Gemeenteblad van Woudenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woudenberg | Gemeenteblad 2017, 179733 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woudenberg | Gemeenteblad 2017, 179733 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels omtrent bomen Bomenverordening Gemeente Woudenberg 2017
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
beschermd klein landschapselement: een punt-, lijn-, of vlakelement vastgelegd op de boomstructuurkaart, bestaande uit een houtopstand met een kleinere oppervlakte dan 10 are en niet voorkomende op de waardenkaart als bedoelt in het vierde lid van artikel 26 van de Landschapsverordening van de Provinciale Staten van Utrecht.
Artikel 4: Fysiek-ruimtelijke boomwaardering
Het college stelt het ‘Uitvoeringsbesluit boomwaarderingsmethode Woudenberg’ vast, waarmee de fysiek-ruimtelijke betekenis van openbare en particuliere bomen wordt bepaald. De hier uit vloeiende waardering bepaald of de boom een beschermde houtopstand is.
Artikel 6: Aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
De omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden moet middels het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier worden aangevraagd, door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de beschermde houtopstand te beschikken.
In artikel 7.5 van de Regeling omgevingsrecht is bepaald welke gegevens en bescheiden met de aanvraag ingediend moeten worden. In aanvulling op deze voorschriften moet een plattegrond waarop aanduiding van de betreffende houtopstand worden ingediend.
Artikel 8: Vervaltermijn omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
De omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden als bedoeld in deze verordening kan worden ingetrokken indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden gebruik is gemaakt. In het geval het een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden van meer dan één beschermde boom betreft, is de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden voor alle beschermde bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één of enkele beschermde bomen al geveld zijn. Het bevoegd gezag kan op verzoek de termijn van één jaar verlengen tot maximaal vijf jaar.
Indien de kap van een houtopstand verband houdt met bouwwerkzaamheden en deze bouwwerkzaamheden vertragen of zijn stopgezet, al dan niet definitief, ontslaat dit de aanvrager niet aan de verplichting de voorschriften -welke bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden zijn opgelegd- op te volgen.
Artikel 9: Voorschriften bij een vergunning
Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
Artikel 10: Instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan wordt daarbij tevens bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen. De uitwerking van deze verplichting staat vermeld in artikel 6, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit boomwaarderingsmethode Woudenberg.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, legt het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting op om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding bij verbod of weigering van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden op grond van artikel 6.3 van de Wet natuurbescherming.
Indien artikel 1, onderdeel A, van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten eerder in werking is getreden of treedt, of op dezelfde datum in werking treedt dan de Wet natuurbescherming, dan vervalt artikel 6.3 van de Wet natuurbescherming conform artikel 11.1 van de Wet natuurbescherming.
Artikel 13. Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van de rechthebbende gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten is de rechthebbende verplicht dit uiterlijk de eerstvolgende werkdag na vaststelling te melden bij het bevoegd gezag.
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 7, artikel 8, artikel 9, artikel 13, eerste, derde en vierde lid, artikel 15, tweede lid is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 11, artikel 15 eerste lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.
Hij die handelt in strijd met artikel 5, eerste lid, artikel 13, tweede lid, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoelt in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de financiële boomwaarde.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van: 21 - 09 - 2017.
K. Wiesenekker
raadsgriffier
T. Cnossen-Looijenga
voorzitter
In dit artikel wordt een definitie gegeven van de begrippen, zodat deze eenduidig worden toegepast in deze verordening.
Op houtopstanden is de Wet natuurbescherming, dan wel de Landschapsverordening van de Provinciale Staten van Utrecht, dan wel de Bomenverordening van de Gemeente Woudenberg van toepassing. In de Wet natuurbescherming is geregeld op welke zaken een gemeentelijke Bomenverordening van toepassing kan zijn. Om onduidelijkheden te voorkomen is in dit artikel een opsomming gemaakt.
Bomen en houtopstanden op erven en in tuinen buiten de bebouwde kom worden voornamelijk aangeplant als onderdeel van de tuininrichting vanwege de sierwaarde. Een tuin of erf ligt meestal in de directe omgeving van een woning of ander gebouw. De grens van een tuin of erf eindigt daar waar de afscheiding staat, dan wel daar waar het gebruik als tuin of erf ophoudt. Bij (voormalige) landhuizen en kastelen geldt het direct aanliggende bosgedeelte als tuin en is aangeduid als ‘parkbos’. (Historische) tuinontwerptekeningen bepalen de grens van het parkbos.
Populieren en wilgen vallen enkel onder toepassing van deze verordening wanneer zij niet geplant zijn langs een rijweg, een waterweg of wanneer ze in een enkele rij langs een landbouwgrond staan. Landbouwgronden zijn gronden welke de bestemming ‘Agrarisch’ hebben. Een rijweg is een weg welke bedoeld is om bereden te worden door gemotoriseerd verkeer. (Veldwegen uitgesloten.) Een waterweg is een weg welke bedoeld is voor scheepvaart.
Lanen of bomenrijen buiten de bebouwde kom vallen enkel onder de toepassing van deze verordening indien het totaal over de rijen niet meer dan 20 bomen bedraagt. Bomenrijen met meer dan 20 bomen vallen onder de toepassing van de Wet natuurbescherming. Bijvoorbeeld: een bomenrij met 21 eiken valt onder de Wet natuurbescherming. Wanneer één eik door storm komt te vervallen en niet wordt herplant, gaat de bomenrij voortaan wel onder de toepassing van de bomenverordening vallen.
Hierbij wordt bedoeld bossen en kleine bosjes met een kleinere oppervlakte dan 10 are. De bossen moeten duidelijk een afzonderlijke eenheid vormen, wat wil zeggen dat ze bijvoorbeeld afgescheiden zijn door grasland of op andere wijze ruimtelijk te onderscheiden zijn als apart gedeelte. Aaneengesloten bospercelen vormen geen afzonderlijke eenheid, ook niet wanneer de boomsoort op de omringende percelen een andere betreft. Parkbos is altijd een afzonderlijke eenheid, omdat de functie gelijk die van tuin wordt beschouwd.
De bomenverordening is niet van toepassing op houtopstanden die bestaan uit windschermen om boomgaarden, naaldbomen jonger dan 20 jaren bedoelt als kerstboom, kweekgoed of vruchtbomen omdat deze geplant zijn ten behoeve van de commerciële handel in fruit of plantgoed. Windschermen om boomgaarden zijn ter bescherming van commerciële boomgaarden tegen harde wind.
Op de boomstructuurkaart en in het register met beschermde houtopstanden staan alle beschermde bomen en kleine landschapselementen vermeld. De kaart is gekoppeld aan het register via boomnummers. In het register zijn de gegevens opgenomen welke noodzakelijk zijn om de houtopstand te identificeren, dan wel nodig zijn bij de toetsing van een omgevingsvergunning voor kappen. De boomstructuurkaart is één overzichtelijke kaart welke is opgebouwd uit het huidige groenstructuurplan, met daarin de groenzones en hoofdboomstructuren, de kaart met kleine landschapselementen, de (geactualiseerde) kaarten met daarop de gemeentelijke en particuliere monumentale bomen.
Bomen zijn levende wezens, wat betekend dat ze, net als mensen, kunnen groeien, kunnen herstellen van hun wonden, maar ook kunnen verouderen en sterven. Een statische boomstructuurkaart en register zou daarom verouderen en zijn relevantie verliezen. Rekening houdend met de bewezen verandersnelheid van bomen is een actualisatie per drie jaar realistisch. Alleen bomen welke bij de driejaarlijkse controle zichtbaar aanleiding geven tot wijziging van de gegevens worden opnieuw gewaardeerd en geclassificeerd. Praktische gezien worden de controle gelijktijdig uitgevoerd met de VTA-controle.
De zakelijk gerechtigde van een boom kan zijn de eigenaar(s), de huurder(s), de pachter(s) of anderzijds gemachtigde persoon welke vanuit rechtswege de bevoegdheid geniet over de boom. Door een boomwaarde te laten toekennen aan de boom zal door het bevoegd gezag worden besloten of de boom bij toepassing vellen vergunningplichtig is. De toevoeging tot het register zal worden bekrachtigd
De procedure voor verlening van een kapvergunning wordt zorgvuldiger, eenvoudiger en efficiënter. Door gebruik te maken van een beoordelingssysteem kunnen afwegingen zorgvuldiger, vollediger en consistenter worden gemaakt en afwegingen beter worden gemotiveerd. Uitgangspunt hiervoor zijn de bepalingen in bijlage 2 van het Groenbeleidsplan 2011. Die puntentelling is geactualiseerd en beter aangepast aan het Woudenbergse bomenbestand. Ook zal er voortaan rekening worden gehouden met de natuurwaarde (ecologie), omdat een boom ook belangrijk kan zijn voor andere organismen om ons heen zoals vogels en bijen.
Voor alle houtopstanden welke aangewezen zijn als beschermde houtopstand geldt dat het verboden is deze te vellen zonder omgevingsvergunning voor het vellen van deze houtopstand.
Deze bepaling is opgenomen om het belangrijke Woudenbergse bomenbestand te beschermen.
In dit artikel worden de uitzonderingen op de bepaling in lid 1, opgesomd. In alle uitzonderingsgevallen gaat het om werkzaamheden welke uitgevoerd worden ter instandhouding van de houtopstand.
Hakhout (hakhoutwal en boomsingels) wordt gekenmerkt door één of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen. Hakhout is cultuurerfgoed en essentieel voor de structuur van het landschap. Om dit in stand te houden is het vellen van hakhout noodzakelijk om de boomvormers niet uit te laten groeien tot bomen. Uitvoering van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden zijn vrijgesteld van de bepaling in lid 1 van artikel 5 van deze verordening.
Knotbomen, gekandelaberde bomen en leibomen worden gekenmerkt door een speciale snoeivorm. Bij de snoei van knotbomen wordt de kroon volledig weggenomen tot een knot. Bij gekandelaberde bomen en leibomen wordt de kroon weggenomen tot op de gesteltakken. Om de bomen te behouden is periodieke snoei nodig. De noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden voor voornoemde bomen zijn vrijgesteld van de bepaling in lid 1 van artikel 5 van deze verordening.
De vrijstelling geldt alleen voor bomen welke al een dergelijke snoeivorm hebben. Snoeien van meer dan 20% van de kroon van bomen zonder voornoemde snoeivormen is niet toegestaan.
Omgevingsvergunningen moeten worden aangevraagd middels het daarvoor bestemde formulier. In 2017 is dat het webformulier wat u invult bij het ‘Omgevingsloket online’. Het is verplicht dat de aanvrager gerechtigde is om beslissingen over de houtopstand te kunnen nemen. In de meeste gevallen is dit de eigenaar zelf, maar het kan ook iemand zijn die door de eigenaar aangewezen is om een aanvraag te doen.
In dit artikel is bepaald wanneer een omgevingsvergunning kan worden verleend. In veel gevallen kunnen er andere minder ingrijpende maatregelen, zoals kroonsnoei, kroonverankering of verplanten, worden genomen om hinder te verminderen. Het is voor het bevoegd gezag verplicht om alternatieve oplossingen voor kappen en rooien af te wegen.
In sommige gevallen zal de gebruikelijke kapvergunningsprocedure niet kunnen worden afgewacht. Het gaat dan om gevallen waarbij er sprake is van grote gevaarzetting. Bijvoorbeeld een boom die dreigt om te vallen of andere vergelijkbare spoedeisende belangen van publieke veiligheid.
Op grond van artikel 175 van de Gemeentewet is de burgemeester bevoegd toestemming te geven voor noodkap.
Er is een vervaltermijn voor een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden, omdat de wereld verandert; de situatie waarop de beslissing is genomen heeft zijn relevantie verloren.
Bouwwerkzaamheden kunnen soms bedoeld of onbedoeld worden gestopt of worden uitgesteld. Dat de werkzaamheden niet meer door gaan, betekent niet dat groencompensatie, zegge herplant, binnen de gestelde termijn ook vervalt. De termijn blijft gehandhaafd en aan de gestelde verplichtingen zal evengoed moeten worden voldaan.
Dit lid is komen te vervallen.
Bij een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden behoren voorschriften zoals de inwerkingtreding van de vergunning, maar ook voorschriften tot de her- of verplant of bij ruimtelijke werkzaamheden waarbij bomen betrokken zijn.
Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat een beschermde houtopstand geveld wordt alvorens besloten is op andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures. Indien uit deze procedures een negatief besluit zou volgen, kan dit ook consequenties hebben voor het vellen van de beschermde houtopstand.
Dit lid is toegevoegd uit natuurbeschermingsoogpunt voor bijzondere flora en fauna in en rond een houtopstand. De procedure rond kapvergunningaanvragen lijkt de goede mogelijkheid en een juist moment om burgers meer natuurbewust te maken.
Het is verplicht om een beschermde houtopstand in stand te houden. Dat betekent dat men verplicht is voorzieningen te treffen om beschadiging of teloorgang van de betreffende houtopstand te voorkomen. In praktijk kan dit bijvoorbeeld het gebruik van rijplaten zijn tegen wortelbeschadiging of stamommanteling met planken of het afzetten van de kwetsbare boomzone voor zwaar (bouw)verkeer. Als men na laat aan de instandhoudingsverplichting te voldoen of men velt een boom zonder de vereiste vergunning, dan kan worden opgelegd alsnog voorzieningen te treffen dan wel de gevelde houtopstand te herplanten.
Als de zakelijk gerechtigde van mening is dat ze schade lijdt of zal lijden door het besluit van het bevoegd gezag tot weigering van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden, dan kan men een schadevergoeding aanvragen bij het bevoegd gezag. Deze zal op grond van de wet beslissen op dergelijk verzoek.
De bedoelde afstand van de erfgrenslijn wordt berekend vanaf het hart van de houtopstand tot de erfgrenslijn. De bepaalde afstand is de minimum plantafstand tot de erfgrenslijn.
Het is belangrijk dat boomziekten of ziekteverspreiders zich niet kunnen verspreiden. Het is daarom verplicht om uiterlijk de eerstvolgende werkdag na vaststelling bomen met (vermeend) besmettelijke ziekten te melden bij de Gemeente Woudenberg.
Als de Gemeente Woudenberg een boom met een besmettelijke ziekte aantreft op een terrein dan kan ze de zakelijk gerechtigde aanschrijven en verplichten het gevaar op besmetting weg te nemen.
Als de zakelijk gerechtigde nalaat aan de verplichting te voldoen kan bestuursdwang worden toegepast.
Schimmels en andere ziekteverwekkers kunnen ook na vellen van een boom nog een bedreiging zijn voor verspreiding van de ziekte. Het is daarom niet toegestaan materiaal in voorraad te hebben of te vervoeren van zieke bomen tenzij hier een vergunning voor is afgegeven.
Het is verboden om publieke bomen te beschadigen, te snoeien, te bekladden of te beplakken tenzij hier een vergunning voor is afgegeven.
Kleine landschapselementen zijn van groot belang voor de opbouw van het landschap en voor de fauna. Verdwijnen van een (deel van) een landschapselement kan daarom grote schade berokkenen aan een omvangrijk gebied. Het is dan ook verplicht om handelingen die schade opleveren te stoppen en/of te verbieden en direct melding te maken bij de Gemeente Woudenberg.
In dit artikel staat welke straffen er opgelegd kunnen worden bij strafbare feiten.
In dit artikel is bepaald dat ambtenaren van politie en door het bevoegd gezag aangewezen personen strafbare feiten mogen opsporen.
Hoe de verordening afgekort mag worden aangehaald in andere documenten.
Het bevoegd gezag kan in uitzonderlijke gevallen besluiten af te wijken van gestelde voorschriften.
Hierbij kan gedacht worden aan geldelijk bijdragen aan een beplantingsproject indien herplant op locatie een onredelijke eis is.
Uitvoeringsbesluit Boomwaarderingsmethode Woudenberg
Het college van Gemeente Woudenberg,
gelet op artikel 4 van de Bomenverordening Gemeente Woudenberg 2017;
gelet op artikel 9 en 10 van de Bomenverordening Gemeente Woudenberg 2017;
besluiten vast te stellen de volgende nadere regels voor de fysiek-ruimtelijke boomwaardering en wijze van herplant.
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
beschermd klein landschapselement: een punt-, lijn-, of vlakelement vastgelegd op de boomstructuurkaart, bestaande uit een houtopstand met een kleinere oppervlakte dan 10 are en niet voorkomende op de waardenkaart als bedoelt in het vierde lid van artikel 26 van de Landschapsverordening van de Provinciale Staten van Utrecht.
Alle bomen waar Gemeente Woudenberg de zakelijk gerechtigde van is, worden beoordeeld aan de hand van deze (bijlage A) boomwaarderingsmethode en ingedeeld in een categorie als bedoelt in artikel 5.
Artikel 4: Betekenis boomwaarde
Indien een verplichting als bedoelt in artikel 10, eerste lid onderscheidenlijk een voorschrift als bedoelt in artikel 10, tweede lid van de Bomenverordening Woudenberg 2017 is opgelegd, zal op de volgende wijze worden herplant:
De plantmaat en het aantal te herplanten bomen zal telkens opnieuw en per geval apart worden voorgeschreven. Hierbij wordt rekening gehouden met de boomwaarde en het formaat van de gevelde of te niet gedane boom. Daar waar het formaat en de boomwaarde toenemen, zal de voorgeschreven te herplanten boom een grotere plantmaat hebben en/of het aantal te herplanten bomen toenemen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 26-9-2017,
S. M. T. van der Marck-Verschoor T. Cnossen
Bijlage behorende bij artikel 2.
Boomwaarderingsmethode Woudenberg
Beoordelingscriteria Waardering
1 Groeisnelheid van de boomsoort
1.1 Snelgroeiend …………. (o pt.)
1.3 Traaggroeiend …………. (8 pt.)
2 Grootte van de boomsoort in volwassen stadium
2.1 Boom van de 3e grootte …………. (o pt.)
2.2 Boom van de 2e grootte …………. (4 pt.)
2.3 Boom van de 1e grootte …………. (8 pt.)
3 Huidige stamdiameter van de boom
3.1 Minder dan 40 cm …………. (o pt.)
3.2 Tussen de 40 en 80 cm …………. (3 pt.)
3.3 Dikker dan 80 cm …………. (12 pt.)
4.1 Minder dan 5 jaar …………. (o pt.)
4.2 Tussen 5 en 15 jaar …………. (2 pt.)
4.3 Langer dan 15 jaar …………. (4 pt.)
5.1 Slechte groeivorm …………. (o pt.)
5.2 Soorteigen habitus opgekroond …………. (3 pt.)
5.3 Soorteigen habitus …………. (5 pt.)
5.4 Bijzondere groeivorm …………. (10 pt.)
5.5 Bijzondere snoeivorm …………. (10 pt.)
6.1 Niet zichtbaar vanaf de openbare weg …………. (o pt.)
6.2 Gedeeltelijk zichtbaar vanaf de openbare weg …………. (1 pt.)
6.3 Gedeeltelijk zichtbaar en ondersteunend bij de groenstructuur …………. (2 pt.)
6.4 Volledig zichtbaar vanaf openbare weg …………. (3 pt.)
7 Bijzondere (cultuurhistorische) betekenis
7.1 Geen bijzondere (cultuurhistorische) betekenis …………. (o pt.)
7.2 Streekeigen beplanting …………. (2 pt.)
7.3 Bijzondere (cultuurhistorische) betekenis …………. (20 pt.)
8.2 Inheems of dendrologisch zeldzaam …………. (3 pt.)
8.3 Inheems en dendrologisch zeldzaam …………. (12 pt.)
9.2 Enigszins waardevol …………. (4 pt.)
10.1 De herplantboom is meer dan 10 jaren geleden geplant
ter compensatie van de interessante of monumentale boom …………. (o pt.)
10.2 De herplantboom is binnen de afgelopen 10 jaren geplant ter
compensatie van een interessante of monumentale boom …………. (20 pt.)
Bomen met een puntenscore van 0 t/m 24 - niet interessante boom
Bomen met een puntenscore van 25 t/m 49 – interessante boom
Bomen met een puntenscore vanaf 50 – monumentale boom
Toelichting beoordelingsciteria
1.Groeisnelheid van de boomsoort.
1.1 Snelgroeiende boomsoorten zijn: Ailanthus, Alnus, Betula, Calocedrus, Cedrus, Chamaecyparis, Cupressocyparis, Juniperus, Phellodendron, Photinia, Populus, Prunus, Salix, Thuja en Thujopsis.
1.2Normaal groeiende boomsoorten zijn: Abies, Acer, Amelanchier, Castanea, Celtis, Cornus, Corylus, Fraxinus, Halesia, Laburnum, Larix, Liriodendron, Magnolia, Metasequoia, Ostrya, Picea, Platanus, Pseudotsuga, Pyrus, Sequoiadendron, Sorbus, Taxodium, Tilia, Tsuga en Ulmus.
1.3 Traaggroeiende boomsoorten zijn: Aesculus, Albizia, Araucaria, Carpinus, Catalpa, Cephalotaxus, Cercidiphyllum, Cercis, Crataegus, Cryptomeria, Davidia, Elaeagnus, Eucommia, Fagus, Ficus, Ginkgo, Gleditsia, Gymnocladus, Hibiscus, Juglans, Koelreuteria, Liquidambar, Malus, Mespilus, Morus, Nothofagus, Nyssa, Parrotia, Paulownia, Pinus, Quercus, Robinia, Sciadopitys, Sophora, Tamarix, Taxus, Wollemia en Zelkova.
2.2 Boom tussen 10 en 15 meter hoog.
3. Dit punt spreekt voor zich.
4. De levensverwachting wordt ingeschat door een persoon die beschikt over de benodigde vakkennis. Hij of zij zal hierbij letten op de vitaliteit en het regeneratievermogen van de boom, voor hoever dit visueel te zien is.
5.1 Slechte groeivorm: de kroon is sterk misvormd of beschadigd, waarbij herstel tot een natuurlijke kroonvorm binnen twee jaar niet is te verwachten.
5.2 Opgekroond: de boom heeft zijn natuurlijke kroonvorm, maar de onderste takken ontbreken, zodat de kroon zichtbaar op grotere hoogte begint.
5.3 Soorteigen habitus: de boom heeft zijn natuurlijke kroonvorm.
5.4 Bijzondere groeivorm: de boom heeft een afwijkende kroonvorm, welke extra sierwaarde geeft.
5.5 Bijzondere snoeivorm: de boom is gekandelaberd of het is een knot- of leiboom.
6.1 Niet publiek zichtbaar: de boom is niet te zien vanaf de openbare weg.
6.2 Gedeeltelijk publiek zichtbaar: de boom is voor een deel zichtbaar vanaf de openbare weg.
6.3 Gedeeltelijk zichtbaar/ ondersteuning groenstructuur: de boom is slechts voor een deel zichtbaar vanaf de openbare weg en maakt onderdeel uit van de groenstructuur.
6.4 Volledig publiek zichtbaar: de boom is volledig of vrijwel volledig zichtbaar vanaf de openbare weg.
7.1 Geen bijzondere betekenis: de boom heeft geen speciale betekenis voor de cultuurhistorie.
7.2 Streekeigen beplanting zijn: Acer pseudoplatanus, Alnus glutinosa, Betula pendula, Betula pubescens, Fagus sylvatica, Fraxinus excelsior, Juglans regia, Populus nigra, Populus tremula, Prunus avium, Quercus robur, Robinia pseudoacacia, Salix alba, Salix aurita, Salix caprea, Salix cinerea subsp. cinerea, Salix fragilis, Salix triandra, Salix viminalis, Tilia cordata en Tilia x europaea.
7.3 Bijzondere betekenis: de boom is een geboorte- of jubileumboom, koningsboom, rechtspraakboom, grensboom, onderdeel van een landgoed, een historisch ras hoogstamfruitboom et cetera.
Abies: beshanzuensis, fabri, fanjingshanensis, fraseri, guatemalensis, hickelii, hidalgensis, koreana, numidica, pinsapo, recurvata, squamata, yuanbaoshanensis, ziyuanensis. Acer: duplicatoserratum, hainanense, leipoense, iaotaiense. Aesculus: wangii. Albizia: berteriana, buntingii, burkartiana, carrii, edwarllii, ferruginea, guillainii, leonardii, obbiadensis, plurijuga, suluensis, vaughanii. Alnus: henryi. Araucaria: angustifolia, araucana, bernieri, biramulata, heterophylla, humboldtensis, luxurians, montana, muelleri, nemorosa, rulei, schmidii, scopulorum. Betula: chichibuensis, globispica, gynoterminalis, halophila, megrelica, murrayana, szaferi, talassica, tianschanica. Calocedrus: formosana, rupestris. Carpinus: putoensis, tientaiensis. Catalpa: brevipes. Cedrus: atlantica, libani. Celtis: balansae, hypoleuca, lindheimeri, luzonica. Cephalotaxus: hainanensis, lanceolata, mannii, oliveri. Chamaecyparis: formosensis. Cornus: disciflora, monbeigii. Corylus: chinensis, colchica. Crataegus: darvasica, knorringiana, necopinata, nigra, turcicus, komarovii. Elaeagnus: mollis, tarokoensis. Fagus: hayatae, longipetiolata. Fraxinus: hondurensis, sogdiana. Ginkgo: biloba. Gleditsia: assamica, rolfei, vestita. Gymnocladus: assamicus. Halesia: macgregorii. Juglans: californica, insularis, jamicensis, neotropica, olanchana. Juniperus: angosturana, barbadensis, bermudiana, brevifolia, cedrus, comitana, gracilior, jaliscana, saltillensis, saxicola, standleyi, tibetica, uviferum. Larix: mastersiana, amabilis. Magnolia: stellata. Malus: komarovii, niedzwetzkyana, sieversii. Metasequoia: glyptostroboides. Morus: capensis. Nothofagus: alessandrii, discoidea, glauca, nuda, stylosa, womersleyi. Nyssa: yunnanensis. Ostrya: chisosensis, rehderiana. Paulownia: kawakamii. Photinia: lasiogyna, lasiopetala. Picea: aurantiaca, brachytyla, breweriana, chihuahuana, farreri, koyamae, likiangensis, martinezii, maximowiczii, morrisonicola, neoveitchii, omorika, retroflexa, torano. Pinus: albicaulis, amamiana, culminicola, greggii, krempfii, maximartinezii, merkusii, muricata, nelsonii, occidentalis, palustris, radiate, rzedowskii, squamata, tecunumanii, torreyana, tropicalis, wangii. Platanus: kerrii. Populus: berkarensis, guzmanantlensis, ilicifolia. Prunus: adenopoda, africana, carolinae, ceylanica, ernestii, korshinskyi, laxinervis, mirabilis, pulgarensis, ramburii, rubiginosa, subglabra, tadzhikistanica, taiwaniana, turfosa, villegasiana, walkeri. Pseudotsuga: japonica, sinensis. Pyrus: browiczii, cajon, complexa, daralagezi, gergerana, hajastana, korshinskyi, magyarica, nutans, serikensis, sosnovskyi, tadshikistanica, tamamschianae, theodorovii, voronovii. Quercus: acerifolia, arkansana, basaseachicensis, benthamii, boyntonii, brandegeei, buckleyi, bumelioides, cedrosensis, costaricensis, deliquescens, devia, dumosa, engelmannii, flagellifera, galeanensis, georgiana, germana, graciliformis, hinckleyi, hintonii, hintoniorum, macdonaldii, macdougallii, miquihuanensis, oglethorpensis, purulhana, rapurahuensis, skinneri, subpathulata, tardifolia, tomentella, uxoris, vicentensis, xalapensis. Sequoiadendron: giganteum. Sophora: fernandeziana, mangarevaensis, masafuerana, raivavaeensis, rubriflora, saxicola, toromiro, wightii. Sorbus: amabilis, anglica, arranensis, badensis, bristoliensis, decipiens, eminens, franconica, heilingensis, leptophylla, leyana, maderensis, multicrenata, parumlobata, pseudofennica, pseudothuringiaca, subcordata, subcuneata, vexans, wilmottiana. Taxus: chinensis, contorta, floridana, globosa, mairei, wallichiana. Thuja: koraiensis, sutchuenensis. Tsuga: forrestii. Ulmus: chenmoui, elongate, gaussenii, wallichiana. Wollemia: nobilis. Zelkova: abelicea, sicula.
Een boom kan van zichzelf waardevol zijn, maar kan ook extra waarde hebben voor andere organismen zoals vogels, bijen en andere insecten.
9.1 Geen waarde: alle uitheemse boomsoorten (m.u.v. uitheemse soorten van het geslacht: Aesculus, Amelanchier, Castanea, Crataegus, Fraxinus, Juglans, Malus, Mespilus, Morus, Nyssa, Populus, Prunus, Pyrus, Robinia, Sophora, Sorbus, Tilia en Ulmus).
9.2 Enigszins waardevol: Acer (m.u.v. campestre), Aesculus, Alnus incana, Betula pendula, Betula pubescens, Fraxinus (m.u.v. ornus), Juglans, Fagus sylvatica, Juniperus communis, Quercus (m.u.v. robur en petraea), Salix caprea, Salix pentandra, Salix purpurea, Salix repens.
9.3 Waardevol: Acer campestre, Alnus glutinosa, Amelanchier ovalis, Carpinus betulus, Castanea, Corylus avellana, Crataegus, Fraxinus ornus, Malus, Mespilus, Morus, Nyssa, Populus, Prunus, Pyrus, Quercus robur, Quercus petraea, Robinia, Salix alba, Salix aurita, Salix cinerea subsp. cinerea, Salix cinerea subsp. oleifolia, Salix fragilis, Salix triandra, Sophora, Sorbus, Taxus baccata, Tilia, Ulmus.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-179733.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.