Wijzigingsbesluit van het Lokaal beloningsbeleid

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN:

 

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

BESLUIT:

 

tot het vaststellen van het wijzigingsbesluit van het Lokaal Beloningsbeleid.

Artikel 1

Nadere uitwerking van artikel 3:3 lid 2 ARG komt als volgt te luiden:

 

Nadere uitwerking van artikel 3:3 lid 2 ARG

 

Aanloopschaal

  • 1.

    Het college maakt gebruik van de ‘aanloopschaal’, op de wijze zoals beschreven in de toelichting op artikel 3:3 lid 2 ARG.

  • 2.

    Wanneer een ambtenaar in een vorige functie al relevante kennis en ervaring heeft opgedaan, waardoor het aannemelijk is dat hij de functie vrijwel direct in alle omvang kan uitoefenen, wordt hij direct in de functionele schaal benoemd.

  • 3.

    Bij een benoeming in de aanloopschaal vindt in de regel binnen één jaar de beoordeling plaats.

  • 4.

    De ambtenaar wordt pas bevorderd naar de functionele schaal, als hij alsnog voldoet aan de functie- en opleidingseisen èn hij bovendien tenminste als ‘voldoende’ wordt beoordeeld.

Artikel 2

Artikel 10:8 komt als volgt te luiden:

Artikel 10:8 Vergoeding in verlof

  • 1.

    Aan de ambtenaar die piketdienst met standaard gebondenheid verricht, wordt per zeven verrichte piketdiensten 3,6 uren verlof verleend.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die beschikbaarheidsdienst met strenge gebondenheid verricht, wordt per zeven verrichte piketdiensten 7,2 uren verlof verleend. De uurvergoeding wordt gebaseerd:

    • a.

      Voor forensisch artsen op het maximum van salarisschaal 13,

    • b.

      Voor forensisch artsen in opleiding en medewerkers GHOR en GAGS op het maximum van salarisschaal 12.

  • 3.

    De vergoeding in verlof wordt eveneens in geld uitbetaald. Indien de ambtenaar daarom verzoekt, en het dienstbelang zich daartegen niet verzet, dient deze vergoeding in verlof verleend te worden.

  • 4.

    Deze vergoeding in verlof volgens dit artikel treedt in de plaats van het bepaalde in artikel 6:2:1, vierde lid ARG ten aanzien van 14,4 vakantie-uren bij beschikbaarheidsdiensten

Artikel 3

Artikel 10:9 komt als volgt te luiden:

Artikel 10:9  Vergoeding in geld

De vergoeding in geld voor de piketdienst bedraagt:

  • a.

    Voor forensisch artsen bij piketdienst op zaterdagen of zondagen 1,1% van het maandsalaris behorend bij het maximum van salarisschaal 13; bij piketdienst op andere dagen 0,5% van het maandsalaris behorend bij het maximum van salarisschaal 13.

  • b.

    Voor forensisch artsen in opleiding en medewerkers GHOR en GAGS bij piketdienst op zaterdagen of zondagen 1,1% van het maandsalaris behorend bij het maximum van salarisschaal 12; bij piketdienst op andere dagen 0,5% van het maandsalaris behorend bij het maximum van salarisschaal 12.

Artikel 4

Artikel 13:2 komt als volgt te luiden:

Artikel 13:2

  • 1.

    Aan de ambtenaar die gedurende 25 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, wordt een eenmalige uitkering toegekend overeenkomende met de helft van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) tezamen vermeerderd met 8% waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft.

    De ambtenaar die gedurende veertig respectievelijk vijftig jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, ontvangt eenmalig een uitkering gelijk aan een bedrag, overeenkomende met het salaris en de toegekende salaristoelage(n) tezamen vermeerderd met 8% over de maand waarin hij deze jubilea gedenkt.

    Aan de ambtenaar, die wordt ontslagen:

    • -

      op grond van artikel 8:3;

    • -

      op grond van artikel 8:4 bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer;

    • -

      op grond van artikel 8:10 of 8:11 indien en voor zover het een volledig ontslag betreft;

  • en die indien het ontslag niet had plaatsgevonden het voor een uitkering vereiste aantal dienstjaren binnen vijf jaren na de ontslagdatum had kunnen vervullen, wordt een proportionele uitkering toegekend.

    Deze proportionele uitkering wordt berekend door het bedrag waarop recht zou hebben bestaan indien het vereiste aantal dienstjaren zou zijn vervuld, te vermenigvuldigen met een breuk. Daarvan wordt de teller gevormd door het feitelijk geheel of gedeeltelijk vervulde aantal dienstjaren, waarbij naar boven wordt afgerond op hele maanden; de noemer is het aantal dienstjaren dat vervuld had moeten zijn om voor de uitkering in aanmerking te komen.

    De op grond van het vorenstaande berekende bedragen worden naar boven afgerond op een veelvoud van vijf euro.

  • 2.

    Bij gedeeltelijk ontslag wordt de proportionele ambtsjubileumgratificatie berekend naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag wordt verleend.

Artikel 5

Artikel 13:3 komt als volgt te luiden:

Artikel 13:3 Nadere regeling ambtsjubileumgratificatie

Diensttijd, welke meetelt voor het ambtsjubileum

Voor het bepalen van de datum van een ambtsjubileum komt in aanmerking de al of niet aansluitende tijd, doorgebracht in een betrekking bij de overheid (voltijd en/of deeltijd). Het maakt daarbij niet uit of het een aanstelling of een arbeidsovereenkomst is.

De gemeente Groningen zoekt ten aanzien van het begrip diensttijd bij de overheid aansluiting bij de ministeriële regeling van 9 november 1989, Stcr. 223, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 2 november 1998, Stcr. 220, zoals hieronder schematisch weergegeven.

Onderwerp

Volgens rijksregeling

aanstelling bij een overheidsorganisatie

 

(‘overheidsorganisatie’: een organisatie die aangesloten was bij het ABP in de periode dat de betreffende medewerker bij deze organisatie werkzaam was, bijvoorbeeld PTT, NS, Staatsmijnen)

ja, die tijd telt mee

 

(het is geen limitatieve opsomming, denk hierbij ook aan overheidsstichtingen, onderwijsorganisaties, student-assistentschappen)

arbeidsovereenkomst bij een overheidsorganisatie

ja, die tijd telt mee

wachtgeld of uitkering bij een overheidsorganisatie

nee, die tijd telt niet mee

iemand die een deeltijd dienstverband heeft

ja, die tijd telt volledig mee

(geen verschil met voltijder)

iemand die naast huidige functie als ambtenaar parttime wethouder elders is

ja, die tijd telt volledig mee

(wordt gelijkgesteld aan een deeltijder)

iemand die fulltime wethouder is

nee, die tijd telt niet mee

militaire dienst

ja, die tijd telt mee

vervangende dienst als erkend gewetensbezwaarde

ja, die tijd telt mee

Tropenjaren

ja, die tijd telt een keer mee (niet dubbel)

iemand heeft twee dienstverbanden tegelijk

ja, die tijd telt een keer mee (niet dubbel)

vrijwillige brandweer

nee, die tijd telt niet mee

stage bij de gemeente

nee, die tijd telt niet mee

via uitzendbureau bij gemeente

nee, die tijd telt niet mee

buitengewoon verlof met behoud van salaris en salaristoelage(n)

ja, die tijd telt mee

onbetaald verlof

nee, die tijd telt niet mee, tenzij dit verlof wordt opgenomen t.b.v. het algemene belang

diensttijd in het buitenland

zie rijksregeling artikel 4 onder c, d, e en f

als volontair met een volledige dagtaak

ja, die tijd telt mee

de tijd waarover rechtsherstel is verleend

ja, die tijd telt mee

Lokale uitbreiding van het begrip overheidsdiensttijd

De tijd doorgebracht in een voorafgaande, niet-ambtelijke betrekking bij DSW, Zodiak/voorheen Provinciaal Werkvoorzieningsschap Hoofdarbeiders en WeerWerk telt mee.

De berekeningsbasis

De berekeningsbasis voor de ambtsjubileumgratificatie is het salaris en de toegekende salaristoelage(n), die in paragraaf 3 van hoofdstuk 3 ARG worden geregeld.

Dat ook 8% (voorheen vakantietoelage genoemd) meetelt voor de berekeningsbasis, staat in artikel 3:19 ARG apart vermeld. De 6% (voorheen eindejaarsuitkering) vormt geen onderdeel van de berekeningsbasis.

Als een medewerker ten tijde van het ambtsjubileum ouderschapsverlof of seniorenverlof heeft, blijft het oorspronkelijke salaris en de toegekende salaristoelage(n) de berekeningsbasis.

Als een medewerker ten tijde van het ambtsjubileum een urenuitbreiding of urenvermindering heeft is het dan geldende salaris en de toegekende salaristoelage(n) de berekeningsbasis.

De proportionele gratificatie

Een proportionele ambtsjubileumgratificatie wordt verstrekt bij reorganisatieontslag (geheel of gedeeltelijk), bij ontslag op grond van arbeidsongeschiktheid voor 80% of meer en bij ontslag wegens FPU alleen voor zover dit volledig ontslag betreft; als men een ambtsjubileum niet haalt, terwijl dit anders wel binnen 5 jaar behaald had kunnen worden. Bij 38 dienstjaren bestaat bijvoorbeeld recht op 38/40 deel van de berekeningsbasis.

De gratificatie wordt in dat geval in maanden nauwkeurig berekend.

Bij gedeeltelijk ontslag (dit kan dus alleen wegens reorganisatie) wordt de ambtsjubileumgratificatie berekend naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag wordt verleend.

Als een medewerker met een volledig dienstverband gedeeltelijk wordt ontslagen voor bijvoorbeeld

12 uur en hij heeft dan 21 dienstjaren, ontvangt hij een proportionele gratificatie van: 12/36 x 21/25 x de helft van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8% (gebaseerd op 36 uur). Als hij na 4 jaar zijn 25-jarig jubileum viert ontvangt hij opnieuw een gratificatie, en wel gebaseerd op de helft van zijn maandsalaris en toegekende salaristoelage(n) tezamen vermeerderd met 8% die hij op dat moment ontvangt (gebaseerd op 24 uur).

Artikel 6

Dit wijzigingsbesluit van het Lokaal Beloningsbeleid treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 11 juli 2017.

De burgemeester,

Peter den Oudsten.

De gemeentesecretaris,

Peter Teesink.

Naar boven