Gemeenteblad van Oegstgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2017, 182909 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2017, 182909 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent openbare rechtspersoon openbaar primair onderwijs Verordening OPOO 2017
Artikel 4 Organisatie van de openbare rechtspersoon
De openbare rechtspersoon kent een directeur-bestuurder en een raad van toezicht.
De gemeenteraad houdt op grond van artikel 47 van de wet toezicht op de openbare rechtspersoon.
Artikel 5 Bestuur; samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag, belet en ontstentenis
De directeur-bestuurder kan te allen tijde worden geschorst door de raad van toezicht met inachtneming van het bepaalde in de toepasselijke (collectieve) arbeidsvoorwaarden. De schorsing van de directeur-bestuurder vervalt, indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden verlengd, ingaande op de datum waarop het besluit tot verlenging van de schorsing werd genomen. De directeur-bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de raad van toezicht waarin schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden.
In een vacature van directeur-bestuurder wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Bij ontstentenis of belet van de directeur-bestuurder wordt het bestuur waargenomen door een persoon die daartoe door de raad van toezicht is of wordt aangewezen. Gaat de raad van toezicht niet binnen twee weken tot een zodanige aanwijzing over dan wordt het bestuur waargenomen door de persoon die daartoe door de voorzieningenrechter van de rechtbank van Den Haag, op verzoek van een of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.
Artikel 6 Bestuur; taak en bevoegdheden
De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de openbare rechtspersoon. Bij de vervulling van diens taak richt de directeur-bestuurder zich naar het belang van de openbare rechtspersoon, het belang van de scholen die door de openbare rechtspersoon in stand worden gehouden en het maatschappelijk belang.
De directeur-bestuurder formuleert concrete doelstellingen voor de openbare rechtspersoon in een periodiek, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, vast te stellen strategisch meerjarenplan. Daarbij wordt rekening gehouden met de belangen van hen die bij die scholen zijn betrokken en met de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt in het bijzonder in het werkgebied van de openbare rechtspersoon. De directeur-bestuurder legt in het jaarverslag verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde doelstellingen worden gehaald.
De directeur-bestuurder is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, daaronder met name ook begrepen het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de openbare rechtspersoon zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. De in dit lid bedoelde besluiten zijn onderworpen aan de goedkeuring van de raad van toezicht. Het ontbreken van bedoelde goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid aan.
De voorzitter van de raad van toezicht vertegenwoordigt –na kennisgeving aan de directeur-bestuurder– de openbare rechtspersoon in gevallen waarin naar diens oordeel sprake is van een tegenstrijdig belang tussen de directeur-bestuurder en de openbare rechtspersoon of kan daartoe een persoon aanwijzen.
De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de gemeenteraad. Benoeming geschiedt met inachtneming van een profielschets waarin de noodzakelijke competenties van de raad van toezicht en de afzonderlijke leden van de raad van toezicht worden beschreven. In de profielschets wordt ten minste opgenomen dat de leden van de raad van toezicht de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs dienen te respecteren. De profielschets wordt vastgesteld door de raad van toezicht. De voorlopige vastgestelde profielschets wordt ter kennisneming aan de gemeente gestuurd, die in de gelegenheid worden gesteld daarop nog binnen twee maanden te reageren. De raad van toezicht betrekt een eventuele reactie van de gemeente bij de definitieve vaststelling en maakt deze aan de gemeente kenbaar.
De raad van toezicht doet aan de gemeenteraad een voordracht voor de benoeming van de leden van de raad van toezicht met inachtneming van het navolgende.
Voor de overige zetels doet de raad van toezicht zelf de voordracht.
De sub a., b. en c. genoemde voordrachten worden voorbereid door een benoemingsadviescommissie (BAC), waarin de oudergeleding en de personeelsgeleding van de GMR, alsmede de directeur-bestuurder vertegenwoordigd zijn. De werkwijze van deze benoemingsadviescommissie wordt in een door de raad van toezicht vast te stellen reglement nader uitgewerkt.
De voordrachten worden opgemaakt met inachtneming van het profiel bedoeld in het derde lid van dit artikel.
De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van (maximaal) vier jaar. Aftreden geschiedt volgens een door de raad van toezicht op te stellen rooster van aftreden. Een volgens rooster aftredend lid van de raad van toezicht is onmiddellijk herbenoembaar. Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk. Iedere voordracht tot (her)benoeming, ook bij tussentijdse vacatures, wordt vergezeld van een rooster van aftreden.
Eventuele honorering van leden van de raad van toezicht en onkostenvergoedingen aan leden van de raad van toezicht geschieden op basis van een door de raad van toezicht vastgesteld reglement en worden in het jaarverslag openbaar gemaakt. De honorering van leden van de raad van toezicht zal plaatsvinden met inachtneming van het wettelijk geldend maximum en overeenkomstig landelijk gangbare richtlijnen.
De directeur-bestuurder verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de openbare rechtspersoon die deze mocht verlangen. Indien en voor zover dit voor de uitoefening van goed toezicht is vereist, is de raad van toezicht bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van de openbare rechtspersoon.
Ontslagverlening als bedoeld in lid 11 onder d. en e. kan aan de orde zijn wegens:
wijziging van de omstandigheden of andere redenen op grond waarvan handhaving als lid van de raad van toezicht redelijkerwijs niet in het belang is van de openbare rechtspersoon.
Alvorens tot ontslag besloten wordt, wordt het betrokken lid van de raad van toezicht in de gelegenheid gesteld zich te verantwoorden en kan zich daarbij doen bijstaan door een raadsman. Het besluit tot ontslag wordt niet eerder genomen dan nadat het betrokken lid van de raad van toezicht in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige raad van toezicht houdt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of van het enige (overgebleven) lid worden de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht waargenomen door de perso(o)n(en) die daartoe door de gemeente is of wordt aangewezen. De gemeente dient zo spoedig mogelijk nadat deze situatie is ontstaan hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Gaat de gemeente niet binnen twee weken nadat zij van de gemelde situatie op de hoogte is gesteld tot een zodanige aanwijzing over dan wordt de raad van toezicht waargenomen door de persoon die daartoe door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, op verzoek van een of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.
Artikel 10 Raad van toezicht; werkwijze
In de vergaderingen van de raad van toezicht heeft ieder lid een stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Blanco stemmen en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een eventueel voorgeschreven quorum.
De raad van toezicht kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden zich voor het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
De bijeenroeping van de vergaderingen van de raad van toezicht geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig uur. De vergaderingen worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, bij voorkeur in de gemeente Oegstgeest, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan de raad van toezicht niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige leden voor het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.
De directeur-bestuurder brengt jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit omtrent de activiteiten van de openbare rechtspersoon. De directeur-bestuurder besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Verder dient het verslag zodanig ingericht en transparant te zijn dat op adequate wijze vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid controle kan worden uitgeoefend.
Artikel 13 Financiën en verslaglegging
De directeur-bestuurder stelt jaarlijks vóór 15 december, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, een begroting vast voor het daarop volgende kalenderjaar. De directeur-bestuurder zendt de begroting vóór 1 januari aan de gemeente. De gemeente kan zijn zienswijze over de begroting uiterlijk vóór 1 maart aan de directeur-bestuurder toezenden. De directeur-bestuurder zendt de ontvangen zienswijze aan de raad van toezicht, vergezeld van diens commentaar en eventueel het voorgenomen besluit tot vaststelling van een gewijzigde begroting. Na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, wordt de al dan niet door de directeur-bestuurder nader vastgestelde begroting -waaronder begrepen een reactie op de ontvangen zienswijze-binnen twee weken na vaststelling ter kennisgeving toegezonden aan de gemeenteraad.
Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van de openbare rechtspersoon stelt de directeur-bestuurder een jaarrekening en een jaarverslag vast over dat boekjaar. Jaarrekening en jaarverslag behoeven vóór vaststelling de goedkeuring van de raad van toezicht. De jaarrekening wordt ondertekend door de directeur-bestuurder en ieder lid van de raad van toezicht. Indien de ondertekening van een of meer van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. Het jaarverslag wordt openbaar gemaakt.
De directeur-bestuurder zendt de vastgestelde jaarrekening binnen één maand na vaststelling aan de gemeente. De gemeente kan een eventuele zienswijze op de jaarrekening uiterlijk vóór 1 oktober van datzelfde jaar zenden aan de directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder zendt de ontvangen zienswijze en diens commentaar daarop aan de raad van toezicht en betrekt een en ander zo nodig bij de opstelling van de eerstvolgende begroting. De gemeenteraad ontvangt ter kennisgeving een exemplaar van de vastgestelde jaarrekening.
De directeur-bestuurder draagt met inachtneming van de Archiefwet 1995 zorg voor de archiefbescheiden.
Artikel 15 Wijziging en ontbinding van de verordening
De gemeenteraad kan de openbare rechtspersoon ontbinden, indien sprake is van ernstige taakverwaarlozing door de directeur-bestuurder, danwel de raad van toezicht of functioneren in strijd met de wet. De gemeenteraad gaat niet tot ontbinding over dan na overleg met de directeur-bestuurder en de raad van toezicht.
Artikel 17 Overgangsbepalingen
In afwijking van artikel 13, lid 2 en 3, van deze verordening wordt de jaarrekening en het jaarverslag over 2016 ter instemming aan de gemeenteraad voorgelegd.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 28 september 2017.
de griffier,
F. Kromhout
de voorzitter,
E.R. Jaensch
Bijlage 2: Toelichting op de verordening:
Om op eenvoudige wijze terug te kunnen lezen, in hoeverre inhoudelijke wijzigingen hebben plaatsgevonden is per artikel de nummering in de Verordening OPOO 2010 aangegeven. De verordening OPOO 2010 is als bijlage 4 bij het raadsadvies gevoegd.
Tevens wordt op een aantal artikelen aanvullende toelichting gegeven of is sprake van verwijzing naar artikelen in de wet op het Primair Onderwijs.
Artikel 2b In artikel 47, lid 4, van de WPO is vastgelegd dat in het geval dat sprake is van een zogenaamd bestuursmodel, de gemeenteraad de leden van het schoolbestuur benoemt, de begroting goedkeurt en instemt met de jaarrekening. Echter, Indien sprake is een raad van toezicht, is lid 4 niet meer van toepassing, maar komt lid 9 hiervoor in de plaats. In het geval dat een taak de verantwoordelijkheid wordt of blijft van de gemeenteraad, wordt in de verordening ook expliciet de gemeenteraad genoemd. In het geval dat taken de verantwoordelijkheid worden van het college, wordt in de verordening gesproken over ‘de gemeente’.
Artikel 3 Toegevoegd: wettelijk geoorloofde
De Wet goed onderwijs, goed bestuur bepaalt, dat bij een raad-van toezicht-model, de raad van toezicht onder meer de functie uitoefent van werkgever van de (bezoldigde) bestuursleden. De raad van toezicht benoemt, schorst en ontslaat in dit geval de directeur-bestuurder en bepaalt zijn of haar rechtspositie en bezoldiging.
Artikel 5, lid 3 en lid 8 en artikel 9 lid 15
Schorsing is een ingrijpende maatregel in uitzonderlijke gevallen. Bij schorsing bestaat een acute noodzaak iemand onmiddellijk voor kortere of langere tijd zijn bevoegdheden te ontnemen. Er is een vertrouwensbreuk. Een afkoelingsperiode is nodig om zich op de situatie te beramen en te onderzoeken of het zin heeft de breuk te herstellen dan wel de weg naar ontslag in te slaan.
Voor besluiten op grond van artikel 5 lid 8 is een meerderheid van twee derde van de stemmen benodigd.
Artikel 6 en 7 (voorheen artikel 10)
Taken en bevoegdheden van ‘het bestuur’ uit de verordening OPOO 2010
wordt in deze verordening vastgelegd voor de ‘directeur-bestuurder’. Voor een limitatief aantal taken, besluiten en het doen van voorstellen (zie artikel 6 lid 5) is vastgelegd dat de directeur-bestuurder vooraf goedkeuring nodig heeft van de raad van toezicht.
Aandachtspunt: Per 1 januari 2014 is in artikel 47, het derde lid van de WPO, de zinsnede ‘met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school’ komen te vervallen.
De openbare rechtspersoon kan op basis van de vigerende wetgeving zélf besluiten tot opheffing van een eigen in stand gehouden openbare school of nevenvestiging. Toestemming door de gemeenteraad is niet meer nodig. Een besluit tot opheffing dient wel uiterlijk op 1 augustus van het schooljaar voorafgaand aan de beoogde datum van opheffing te worden medegedeeld aan de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad voor 1 februari daaropvolgend besluit dat hij de school in stand wenst te houden, wordt deze niet opgeheven, maar wordt de instandhouding daarvan overgedragen aan de gemeente.
Elk schoolbestuur (zowel openbaar als bijzonder) dient het tot zijn taak te rekenen om ich tegenover belanghebbenden binnen en buiten de school te verantwoorden over het nderwijs, dat onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur wordt gegeven. Aan de egeling van deze maatschappelijke verantwoording moet het schoolbestuur aandacht esteden in de code voor goed bestuur (zie artikel 171, vijfde lid WPO).
Artikel 8 (voorheen artikel 11)
Artikel 9 (voorheen artikelen 5, 7 en 9)
De verplichting tot het opstellen van een (openbaar te maken) profiel is vastgelegd in artikel 17a, lid 2 van de WPO. De profielschets dient als toetssteen voor de beoordeling van de voorgedragen kandidaten. Zo kunnen de ouders, de GMR of de zittende raad van toezicht gemotiveerd kandidaten voordragen. Ook de gemeenteraad kan zijn bevoegdheid voor motivering van benoeming dan wel afwijzing hierop baseren. In de verordening is opgenomen dat de voorlopig vastgestelde profielschets ter kennisgeving aan de gemeente, dus het college, wordt gezonden. Het college bereidt een eventuele reactie aan OPOO binnen 2 maanden voor.
De daadwerkelijke (her)benoeming van de leden van de raad van toezicht blijft voorbehouden aan de gemeenteraad.
De voorwaarden voor de (bindende) voordracht van de zetels zijn vastgelegd in de artikelen 17a,
lid 2 en 47, lid 9b, van de WPO. Een bindende voordracht houdt in dat de zittende raad van toezicht gebonden is aan de kandidaten in de voordracht. Deze kan weliswaar weigeren de kandidaat voor benoeming aan de gemeente voor te dragen, maar kan vervolgens niet in die plaats een eigen kandidaat naar voren brengen. In dat geval wordt om een nieuwe voordracht aan de (oudergeleding van de) GMR gevraagd.
De voorgedragen kandidaten door de oudergeleding van de GMR hoeven overigens niet uit de ouders zelf voort te komen. De ouders kunnen ook derden voordragen die voldoen aan de profielschets en de gewenste bestuurskwaliteit.
Alle benoemingen, ook tussentijdse, vinden in principe voor een termijn van 4 jaar plaats. Op deze wijze wordt voorkomen dat bij invulling van een tussentijdse vacature voor de resterende termijn, de eerste termijn van benoeming slechts een korte periode bestrijkt. Goed functionerende leden van de raad van toezicht kunnen ook bij tussentijdse benoemingen de volledige termijn van 8 jaar uitdienen.
In het uitzonderlijke geval dat er geen leden van de raad van toezicht meer resteren, is het noodzaak dat het college namens de gemeente snel kan handelen en binnen 2 weken een waarnemer aanwijst.
Artikel 10 (voorheen artikelen 13 en 16)
De wet schrijft voor dat de vergaderingen van het stichtingsbestuur openbaar zijn. Dit hangt samen met het karakter van het openbaar onderwijs, dat uiteindelijk openbaar overheidsbestuur is.
Artikel 11 (voorheen artikel 6)
Artikel 12 (voorheen artikel 17)
Het jaarlijks uitbrengen van het verslag aan de gemeenteraad is vastgelegd in artikel 47, lid 5, van de WPO. De wezenskenmerken van het openbaar onderwijs zijn staan omschreven in artikel 46 van de WPO.
Artikel 13 (voorheen artikel 17)
Indien sprake is van een raad van toezicht, dan is op grond van artikel 17c, lid 1a, van de WPO (intern toezicht) vastgelegd dat de raad van toezicht belast is met het goedkeuren van de begroting, het jaarverslag en indien van toepassing, het strategisch meerjarenplan. In de verordening is opgenomen dat een eventuele zienswijze op de begroting vóór 1 maart en voor de jaarrekening vóór 1 oktober door het college wordt afgegeven aan de directeur-bestuurder. De gemeenteraad ontvangt jaarlijks een exemplaar van de vastgestelde begroting en de jaarrekening ter kennisgeving en blijft op deze wijze op de hoogte van de ontwikkelingen van het openbaar onderwijs.
Artikel 14 (voorheen artikel 18)
Artikel 15 (voorheen artikel 19)
Voor de toepassing van de gemeentelijke bevoegdheid is bepalend of de continuïteit van het onderwijsproces op de openbare scholen niet langer gewaarborgd is. De gemeente moet actie ondernemen, wanneer de grondwettelijke zorg voor voldoende openbaar onderwijs dat vereist d.w.z. dat het openbaar onderwijs serieus in zijn bestaan als identiteit dan wel als voorziening bedreigd wordt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-182909.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.