Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Deventer (wijziging 3)

De raad van de gemeente Deventer;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de navolgende:

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Deventer (wijziging 3)

Artikel I  

  • A.

    Artikel 5:8 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer is als volgt geformuleerd:

     

    Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen

    • 1.

      Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

    • 2.

      Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

    • 3.

      Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

    • 4.

      Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

       

    • waaraan lid 5 wordt toegevoegd:

       

    • 5.

      Dit artikel is niet van toepassing op de bebouwde kom van Deventer (stad).

  • B.

    Artikel 5:8a van de Algemene plaatselijke verordening Deventer wordt toegevoegd en is als volgt geformuleerd:

     

    Artikel 5:8a Parkeren van grote voertuigen bebouwde kom Deventer (stad)

     

    • 1.

      Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6.00 meter of een hoogte van meer dan 2.40 meter op een openbare plaats binnen de bebouwde kom van Deventer te parkeren.

    • 2.

      Het verbod geldt niet:

      • a.

        voor autobussen in lijndienst;

      • b.

        gedurende de tijd die nodig is voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor het gebruik van het voertuig redelijkerwijs noodzakelijk is;

      • c.

        op een door het college aangewezen openbare plaats.

    • 3.

      Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

  • C.

    Artikel 5:9 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer is als volgt geformuleerd:

     

    Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen

    • 1.

      Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.

    • 2.

      Het verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is.

       

      Waaraan lid 3 wordt toegevoegd.

       

    • 3.

      Dit artikel is niet van toepassing op de bebouwde kom van Deventer (stad).

Artikel II

 

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2017

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2017

De raad voornoemd,

de griffier,

drs. S.J. Peet

de voorzitter,

ir. A.P. Heidema

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

 

Algemeen

Steeds meer gemeenten ervaren de noodzaak om het parkeren van grote voertuigen - in het bijzonder vrachtwagens - op wegen in de stadscentra en in de woonwijken zoveel mogelijk tegen te gaan. Ook maatschappelijk gezien is er een tendens waarneembaar dat dit parkeren wordt ervaren als misbruik van de weg, maar ook milieuoverwegingen spelen een belangrijke rol om tot verdere beperkingen over te gaan. Bovendien zijn de gevaren en inconveniënten die het parkeren met grote voertuigen kunnen opleveren divers van aard: onvoldoende opvallen bij schemer en duisternis van geparkeerde vrachtwagens, onvoldoende zichtbaarheid van tussen of achter deze voertuigen spelende kinderen, buitensporige inbeslagneming van de schaarse parkeerruimte, belemmering van het uitzicht vanuit de woning, afbreuk aan het uiterlijk aanzien der gemeente enz. Tot slot is ook de overlast en vervuiling die veroorzaakt wordt door truckers die de nacht doorbrengen in hun truck een belangrijke reden om het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom tegen te gaan.

 

Tot voor kort waren er echter geen alternatieven voorhanden om het parkeren van grote voertuigen te reguleren. Door de komst van het Truckpoint langs de A1 is dit alternatief er sinds kort wel, zodat de tijd rijp is om in navolging van andere gemeenten een algeheel verbod in te stellen voor het parkeren van grote voertuigen op openbare plaatsen binnen de bebouwde kom.

 

Jurisprudentie

Uit de jurisprudentie kan worden opgemaakt, dat ook volgens de Hoge Raad het parkeren van vrachtwagens in woonwijken enz., bezien tegen de achtergrond van de recente verkeersomstandig-heden en maatschappelijke inzichten, niet (meer) redelijkerwijze als “normaal” verkeer kan worden beschouwd. Blijkens de jurisprudentie van de Hoge Raad is de bevoegdheid van het gemeente-bestuur ter zake zeer ruim. Het is met name niet vereist dat de bij openbare kennisgeving aangewezen plaatsen voldoen aan aanmerkelijke eisen van schoonheid en karakteristiek.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

A.

Artikel 5:8, vijfde lid wordt toegevoegd zodat het bepaalde in dit artikel niet van toepassing is op de bebouwde kom van Deventer (stad).

 

B.

Artikel 5:8a Parkeren van grote voertuigen bebouwde kom Deventer (stad)

Deze bepaling beoogt te voorkomen dat binnen de bebouwde kom van Deventer (stad) op de weg wordt geparkeerd door grote voertuigen, zoals vrachtwagens e.d.. Op grond van artikel 5:8, eerste lid, van de APV geldt voor grote voertuigen dat het verboden is te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. Op grond van het twee lid geldt het parkeerverbod ook wanneer het parkeren buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte. Artikel 5:9, eerste lid, van de APV bepaalt dat grote voertuigen bovendien niet op de weg geparkeerd mogen worden bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw. Deze bepalingen blijven onverkort van toepassing op het grondgebied buiten de bebouwde kom van Deventer (stad)

 

Voor de bebouwde kom van Deventer geldt gelet op het nieuwe artikel 5:8a van de APV een algemene verbodsbepaling die eenvoudig van opzet is en bovendien niet beperkt is in tijd en alleen betrekking heeft op de openbare plaatsen binnen de bebouwde kom.

 

Zoals opgemerkt in de toelichting op artikel 5:1, onderdeel b, wordt het begrip “parkeren” zo uitgelegd, dat het verbod in dit artikel zich niet alleen richt op de bestuurder van een voertuig maar ook op de andere belanghebbenden bij het voertuig.

 

 

Tweede lid, onder a

De in dit lid opgenomen uitzondering ziet bij voorbeeld op (het parkeren van) "hoogwerkers", meetwagens e.d.

 

Tweede lid, onder b

Het is denkbaar dat een openbare plaats (tijdelijk) wordt aangewezen, zodat het verbod gedurende een festiviteit of evenement niet van toepassing is. Daarbij valt te denken aan het parkeren van bussen tijdens het Dickens Festijn of de Turkse verkiezingen.

 

Tweede lid, onder c

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Derde lid

Een ontheffingsmogelijkheid wordt geboden, omdat zich (tijdelijke) situaties kunnen voordoen waarbij het hinderlijke karakter van het hier bedoelde parkeren in een specifiek geval onvermijdelijk is.

 

C.

Artikel 5:9, derde lid wordt toegevoegd zodat het bepaalde in dit artikel niet van toepassing is op de bebouwde kom van Deventer (stad).

 

Artikel II. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Naar boven