Financiële verordening 2017 gemeente Stede Broec

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Stede Broec

 

De raad van de gemeente Stede Broec;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording en provincies en gemeenten;

besluit:

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

Financiële verordening Stede Broec 2017.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van (onderdelen van) de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • -

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Stede Broec.

  • -

    overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;

  • -

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten;

Artikel 2. Programma-indeling

De raad stelt op voorstel van het college in ieder geval de programma-indeling, beleidsindicatoren en paragrafen vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting en de jaarstukken worden in ieder geval onder de programma's, onder het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onder het overzicht van de overhead de lasten en baten weergegeven.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3.

    Bij de jaarrekening wordt van de lopende investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en het restantkrediet weergegeven.

Artikel 4. Kaders begroting

Het college biedt de raad elk jaar een kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota uiterlijk in de maand juli van enig jaar vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma. Indien zich wijzigingen voor doen in het doel van het programma of in de uitgaven voor de uitvoering van het programma volgt een afzonderlijk voorstel.

  • 2.

    De raad autoriseert een investeringskrediet bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie of voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen via een voorstel.

  • 3.

    Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad middels de tussenrapportages over de bijgestelde budgetten met een toelichting indien de bijstelling van invloed is op het resultaat van het desbetreffende programma.

  • 2.

    Per jaar worden minimaal twee tussenrapportages aangeboden aan de raad.

Artikel 7. Informatieplicht

  • 1.

    Het college heeft een actieve informatieplicht naar de raad over ontwikkelingen die van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente.

  • 2.

    Het college informeert de raad conform de afspraken die daarover zijn gemaakt in de diverse beleidsnota's.

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

In de nota activabeleid worden regels opgenomen over de waardering, activering en afschrijving van vaste activa. De raad stelt de nota vast.

Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van historische percentages met uitzondering van vorderingen groter dan € 10.000. Voor deze vorderingen zal een individuele beoordeling plaatsvinden. Dit geldt niet voor de openstaande vorderingen betreffende bijstandsverstrekking. De verantwoordelijkheid van deze vorderingen is overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling WerkSaam. Voor deze vorderingen wordt de voorziening gevormd door de gemeente op basis van de aangeleverde informatie van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    De vorming en besteding van reserves en voorzieningen wordt geregeld in de nota reserves en voorzieningen. De raad stelt deze nota vast.

  • 2.

    De uitgangspunten in de nota reserves en voorzieningen zijn richtinggevend. Uitzonderingen op het beleid worden afzonderlijk aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

Artikel 11. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

  • 3.

    Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.

  • 4.

    Voor de berekening van de tarieven en heffingen en leges wordt de overhead  toegerekend op basis van de direct toegerekende salarislasten aan het betreffende taakveld ten opzichte van de totale directe salarislasten.

Artikel 12. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarmee de gemeente Stede Broec in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Dit met inachtneming van de in de wet Markt en Overheid als zodanig aangemerkte uitzonderingen.

  • 2.

    Wanneer het in rekening brengen van de integrale kostprijs voor een bepaalde activiteit niet mogelijk of wenselijk is, doet het college een voorstel voor een raadsbesluit om deze activiteit van deze regel uit te zonderen, waarin het algemeen belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1.

    Het college draagt zorgt voor jaarlijks geactualiseerde verordeningen voor de hoogte van belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

  • 2.

    Deze verordeningen worden vastgesteld door de raad.

  • 3.

    Het college legt bij een tussentijdse wijziging van bovenstaande verordeningen vooraf een besluit voor aan de raad.

Artikel 14. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

    • b.

      Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-) resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s.

    • c.

      Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

    • d.

      Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden, respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

  • 2.

    Het college legt de regels ter uitvoering van de financieringsfunctie vast in het treasurystatuut.

Artikel 15. Paragrafen

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college conform het Besluit begroting en verantwoording minimaal de verplichte onderdelen van de paragrafen op.

Artikel 16. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 17. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 18. Interne controle

  • 1.

    Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de 5 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Artikel 19. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Financiële Verordening gemeente Stede Broec 2003 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Gemeente Stede Broec 2017.

     

Aldus besloten door de raad van de gemeente Stede Broec in zijn openbare vergadering van 28 september 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

Y.P.A. Hermans

de voorzitter,

drs. R.A.P. Wortelboer

Naar boven