Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel

 

De raad van de gemeente Tiel:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juni 2017;

overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Tiel toegankelijk te maken om zo de ontwikkeling van alle peuters te bevorderen

overwegende dat het hiervoor noodzakelijk is om regels te stellen omtrent de tegemoetkoming in de kosten van (VVE-)peuteropvang;

gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 en volgende Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T :

vast te stellen de ‘Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel’.

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel

Doelgroepkinderen: kinderen die in aanmerking komen voor een VVE-peuterplaats en VVE-programma, op basis van de door het consultatiebureau 0-4 jaar (STMR) afgegeven VVE-indicatie.

Landelijk Register Kinderopvang (LRK): een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland

Locatie:voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met een geregistreerde voorziening in de gemeente Tiel;

Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang of peuteropvang

Ouder: de bloed- of aanverwanten in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind dat opgevangen wordt in een peuterplaats of VVE-peuterplaats;

Ouderbijdrage: financiële vergoeding die de ouder(s)/verzorger(s) moeten betalen voor de deelname van hun kind aan een peuterplaats of VVE-peuterplaats;

Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde kinderopvang;

Peuteropvang:Opvang voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

Peuterplaats: een aanbod van peuteropvang van 2 dagdelen per week van in totaal minimaal 5 en maximaal 6 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

Peutertoeslag: Een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten van een (VVE-)peuterplaats bij een voorschoolse voorziening;

Voorschoolse voorziening: Organisatie voor peuteropvang of kinderopvang, die ingeschreven staat in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en die werkzaam zijn in de gemeente Tiel;

VVE: Voor- en vroegschoolse educatie. Aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

VVE-peuterplaats: een aanbod van peuteropvang voor doelgroepkinderen van minimaal 3 dagdelen per week van in totaal minimaal 10 en maximaal 12 uur per week gedurende 40 weken per jaar.

VVE-programma: een erkend voorschools programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

VVE-locatie: locatie die VVE aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen.

 

Hoofdstuk II Bepalen van de vergoeding

 

Artikel 2 Aanspraak

 

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan een voorschoolse voorziening ten aanzien van:

  • 2.

    De peuterplaatsen welke daadwerkelijk door het kind zijn benut. De instandhouding van een door het college vastgesteld aantal VVE-peuterplaatsen.

  • 3.

    Niet-subsidiabel zijn peuterplaatsen waarvoor de ouders van desbetreffend kind aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag.

Artikel 3 Hoogte subsidie peuterplaats

1. De hoogte van de subsidie voor een peuterplaats als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder a wordt vastgesteld aan de hand van:

a. het aantal uren dat het kind gebruik maakt van de peuterplaats in het berekeningsjaar; vermenigvuldigd met:

b. de uurprijs van de peuterplaats tot een maximum zoals beschreven in bijlage 1; vermenigvuldigd met:

c. een percentage op grond van de draagkracht van de ouder/verzorger zoals beschreven in bijlage 2.

2. Het college kan jaarlijks de hoogte van de te vergoeden maximale uurprijs in bijlage 1 actualiseren.

3. Het college kan jaarlijks de draagkrachttabel zoals beschreven in bijlage 2 wijzigen.

 

Artikel 4 Hoogte subsidie VVE-peuterplaats

1. De hoogte van de subsidie voor een VVE-peuterplaats als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder b wordt vastgesteld aan de hand van:

a. het aantal uren dat per kind subsidiabele VVE-peuterplaatsen wordt aangeboden; vermenigvuldigd met:

b. de uurprijs van de VVE-peuterplaats tot een maximum zoals beschreven in bijlage 3; vermenigvuldigd met:

c. een percentage op grond van de draagkracht van de ouder/verzorger zoals beschreven in bijlage 2, met dien verstande dat er over de laatste zes uur geen aftrek wegens draagkracht plaatsvindt.

2. Het college kan jaarlijks de hoogte van de te vergoeden maximale uurprijs in bijlage 3 actualiseren.

 

Artikel 5 Bevoegdheden college

1. Het college beslist op aanvragen voor vergoeding, dit met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

2. Het college kan jaarlijks het subsidieplafond vaststellen voor de vergoeding van peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen.

3. Het college stelt de inrichtingseisen vast voor aanbieders van peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen.

 

Hoofdstuk III Procedure

Artikel 6 Aanvraag vergoeding

1. Een aanvraag voor vergoeding van peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen wordt ingediend door de voorschoolse voorziening, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en voldoet aan de vereisten uit de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) en Harmonisatie en de hieruit voortvloeiende regelgeving.

2. De aanvraag bevat de naam en het adres van de houder, de locatie waar de opvang plaatsvindt en het bankrekeningnummer van de organisatie.

3. Bij de aanvraag voor vergoeding wordt een begroting gevoegd waaruit blijkt:

a. De periode waarvoor vergoeding wordt aangevraagd;

b. Het bedrag van de aanvraag, totaal en verdeeld over het aantal peuterplaatsen en de soort opvang (peuter- of VVE) waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd, met in de toelichting de opbouw en motivering van de aantallen en bedragen;

c. De openstelling, aantal groepen en bezetting voor elke locatie.

4. De houder beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan de gemeente. Het gaat daarbij onder meer om:

a. Naam en adres van de ouder;

b. Indien van toepassing: de naam en het bsn-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner;  

c. Naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

d. De wijze waarop de ouderbijdragetabel is toegepast;

e. Een plaatsingsovereenkomst van de voorschoolse voorziening die de opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

f. Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag;

g. Indien het gaat om een VVE-peuterplaats, een bewijs van indicatiestelling voor VVE afgegeven door het consultatiebureau;

5. Het college kan bepalen dat de aanvraag voor vergoeding geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

 

Artikel 7 Beslistermijn

1. Het college besluit over de aanvraag voor peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

2. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de voorschoolse voorziening hiervan schriftelijk in kennis.

 

Artikel 8 Ingangsdatum en periode van de peutertoeslag

1. Het college verleent de peutertoeslag met ingang van de datum waarop deze is aangevraagd. Met dien verstande dat de ingangsdatum niet kan liggen voor de datum van ingang van de peuteropvang.

2. Het college verleent de peutertoeslag voor de periode als bedoeld in artikel 2.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert een aanvraag indien:

a. deze niet voldoet aan de inrichtingseisen;

b. aanvrager niet voldoet aan het in artikel 6, lid 1 bepaalde.

2. Het college kan een subsidie intrekken indien:

- niet langer wordt voldaan aan de inrichtingseisen;

- subsidieontvanger of niet langer staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

- niet voldoet aan het bepaalde in artikel 6 lid 4.

 

Artikel 10 De bevoorschotting

1. De peutertoeslag wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse of kwartaaltermijnen uitbetaald.

2. Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

 

Artikel 11 Vaststelling van de peutertoeslag

1. De houder dient voor 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college en verstrekt hierbij een overzicht van het feitelijke aantal bezette peuterplaatsen en/of VVE-peuterplaatsen over het voorbije kalenderjaar, de wijze waarop de ouderbijdragetabel voor peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen is toegepast en de overige gegevens die het college nodig heeft om de subsidie vast te stellen.

2. Het college stelt de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en de gegevens zoals bedoeld in het tweede lid. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.

3. De beschikking vermeldt het bedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Artikel 12 Algemene subsidieverordening

De algemene subsidieverordening is van overeenkomstige toepassing, voor zover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken.

 

Artikel 13 Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

 

 

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

 

Artikel 15 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

 

 

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Tiel op 30 augustus 2017.

De griffier, De voorzitter

 

   

Bijlage 1 Maximum te vergoeden uurprijs peuterplaats

De gemeente Tiel subsidieert de kosten voor peuteropvang tot een maximaal bedrag. Dit is het maximumuurtarief. Het maximumuurtarief is afgeleid van het tarief dat de Belastingdienst hanteert bij de berekening van de kinderopvangtoeslag.

Hanteert de aanbieder een hoger uurtarief? Dan zijn de kosten boven het maximumuurtarief voor rekening van de ouder. Ligt het uurtarief lager, dan wordt in dat geval het bedrag gehanteerd als maximum bedrag

Het verwachte maximum uurtarief voor 2018 is € 7,45 (€ 7,18 is 2017). Na bekendmaking kan wordt dit tarief definitief vastgesteld.

 

 

Bijlage 2 Draagkracht ouders

Hoeveel subsidie een voorschoolse voorziening kan krijgen voor een (VVE-)peuterplaats hangt ondermeer af van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen van de ouders van een kind dat een (VVE-)peuterplaats bezet. En hoeveel kinderen naar de (VVE-)peuteropvang gaan.

Hiervoor dient de aanvrager de kinderopvangtoeslagentabel van betreffend kalenderjaar te gebruiken. Voor 2018 is deze nog niet vastgesteld. Als voorbeeld is de kinderopvangtoeslagentabel 2017 bijgevoegd.

 

  • Tabel - Kinderopvangtoeslagtabel 2017

    Toetsingsinkomen (gezamenlijk) vanaf

    Toetsingsinkomen (gezamenlijk) tot en met

    Percentage kinderopvangtoeslag 1e kind

    Percentage kinderopvangtoeslag 2e en volgend kind

    lager dan

    € 18.485

    94,00%

    95,00%

    € 18.486

    € 19.716

    94,00%

    95,00%

    € 19.717

    € 20.945

    94,00%

    95,00%

    € 20.946

    € 22.177

    94,00%

    95,00%

    € 22.178

    € 23.408

    94,00%

    95,00%

    € 23.409

    € 24.638

    93,80%

    94,90%

    € 24.639

    € 25.869

    92,80%

    94,80%

    € 25.870

    € 27.096

    92,00%

    94,70%

    € 27.097

    € 28.421

    91,20%

    94,60%

    € 28.422

    € 29.743

    90,40%

    94,40%

    € 29.744

    € 31.067

    89,30%

    94,20%

    € 31.068

    € 32.390

    88,70%

    94,00%

    € 32.391

    € 33.716

    87,70%

    94,00%

    € 33.717

    € 35.039

    86,80%

    94,00%

    € 35.040

    € 36.394

    86,00%

    94,00%

    € 36.395

    € 37.752

    85,10%

    94,00%

    € 37.753

    € 39.109

    84,30%

    94,00%

    € 39.110

    € 40.465

    83,40%

    94,00%

    € 40.466

    € 41.824

    82,30%

    94,00%

    € 41.825

    € 43.182

    81,80%

    94,00%

    € 43.183

    € 44.538

    80,80%

    94,00%

    € 44.539

    € 45.895

    80,10%

    94,00%

    € 45.896

    € 47.378

    79,00%

    94,00%

    € 47.379

    € 50.286

    77,20%

    94,00%

    € 50.287

    € 53.193

    76,30%

    93,50%

    € 53.194

    € 56.103

    74,90%

    92,90%

    € 56.104

    € 59.012

    72,30%

    92,40%

    € 59.013

    € 61.919

    69,60%

    92,10%

    € 61.920

    € 64.829

    66,90%

    91,30%

    € 64.830

    € 67.736

    64,10%

    90,80%

    € 67.737

    € 70.645

    61,30%

    90,20%

    € 70.646

    € 73.556

    58,70%

    89,40%

    € 73.557

    € 76.462

    56,00%

    88,90%

    € 76.463

    € 79.373

    53,30%

    88,40%

    € 79.374

    € 82.281

    50,40%

    88,10%

    € 82.282

    € 85.187

    47,70%

    87,30%

    € 85.188

    € 88.096

    45,10%

    86,90%

    € 88.097

    € 91.062

    42,30%

    86,30%

    € 91.063

    € 94.042

    39,8%

    85,5%

    € 94.043

    € 97.020

    37,4%

    85,0%

    € 97.021

    € 99.998

    34,8%

    84,6%

    € 99.999

    € 102.976

    33,3%

    84,2%

    € 102.977

    € 105.955

    33,3%

    83,4%

    € 105.956

    € 108.935

    33,3%

    82,8%

    € 108.936

    € 111.913

    33,3%

    82,3%

    € 111.914

    € 114.890

    33,3%

    81,7%

    € 114.891

    € 117.869

    33,3%

    81,3%

    € 117.870

    € 120.848

    33,3%

    80,5%

    € 120.849

    € 123.826

    33,3%

    79,9%

    € 123.827

    € 126.805

    33,3%

    78,8%

    € 126.806

    € 129.782

    33,3%

    78,4%

    € 129.783

    € 132.761

    33,3%

    77,6%

    € 132.762

    € 135.742

    33,3%

    76,5%

    € 135.743

    € 138.719

    33,3%

    75,9%

    € 138.720

    € 141.698

    33,3%

    74,9%

    € 141.699

    € 144.675

    33,3%

    74,3%

    € 144.676

    € 147.655

    33,3%

    73,5%

    € 147.656

    € 150.634

    33,3%

    72,8%

    € 150.635

    € 153.612

    33,3%

    72,0%

    € 153.613

    € 156.590

    33,3%

    70,9%

    € 156.591

    € 159.567

    33,3%

    70,3%

    € 159.568

    € 162.547

    33,3%

    69,5%

    € 162.548

    € 165.525

    33,3%

    68,7%

    € 162.526

    € 168.504

    33,3%

    67,9%

    € 168.505

    € 171.483

    33,3%

    67,2%

    € 171.484

    € 174.461

    33,3%

    66,4%

    € 174.462

    € 177.440

    33,3%

    65,6%

    € 177.441

    € 180.418

    33,3%

    65,0%

    € 180.419

    en hoger

    33,3%

    64,0%

   

Bijlage 3 Maximum te vergoeden uurprijs VVE-peuterplaats

De gemeente Tiel subsidieert de kosten voor VVE-peuteropvang tot een maximaal bedrag. Dit is het maximumuurtarief van € 10,00. Dit bedrag wordt geadviseerd door Oberon (Rapport: Toekomst peutervoorzieningen in Tiel, juni 2017) en is gebaseerd op het Expertmodel van de Brancheorganisatie.

Naar boven