Gemeenteblad van Delfzijl
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delfzijl | Gemeenteblad 2017, 170319 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delfzijl | Gemeenteblad 2017, 170319 | Verordeningen |
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2017 gemeente Delfzijl
Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning
Het college brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid om een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2 tweede lid van de wet op te stellen en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het plan te overhandigen waarin hij de omstandigheden, bedoeld in artikel 2.3.2 vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen.
Het college onderzoekt, conform hetgeen is gesteld in artikel 2.3.2 van de wet, in een gesprek met de cliënt of diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de Wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekerings Wet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Artikel 8. Advisering, informatieplicht en medewerking aan de beoordeling
De cliënt die een melding heeft gedaan of voor wie dat is gedaan dan wel een aanvraag heeft ingediend of aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht om aan het college desgevraagd medewerking te verlenen die redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de Wet en de verordening en deze nadere regels. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
De cliënt die een aanvraag heeft ingediend of aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening, dan wel op de aard, de hoogte of de duur daarvan.
Artikel 10 a. Het verstrekken van een Persoonsgebonden budget (pgb)
Een Pgb wordt verstrekt, indien de aanvrager naar het oordeel van het college op eigen kracht, dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van diens vertegenwoordiger, voldoende in staat is tot een redelijke waardering van de belangen ter zake en de aan een Pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit kan voeren.
Er sprake is van een redelijke waardering van belangen als bedoeld in het eerste lid als de aanvrager of diens vertegenwoordiger:
in staat is de opdrachtgeverstaak op zich te nemen, zoals in ieder geval een aanbieder uitzoeken die voldoende kwaliteit kan bieden in de zin van artikel 9 van de Verordening Wmo 2015, sollicitatiegesprekken voeren, contracten afsluiten, facturen afhandelen en het bewaken van de kwaliteit en de voortgang van de hulp.
Om te beoordelen of de aanvrager in staat is om de aan een Pgb verbonden taken als bedoeld in het eerste lid op verantwoorde wijze uit te voeren kan de door Per Saldo opgestelde zelf- test worden gebruikt. (http://www.pgb.nl/test-uzelf-pgb-iets-voor-u/zelftest )
Artikel 10 b. Het niet verstrekken van een Pgb
Artikel 10 c. Uitgesloten kosten Pgb
De volgende kosten zijn uitgesloten voor vergoeding vanuit een Pgb:
Artikel 10 d. Ondersteuning uit het sociaal netwerk met een Pgb
In het keukentafelgesprek kan de cliënt aangeven dat hij een Pgb wil inzetten om zijn mantelzorger(s) of iemand uit het sociaal netwerk te betalen. Het gaat dan om situaties waarin deze hulp de gebruikelijke (mantel-)hulp overstijgt en dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt. Hierbij geldt de voorwaarde dat de mantelzorger niet overbelast raakt.
Sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt
Nadere verplichtingen budgethouder.
Artikel 11. Nadere verplichtingen budgethouder
Ingeval het gebruik van de voorziening welke met een persoonsgebonden budget is aangeschaft, is beëindigd en de gebruiksduur van de voorziening niet geheel is verstreken, is de budgethouder verplicht de voorziening te retourneren dan wel de restwaarde, onder verrekening van eventueel ingebrachte eigen middelen, aan de gemeente te vergoeden. Voor de berekening van de afschrijving wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij de afschrijvingssystematiek als gehanteerd in de Aanbesteding hulpmiddelen 2014.
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget wordt rekening gehouden met afschrijvingstermijnen die naar geldende maatschappelijke normen voor de verstrekte voorziening gebruikelijk zijn. Mocht na die tijd blijken dat de voorziening nog in goede staat verkeert, dan wordt de gebruiksduur verlengd.
Artikel 12. PGB niet hoger dan kostprijs in natura
Artikel 13 Noodzakelijk bijkomende kosten pgb
Bij het vaststellen van de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt in elk geval rekening gehouden met de volgende noodzakelijk bijkomende kosten bij diensten:
Budget voor vervanging tijdens vakantie wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst, te weten vier maal de overeengekomen ondersteuningsuren per week, waarbij zo nodig ook rekening wordt gehouden met een hoger tarief bij inzet van een professional ten opzichte van iemand uit het sociaal netwerk;
Compensatie voor het verlies van pensioenrechten bij inzet sociaal netwerk wanneer er daadwerkelijk sprake is van het niet opbouwen van pensioenrechten als gevolg van het (tijdelijk) opzeggen van arbeidsuren in verband met het bieden van ondersteuning waarbij de compensatie bestaat uit een vermeerdering van het tarief met 12,5%.
Eigen bijdrage per maatwerkvoorziening.
Artikel 17: Huishoudelijke Ondersteuning (plus)
De kostprijs van huishoudelijke ondersteuning en huishoudelijke ondersteuning plus in Zorg In Natura (ZIN) is het gemiddelde tarief per uur gebaseerd op de gemiddelde afgesproken inzet van 2,5 uur per periode van 4 weken, dat de gemeente aan de zorgaanbieders betaalt voor deze vormen van huishoudelijke ondersteuning.
Huishoudelijke ondersteuning (plus)
Artikel 21 Huishoudelijke ondersteuning
Een persoon met beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen kan in aanmerking komen voor hulp bij het huishouden als hij door zijn belemmeringen, rekening houdend met de beschikbaarheid van de gebruikelijke hulp en onverplichte mantelzorg, niet of onvoldoende in staat is tot het verzorgen van het huishouden van zichzelf of van de leefeenheid waartoe hij behoort.
Begeleiding Individueel, Begeleiding Groep en Kortdurende Opvang.
Artikel 23. Criteria individuele begeleiding Basis en speciaal
Een cliënt in kan aanmerking komen voor individuele begeleiding als:
Artikel 24. Maatwerkvoorziening kortdurend verblijf
Een cliënt kan in aanmerking komen voor kortdurend verblijf als:
Artikel 25. Algemene voorziening dagbesteding met beperkte ondersteuning
Het college draagt zorg voor de aanwezigheid van algemene voorzieningen met het oog op het bieden van structuur, sociale contacten alsmede het ontlasten van eventuele mantelzorgers
Artikel 26. Maatwerkvoorziening Begeleiding Groep basis en speciaal
Artikel 27. Vervoersvoorziening
De maatwerkvoorziening voor een vervoersvoorziening beperkt zich tot de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Artikel 28. Soorten vervoersvoorzieningen
De door het college te verstrekken vervoersvoorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 29. Collectief vervoer
Voor zover de cliënt vanwege beperkingen geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer of van het collectief vervoer voor sociaal en/of recreatief vervoer en daardoor aangewezen is op eigen vervoer dan kan belanghebbende in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget. De hoogte van het pgb wordt vastgesteld op een bedrag van € 0,157 per kilometer, tot maximaal 2500 kilometer op jaarbasis.
Een cliënt kan voor een woonvoorziening in aanmerking komen als deze voorziening noodzakelijk is voor het compenseren van de belemmeringen die worden ondervonden bij het normale gebruik van de woonruimte. Bij de aanvraag om een woonvoorziening dient de mogelijkheid tot verhuizing als oplossing te worden beoordeeld (primaat van verhuizen).
Artikel 35. Bouwkundige of woontechnische woningaanpassing en roerende woonvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening wordt vastgesteld als de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, dan wel bij roerende woonvoorzieningen op basis van de geldende prijsafspraken op basis van de aanbesteding hulpmiddelen. Het budget wordt, indien noodzakelijk, verhoogd met de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie voor zover de voorziening geen vast onderdeel vormt van de woning.
De tegemoetkoming voor huurderving voor woningeigenaren bedraagt de kale huur van de woonruimte per maand gedurende maximaal 7 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een vergoeding in aanmerking komt.
Artikel 38. Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar die een woningaanpassing heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen de periode waarop het pgb van toepassing is verklaard, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. Het restbedrag van de kostprijs van de voorziening dient te worden terugbetaald.
Intrekking beschikking en terugvordering
Artikel 39. Intrekking en wijziging van een besluit tot verlening van een maatwerkvoorziening
Artikel 42. Waardering mantelzorgers.
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit een kadobon ter waarde van € 50,- op voorwaarde dat de mantelzorger geregistreerd staat als mantelzorger (langer dan drie maanden en acht uur of meer per week) bij SW&D. De peildatum is 1 juli van het kalenderjaar waarover de uitkering plaatsvindt.
Artikel 43. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen.
Het college heeft aan artikel 16 van de Verordening Wmo 2015 invulling gegeven middels separate regeling in het minimabeleid.
Artikel 44. Meldcode (huiselijk) geweld en kindermishandeling
De aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden.
Artikel 46. Verklaring omtrent gedrag van medewerkers
Het college kan van een aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, eisen dat deze in het bezit is van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn cliënten in contact kunnen komen, welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-170319.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.