Negenenveertigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

 

gelet op artikel 160, eerste lid onder c van de Gemeentewet;

 

gezien de circulaires van het LOGA van

29 juni 2016 ECWGO/U201600995

10 november 2016 ECWGO/U201601310

24 november 2016 ECWGO/U201601499

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de navolgende Negenenveertigste wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel I Wijziging regeling

De arbeidsvoorwaardenregeling vastgesteld bij raadsbesluit van 30 maart 1995 en laatstelijk gewijzigd bij besluit van burgemeester en wethouders van 5 juli 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 1:1

Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel vv een nieuw onderdeel toegevoegd:

ww vakantietoelage: jaarlijkse toelage van 8% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), hetgeen met ingang van 1 januari 2017 een vast onderdeel van het Individueel Keuze Budget vormt.

 

Artikel 1:2a

2. Nummer “4a” wordt geschrapt.

 

Artikel 1:2b

2. Nummer “4a” wordt geschrapt.

 

Artikel 1:2c

Artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    In afwijking van artikel 3:3 lid 1 kan het college salarisschaal A in bijlage IIa vaststellen voor de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij onder de Participatiewet valt en door beperkingen niet het wettelijk minimumloon kan verdienen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 3:3 lid 1 kan het college vaststellen dat de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij Wajonger is met arbeidsvermogen en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, recht heeft op een door zijn loonwaarde bepaald percentage van het salaris. Is het door het loonwaarde bepaalde percentage van het salaris lager dan het wettelijk minimumloon, dan is het salaris van de ambtenaar gelijk aan het wettelijk minimumloon.

  • 3.

    Voor de ambtenaar, bedoeld in lid 1 gelden niet de in artikel 3:28 lid 2, onderdelen a , b en c genoemde minimumbedragen.

  • 4.

    Voor de ambtenaar, bedoeld in lid 2 gelden als minimumbedragen, de bedragen genoemd in artikel 3:28 lid 2, onderdelen a, b en c naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor.

  • 5.

    Indien het college voor de in lid 2 genoemde ambtenaar loondispensatie op grond van de Wajong ontvangt, past het college deze loondispensatie toe op het salaris en de daarop gebaseerde toelagen en vergoedingen.

 

Artikel 2:5:4

Lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden

  • 2.

    Het salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%, worden uitgedrukt in een bedrag per uur.

 

Artikel 2:7a

Artikel 2:7a wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 1.

    Op verzoek van het college kan de arbeidsduur van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van 36 uur per week, worden verruimd naar maximaal 40 uur per week.

  • 2.

    Bij een verruiming van de arbeidsduur geldt dat:

    • 1.

      de verruiming van de arbeidsduur plaatsvindt gedurende een vooraf te bepalen periode;

    • 2.

      het salaris evenredig wordt verhoogd:

    • 3.

      de vakantieduur evenredig wordt verhoogd:

    • 4.

      de pensioenopbouw evenredig wordt verhoogd;

    • 5.

      het IKB, bedoeld in artikel 3:28, lid 2, onderdeel a evenredig wordt verhoogd;

    • 6.

      het IKB, bedoeld in artikel 3:28, lid 2, onderdeel b evenredig wordt verhoogd;

    • 7.

      instemming van de ambtenaar is vereist;

    • 8.

      de verkoop van vakantie-uren op grond van artikel 3:36 voor de duur van de verruiming niet is toegestaan.

  • 3.

    Wanneer lid 1 van dit artikel wordt toegepast, meldt het college dit vooraf aan de OR.

  • 4.

    Het college rapporteert jaarlijks in het sociaal jaarverslag over het gebruik van de uitbreidingsmogelijkheid van de arbeidsduur naar maximaal 40 uur. Deze rapportage wordt ter bespreking voorgelegd aan de OR.

 

Artikel 3:18

Artikel 3:18a wordt geschrapt.

 

Artikel 3:19

Lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 2.

    Bij 25 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de helft van het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%. Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%.

 

Artikel 3:23

Lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 2.

    Na het overlijden van de ambtenaar ontvangt de achterblijvende partner – of bij het ontbreken daarvan diens minderjarige kinderen – een overlijdensuitkering, die bestaat uit: driemaal het laatst genoten salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%.

 

Artikel 3:24

  • 2.

    De uitkering bedraagt één jaarsalaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%, berekend over de 12 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaande aan de maand van overlijden.

 

Artikel 3:25

Lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een tegemoetkoming in zijn ziektekosten als hij één van de volgende aanvullende zorgverzekeringen heeft: Extra Zorg 3 of 4 bij IZA, Plus Collectief of Top Collectief bij CZ, Collectief Aanvullend 3 of 4 bij Menzis.

 

Artikel 3:27

Dit artikel wordt, inclusief koptekst, gewijzigd in artikel 3:38

 

Aan hoofdstuk 3 wordt een nieuwe paragraaf 5 toegevoegd.

 

Paragraaf 5 Individueel Keuzebudget

 

Artikel 3:27 Algemeen

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een Individueel Keuzebudget, hierna te noemen: IKB.

  • 2.

    Het college is beheerder van het IKB.

  • 3.

    Het IKB is een maandelijks, in geld uitgedrukt budget dat de ambtenaar naar keuze kan gebruiken voor de doelen genoemd in artikel 3:29,op de wijze zoals vastgelegd is in deze paragraaf.

 

Artikel 3:28 Opbouw IKB

  • 1.

    Het IKB wordt per maand opgebouwd en bestaat uit een deel waarover pensioen wordt opgebouwd en een deel waarover geen pensioen wordt opgebouwd.

  • 2.

    Het deel van het IKB waarover pensioen wordt opgebouwd bedraagt:

    • a.

      8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen genoemd in paragraaf 3 van dit hoofdstuk, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 146,65 bij een volledig dienstverband, en

    • b.

      6% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 145,83 bij een volledig dienstverband, en

    • c.

      1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 33,33 bij een volledig dienstverband.

  • 3.

    Het deel van het IKB waarover geen pensioen wordt opgebouwd bedraagt:

    • a.

      0,8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, en

    • b.

      indien en voor zolang hoofdstuk 9a van toepassing is op de ambtenaar, 1% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit voor maximaal 20 jaar geldt, tenzij artikel 9a:9 lid 1, onderdeel b van toepassing is.

  • 4.

    Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald dan wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelage(n). Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.

  • 5.

    Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald op grond van artikel 7:3 lid 2 tot en met 4 dan wordt, in afwijking van lid 4 van dit artikel, het IKB in die maand berekend op basis van het volledige salaris en toegekende salaristoelage(n).

  • 6.

    Het college kan bronnen toevoegen aan het IKB. Een bron kan zijn een persoonlijk budget, voor zover dat in de gemeente bestaat en niet is opgenomen in de TOR zoals omschreven in paragraaf 7 van hoofdstuk 3.

  • 7.

    Op de ambtenaar bedoeld in artikel 9b:1 is lid 2, onderdeel c van dit artikel niet van toepassing. De vorige volzin geldt niet voor de ambtenaar bedoeld in artikel 9b:50.

 

Artikel 3:29 Doelen IKB

  • 1.

    De ambtenaar kan het IKB gebruiken voor:

    • a.

      het kopen van vakantie-uren, tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar;

    • b.

      extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot een maximum van het tot aan de datum van uitbetaling opgebouwde IKB;

    • c.

      het financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de gemeente wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving de besteding van het IKB aan dit doel belastingvrij mogelijk maakt.

  • 2.

    Het college kan de bestedingsdoelen zoals omschreven in lid 1 aanvullen.

 

Artikel 3:30

  • 1.

    De ambtenaar kan elke maand een keuze maken om zijn IKB te gebruiken voor een of meerdere van de in artikel 3:29 genoemde doelen. Hij heeft voor deze keuze geen toestemming nodig.

  • 2.

    Het college wijst in verband met de salarisverwerking voor elke maand een uiterste datum aan waarop de ambtenaar zijn keuze kenbaar moet maken.

  • 3.

    Als de ambtenaar geen keuze maakt, of bij zijn keuze slechts een deel van zijn IKB gebruikt, dan wordt het IKB over die maand, of het resterende deel daarvan, gereserveerd. De ambtenaar kan het gereserveerde IKB op een later moment in het lopende kalenderjaar besteden.

  • 4.

    Heeft de ambtenaar na de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december nog een resterend IKB dan wordt dit bij de salarisbetaling van die maand uitbetaald.

  • 5.

    Besteding van het IKB kan alleen voor zover het beschikbare budget toereikend is. De keuze voor een doel heeft uitsluitend betrekking op hetzelfde kalenderjaar.

  • 6.

    Bedragen die uit het IKB zijn gebruikt, kunnen niet meer worden teruggestort in het IKB.

 

Artikel 3:31 Waarde van een vakantie-uur

Als de ambtenaar kiest voor het kopen van vakantie-uren dan wordt het IKB per vakantie-uur verlaagd met het voor de ambtenaar geldende uurloon in de maand waarin hij de vakantie-uren koopt.

 

Artikel 3:32 Uitbetaling IKB bij einde dienstverband

  • 1.

    Bij beëindiging van het dienstverband wordt het resterende IKB bij de laatste salarisbetaling aan de ambtenaar uitbetaald.

  • 2.

    Bij overlijden van de ambtenaar wordt in aanvulling op de overlijdensuitkering het resterende IKB uitbetaald aan de nagelaten betrekkingen zoals omschreven in artikel 3:23, lid 2 en 3.

 

Artikel 3:33 Wet- en regelgeving

  • 1.

    Het gebruik van het IKB kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. De ambtenaar wordt geacht deze gevolgen te kennen.

  • 2.

    Als blijkt dat een bedrag uit het IKB ten onrechte belastingvrij is uitgekeerd doordat de ambtenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, verhaalt het college de verschuldigde loonheffing of eventuele boetes op de ambtenaar.

  • 3.

    Als een netto voordeel voor de ambtenaar vervalt door wijzigingen van wet- en regelgeving dan wordt dat niet gecompenseerd door het college.

  • 4.

    Alle transacties in het IKB moeten in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving.

 

Artikel 3:34 Vakantietoelage 2016

  • 1.

    De vakantietoelage die de ambtenaar heeft opgebouwd in de periode van juni 2016 tot en met december 2016 op grond van artikel 6:3 zoals dat gold op 31 december 2016 wordt uitbetaald bij de salarisbetaling van mei 2017. Dit bedrag maakt geen onderdeel uit van het IKB.

  • 2.

    Indien de ambtenaar ontslag verleend wordt voor 1 mei 2017 dan wordt de opgebouwde vakantietoelage over 2016 uitbetaald bij de laatste salarisbetaling.

 

Artikel 3:35 Overige bepalingen

Voor de ambtenaar die werkzaam is in de kunsteducatie en op wie artikel 19b:10 van toepassing is, is artikel 3:28, lid 3, niet van toepassing.

 

Na paragraaf 5 wordt een nieuwe paragraaf 6 toegevoegd

 

Paragraaf 6 Overige individuele keuzemogelijkheden

 

Artikel 3:36 Verkoop van vakantie-uren

  • 1.

    De ambtenaar kan elk kalenderjaar een verzoek doen om ten hoogste 72 uren bovenwettelijk vakantieverlof te verkopen. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit aantal naar rato vastgesteld.

  • 2.

    Vakantie-uren die de ambtenaar heeft gekocht op grond van artikel 3:29, lid 1 sub a kunnen niet worden verkocht op grond van dit artikel.

  • 3.

    Een verzoek als bedoeld in lid 1 wordt toegewezen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.

  • 4.

    Het college kan regels stellen over de aanvraagprocedure.

  • 5.

    Het bepaalde in artikel 3:31 is van overeenkomstige toepassing.

 

Hoofdstuk 4a

(Vervallen)

 

De titel van hoofdstuk 6 wordt als volgt gewijzigd”

Vakantie en Verlof

 

Artikel 6:1

Lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden”

  • 1.

    De vakantie van de ambtenaar met een volledige betrekking bedraagt ten minste 144 uur per kalenderjaar.

 

Artikel 6:3

(Vervallen)

 

Artikel 6:3:1

(Vervallen)

 

Artikel 6:4:1a

(Vervallen lid 6 en lid 7)

 

Artikel 6:5:4

Dit artikel, inclusief titel wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Opbouw vakantie

De duur van de vakantie van een ambtenaar die ouderschapsverlof geniet, wordt verminderd naar evenredigheid van de omvang van het ouderschapsverlof.

 

Artikel 6a:6

Artikel 6a:6 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De jaarlijkse inleg van de ambtenaar in het kader van de gemeentelijke levensloopregeling bestaat uit een of meer van de volgende bronnen:

  • a.

    het salaris;

  • b.

    het IKB indien het college de levensloopregeling op grond van artikel 3:29, lid 2 heeft aangewezen als bestedingsdoel van het IKB;

  • c.

    de geldelijke vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren, bedoeld in artikel 3:36;

  • d.

    het opgebouwde verloftegoed, bedoeld in artikel 4:9, lid 3.

 

Artikel 6a:7

(Vervallen)

 

Artikel 7:13:1

Tussen de woorden “in artikel 7:3” en “bestaat” wordt toegevoegd “en geen opbouw van het IKB, bedoeld in artikel 3:28”.

 

Artikel 7:13:2

  • 1.

    Tussen de woorden “in artikel 7:3” en “indien” wordt toegevoegd “en de opbouw van het IKB, bedoeld in artikel 3:28, worden gestaakt”.

 

Lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 2.

    De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB vinden wel plaats indien de ambtenaar op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van het gedrag, genoemd in het lid 1.

 

Artikel 7:14 Sanctie bij nalatigheid

Artikel 7:14 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 1.

    De ambtenaar die zich niet houdt aan zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 7:11 lid 1, onderdeel c, wordt disciplinair gestraft wegens plichtsverzuim.

  • 2.

    De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 7:3, en de opbouw van het IKB bedoeld in artikel 3:28, worden gestaakt, indien en voor zolang de ambtenaar:

    • a.

      weigert mee te werken aan, door het college of een door hem aangewezen deskundige, gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen, als bedoeld in artikel 7:11 lid 1, onderdeel a, die erop gericht zijn om de betrokkene in staat te stellen de eigen passende arbeid te verrichten;

    • b.

      weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 7:11 lid 1, onderdeel b;

    • c.

      weigert aangeboden passende arbeid te verrichten, waartoe hij op grond van artikel 7:11 lid 2 verplicht is.

  • 3.

    De doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n), en de opbouw van het IKB, bedoeld in lid 2, vinden wel plaats indien de ambtenaar op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van het gedrag, genoemd in het lid 2.

 

Artikel 10d:2

Sub b De woorden “de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering” worden vervangen door “het IKB, bedoeld in artikel 3:28, lid 2, onderdeel a en b”.

 

Artikel 18:1:1

1 sub f De woorden “de aanspraak op de vakantieuitkering” worden vervangen door “8%”.

 

Cafetariaregeling

(Vervallen)

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op de derde dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 10 januari 2017,

de secretaris, de burgemeester,

Naar boven