Verordening tot wijziging van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad 2012

 

 

Op 28 september 2017 heeft de gemeenteraad het Reglement van Orde voor de gemeenteraad 2012 gewijzigd.

De invoering van het digitaal stemmen vormt aanleiding om het huidige artikel 32 lid 1 van het Reglement van Orde aan te passen.

 

De verordening treedt in werking op de dag na deze bekendmaking.

Nadere informatie bij de griffie van de gemeenteraad Leiden, tel. 071 – 516 5107.

 

RAADSBESLUIT

De Raad van de gemeente Leiden;

Gezien het voorstel van het presidium (raadsvoorstel 17.0076 van 2017),

 

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende wijziging van:

 

Reglement van Orde voor de gemeenteraad 2012

 

Artikel I Wijziging van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad 2012

Artikel 32 lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

1.Indien geen van de leden om stemming vraagt, wordt het besluit geacht met algemene stemmen te zijn aangenomen. Indien in de vergadering aanwezige leden om stemming vragen, dan geschiedt de stemming met het digitale stemsysteem. Mocht dit systeem tijdelijk niet functioneren dan brengen de leden hun stem uit door het opsteken van een hand. Voorafgaand aan de stemming roept de voorzitter, indien nodig, de leden op tot stemming door middel van een geluidssignaal.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Gewijzigde toelichting bij artikel 32 lid 1:

Toelichting bij artikel 32 lid 1:

Het digitale stemmen vervangt het stemmen via handopsteken bij stemmingen over raadsvoorstellen, moties, amendementen en peilingen over voorstellen met scenario’s, tenzij het digitale stemsysteem een storing heeft. Het digitale stemmen is niet van toepassing bij hamerstukken en bij stemmingen waarbij vanuit wet- en regelgeving andere regels gelden ten aanzien van hoofdelijke stemming en stemming over personen.

Bijlage Reglement van Orde gemeenteraad 2012

Tekst Reglement van Orde gemeenteraad Leiden 2012 onderdeel stemmen + voorstellen van orde

Artikel 30 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.

Artikel 31 Beslissing

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele amendementen en moties, de stemming plaats over het voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, tenzij geen stemming wordt gevraagd.

  • 3.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

  • 4.

    Bij een raadsvoorstel waarbij twee of meer scenario’s zijn opgenomen wordt, voordat het voorstel in stemming wordt gebracht, bepaald door middel van een peiling in twee of meer stemrondes welk scenario een meerderheid van de uitgebrachte stemmen in de raad heeft. Vervolgens wordt het voorstel met dit meerderheidsscenario in stemming gebracht.

Artikel 32 Algemene bepalingen over stemmingen

A. Algemeen

  • 1.

    De leden brengen hun stem uit door het opsteken van een hand.

  • 2.

    In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd.

  • 3.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet tevens mededeling of het voorliggende besluit, voorstel, motie, amendement of verzoek is aangenomen of verworpen.

  • 5.

    Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

  • 6.

    Het vijfde lid is niet van toepassing:

    • a.

      ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen ten aanzien van wie in een vorige vergadering een stemming op grond van dat niet geldig was.

    • b.

      in een vergadering als bedoeld in artikel 15, tweede lid, voor zover het betreft onderwerpen die in de daaraan voorafgaande, ingevolge artikel 15, eerste lid, niet geopende vergadering aan de orde waren gesteld.

  • 7.

    Indien een raadsvergadering op grond van artikel 9 derde of vijfde lid eerder dan 20.00 uur begint, vinden stemmingen over de voorstellen die voor 20.00 uur worden behandeld na 20.00 uur plaats. De raad kan besluiten tot stemming voor 20.00 uur indien bij de stemming de voltallige raad aanwezig is of uit persoonlijke afmeldingen blijkt dat de afwezige raadsleden de raadsvergadering niet bij zullen wonen.

  • 8.

    Ook kan hij voorstellen, het voorgestelde besluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke stemming zal plaatsvinden. Dit splitsingsvoorstel brengt de voorzitter in stemming.

B. Hoofdelijke stemming

  • 9.

    De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.

  • 10.

    De griffier roept de leden bij naam op hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 18 is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst. Stemming vindt plaats door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 11.

    Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 12.

    Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 13.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of ingevolge het tiende lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 14.

    Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

  • 15.

    Indien hoofdelijk wordt gestemd kan een lid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem heeft vergist, deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

Artikel 33 Deelneming aan stemming

  • 1.

    Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over:

    • a.

      een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

  • 2.

    Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje.

  • 3.

    Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing bij het besluit betreffende de toelating van de na periodieke verkiezing benoemde leden.

Artikel 34 Besluitquorum

  • 1.

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 2.

    Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.

Artikel 35 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien zowel een amendement als een motie op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd, vervolgens over de motie en daarna over het voorstel.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien bij een voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel.

  • 5.

    Artikel 32A lid 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 36 Stemming over personen

  • 1.

    Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter vier leden in het stembureau.

  • 2.

    De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim.

  • 3.

    Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes zijn identiek.

  • 4.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 5.

    Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 6.

    Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als hiervoor bedoeld worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    a) een blanco ingevuld stembriefje;

    b) een ondertekend stembriefje;

    c) een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

    d) een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

    e) een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 7.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.

  • 8.

    De griffier draagt ervoor zorg dat de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag worden vernietigd.

Artikel 37 Herstemming over personen

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2.

    Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3.

    Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 41 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raad bij gewone meerderheid

     

Bijlage relevante artikelen Gemeentewet

Artikel 28

1 Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over:

a. een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

b. de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.

2 Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje.

3 Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.

4 Het eerste lid is niet van toepassing bij het besluit betreffende de toelating van de na periodieke verkiezing benoemde leden.

Artikel 29

1 Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

2 Het eerste lid is niet van toepassing:

a. ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen ten aanzien van wie in een vorige vergadering een stemming op grond van dat lid niet geldig was;

b. in een vergadering als bedoeld in artikel 20, tweede lid, voor zover het betreft onderwerpen die in de daaraan voorafgaande, ingevolge artikel 20, eerste lid, niet geopende vergadering aan de orde waren gesteld.

Artikel 30

1 Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

2 Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.

Artikel 31

1 De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim.

2 Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden.

3 Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist terstond het lot.

Artikel 32

1 De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.

2 Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.

3 Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

4 Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

5 Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

6 Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

Naar boven