Gemeenteblad van Cranendonck
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cranendonck | Gemeenteblad 2017, 193387 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cranendonck | Gemeenteblad 2017, 193387 | Beleidsregels |
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning
Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck 2015.
Besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck 2015.
2.Alle begrippen die in deze Beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Verordening, het Besluit en de Algemene wet bestuursrecht.
artikel %1.1Criteria regie van de huishouding
Onverminderd het bepaalde in de Verordening, waaronder onder andere gebruikelijke hulp (zie hiervoor bijlage I), komt een cliënt in aanmerking voor de regie van de huishouding indien:
Omvang regie van de huishouding
De omvang wordt uitgedrukt in uren, waarbij de toe te kennen taken in de beschikking worden vastgesteld en worden uitgedrukt in aantal minuten per taak. In bijlage II is het normeringskader opgenomen.
Artikel 4.1 Kortdurend verblijf
Kortdurend verblijf is een vorm van respijtzorg, waarbij het uitgangspunt is dat degene die ondersteuning behoeft elders verblijft voor maximaal 3 etmalen per week en de mantelzorger even de tijd heeft om op adem te komen.
Kortdurend verblijf is kan zowel preventief als repressief bedoeld: een indicatie heeft als doel om overbelasting bij mantelzorgers te voorkomen, zodat zij de zorg thuis vol kunnen houden en (veel duurdere) opname in een intramurale instelling wordt voorkomen, of op zijn minst uitgesteld.
artikel %1.1Algemeen gebruikelijk
In ieder geval worden de volgende voorzieningen als algemeen gebruikelijk aangemerkt:
Er wordt altijd in het individuele geval bekeken of de voorziening ook voor de cliënt algemeen gebruikelijk is.
artikel %1.1Woonvoorziening niet zijnde woningaanpassing
De aan te schaffen voorziening moet minimaal voorzien zijn van het CE-keurmerk (indien van toepassing).
artikel %1.1Afschrijvingstermijn
Op grond van de Verordening bestaat geen aanspraak op een maatwerkvoorziening indien de afschrijvingstermijn nog niet is verstreken of het algemeen gebruikelijk is dat de cliënt zelf de voorziening aanbrengt.
VERPLAATSEN IN EN OM DE WONING
artikel %1.1Algemeen gebruikelijk
In ieder geval wordt de rollator als algemeen gebruikelijk aangemerkt. Er wordt altijd in het individuele geval bekeken of de voorziening ook voor de cliënt algemeen gebruikelijk is.
Op het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Indien de cliënt geen gebruik meer kan maken van de voorziening binnen 5 jaren dan gaat het college over tot herziening/intrekking en terugvordering. Bij de vaststelling van de hoogte van het terug te vorderen persoonsgebonden budget wordt de beginwaarde van de maatwerkvoorziening gerelateerd aan een reële lineaire afschrijvingsduur.
LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
Een vervoersvoorziening strekt ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen (ongeveer 20 km of 5 zones in een straal rondom de woning). Een uitzondering is als er sprake is van een (dreigend) sociaal isolement, het college kan dan zorgdragen voor voorzieningen voor vervoer buiten de regio.
In ieder geval worden de volgende voorzieningen als algemeen gebruikelijk aangemerkt:
• automatische transmissie voor auto
• elektrisch aangedreven fiets
• gewone regen en thermokleding/schootskleed
• autoaccessoires (trekhaak en aanhanger)
• bagagetas/boodschappenmand/boodschappennet voor rolstoel of scootmobiel
Er wordt altijd in het individuele geval bekeken of de voorziening ook voor de cliënt algemeen gebruikelijk is.
artikel 7.3 Voorwaarden (aan te kopen voorziening met) persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorzienig zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Indien de cliënt geen gebruik meer kan maken van de voorziening binnen 5 jaren dan gaat het college over tot herziening/intrekking en terugvordering. Bij de vaststelling van de hoogte van het terug te vorderen persoonsgebonden budget wordt de beginwaarde van de maatwerkvoorziening gerelateerd aan een reële lineaire afschrijvingsduur.
HEBBEN VAN CONTACTEN EN DEELNAME RECREATIEVE, MAATSCHAPPELIJKE EN RELIGIEUZE ACTIVITEITEN
Op het persoonsgebonden budget voor een sportvoorzienig zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Indien de cliënt geen gebruik meer kan maken van de voorziening binnen 3 jaren dan gaat het college over tot herziening/intrekking en terugvordering. Bij de vaststelling van de hoogte van het terug te vorderen persoonsgebonden budget wordt de beginwaarde van de maatwerkvoorziening gerelateerd aan een reële lineaire afschrijvingsduur.
a) de reden als bedoeld in artikel 2.3.6 lid 3 van de Wet.
b) de maatwerkvoorziening die ingekocht gaat worden;
c) welke persoon/personen de maatwerkvoorziening gaat/gaan uitvoeren dan wel waar de maatwerkvoorziening gekocht wordt;
d) welk resultaat met de maatwerkvoorziening moet worden behaald en op welke wijze;
e) hoe de kwaliteit van de maatwerkvoorziening is gewaarborgd;
f) het tarief dat betaald moet worden aan de leverancier/zorgverlener.
artikel %1.1Afzien terugvordering
Het college ziet in elk geval af van terugvordering indien het terug te vorderen bedrag minder dan
artikel %1.1Invordering terug te vorderen bedrag
Het college hanteert bij invordering van het terug te vorderen bedrag dezelfde regels als de GRA2 Werk & inkomen.
artikel %1.1Waardering voorziening in natura
Voor de vaststelling van de geldwaarde van de maatwerkvoorziening gaat het college uit van de dagwaarde. Bij de vaststelling van de geldwaarde wordt de dagwaarde bij aanschaf gerelateerd aan een reële lineaire afschrijvingsduur.
Gebruikelijke hulp is van toepassing indien er huisgenoten aanwezig zijn die in staat zijn huishoudelijke taken uit te voeren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen volwassenen vanaf 23 jaar en kinderen en jongeren tot 23 jaar. In geval de leefeenheid van de zorgvrager mede bestaat uit kinderen, dan gaat de indicatiesteller ervan uit, dat de kinderen, afhankelijk van hun leeftijd en psychosociaal functioneren, een bijdrage kunnen leveren aan de huishoudelijke taken.
Kinderen van 12 – 18 jaar mogen geacht worden emotioneel niet belastende hulp te kunnen leveren als hun taak in het huishouden. Kinderen tussen 12 – 18jaar worden naar hun eigen mogelijkheden betrokken bij lichte huishoudelijke werkzaamheden als opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, boodschap doen, kleding in de wasmand gooien, de eigen kamer op orde houden maar ook bij stofzuigen, bed afhalen en opmaken.
In het geval van noodzaak tot overname huishoudelijke hulp wordt bovenstaande meegewogen bij de indicatie. Daarbij zijn 2 aspecten van belang: Kinderen moeten kunnen blijven deelnemen aan maatschappelijke activiteiten en kinderen zijn niet verantwoordelijk voor het huishouden. Een volwassene blijft verantwoordelijk voor het huishouden.
De kinderen, zeker de jongere, zullen dan ook begeleid moeten worden bij deze taken om hen te stimuleren in dit leerproces tot het zelfstandig leren dragen van verantwoordelijkheden. Bij het toekennen van minuten hulp zal hiermee rekening gehouden moeten worden.
Wanneer kan een uitzondering worden gemaakt voor gebruikelijke hulp:
In bepaalde situaties is gebruikelijke hulp niet van toepassing of dient er soepeler mee omgegaan te worden. Die situaties doen zich voor in het geval van:
Indien uit (medisch) onderzoek blijkt dat een huisgenoot aantoonbare beperkingen heeft op grond van een aandoening, beperking, handicap of probleem waardoor redelijkerwijs de taken niet overgenomen kunnen worden is gebruikelijke hulp niet van toepassing.
Onderzoek moet aangeven of een leefeenheid, gegeven de voor die leefeenheid geldende gebruikelijke hulp, door de (chronische) uitval van een gezinslid niet alsnog onevenredig belast wordt en overbelasting dreigt. Er dient onderzoek gedaan te worden naar de verhouding tussen draagkracht en draaglast van de individuele cliënt.
Factoren die van invloed kunnen zijn op de draagkracht zijn bijvoorbeeld de lichamelijke en/of geestelijke conditie van de partner of huisgenoot maar ook het sociale netwerk en de wijze van omgaan met problemen. Factoren die van invloed kunnen zijn op draaglast zijn bijvoorbeeld de mate waarin er sprake is van (on)planbare zorg, het ziektebeeld en de prognose, bijkomende problemen van sociale, emotionele of relationele aard.
Wanneer partner of volwassen huisgenoot door de combinatie van een (volledige) werkkring of opleiding en het voeren van het huishouden overbelast dreigt te raken, zal er indien nodig door de consulent medisch advies moeten worden opgevraagd om de overbelasting te objectiveren.
Wanneer de dreigende overbelasting wordt veroorzaakt door een combinatie van werk en gebruikelijke zorg en andere activiteiten dan werk en huishouden, gaan werk en gebruikelijke zorg voor. onder andere activiteiten wordt bijvoorbeeld verstaan het beoefenen van een vrijetijdsbesteding. Indien een partner of volwassen huisgenoot overbelast raakt door het beoefenen van vrijetijdsbesteding is dat op zich geen reden om een indicatie voor hulp bij het huishouden te krijgen.
In geval de huisgenoten overbelast dreigen te raken door de combinatie van werk en verzorging van de zieke partner/huisgenoot, kan een indicatie worden gesteld op de onderdelen die normaliter tot de gebruikelijke hulp worden gerekend. In principe zal die indicatie van korte duur zijn (3-6 maanden) om de cliënt en diens huisgenoten de gelegenheid te geven de onderlinge taakverdeling aan de ontstane situatie aan te passen. Hetzelfde geldt als een partner/ouder ten gevolge van het plotseling overlijden van de andere ouder overbelast dreigt te raken door de combinatie van werk en verzorging van de inwonende kinderen.
Indien de huisgenoot van een zorgvrager vanwege werk fysiek niet aanwezig is wordt hiermee bij het indiceren uitsluitend rekening gehouden, wanneer het om aaneengesloten perioden van tenminste zeven etmalen gaat. De afwezigheid van de huisgenoot moet een verplichtend karakter hebben en inherent zijn aan diens werk; denk hierbij aan offshore werk, internationaal vrachtverkeer en werk in het buitenland.
Wanneer iemand aaneengesloten perioden van tenminste zeven etmalen van huis is, is er in die periode feitelijk sprake van een éénpersoonshuishouden en kan er geen gebruikelijke hulp worden geleverd.
Wanneer de fysieke afwezigheid van de partner minder dan 7 etmalen bedraagt, zal er altijd onderzocht moeten worden of de huisgenoot feitelijk kan voorzien in het verlenen van de zorg. Het gaat hier met name om niet-uitstelbare taken. Uitstelbare taken worden in een dergelijke situatie gezien als gebruikelijke hulp.
Bij het plotseling overlijden van een van de ouders met als gevolg dat de achterblijvende ouder wordt belast met de opvoeding en verzorging van de kinderen in combinatie met werk. Ook in deze situatie kan tijdelijk (3 maanden) hulp bij het huishouden worden ingezet om de ouder de kans te geven op zoek te gaan naar andere oplossingen.
Voorkomen van crisis en ontwrichting bij verzorging en opvang van gezonde kinderen; indien opvang van gezonde kinderen noodzakelijk is heeft de inzet van een voorliggende voorziening een verplichtend karakter. Indien de voorliggende voorziening niet beschikbaar is -een consulent moet zich hier van op de hoogte stellen – kan tijdelijke inzet van hulp bij het huishouden noodzakelijk zijn.
Bij echtscheiding vervalt het samenwonen en daarmee dus ook de gebruikelijke hulp voor het huishouden en de onderlinge persoonlijke verzorging van partners. De zorgplicht voor de kinderen verdwijnt niet. Bij uitval van de verzorgende ouder moet wel onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheid van opvang van de kinderen door de niet thuiswonende ouder door te kijken naar de voor de rechtbank vastgelegde afspraken tussen de ex-echtgenoten.
Bijlage II Normering huishoudelijke activiteiten waarbij regie wordt overgenomen
De normering van de huishoudelijke hulp is een interpretatie van langdurig bestaande protocollen waarbij een verdeling van tijd is toegepast met name op basis van het wel of niet in gebruik zijn van kamers. Op deze wijze ontstaat een eerlijker verdeling van inzet van uren huishoudelijke hulp en wordt de hulp meer op maat afgestemd op de situatie van de cliënt.
Let op: de tijdnormering is indicatief. Er dient altijd een individuele afweging gemaakt te worden. Als er reden is om af te wijken van deze normeringen, kan dat, mits onderbouwd. De tijdsnormering van de specifieke activiteiten zijn maximale tijden per activiteit. Meerzorg wordt apart benoemd.
Boodschappenlijst samenstellen
De boodschappenservice is algemeen gebruikelijk en voorhanden.
In situaties waar sprake is van een regieprobleem of daar waar de cliënt dusdanig beperkt is dat hij niet in staat is om gebruik te maken van een boodschappenservice, kan dit geïndiceerd worden:
Indien boodschappenservice en boodschappenlijst samenstellen niet afdoende zijn kan tijd geïndiceerd worden voor het halen van boodschappen:
Broodmaaltijd bereiden (brood smeren),broodmaaltijd klaarzetten, tafel dekken en afruimen
koffie/thee zetten, opruimen/afwassen
Indien mogelijk ’s ochtends de boterhammen voor ’s avonds klaarmaken en afgedekt in koelkast bewaren.
Warme maaltijd klaarzetten/tafel dekken
(uitzonderlijke situaties: hele specifieke diëten die niet verkrijgbaar zijn via maaltijdservice of gezinnen met jonge kinderen (<12 jaar)
Maaltijdservice en kant en klaar maaltijden zijn algemeen gebruikelijk en gaan altijd voor.
Lichte huishoudelijke werkzaamheden
Stof afnemen, opruimen, afwassen, bed opmaken
Woning met 2 slaapkamers of minder
Woning met 3 slaapkamers of meer
(45 minuten voor slaapkamers in gebruik als slaapkamer, 15 minuten voor overige kamers)
Zwaar huishoudelijke werk, stofzuigen, dweilen, badkamer, wc en keuken schoonmaken
Stofzuigen, schrobben, dweilen, soppen van sanitair en keuken, bedden verschonen
Woning met 2 slaapkamers of minder in gebruik als slaapkamer
Woning met 3 slaapkamers of meerin gebruik als slaapkamer
-vanaf 2 kamers per kamer30 minuten per week extra
-bij gebruik van trap in verband gebruik bovenverdieping: 30 minuten per week extra
-voor alle niet als slaapkamer in gebruik zijnde kamers inclusief de trap samen 15 minuten per week extra
Voor de aanwezigheid van extra volwassenen of voor kinderen kan meerzorg geïndiceerd worden van
-max. 15 minuten per persoon per week
Bij een hoge vervuilingsgraad ten gevolge van de beperking kan meerzorg geïndiceerd worden van
30 minuten voor de trap wordt alleen geïndiceerd indien de bovenverdieping gebruikt wordt om te slapen of badkamergebruik.
Maximum tijd zwaar werk zonder meerwerk kinderen of meerwerk op basis van hoge vervuilingsgraad is 180 minuten.
Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine
Het strijken van de bovenkleding is opgenomen in de normtijd. Onderkleding en beddengoed wordt gevouwen. Textielverzorging wordt in principe altijd gecombineerd met andere huishoudelijke activiteiten en draaien van de wasmachine zelf moet worden afgestemd en gepland. Er wordt geen tijd geïndiceerd voor het draaien van de wasmachine zelf.
Organisatie van huishoudelijke activiteiten
Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden
Meerzorg: communicatieproblemen
Meerzorg: de aanwezigheid van kinderen<16 jaar
Verzorging en of tijdelijke opvang van kinderen
De grondslag ligt bij de ouder. Deze is tijdelijk niet in staat om de ouderrol op zich te nemen.
Een kind van 3 maanden of ouder kan gebruik maken van een kinderdagverblijf voor max. 5 dagen.*
Voor kinderen tot en met 7 jaar geldt:
Naar bed brengen/uit bed halen 10 minuten per keer per kind
Wassen en kleden 20 minuten per dag per kind
Eten en/of drinken geven 20 minuten per broodmaaltijd
Babyvoeding: flesje 20 minuten per keer
Luier verschonen 5 minuten per keer
Naar school/crèche brengen 15 minuten per keer
Het is hierbij mogelijk om taken te combineren. Als kinderen op hetzelfde tijdstip naar bed gaan, telt dat voor 1 keer en niet per kind. De frequentie is gerelateerd aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind.
Factoren meerzorg: gedragsproblematiek bij kinderen
Factoren meer-minderzorg: leeftijd van de kinderen
Maximale duur voor de opvang is 3 maanden
* de consulent dient na te gaan of plek voorhanden is en of kinderopvang financieel te dragen is voor betreffend gezin.
Psychosociale begeleiding, tevens observeren
Formuleren doelen/bijstellen doelen met betrekking tot het huishouden
Helpen handhaven/verkrijgen/herkrijgen structuur in het huishouden
Helpen handhaven/vergroten van zelfredzaamheid m.b.t. budget
Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden
Instructie omgaan met hulpmiddelen
Instructie licht huishoudelijk werk
-30 minuten per week per activiteit met max. van 90 minuten per week
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-193387.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.