Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2017, 165977 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2017, 165977 | Overige besluiten van algemene strekking |
Beleidsregels Parkeervisie Spoorzonegebied gemeente Delft
In het Spoorzonegebied wordt het Spoorzoneproject gerealiseerd. Het project bestaat uit de verdubbeling en ondertunneling van het spoor, de realisering van een station en de herontwikkeling van het bovengrondse gebied. Inmiddels is de spoortunnel vrijwel klaar en zijn de eerste twee sporen in gebruik genomen. De bovengrondse ontwikkeling kan nu verder worden gerealiseerd. Deze gebiedsontwikkeling heeft de naam “Nieuw Delft” gekregen. De ligging van Nieuw Delft pal aan een OV-knooppunt en de strategische ligging van Delft in de Zuidvleugel van de Randstad bieden vele kansen voor Nieuw Delft. Dit is de enige gebiedsontwikkeling in de Zuidvleugel van de Randstad waar zo dicht bij een historische binnenstad en een OV-vervoersknooppunt, een nieuw hoogstedelijk milieu kan ontstaan.
Figuur 1 : gebiedsontwikkeling Nieuw Delft, onderdeel van de Spoorzone ontwikkeling
Typering gebied: hoogstedelijk, dynamisch, verschillende functies
Dit gebied bevindt zich centraal tussen verschillende wijken, waaronder de binnenstad, en op een OV‐knooppunt. Het gebied vormt zo een schakel tussen deze wijken. In Nieuw Delft wordt gestreefd naar een hoogwaardig, innovatief en aantrekkelijk stedelijk milieu. Het gebied is gastvrij en zeer goed bereikbaar. Er zijn verschillende plekken waar je graag bent en afspreekt; om te wonen, te werken, te genieten. Werk, wonen, ontspanning, cultuur, kennis en bedrijvigheid komen er samen, optimaal ontsloten.
Voor de invulling van het programma in het gebied is flexibiliteit nodig om vraaggericht te kunnen zijn en om goede initiatieven te kunnen faciliteren. Dit is als uitgangspunt in het Integraal Ontwikkelingsplan (november 2013) voor het gebied bepaald. De exacte omvang en locatie van de verschillende functies ligt niet vast, omdat de behoefte/vraag vanuit de markt centraal staat en er ruimte nodig is voor de onderlinge samenhang en synergie die kan ontstaan als een bepaalde ontwikkeling eenmaal is ingezet. Deze dynamiek is op voorhand niet te voorspellen, waarbij een accentverlegging in omvang en samenstelling van het programma over de komende twee decennia (de bestemmingsplanperiode) mogelijk moet zijn. De bestemmingsplannen zijn dan ook flexibel van aard om zo optimaal te kunnen inspringen op de vraag vanuit de samenleving.
Mobiliteit en parkeren: flexibiliteit
Qua mobiliteit en parkeren kenmerkt Nieuw Delft zich door:
Het gebied maakt een transitie door waarin onderdelen in verschillende snelheden tot ontwikkeling komen. De doorlooptijd waarin de transitie van het Spoorzonegebied gestalte krijgt in combinatie met ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit, actief gestimuleerd door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, vraagt om een flexibele invulling waarin op de langere termijn kan worden meebewogen met veranderende wensen op het gebied van stedelijke functies (wonen, werken en andere functies), mobiliteit en parkeren. Alleen op deze manier kan het Spoorzonegebied worden getransformeerd naar een toekomstvaste en kwalitatief hoogwaardige leefomgeving.
De wijze waarop de parkeerbehoefte op basis van de Nota Parkeernormen 2013 wordt bepaald, is onvoldoende toegesneden op een dynamische gebiedsontwikkeling zoals Nieuw Delft. Het uitgangspunt in Nieuw Delft is dat er voldoende, maar geen overcapaciteit aan parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Om dit te bereiken wordt een dynamische parkeerbalans gehanteerd. Dit betekent dat er gedurende de gebiedsontwikkeling de werkelijke parkeerbehoefte nauwgezet wordt gemonitord en op basis daarvan al dan niet extra parkeercapaciteit wordt gerealiseerd. Het uitgangspunt blijft dat de omgeving wordt beschermd tegen overlast door uitwijkgedrag.
In november 2015 heeft het college van Burgemeester en Wethouders de “Parkeerstrategie Nieuw Delft” bekrachtigd en vastgesteld. Uit het onderzoek dat aan deze Parkeerstrategie ten grondslag ligt, is o.a. gebleken dat de norm voor bezoekersparkeren verlaagd kan worden gezien de ligging van Nieuw Delft bij een OV knooppunt. De praktijk wijst namelijk uit dat bezoekers die moeten betalen voor parkeren bij een locatie waar ook een hoogwaardige OV voorziening/knooppunt ligt, minder met de auto komen. Dit motief maakt een norm van 0,1 bezoekersparkeerplaats per woning mogelijk in de binnenstad. In de binnenstad schil is het realistisch om een norm van 0,2 bezoekersparkeerplaats per woning aan te houden. Daar is de afstand tot het station immers groter en is op kortere loopafstand nog gratis/ongereguleerd parkeren voorhanden (onder andere de Voorhof). In deze Parkeervisie wordt bij deze verlaagde norm en motivering voor bezoekersparkeren aangesloten.
De gemeente heeft besloten dat er in Nieuw Delft een nieuwe parkeergarage zal worden gerealiseerd. De voorbereiding voor realisatie hiervan wordt opgestart. De garage kan ingezet worden als parkeeroplossing voor verschillende velden en kan het verschil tussen het feitelijke parkeergedrag en de parkeeroplossing opvangen. Dit verschil wordt bepaald aan de hand van monitoring.
Om enerzijds deze flexibiliteit te kunnen bieden en anderzijds voor belanghebbenden voldoende rechtszekerheid te creëren, is aanpassing van de beleidsregels uit de vigerende Nota Parkeernormen 2013 benodigd. In de onderhavige parkeervisie zijn dan ook gewijzigde beleidsregels opgenomen ten aanzien van het parkeren en stallen van voertuigen in Nieuw Delft. Deze beleidsregels zijn de nieuwe c.q. gewijzigde beleidsregels voor het gebied Nieuw Delft, waarmee de in de Nota Parkeernormen 2013 neergelegde beleidsregels zijn gewijzigd c.q. vervangen.
Deze beleidsregels geven invulling aan de in de bestemmingsplannen (voor zover in deze bestemmingsplannen een parkeerregeling is opgenomen met een dynamische verwijzing naar beleidsregels) opgenomen voorwaarde dat bij te bouwen gebouwen in “voldoende parkeerruimte” moet worden voorzien.
Daar waar bestemmingsplannen geen parkeerregeling behelzen (met een dynamische verwijzing naar beleidsregels), vindt in het kader van de omgevingsvergunningverlening voor het bouwen van een gebouw tot 1 juli 2018 artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Delft toepassing. Lid 1 van deze bepaling verplicht ertoe om in voldoende parkeerruimte op eigen terrein te voorzien. Ingevolge lid 4 kan het college van Burgemeester en Wethouders hiervan ontheffing verlenen. Deze beleidsregels geven aan op welke wijze aan artikel 2.5.30 (inclusief de ontheffingsbevoegdheid) toepassing moet worden gegeven. Het bepaalde in artikel 6 van de beleidsregels geeft invulling aan deze ontheffingsbevoegdheid.
Vanaf het moment dat deze parkeervisie met de daarin opgenomen beleidsregels door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld, worden ontwikkelingen binnen Nieuw Delft enkel nog getoetst aan de in deze Parkeervisie opgenomen beleidsregels voor zover het betrekking heeft op het aspect parkeren en stallen van motorvoertuigen.
Ook voor Nieuw Delft geldt dat het parkeernormenbeleid van de gemeente erop is gericht dat bij ontwikkelingen voldoende parkeerplaatsen voorhanden zijn voor auto’s, zodat een goede parkeersituatie is geborgd. Specifiek voor Nieuw Delft is nodig om met behoud van uniformiteit meer flexibiliteit te hebben in het toepassen van parkeernormen. Daarbij is de ambitie een toekomstvast, gebiedsgericht en flexibel parkeernormenbeleid. Toekomstvast, zodat parkeeroverlast door de ontwikkeling in Nieuw Delft niet alleen bij de eerste gebruiker, maar ook bij volgende gebruikers in de omgeving wordt voorkomen. Gebiedsgericht, om met name in gebieden waar de voetganger en fietser primaire doelgroepen zijn zoals in Nieuw Delft zo efficiënt mogelijk om te gaan met de schaarse ruimte en flexibel zodat rekening kan worden gehouden met lokale omstandigheden en specifieke karakteristieken van de ontwikkeling. De hierna beschreven beleidsregels voorzien in deze toekomstvaste, gebiedsgerichte en flexibele parkeernormen.
Stappen voor bepaling parkeeroplossing
Voor de bepaling van de parkeeroplossing worden de volgende stappen doorlopen:
Het doorlopen van deze stappen heeft als doel te komen tot een bouwontwikkeling met een passende parkeeroplossing, voor zowel de eerste gebruiker als latere gebruikers, zonder dat dit leidt tot parkeeroverlast in de omgeving en zonder dat er leegstand van parkeerplaatsen ontstaat.
Bovenstaande tekst is als beschrijving van de beoogde opzet bedoeld en kan aanknopingspunten bieden voor de uitleg van de hierna opgenomen beleidsregels.
Beleidsregels Parkeren Nieuw Delft
De artikelen 1 t/m 8 en de bij deze artikelen horende bijlagen gelden als beleidsregels ten aanzien van het parkeren en stallen van motorvoertuigen, die gehanteerd zullen worden bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen binnen het gebied Nieuw Delft. Deze beleidsregels zijn de nieuwe c.q. gewijzigde beleidsregels voor het gebied Nieuw Delft, waarmee de in de Nota Parkeernormen 2013 neergelegde beleidsregels zijn gewijzigd c.q. vervangen.
Deze beleidsregels geven invulling aan de in de bestemmingsplannen (voor zover in deze bestemmingsplannen een parkeerregeling is opgenomen met een dynamische verwijzing naar beleidsregels) opgenomen voorwaarde dat bij te bouwen gebouwen in “voldoende parkeerruimte” moet worden voorzien.
Daar waar bestemmingsplannen geen parkeerregeling behelzen (met een dynamische verwijzing naar beleidsregels), vindt in het kader van de omgevingsvergunningverlening voor het bouwen van een gebouw tot 1 juli 2018 artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Delft toepassing. Deze beleidsregels geven aan op welke wijze aan artikel 2.5.30 (inclusief de ontheffingsbevoegdheid) toepassing moet worden gegeven.
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) en Particulier Opdrachtgeverschap (PO): Een particulier (PO) dan wel meerdere particulieren (CPO) die zelf de grond koopt/kopen met het doel om een bouwontwikkeling te realiseren in de vorm van woningbouw waarvan hij/zij zelf de (eerste) bewoners zal/zullen zijn en vervolgens een architect en aannemer de opdracht geeft/geven om zijn/hun bouwontwikkeling te realiseren.
Gebruikers: aantal personen dat op basis van de parkeernormen aanwezig zal zijn in een gerealiseerde bouwontwikkeling, in de hoedanigheid van bewoners, voor zover het woningbouw betreft, of in de hoedanigheid van ondernemers/exploitanten of werknemers gerelateerd aan de gebruiksfunctie van de bouwontwikkeling.
Parkeerdruk: de bezetting van de in het openbaar gebied gelegen parkeerplaatsen afgezet tegen het totaal aantal in het openbaar gebied beschikbare parkeerplaatsen. In Delft wordt gesproken van een hoge parkeerdruk indien deze op straat 85% of meer en indien deze in openbare parkeergarages 90% of meer bedraagt.
4. Bepalen parkeeroplossing gebruikers
In plaats van de parkeeroplossing als bedoeld onder sub a mag de initiatiefnemer ervoor kiezen om elders een eigen gebouwde parkeeroplossing te realiseren of parkeerplaatsen af te nemen in een gebouwde parkeervoorziening. Deze parkeeroplossing mag buiten de gebiedsgrenzen van Nieuw Delft liggen, mits wordt voldaan aan de maximale loopafstanden als bedoeld in bijlage 2.
5. Bepalen parkeeroplossing bezoekers
In plaats van de parkeeroplossing als bedoeld onder sub a kan het bezoekersparkeren in de openbare ruimte en/of in de openbare parkeergarages worden opgevangen, indien op het maatgevende moment én binnen de maximale loopafstanden voldoende restcapaciteit beschikbaar is. Er is sprake van voldoende restcapaciteit indien de bezettingsgraad, inclusief het bezoekersparkeren van de bouwontwikkeling, niet de 85% op straat en/of 90% in de openbare parkeergarages te boven gaat.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan een andere parkeeroplossing toestaan dan hetgeen is bepaald in artikel 4 sub a en b en artikel 5 sub a en b, waarbij bij een bouwontwikkeling minder parkeerplaatsen voor gebruikers respectievelijk bezoekers hoeven te worden gerealiseerd dan de normatieve parkeerbehoefte.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan een andere parkeeroplossing toestaan als bedoeld onder sub a, als de initiatiefnemer een door een onafhankelijke parkeerdeskundige opgestelde onderbouwing heeft aangeleverd, waaruit blijkt dat de parkeerbehoefte voor de bouwontwikkeling naar verwachting lager zal zijn dan de normatieve parkeerbehoefte zoals bepaald op grond van artikel 3.
Het college van Burgemeester en Wethouders zal de onderbouwing voor andere functies dan woningen beoordelen aan de hand van onder andere (geen limitatieve opsomming):
De beschikbaarheid van een vervoersplan voor de functie(s), waarin duidelijk wordt gemaakt op welke wijze het autogebruik wordt ontmoedigd en minder parkeerplaatsen beschikbaar zullen worden gesteld voor de gebruikers en de bezoekers van de gebruiksfuncties van de bouwontwikkeling. Gekwantificeerd dient te worden op welke wijze de voorgestelde parkeerbehoefte is bepaald.
Indien het college van Burgemeester en Wethouders instemt met de andere parkeeroplossing, realiseert de initiatiefnemer het aantal parkeerplaatsen conform deze parkeeroplossing. Indien het bezoekersparkeren voor bewoners niet is opgelost in het door de initiatiefnemer geplande aantal parkeerplaatsen, dan komen bewoners in aanmerking voor een bezoekersvergunning voor hun bezoekers.
De gemeente Delft reserveert binnen Nieuw Delft en binnen de maximale loopafstanden van de desbetreffende bouwontwikkeling ruimte waar het resterende aantal parkeerplaatsen kan worden opgevangen. Het resterende aantal parkeerplaatsen is maximaal het verschil tussen de normatieve parkeerbehoefte en het aantal te realiseren parkeerplaatsen conform de parkeeroplossing als bedoeld in sub a, waarmee het college van Burgemeester en Wethouders heeft ingestemd. De gemeente Delft reserveert voor een jaar na oplevering van de bouwontwikkeling het resterend aantal parkeerplaatsen.
Voor het gebied Nieuw Delft en de omgeving binnen de maximale loopafstanden houdt de gemeente Delft een parkeerbalans bij. Hierin wordt het door de initiatiefnemer te realiseren aantal parkeerplaatsen en de normatieve parkeerbehoefte voor gebruikers en bezoekers vanaf vergunningverlening bijgehouden.
8. Realisatie resterende parkeerplaatsen
Zodra uit de monitoring blijkt dat de bezettingsgraad op straat in Nieuw Delft en omgeving binnen de maximale loopafstanden en in de openbare parkeergarages binnen de maximale loopafstanden boven de 85% respectievelijk 90% komt, zal de gemeente Delft het aantal parkeerplaatsen binnen redelijke termijn aanleggen dat benodigd is om een bezettingsgraad te bereiken van maximaal 85% op straat en maximaal 90% in de openbare parkeergarages.
1 Aanwezigheidspercentages Nieuw Delft
2 Maximale loopafstanden Nieuw Delft
Bijlage 1: Aanwezigheidspercentages Nieuw Delft
Dubbelgebruik wordt berekend volgens de methodiek van CROW-publicatie 317. In onderstaande tabel zijn de te gebruiken aanwezigheidspercentages opgenomen. Deze percentages zijn afkomstig van CROW. Voor de functies waarvoor geen aanwezigheidspercentages zijn opgenomen, dient te worden aangesloten bij een passende alternatieve functie of dient een specifieke onderbouwing voor de gebruikte aanwezigheidspercentages te worden gegeven.
Bijlage 4: Overzicht parkeernormen Nieuw Delft
Overzicht parkeernormen Delft 2013
1) Van deze functie worden de parkeernormen gepresenteerd op basis van globale parkeerkencijfers van het CROW. Bij het opstellen van de parkeereis is maatwerk per project vereist.
2) 1 zitplaats is circa 3 m2 bvo. Bij bioscopen/filmhuizen moet voor parkeren rekening worden gehouden met een eventuele overlap tussen twee voorstellingen (resp. + 40%/+20%).
3) Definitie verpleeg-, verzorgingstehuis: Zorgplaatsen waarbij de (bejaarde) bewoners niet meer geheel zelfstandig kunnen wonen en gehele of gedeeltelijke verzorging nodig hebben. Te denken valt dan aan de bewoners van een bejaardenhuis/verzorgingshuis/verpleeghuis. Hier zijn alleen parkeerplaatsen nodig voor het opvangen van bezoek en personeel.
4) Definitie aanleunwoning: het betreft hier een zelfstandige woonruimte bij een zorgcentrum, waarbij het aanleunwoningencomplex fysiek is verbonden met het zorgcomplex en waarvan de bewoners geen aanspraak kunnen maken op verzorging, maar wel op het gebruik van de faciliteiten van het zorgcentrum. Het autobezit onder bewoners zal beperkt zijn. De te realiseren plaatsen zijn vooral bedoeld voor personeel en het opvangen van bezoek.
5) De norm is exclusief parkeren voor vrachtwagens. Onder arbeidsintensieve bedrijven valt b.v. industrie, laboratorium, werkplaats. Onder arbeidsextensieve bedrijven vallen functies als loods, opslag en transportbedrijf.
6) Bij grote aantallen bezoekers moet maatwerk worden geboden.
7) Het percentage bezoekers dat genoemd is bij deze functies betreffen het aandeel leerlingen/studenten
8) Het voorzien in voorzieningen voor Kiss&Ride wordt in samenspraak met de gemeente bepaald.
Bijlage 5: maatvoering eisen parkeerplaatsen
Naast het minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen wordt de inrichting van parkeervoorzieningen door de gemeente beoordeeld op bruikbaarheid en veiligheid. Voor de toetsing van de maatvoering van individuele parkeerplaatsen hanteert de gemeente de meest recente versie van de CROW-publicatie 'ASVV: aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom'. Voor de toetsing op parkeerplaatsen in (gebouwde) parkeervoorzieningen en parkeerterreinen hanteert de gemeente de meeste recente versie van de NEN-normering 2443: 'Parkeren en stallen van personenauto’s op terreinen en in parkeergarages'. In tabel 4.1 staan de gehanteerde minimum afmetingen van parkeervakken waar de gemeente aan toetst.
Tabel 3: minimale maatvoering parkeervakken op eigen terrein
Bijlage 6: Rekenvoorbeeld normatieve parkeerbehoefte
Met onderstaand voorbeeld wordt toegelicht hoe de normatieve parkeerbehoefte wordt berekend op basis van bijlage 4 (parkeernormen) en bijlage 1 (aanwezigheidspercentages). In het voorbeeld wordt in veld 1 een gebouw ontwikkeld met de volgende gebruiksfuncties:
Stap 1: Berekenen aantal parkeerplaatsen per functie
Per functie wordt het aantal parkeerplaatsen berekend. In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van functies en de bijbehorende parkeernorm. Conform de begripsbepaling wordt de minimale norm gehanteerd en voor dit voorbeeld gelden de normen voor de binnenstad (artikelen 2l en 3b).
De parkeernorm bestaat uit een aandeel voor gebruikers en een aandeel voor bezoekers. De waarden die in de kolommen ‘binnenstad’ en ‘schil binnenstad’ staan, zijn de samengestelde norm voor gebruikers en bezoekers. In de kolom ‘Aandeel bezoekers’ is omschreven welk deel van deze samengestelde norm is toegerekend aan bezoekers. Het aandeel voor gebruikers wordt verkregen door deze beide waarden van elkaar af te trekken. Als voorbeeld: een grondgebonden woning van meer dan 140 m2 heeft een parkeernorm voor gebruikers van 1,1 parkeerplaats per woning en een parkeernorm voor bezoekers van 0,3 parkeerplaats per woning; dit is samen een norm van 1,4.
Voor de bouwontwikkeling uit dit voorbeeld zijn 25,4 parkeerplaatsen benodigd. Dit is als volgt opgebouwd:
0,1 * |
||||
Tabel 4: aantal benodigde parkeerplaatsen op basis van parkeernormen
Stap 2: Bepalen parkeerbehoefte op maatgevend moment
Het daadwerkelijke gebruik van de in stap 1 berekende parkeerplaatsen over de dag is voor de verschillende functies niet gelijk. Bewoners zijn over het algemeen ’s avonds en ’s nachts vaker thuis dan overdag waardoor de parkeerbehoefte voor deze doelgroep in de avond en nacht het grootst is. Kantoren en winkels hebben juist overdag een grotere parkeerbehoefte en gebruiken in de avond en nacht geen parkeerplaatsen. Beide functies kunnen de parkeerplaatsen dus onderling uitwisselen. Door dit dubbelgebruik van parkeerplaatsen toe te passen zijn per saldo minder parkeerplaatsen nodig. De daadwerkelijke mate van dubbelgebruik is afhankelijk van de aanwezigheidspercentages op verschillende momenten van de week. Hiervoor worden de percentages uit bijlage 1 gebruikt.
Voor bovenstaand voorbeeld levert dit het volgende beeld op:
Tabel 5: aantal benodigde parkeerplaatsen na toepassing van aanwezigheidspercentages
Uit tabel 5 blijkt dat, indien alle parkeerplaatsen volledig uitwisselbaar zijn, de realisatie van 17 parkeerplaatsen voldoende is om aan de vraag te voldoen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-165977.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.