Wijzigingsbesluit beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015(i.v.m. rekennorm, jongerennormen, materiële- en immateriële vergoeding,  bijzondere bijstand, PGB en griffierecht en regeling schoolgaande kinderen)

 

Het college van de gemeente Zaanstad,

Gelet op artikel 7 van de Participatiewet,

BESLUIT

vast te stellen het "Wijzigingsbesluit beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015 (i.v.m. rekennorm, jongerennormen, materiële- en immateriële vergoeding, bijzondere bijstand, PGB en griffierecht en regeling schoolgaande kinderen)".

Artikel I Wijziging beleidsregels

De beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015, gepubliceerd in Gemeenteblad nr.: 84037, d.d.: 18 december 2014, worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 Begripsbepalingen wordt de omschrijving bij het begrip “Rekennorm” gewijzigd en gaat luiden: De norm aangeduid met ‘B’ in de formule zoals deze is opgenomen in artikel 22a, eerste lid van de wet.

Artikel 2.1.2 Verlaging bijstandsnorm in verband met de woonsituatie

Na het tweede lid wordt een derde lid toegevoegd, dat gaat luiden:

  • 3.

    Als bijstand wordt verstrek op grond van de jongerennormen, zoals genoemd in artikel 20 van de wet, wordt geen verlaging toegepast, omdat deze normen niet of voor slechts een gering deel voorzien in woonlasten.

B

Na artikel 2.2.2 Reservering begrafeniskosten een nieuw lid toegevoegd, dat gaat luiden:

2.2.3 Vrijlating vergoeding voor toegebracht leed en financiële schade

  • 1.

    Niet tot de middelen van de belanghebbende, zoals bedoeld in artikel 31, tweede lid onder m van de wet, wordt gerekend een vergoeding voor materiële en immateriële schade tot het maximale bedrag zoals genoemd

    • a.

      een vergoeding voor materiële schade niet binnen een redelijke termijn wordt gebruikt om het verlies of de schade te herstellen. De vergoeding of het eventuele restbedrag wordt dan bij het vermogen opgeteld. Bij het bepalen van een redelijke termijn wordt rekening gehouden met de individuele omstandigheden van belanghebbende en diens gezin.

    • b.

      de vergoeding wordt verstrekt wegens verlies aan arbeidsvermogen. De vergoeding wordt dan aangemerkt als inkomen om te kunnen voorzien in de kosten van levensonderhoud en wordt toegerekend naar de maanden waarop de vergoeding betrekking heeft.

  • 2.

    Bij een vergoeding voor zowel immateriële- als materiële schade dient belanghebbende aan te tonen hoe de verdeling is. Als belanghebbende niet over de informatie beschikt, waarmee hij de verdeling aan kan tonen, wordt de verdeling in redelijkheid door het college vastgesteld.

C

Artikel 3.1.7 Draagkracht

Na het derde lid wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, dat gaat luiden:

  • 4.

    Als belanghebbende een uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de wet blijft bij een aanvraag om bijzondere bijstand een inkomens- en vermogenstoets achterwege en wordt aangenomen dat belanghebbende een inkomen heeft op of onder het sociaal minimum, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 en een vermogen heeft dat niet uit komt boven de vermogensgrens, zoals bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.

D

Artikel 3.7.1 Aanvraagtermijn voor bewindvoerders, mentoren, advocaten en mediators

  • 1.

    Het opschrift van artikel 3.7.1 komt te luiden: Artikel 3.7.1 Terugwerkende kracht geldend voor aanvragen van bewindvoerders, mentoren, advocaten en mediators

  • 2.

    Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, die gaan luiden:

    • 3.

      De kosten van het beheren van een PGB worden met terugwerkende kracht tot de datum waarop de bewindvoerder het PGB in beheer heeft gekregen voor de verlening van bijzondere bijstand in aanmerking gebracht, als de bewindvoerder namens belanghebbende de aanvraag binnen een termijn van een maand heeft ingediend gerekend vanaf de datum waarop de Rechtbank toestemming heeft verleend.

    • 4.

      De kosten van griffierecht worden met terugwerkende kracht voor de verlening van bijzondere bijstand in aanmerking gebracht, als belanghebbende of diens vertegenwoordiger de aanvraag binnen een termijn van een maand heeft ingediend gerekend vanaf de datum waarop de nota aan belanghebbende of diens vertegenwoordiger is verstuurd.

E

Het opschrift van hoofdstuk 6 wordt als volgt gewijzigd:

Hoofdstuk 6 Meedoen Zaanstad

 

Artikel II Publicatie en inwerkingtreding

Na publicatie in het gemeenteblad treden de onderdelen A tot en met D van dit wijzigingsbesluit in werking en worden opgenomen in de "Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015".

 

Artikel III Citeertitel

Dit wijzigingsbesluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015 (i.v.m. rekennorm, jongerennormen, materiële- en immateriële vergoeding, bijzondere bijstand, PGB en griffierecht en regeling schoolgaande kinderen).

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zaanstad op 17 oktober 2017.

drs. J. Hamming, burgemeester

drs. F.H.M. Apeldoorn, gemeentesecretaris

Naar boven