Gemeenteblad van Winterswijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Winterswijk | Gemeenteblad 2017, 183016 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Winterswijk | Gemeenteblad 2017, 183016 | Verordeningen |
Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Winterswijk 2017
De raad van de gemeente Winterswijk;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 augustus 2017, nr. 140250;
gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;
gelet op de ministeriële regeling van 6 oktober 2014 tot het stellen van nadere regels ten aanzien van de verstrekking van loonkostensubsidie;
gelet op de ministeriële regeling van 10 oktober 2014 tot het stellen van nadere regels voor de loonwaardebepaling in het kader van de Participatiewet;
Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort
Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
een persoon behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet, of als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet;
Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 14 september 2017.
de plv. griffier,
de voorzitter,
Bijlage bij artikel 2 - wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld
Het college maakt gebruik van de loonwaardemethode Loonbalans van CompetenSYS. Deze methode wordt gehanteerd om de loonwaarde van een persoon te bepalen. De medewerkers die de methode toepassen zijn gecertificeerd.
Hierna volgt een korte beschrijving van deze methode.
Loonbalans is door het ministerie erkend en de methodiek vertaalt een verminderde arbeidsprestatie van een medewerker naar een betrouwbare loonwaarde. Het instrument is gevalideerd door het AKC (Arbeidsdeskundig Kenniscentrum, de Nederlandse vereniging van arbeidsdeskundigen). Uit deze validatie is gebleken dat de meting tot een valide en eenduidige loonwaardebepaling leidt. De loonwaardemeting voldoet ook aan de eisen die gesteld zijn in de Participatiewet en de daarop gebaseerde ministeriële regelingen. De loonwaardemeting vindt op een efficiënte wijze plaats en de werkgever wordt nauw betrokken bij de totstandkoming van de te bepalen loonwaarde.
De loonwaardemeting geeft een betrouwbare en onafhankelijke beoordeling over de hoogte van de loonkostensubsidie. De uitspraak over de loonwaarde geeft een goed beeld over het tempo, kwaliteit en inzetbaarheid van de persoon met een verminderde loonwaarde in vergelijking met een regulier, volledig inzetbare collega.
Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen:
Op 1 januari 2017 is de ‘Wet stroomlijning loonkostensubsidie Participatiewet’ in werking getreden. Dat heeft geleid tot wijziging van artikel 10d van de Participatiewet en daaraan verbonden inhoudelijke aanpassingen van de regeling met betrekking tot loonkostensubsidie.
In de Participatiewet is middels artikel 10d, tweede lid, een nieuwe doelgroep opgenomen voor loonkostensubsidie. Deze doelgroep is opgenomen in de verordening en betreft jongeren:
die binnen 6 maanden na het verlaten van school zijn gaan werken. Het college hoeft voor deze doelgroep niet meer vast te stellen of iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. De werkgever van deze jongeren kan – ook als de dienstbetrekking al tot stand is gekomen – de gemeente verzoeken de loonwaarde vast te stellen.
Daarnaast kan het college nog steeds op verzoek of ambtshalve vaststellen wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 10c van de Participatiewet). Personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben en van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet).
Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt het college in beginsel de loonwaarde van die persoon vast (artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet). Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.
De loonwaarde is een vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, van de Participatiewet).
In deze verordening gaat het om een andere vorm van loonkostensubsidie dan de loonkostensubsidie duurzame uitstroom zoals omschreven in de Re-integratieverordening Participatiewet. De loonkostensubsidie zoals beschreven in deze verordening kan uitsluitend worden ingezet als de persoon in kwestie behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. Deze vorm van loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 60).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-183016.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.