Treasurystatuut Drimmelen 2017

De raad van de gemeente Drimmelen,

 

Gelet op artikel 212 Gemeentewet en artikel 15, eerste en tweede lid, van de Financiële verordening van de Gemeente Drimmelen;

Besluit:

 

Vast te stellen het Treasurystatuut gemeente Drimmelen 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • a.

    derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde.

  • b.
  • c.

    financiële onderneming: een onderneming die in een lidstaat het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, beleggingsdiensten mag verlenen, beleggingsinstellingen mag beheren, rechten van deelneming in een beleggingsmaatschappij mag aanbieden of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen;

  • d.

    financiering: het aantrekken van benodigde financiële middelen. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • e.

    financieringsmiddelen: het aantrekken van een financiering/liquiditeiten tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende financieringen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende financieringen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer;

  • f.

    garantie: een borgtocht waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker gedurende een bepaalde looptijd krachtens een overeenkomst verbindt tot nakoming van de aan een geldlening verbonden rente- en aflossingsverplichtingen voor zover de geldnemer in gebreke blijft hiermee;

  • g.

    huisbankier: de financiële onderneming via wie de bulk van de geldstromen van de gemeente loopt en waar een kortgeld faciliteit wordt aangehouden;

  • h.

    intern liquiditeitsrisico: de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • i.

    kasgeldlimiet: een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Het gemiddelde saldo van de kortlopende schulden per kwartaal mag niet hoger zijn dat dit bedrag;

  • j.

    koersrisico: het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • k.

    kredietrisico: de risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • l.

    liquiditeitsplanning: een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • m.

    renterisico: het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

  • n.

    renterisiconorm: een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de begroting van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden;

  • o.

    Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;

  • p.

    treasury-activiteiten: de financieringsactiviteiten, het bijbehorende risicobeheer en alle activiteiten die erop gericht zijn huidige en toekomstige financiële risico’s in kaart te brengen en te beheersen;

  • q.

    treasurybeleid: vastlegging van de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie;

  • r.

    treasuryfunctie: alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit verschillende deelfuncties: risicobeheer, financiering, uitzettingen en kasbeheer;

  • s.

    treasuryparagraaf: het begrotingsonderdeel dan wel rekeningonderdeel waarin het beleid voor het komende jaar wordt vastgelegd resp. waarin verantwoording wordt afgelegd over de realisatie van het voorgenomen beleid;

  • t.

    treasurystatuut: het document waarin de beleidsmatige infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie is vastgelegd;

  • u.

    uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer. Uitzettingen worden onderverdeeld in uitzettingen uit hoofde van de publieke taak en uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie;

  • v.

    verordening: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeente Drimmelen (kortweg: financiële verordening)

  • w.

    werkkapitaal: het netto werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa (voorraden, debiteuren, liquide middelen) op de balans van een onderneming en de vlottende passiva (crediteuren en overige kortlopende schulden). Het bruto werkkapitaal is de omvang van de vlottende activa.

Artikel 2 Doelstellingen Treasuryfunctie

Met de treasuryfunctie wordt het volgende beoogd:

  • a)

    het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities, zodat te alle tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien;

  • b)

    het beheersbaar houden van financiële risico’s, zoals: renterisico, kredietrisico, koersrisico en intern liquiditeitsrisico;

  • c)

    het minimaliseren van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities;

  • d)

    het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten binnen de gegeven wettelijke kaders, respectievelijk de richtlijnen en limieten van dit statuut;

  • e)

    het waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie duidelijk worden geregeld.

Artikel 3 Uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak

Voor uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak gelden de volgende specifieke

uitgangspunten en richtlijnen:

  • a)

    de gemeente hanteert een terughoudend beleid om leningen of garanties te verstrekken en/of financiële participaties te hebben uit hoofde van de “publieke taak”. Uitgangspunt hierbij is het leningen- en borgstellingenbeleid, zoals vastgesteld door het college;

  • b)

    bij een voorgenomen besluit tot het verstrekken van een lening, garantie of het aangaan van een financiële participatie uit hoofde van de “publieke taak” wordt, afhankelijk van de aard van de activiteit of hoogte van het risicoprofiel, de raad in de gelegenheid gesteld om zijn wensen en bedenkingen over het conceptbesluit ter kennis van het college te brengen. De afweging om een voorgenomen verstrekking aan de raad voor te leggen wordt door het college per verstrekking gemaakt.

Artikel 4 Uitzettingen uit hoofde van treasury

Voor tijdelijke uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

  • a)

    uitzettingen worden gedaan conform de wet verplicht schatkistbankieren en de regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Gelden kunnen worden aangehouden op een rekening-courant of een deposito. De keuze van het uitzetten op een rekening-courant of een deposito wordt bepaald op basis van de liquiditeitenplanning en de rentevisie van de gemeente Drimmelen;

  • b)

    in afwijking van onderdeel a kan worden besloten de liquide middelen uit te zetten bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat deze openbare lichamen geen financiële toezichtrelatie hebben met de gemeente Drimmelen;

  • c)

    indien gekozen wordt voor het uitzetten van gelden bij een ander openbaar lichaam wordt dit eerst ter goedkeuring voorgelegd aan het college.

Artikel 5 Financiering

Bij financiering gelden de volgende uitgangspunten en richtlijnen:

  • a)

    financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;

  • b)

    financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken in Euro’s;

  • c)

    financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken ten einde renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • d)

    financieringsmiddelen worden afgestemd op de bestaande financiële positie de verwachte inkomsten en uitgaven, de voorliggende rentesituatie en renteverwachting;

  • e)

    bij het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen en de rapportage hierover wordt rekening gehouden met de korte termijn liquiditeitsplanning en de wettelijke kasgeldlimiet;

  • f)

    bij het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen wordt gebruik gemaakt van een meerjaren liquiditeitsplanning en er wordt gezorgd dat de renterisiconorm conform Wet fido niet wordt overschreden;

  • g)

    het gebruik van derivaten zoals nader omschreven in de Regeling uitzettingen en derivaten centrale overheden behorende bij de Wet fido is niet toegestaan;

  • h)

    Zowel bij kortlopende als langlopende financieringen vraagt het college offertes op bij minimaal twee financiële ondernemingen alvorens er financieringen worden aangetrokken. Deze offertes worden door het college schriftelijk vastgelegd;

  • i)

    Als gevolg van de wet schatkistbankieren kan de gemeente ook financieringsmiddelen aantrekken van andere decentrale overheden, behalve als er tussen de betreffende decentrale overheden een toezichtrelatie bestaat.

Artikel 6 Werkkapitaalbeheer

Voor het werkkapitaalbeheer gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

  • a)

    aan de hand van de liquiditeitsplanning worden de geldstromen op gemeenteniveau zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Daarmee wordt het liquiditeitsgebruik beperkt.

    Hierbij wordt er door het college op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • b)

    indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan het college kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • c)

    het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier;

  • d)

    het college streeft naar concentratie van liquiditeiten binnen één rentecompensatie circuit bij haar huisbankier;

  • e)

    de huisbankier wordt hierbij gezien als een strategische partner, die moet voldoen aan de vereisten van de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo), alsmede geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM);

  • f)

    de bancaire condities bij de huisbankier worden jaarlijks op marktconformiteit beoordeeld. Indien deze condities niet meer marktconform zijn en het partnerschap niet meer naar tevredenheid van de gemeente wordt ingevuld, zal een offerteronde ten aanzien van het huisbankierschap uitgevoerd worden binnen de wettelijke kaders en het geldende aanbestedingsbeleid van de gemeente Drimmelen;

  • h)

    contante geldstromen alsmede spoedbetalingen worden zoveel mogelijk beperkt;

  • i)

    de uitgangspunten voor het debiteurenbeheer zijn vastgelegd in het invorderingsbeleid;

  • j)

    het college streeft naar een uiterste betaaltermijn van 15 dagen en hanteert een uiterste betaaltermijn van 30 dagen. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de betalingsvoorwaarden van de leverancier.

Artikel 7 Administratieve organisatie en interne controle

Ten behoeve van de administratieve organisatie en interne controle gelden de volgende uitgangspunten:

  • a)

    taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd. Zie hiervoor bijlage 1 behorende bij dit Treasurystatuut;

  • b)

    bevoegdheden zijn via mandaat schriftelijk vastgelegd. Zie hiervoor het mandaatregister;

  • c)

    bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd die wordt gekenmerkt door:

    • iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen principe);

    • de uitvoering en vastlegging in de administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • bij de autorisatie voor het betaalbaar stellen wordt gebruik gemaakt van het tweehandtekeningensysteem;

    • het vermijden van vormen van belangenverstrengeling;

  • d)

    de informatievoorziening ten aanzien van de treasuryfunctie van de gemeente Drimmelen is in de hierna opgenomen artikelen nader gedefinieerd;

  • e)

    de accountant toetst, in het kader van zijn algemene controleopdracht, de opzet en werking van de administratieve- en interne controlemaatregelen.

Artikel 8 Informatievoorziening

Om de treasuryactiviteiten controleerbaar en beheersbaar te maken is een goed functionerende informatievoorziening noodzakelijk. Drie typen informatie kunnen hierbij worden onderscheiden:

 

  • A.

    Beleidsmatige informatie

     

    Het treasurystatuut geeft de kaders weer, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd. Het college stelt daarnaast jaarlijks een financieringsparagraaf op bij de begroting. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop concreet invulling wordt gegeven aan het treasurybeleid. In de verantwoordingsdocumenten volgens de planning en control cyclus wordt aan het college verantwoording afgelegd over het gevoerde treasurybeleid en de verwachtingen voor de volgende verantwoordingsperiode.

     

  • B.

    Operationele informatie

     

    Het opstellen en hanteren van operationele informatie is de verantwoordelijkheid van de functionarissen die bij de uitvoering betrokken zijn. Onderstaande operationele informatie dient daarbij aanwezig te zijn:

    • a)

      korte termijn liquiditeitsplanning (looptijd tot één jaar) op maandbasis;

    • b)

      meerjarige liquiditeitsplanning (looptijd van vier jaar) op jaarbasis;

    • c)

      rentevisie, deze wordt jaarlijks bij de financieringsparagraaf in de begroting opgesteld op basis van de rentevisie van vooraanstaande financiële ondernemingen of adviesbureaus en op kwartaalbasis geactualiseerd;

    • d)

      inzicht in het risicoprofiel van de bestaande portefeuilles (o/g, u/g en garanties);

    • e)

      bancaire afspraken;

    • f)

      kasgeldlimiet.

  • C.

    Verantwoordingsinformatie

     

    De verantwoording over het uit te voeren treasurybeleid vindt plaats door middel van de verantwoordingsdocumenten volgens de planning en control cyclus. Daarnaast wordt in de paragraaf financiering van de jaarverantwoording opgenomen in hoeverre de beleids-voornemens uit de paragraaf financiering bij de begroting zijn uitgevoerd en wat de oorzaken van eventuele afwijkingen zijn.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit statuut treedt in werking op 1 december 2017.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde regeling wordt het treasurystatuut Drimmelen 2008 ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Treasurystatuut Drimmelen 2017

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 oktober 2017

De raad van de gemeente Drimmelen,

De burgemeester

Drs. G.L.C.M. de Kok

de griffier

F.M.C. Ronde

Bijlage 1. Taken en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie

 

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente Drimmelen staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

 

Functie

Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad

1. Het vaststellen van het treasurybeleid op hoofdlijnen via de financiële verordening ex art. 212 van de gemeentewet;

2. Het vaststellen van de treasuryparagraaf als onderdeel van de programmabegroting en jaarstukken;

3. Het zo gevraagd adviseren aan het college voor uitzettingen en garanties als bedoeld in artikel 3 van dit statuut.

Het college

1. Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

2. Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid;

Commissie Financiën

1. Het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages op het gebied van treasury aan de gemeenteraad.

Externe accountant

1. Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Controller

1. Het uitvoeren van de aan hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf;

2. Het autoriseren van de door de treasurer voorgestelde transacties;

3. Het adviseren van de afdelingen over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;

4. Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

5. Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

6. Het controleren van de volledigheid en de betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college;

7. Het afleggen van verantwoording aan het college over de uitvoering van het treasurybeheer.

De treasurer

1. Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: risicobeheer, ondernemingsfinanciering (gemeentelijke financiering, belegging (m.n. schatkistbankieren en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten dienen conform het vastgestelde treasurystatuut en de treasuryparagraaf te worden uitgevoegd en geautoriseerd te zijn door het hoofd Financiën en Control;

2. Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied inclusief de treasuryparagraaf voor begroting en jaarrekening

3. Het vervaardigen van de planning voor en het bewaken van de liquiditeitspositie op korte en lange termijn;

4. Het aantrekken‐ en uitzetten van gelden in het kader van het saldo‐ en liquiditeitenbeheer;

5. Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen (m.n. beleidsmatig);

6. Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

7. Het schriftelijk vastleggen van de treasuryactiviteiten en het doorgeven hiervan aan de administratie;

8. Het adviseren van de afdeling over met name financieringsvraagstukken van activiteiten en projecten;

9. Het bij de begroting formuleren van een rentevisie met betrekking tot de verwachte ontwikkeling van de rente;

10. Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie.

De afdelingshoofden

1.Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie, die hun afdeling aanlevert aan de treasurer omtrent toekomstige uitgaven en inkomsten.

Budgethouders

1. Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van de budgetten waarvan zij in de begroting als budgethouders zijn aangewezen.

De administratie

1. Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

2. Het afhandelen van het girale betalingsverkeer;

3. Het beheren van debiteuren en crediteuren;

4. Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de treasurer en de Controller

De interne controle

1. Het voeren van de interne controle op de uitgevoerde treasurytransacties en hierover rapporteren aan de Controller;

2. Het vervaardigen van schriftelijke vastlegging van de uitgevoerde interne controles.

Naar boven