Gemeenteblad van Montferland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montferland | Gemeenteblad 2017, 179119 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montferland | Gemeenteblad 2017, 179119 | Verordeningen |
Verordening maatschappelijke ondersteuning Montferland 2017
De raad van de gemeente Montferland;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland van 14 februari 2017;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In de verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres hij in de Basisregistratie personen (BRP) ingeschreven staat of zal staan. Indien de cliënt met een briefadres in de BRP ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;
Voorliggende voorziening: een aanspraak op grond van een andere wettelijke regeling waar de cliënt mede in het kader van diens eigen verantwoordelijkheid een beroep op kan doen met het oog op zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning. Onder omstandigheden kan daar ook een privaatrechtelijke regeling onder worden verstaan;
Woning: een woonruimte voor permanente bewoning bestemd en geschikt en waarbij geen wezenlijke woonfuncties, zoals woon- en slaapruimte, was en kookgelegenheid en toilet met andere woningen worden gedeeld. Hieronder begrepen een woonschip en een woonwagen mits geschikt én bestemd voor permanent bewoning;
Artikel 1.2 Reikwijdte verordening
Voor ingezetenen met een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning in de vorm van beschermd wonen of maatschappelijke opvang geldt dat zij zich melden en de daarmee verband houdende aanvraag indienen in de centrumgemeente Doetinchem en Arnhem. Het college draagt zorg voor een zorgvuldige overdracht.
Artikel 2.2 Cliëntondersteuning en 24-uurs anoniem een luisterend oor
Het college wijst de cliënt en zijn mantelzorger voorafgaand het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, op de mogelijkheid om gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning en op het feit dat op ieder moment van de dag telefonisch anoniem een luisterend oor en advies beschikbaar is.
Artikel 2.7 Advisering bij melding of aanvraag
Het college kan om deskundigenadvies vragen indien:
het een melding of aanvraag betreft van een persoon aan wie wel eerder een maatwerkvoorziening is toegekend of een gesprek zoals bedoeld in artikel 2.5 van de verordening is gevoerd, maar waarvan de (medische) omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die wijzigingen het vaststellen van de noodzaak van (de soort) de maatwerkvoorziening kunnen beïnvloeden;
HOOFDSTUK 3 AANVRAAG EN BESCHIKKING
Het college is bevoegd de beslistermijn als bedoeld in artikel 2.3.5, tweede lid, van de wet op te schorten indien nog een deskundigenadvies nodig is voor de beoordeling van de aanspraak op een voorziening, dan wel voor de beoordeling welke maatwerkvoorziening de goedkoopst passende bijdrage levert.
HOOFDSTUK 4 - BEOORDELING VAN DE AANSPRAAK
Artikel 4.1 Algemene criteria maatwerkvoorziening
Een cliënt die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de gemeente Montferland komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid en/of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet:
De maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid levert, rekening houdend met het verslag als bedoeld in artikel 2.6 van de verordening en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in aanvaardbare mate in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie mede met het oog op lang mogelijk op verantwoorde wijze in de eigen leefomgeving kunnen blijven.
Een cliënt die ingezetene is van Nederland met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, kan in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet:
De maatwerkvoorziening als bedoeld in het vorige lid levert, rekening houdend met het verslag van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.6 van de verordening en voor zover aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt voldoende en op aanvaardbare wijze in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht op verantwoorde wijze te handhaven in de samenleving.
Artikel 4.3 Specifieke criteria maatwerkvoorziening
Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat:
indien een maatwerkvoorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verleend en daarvan de normale afschrijvingstermijn nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verleende voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen.
De aanvraag om een woningaanpassing of een hulpmiddel in de vorm van een traplift dan wel persoonsgebonden budget ter betaling daarvan kan (deels) worden geweigerd indien deze nog niet is gerealiseerd vóór de melding dan wel aanvraag, tenzij de noodzaak achteraf door het college nog kan worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 5 - MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
Artikel 5.1 Maatschappelijke ondersteuning
Onder maatschappelijke ondersteuning wordt verstaan:
HOOFDSTUK 6 - PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 6.2 Schriftelijke overeenkomst bij diensten
De cliënt sluit met degene aan wie het persoonsgebonden budget wordt besteed een door het college én de Sociale verzekeringsbank goedgekeurde schriftelijke overeenkomst. Daarbij wordt (bij voorkeur) gebruik gemaakt van de toepasselijke modelovereenkomst die de Sociale verzekeringsbank ter beschikking stelt.
Artikel 6.3 Verplichtingen bij hulpmiddelen en woningaanpassingen
Het college stelt nadere regels in het Besluit over de voorwaarden die verbonden kunnen worden aan de met het persoonsgebonden budget aan te schaffen hulpmiddel of te realiseren woningaanpassing. Deze voorwaarden kunnen ook van toepassing zijn indien een maatwerkvoorziening in natura wordt verleend.
Artikel 6.4 Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget diensten
Voor de goedkoopst passende bijdrage als bedoeld in het vorige lid stelt het college in het Besluit gedifferentieerde tarieven vast rekening houdend met:
waarbij geldt dat de tarieven onder b. in ieder geval lager zijn dan de tarieven onder a. en de tarieven onder c. In ieder geval lager zijn dan de tarieven onder b.
Het college stelt nadere regels in het Besluit over de gedifferentieerde tarieven, rekening houdend met kosten als bedoeld in artikel 14.5 van de verordening, waarbij een percentage geldt van het tarief als bedoeld in het tweede lid. Indien het persoonsgebonden budget wordt besteed aan personen uit het sociaal netwerk kan het college (ook) een gemaximeerd tarief vaststellen.
Artikel 6.5 Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget overig
Indien de naturaverstrekking als bedoeld in het vorige lid een tweedehands maatwerkvoorziening betreft, wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget daarop gebaseerd. Het persoonsgebonden budget, heeft een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarbinnen de maatwerkvoorziening economisch is afgeschreven. Het college houdt daarbij rekening met de bijkomende kosten als genoemd in het vorige lid.
HOOFDSTUK 7 - ONDERSTEUNING BIJ EEN SCHOON EN LEEFBAAR HUIS
Artikel 7.1 Maatschappelijke ondersteuning
Het college kan aan de cliënt een maatwerkvoorziening verlenen gericht op ondersteuning bij een schoon en leefbaar huis in de vorm van hulp bij het huishouden.
HOOFDSTUK 8 - ONDERSTEUNING INDIVIDUEEEL, ONDERSTEUNING GROEP EN LOGEREN
Artikel 8.1 Maatschappelijke ondersteuning
Het college kan aan de cliënt een maatwerkvoorziening verlenen in de vorm van:
De cliënt komt in aanmerking voor kortdurende Ondersteuning individueel en/of groep ter bevordering, versterking of verbetering van zijn zelfredzaamheid indien de cliënt naar oordeel van het college leerbaar is. Daaronder kan ook de toeleiding naar algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen worden verstaan.
Artikel 8.3 Specifieke criteria Ondersteuning groep
Artikel 8.4 Specifieke criteria Ondersteuning individueel
Het college kan aan de cliënt een maatwerkvoorziening verlenen in de vorm van Ondersteuning individueel gericht op:
van de zelfredzaamheid en/of participatie indien Ondersteuning groep niet als passende bijdrage kan worden aangemerkt en er geen andere beschikbare en geschikte oplossingen aanwezig zijn waar de cliënt redelijkerwijs gebruik van kan maken. Het college houdt daarbij rekening met eventuele meervoudig complexe problematiek waaronder gedragsproblematiek.
Artikel 8.5 Specifiek criterium arbeidsmatige dagbesteding
De ondersteuning in artikel 8.1 onder c van de verordening kan slechts worden toegekend aan de cliënt die niet beschikt over arbeidsvermogen in de zin van de Participatiewet, tenzij de cliënt niet onder de doelgroep van die wet valt.
HOOFDSTUK 9 - ONDERSTEUNING GERICHT OP HET WONEN
Artikel 9.1 Maatschappelijke ondersteuning
Het college kan aan de cliënt een maatwerkvoorziening verlenen in de vorm van:
indien deze zijn gericht op het kunnen gebruiken en bereiken van de noodzakelijke gebruiksruimte(n) in verband met het normale gebruik van de woning waar de cliënt zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben met het oog het de zelfredzaamheid van de cliënt.
Artikel 9.2 Criterium primaat van verhuizen
Voor zover de cliënt kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning, welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat als bedoeld in artikel 9.1 van de verordening, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden om het bedoelde resultaat te bereiken. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de kosten van het aanpassen van de woning het in het Besluit genoemde bedrag te boven gaan.
Artikel 9.3 Specifieke criteria gericht op het wonen
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op:
het treffen van woonvoorzieningen in specifiek op mensen met beperkingen gerichte woongebouwen, voor zover het maatwerkvoorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft dan wel maatwerkvoorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten kunnen of hadden kunnen worden meegenomen.
De aanvraag voor een woningaanpassing en/of een nagelvast hulpmiddel kan in ieder geval worden geweigerd indien:
deze betrekking heeft op te treffen maatwerkvoorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;
HOOFDSTUK 10 - ONDERSTEUNING BIJ DEELNAME AAN HET MAATSCHAPPELIJK VERKEER
HOOFDSTUK 11 - BIJDRAGE IN DE KOSTEN
Artikel 11.1 Maatwerkvoorziening
De cliënt is een bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening verschuldigd, zolang hij van de maatwerkvoorziening in natura gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget is toegekend. De bijdrage in kosten is verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en is afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot.
HOOFDSTUK 12 - NIEUWE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN, HERZIENING, INTREKKING, TERUGVORDERING EN TERUGBETALING
Artikel 12.1 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van een betaling uit het persoonsgebonden budget als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen van handelen of nalaten als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a. d. of e. van de wet.
Onverminderd artikel 2.3.10 van de wet kan het college een toegekende aanspraak op een maatwerkvoorziening dan wel persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk beëindigen, indien:
Artikel 12.3 Herziening of intrekking
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college desgevraagd of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot een heroverweging van de beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
HOOFDSTUK 13 - BESTRIJDING MISBRUIK OF ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het college beoordeelt, al dan niet steekproefsgewijs, de besteding van de persoonsgebonden budgetten als bedoeld in hoofdstuk 6 van de verordening evenals de inzet van maatwerkvoorzieningen (in natura). Tevens beoordeelt het college of de cliënt nog voldoet aan de criteria om voor een maatwerkvoorziening al dan niet in de vorm van een persoonsgebonden budget in aanmerking te komen.
HOOFDSTUK 14 - OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 14.5 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
§ 4. Betrekken van ingezetenen
Artikel 14.7 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval de Sociale Raad, cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 15.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van de Verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe telkens 1 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Beslissen op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de gewijzigde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2015 en of Verordening maatschappelijke ondersteuning Montferland 2015, geschiedt op grond van die verordeningen die ten aanzien van de betreffende zaak hun rechtskracht behouden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-179119.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.