruitbetaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

   

Er zijn voor wethouders voorschriften opgenomen in de gemeentelijke verordening over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruitbetaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten bij de gemeente.

Ook zijn in de gemeentelijke verordening voor wethouders voorschriften opgenomen over het (zakelijk) gebruik van een gemeentelijke creditcard.

(modelverordening VNG)

Buitenland

Buitenlandse excursie of reis voor raadsleden:

De gemeenteraad kan een raadscommissie (of een delegatie daaruit) toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/ reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

Buitenlandse dienstreizen:

Als de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van burgemeester en wethouders vereist.

De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

(modelverordening VNG)

 

Naar boven