Bijzondere bijstand gemeente Etten-Leur

 

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet (Pw);

    • b.

      bijzondere bijstand (artikel 35 Pw): bijstand die bestemd is voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen en/of het vermogen waarover kan worden beschikt;

    • c.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur;

    • d.

      de bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in artikel 5 onder c van de Pw exclusief vakantie-toeslag en met dien verstande dat de zogenaamde kostendelersnorm als bedoeld in art. 22a van de wet bij de beoordeling van aanvragen bijzondere bijstand buiten toepassing blijft;

    • e.

      inkomen: het netto inkomen exclusief vakantietoeslag van de belanghebbende;

    • f.

      voorliggende voorziening: een voorziening die naar aard en doel geacht wordt toereikend en passend te zijn voor de belanghebbende, waardoor geen recht op bijzondere bijstand bestaat. Hierbij wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 15 Pw.

      Bij aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten wordt de voordeligste zorgverzekering voor minima, inclusief de module welke dekking biedt voor de door het Centraal Administratiekantoor (CAK) opgelegde eigen bijdragen op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aangemerkt als voorliggende voorziening;

    • g.

      belanghebbende: de aanvrager/ontvanger van bijzondere bijstand en de tot zijn gezin behorende gezinsleden.

HOOFDSTUK 2

Draagkracht

Artikel 2. Draagkracht uit vermogen

  • 1.

    Het volgens artikel 34 van de wet in aanmerking te nemen vermogen wordt geheel in beschouwing genomen.

  • 2.

    Bij de toepassing van artikel 34 wordt ook het vermogen in de door belanghebbende bewoonde woning met bijbehorend erf in aanmerking genomen voor zover tegeldemaking, of (verdere) bezwaring van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen hiervan in redelijkheid niet kan worden verlangd.

  • 3.

    Het vermogen boven het vrij te laten bescheiden vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet, wordt gezien als draagkracht uit vermogen. Het vermogen boven dit vrij te laten vermogen wordt voor de berekening van de bijzondere bijstand volledig als draagkracht in aanmerking genomen.

  • 4.

    Bezittingen zoals bedoeld in artikel 34 tweede lid van de wet worden niet tot het draagkracht-vermogen gerekend.

Artikel 3.Draagkracht uit inkomen

  • 1.

    De belanghebbende met een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt geacht geen draagkracht uit inkomen te hebben.

  • 2.

    Als het netto inkomen van de belanghebbende hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstands-norm wordt 35% van het overschrijdingsbedrag voor de berekening van de bijzondere bijstand als draagkracht uit inkomen in aanmerking genomen tenzij het een aanvraag voor bijzondere bijstand betreft voor de onder lid 3 genoemde kostensoorten.

    Als de kostensoort daartoe aanleiding geeft, kan door het college van deze regel worden afgeweken.

  • 3.

    Betreft het een aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kostensoorten: inkomensaanvulling jongeren 18 – 21 jaar, woonkostentoeslag, doorbetaling vaste lasten bij detentie of verblijf in een inrichting, overbruggingsuitkering, of toeslag compensatie alleenstaande ouder-kop (ALO-kop) kindgebonden budget, dan wordt het netto inkomen voor zover dit de bijstandsnorm overstijgt volledig als draagkracht uit inkomen in aanmerking genomen.

  • 4.

    Als de belanghebbende een vast periodiek inkomen heeft, wordt bij de vaststelling van het inkomen uitgegaan van het inkomen over de maand voorafgaand aan die waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand is ingediend. Indien de belanghebbende wisselende inkomsten heeft, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de laatste drie maanden;

  • 5.

    Bij een aanvraag met terugwerkende kracht, wordt uitgegaan van het (periodieke) inkomen in de maand waarin de kosten zich hebben voorgedaan;

  • 6.

    De vrijlatingen genoemd in artikel 31 tweede lid van de wet, worden niet tot het in aanmerking te nemen inkomen gerekend;

  • 7.

    Bij de berekening van de draagkracht uit inkomen, blijft artikel 22a Pw (=kostendelersnorm) buiten toepassing;

  • 8.

    Bij de vaststelling van de draagkracht uit inkomen, worden de: individuele inkomenstoeslag (artikel 36 Pw), koopkrachttegemoetkoming (artikel 36a Pw) en de individuele studietoeslag (art. 36b Pw), buiten beschouwing gelaten;

  • 9.

    Als de belanghebbende op datum aanvraag bijzondere bijstand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt de pensioenvrijlating genoemd in art. 33 lid vijf van de wet niet tot het in te aanmerking nemen inkomen gerekend;

  • 10.

    Bij de berekening van de draagkracht wordt geen rekening gehouden met een eventueel executoriaal beslag op inkomen;

  • 11.

    De belanghebbende die deelneemt aan een schuldsaneringstraject op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP), wordt geacht geen draagkracht uit inkomen te hebben;

  • 12.

    Ondanks dat de Wet op de Inkomstenbelasting de mogelijkheid biedt om bepaalde medische kosten als aftrekpost op te kunnen voeren wat een lagere definitieve aanslag inkomstenbelasting tot gevolg kan hebben, wordt dit mogelijk recht op belastingvermindering -of teruggave buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand.

Artikel 4.Draagkrachtperiode
  • 1.

    De draagkracht wordt telkens voor een periode van een jaar vastgesteld, beginnende op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag wordt ingediend;

  • 2.

    Bij aanvragen met terugwerkende kracht wordt uitgegaan van de eerste dag van de maand waarin de kosten zich hebben voorgedaan;

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan voor een specifiek benoemde groep belang-hebbenden waarvan is bepaald dat hun persoonlijke –en/of financiële omstandigheden niet aan relevante wijziging onderhevig zijn, de draagkracht voor een langere periode worden vastgesteld;

  • 4.

    De draagkracht kan voor een kortere of langere periode worden vastgesteld als de periode waarop de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd betrekking hebben daartoe aanleiding geeft;

  • 5.

    Indien binnen de vastgestelde draagkrachtperiode een nieuwe aanvraag voor bijzondere bijstand wordt ingediend en de persoonlijke –en/of financiële omstandigheden van belanghebbende zijn niet ingrijpend (=minimaal 20%) gewijzigd, blijft de reeds vastgestelde draagkracht voor die periode gelden.

Artikel 5. Draagkrachtverrekening

  • 1.

    De draagkracht wordt in één keer verrekend met de toe te kennen c.q. uit te betalen bijzondere bijstand;

  • 2.

    Bij periodieke bijzondere bijstand kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, de draagkracht naar rato van het aantal maanden waarop de bijstand betrekking worden verrekend met een maximale verrekening termijn van 12 maanden.

Artikel 6. Wijziging reeds vastgestelde draagkracht

Een reeds vastgestelde draagkracht, of draagkrachtperiode, kan slechts worden gewijzigd als de persoonlijke –en/of financiële omstandigheden van belanghebbende gedurende de al vastgestelde draagkrachtperiode ingrijpend wijzigen.

HOOFDSTUK 3

Drempelbedrag , vorm van de bijstand , bijstand met terugwerkende kracht en specifiek kostensoorten beleid

Artikel 7.Drempelbedrag

Van de in artikel 35 lid 2 van de wet genoemde bevoegdheid om bijzondere bijstand te weigeren indien de kosten binnen 12 maanden het in dat artikel genoemde bedrag niet te boven gaan, wordt geen gebruik gemaakt. Er wordt dan ook geen drempelbedrag gehanteerd.

Artikel 8.Vorm van de bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand kan worden verleend in de vormen zoals die zijn opgenomen in de wet te weten: om niet, in de vorm van een geldlening, borgtocht of in natura.

Artikel 9.Mogelijkheid aanvragen bijstand met terugwerkende kracht

  • 1.

    Er wordt geen bijzondere bijstand met terugwerkende kracht verstrekt.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan bijzondere bijstand met terugwerkende kracht worden verstrekt als:

    • de aanvraag bijzondere bijstand betrekking heeft op meerdere noodzakelijke bijzondere kosten van het bestaan die tezamen een bedrag van maximaal € 150,-- per kalenderjaar niet te boven gaan.

      Zodra binnen het lopende kalenderjaar deze noodzakelijke bijzondere kosten dit genoemde bedrag dreigen te overstijgen, dient de aanvraag bijzondere bijstand binnen uiterlijk 1 maand na ontvangst van de factuur waarmee de € 150,-- wordt overschreden te worden ingediend;

    • de aanvraag betrekking heeft op: advocaatkosten of kosten bewindvoering, dan mag de aanvraag worden ingediend tot uiterlijk 1 maand na de ontvangst van de rekening/factuur van de advocaat of bewindvoerder.

Artikel 10.Specifiek beleid voor bepaalde kostensoorten

  • 1.

    Voor een aantal met name genoemde kostensoorten geldt specifiek gemeentelijk beleid;

  • 2.

    Deze kostensoorten zijn opgenomen in de “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand”;

  • 3.

    De “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand” maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsregel;

  • 4.

    Deze beleidsregel is niet van toepassing op de verstrekking van bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering, of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering zoals bedoeld in art. 35 lid 3 Pw.

HOOFDSTUK 4

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Etten-Leur“.

Artikel 12. Inwerkingtreding

De Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Etten-Leur treedt in werking met ingang van 1 sept 2016, of op de derde dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 sept. 2016;

Artikel 13. Overgangsrecht

De rechtsgevolgen van aanvragen bijzondere bijstand welke zijn toegekend in de periode voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel, blijven van kracht met dien verstande dat wanneer de nieuwe beleidsregel gunstigere bepalingen voor de belanghebbende bevat, dat dan het nieuwe beleid prevaleert.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van gemeente Etten-Leur op: 16 augustus 2016

De secretaris, de burgemeester,

Bijlage:

Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand.

Algemene toelichting bij de Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Etten-Leur

De verlening van algemene bijstand is het vangnet van de Nederlandse sociale zekerheid.

Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat in het individuele geval het op het huishouden toepasselijke sociaal minimum niet volledig toereikend is om te voorzien in bepaalde noodzakelijke kosten. Met andere woorden, voor sommige mensen zijn – gelet op hun individuele bijzondere omstandigheden - de mazen van het sociaal vangnet te groot.

In die situaties kan de bijzondere bijstand een oplossing bieden. Maatwerk is dan ook de hoofdregel van de verlening van bijzondere bijstand. Dit impliceert dat de gemeente gehouden is de bijzondere bijstand te verlenen aan personen bij wie is vastgesteld dat de betreffende kosten in het voorliggende individuele geval ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn en dat ze daadwerkelijk zijn gemaakt. Er dient primair een toetsing aan de omstandigheden van het individuele geval plaats te vinden. De aard van het inkomen van belanghebbende, een uitkering of inkomen uit arbeid, is in dit verband niet relevant.

De bijzondere bijstand moet derhalve heel gericht worden ingezet voor de vergoeding van de daadwerkelijke kosten van mensen die hier echt zelf niet in kunnen voorzien, en deze aanvullende ondersteuning echt nodig hebben. Individueel maatwerk geldt bij het verlenen van aanvullende inkomensondersteuning dan ook als belangrijkste uitgangspunt. Mat andere woorden de bijzondere bijstand moet alleen terechtkomen bij de mensen die deze echt nodig hebben.

Om die reden is met de invoering van de Participatiewet de mogelijkheid tot verstrekking van categoriale bijzondere bijstand beperkt tot alléén de aanvullende zorgverzekering.

De regering heeft tijdens de parlementaire behandeling van de Participatiewet wel aangegeven dat het binnen de wettelijke kaders van de individuele bijzondere bijstand wel is toegestaan om groepen aan te wijzen, waarvan vaststaat dat zij door de bijzondere omstandigheden waarin zij verkeren, daadwerkelijk specifieke noodzakelijke kosten hebben. Via die methodiek is het dus (nog steeds) mogelijk om, gebruik makend van groepskenmerken, maatwerkondersteuning te bieden in de vorm van individuele bijzondere bijstand, en tegelijkertijd de uitvoeringskosten beperkt te houden.

De Participatiewet geeft de gemeente een hoge mate van autonomie bij de vormgeving van het bijzondere bijstandsbeleid. Dit geldt voor algemene onderdelen zoals het beleid ten aanzien van de draagkracht uit inkomen en vermogen, wel of niet toepassen van het z.g. drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 Pw en beleid over bijvoorbeeld het verlenen van terugwerkende kracht, maar ook voor specifiek beleid op kostensoortniveau.

Met deze beleidsregel wordt nadere invulling gegeven aan deze lokale beleidsbevoegdheid.

Artikelsgewijze toelichting bij de Beleidsregel bijzondere bijstandgemeente Etten-Leur

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd die verder in deze beleidsregel worden vermeld.

De bijstandsnorm als bedoeld in art. 5 onder c van de Pw is een all-in norm inclusief vakantietoeslag om de algemene kosten van bestaan te kunnen voldoen. Gebruikelijk is dat de vakantietoeslag jaarlijks in de maand mei of juni wordt uitbetaald. Als een aanvraag bijzondere bijstand wordt ingediend en de belanghebbende moet de hoogte van diens (maand)inkomen opgeven en daarvan een bewijsstuk overleggen, dan zal deze om die reden dus veelal een inkomen opgeven exclusief vakantietoeslag. Omdat per 01 jan. 2016 het overgangsrecht Wet hervorming kindregelingen is vervallen en de Participatiewet geen aparte bijstandsnorm voor een alleenstaande oudergezin meer kent, is bij een alleenstaande oudergezin ook de norm voor een alleenstaande van toepassing.

Bij de te maken draagkrachtberekening dient het inkomen van de aanvrager afgezet te worden tegen de op de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm. Voor een correcte berekening dienen dan het inkomen van de aanvrager en de in aanmerking te nemen bijstandsnorm dus beiden in –of exclusief vakantietoeslag te zijn. Omdat het gebruikelijk is dat de vakantietoeslag niet periodiek maar jaarlijks wordt uitbetaald, wordt om praktische redenen geopteerd voor een draagkrachtberekening exclusief vakantietoeslag. Om die reden dient dus bepaald te worden dat uitgegaan moet worden van het inkomen en de bijstandsnorm beiden exclusief vakantietoeslag.

Beleidslijn voor aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten is dat de gemeentelijke collectieve zorgverzekering als voorliggende voorziening wordt aangemerkt. Omdat die zorg-verzekering uit meer dan één polis type bestaat, dient duidelijk te zijn welk polis type dan concreet als voorliggende voorziening wordt gezien.

Artikel 2. Draagkracht uit vermogen

Onder draagkracht wordt verstaan de eigen middelen (=vermogen en/of inkomen) die de aanvrager/ belanghebbende zelf moet aanwenden voor de betaling van de bijzondere kosten van het bestaan.

Het is logisch dat de aanvrager/belanghebbende niet al zijn/haar middelen daarvoor behoeft aan te wenden want anders resteert er immers helemaal niets voor de betaling van de algemene kosten van levensonderhoud zoals bijv. woon –en energiekosten, voeding, kleding etc. Om die reden wordt een deel van de middelen niet meegenomen bij de berekening van de draagkracht.

Voor wat betreft de draagkracht uit vermogen wordt dat deel van het vermogen wat de Pw-vermogensvrijlating te boven gaat, volledig als draagkracht aangemerkt.

Artikel 34 lid 2 Pw benoemt nog een aantal specifieke vermogensbestanddelen (bijv. sommige bezittingen in natura, of vergoeding voor immateriële schade) die niet worden meegenomen bij de bepaling van de draagkracht uit vermogen.

Artikel 3. Draagkracht uit inkomen

Bij de toelichting op artikel 2 is het begrip draagkracht (uit vermogen) al omschreven. Dit artikel regelt de draagkracht uit inkomen.

De zes gemeenten waarvoor het Werkplein Hart van West-Brabant de bijzondere bijstand uitvoert hebben tijdens intergemeentelijk overleg (3D-overleg d.d. 02 juli 2015 en POHO WI d.d. 31 aug. 2015) uitgesproken dat zij hun gemeentelijke inkomensgrenzen (zie onderstaand schema) vooralsnog niet willen aanpassen/harmoniseren. De overwegingen hierbij waren dat: de verschillen tussen de laagste en hoogste inkomensgrens vrij groot zijn, door zo’n aanpassing de omvang van de doelgroep wordt verkleind of verruimd en dat dit niet past binnen het thans voorgestane armoede –en minimabeleid en dat een forse ophoging van de inkomensgrens grote budgettaire consequenties heeft.

Schema weergave draagkrachtpercentages zes gemeenten

Gemeente:

Etten-Leur

Halderberge

Moerdijk

Roosendaal

Rucphen

Zundert

Inkomensgrens voor draagkracht

120%

Pw-norm

120%

Pw-norm

110%

Pw-norm

100%

Pw-norm

100%

Pw-norm

105%

Pw-norm

Hoofdregel is dat bij een inkomen boven de door de gemeente gehanteerde inkomensgrens, het overschrijdingsbedrag voor 35% als draagkracht uit inkomen wordt aangemerkt.

Op deze hoofdregel bestaan enige uitzonderingen.

De eerste uitzondering is beschreven in lid 3. De daar vermelde kostensoorten bijzondere bijstand hebben allemaal tot doel om het (maandelijkse) algemeen besteedbaar inkomen aan te vullen c.q. op te hogen. Gelet op die doelstelling wordt het netto inkomen voor zover dit de van toepassing zijnde bijstandsnorm overschrijdt niet voor 35% maar volledig (=100%) als draagkracht uit inkomen aangemerkt.

Een tweede uitzondering is dat middelen waarvan de wetgever, of de gemeente ingeval van een autonome bevoegdheid, heeft bepaald dat die op grond van art. 31 lid 2 Pw bij de verlening van algemene periodieke bijstand worden vrijgelaten, ook niet tot het inkomen worden gerekend bij de berekening van de draagkracht uit inkomen.

De derde uitzondering is dat bij de afhandeling van aanvragen bijzondere bijstand en de te berekenen draagkracht uit inkomen de kostendelersnorm als bedoeld in art. 22a Pw niet wordt toegepast. Met de invoering van de kostendelersnorm wordt beoogd om rekening te houden met de voordelen van het delen van kosten binnen één huishouden en om stapeling van uitkeringen binnen een huishouden te voorkomen. Voorts wordt het van groot belang geacht dat het lonend blijft om op zoek te gaan naar werk. De kostendelersnorm draagt hieraan volgens de wetgever bij. Bij de verstrekking van algemene periodieke bijstand wordt de kostendelersnorm om deze redenen dan ook in volle omvang toegepast.

Echter bij het verstrekken van bijzondere bijstand spelen andere overwegingen een rol. Allereerst heeft een aanvraag bijzondere bijstand betrekking op noodzakelijke bijzondere kosten van bestaan en niet op algemene bestaanskosten. Ook mensen met een ander inkomen dan algemene periodieke bijstand kunnen geconfronteerd worden met bijzondere kosten van bestaan en ook zij kunnen bij een ontoereikend inkomen een beroep op de bijzondere bijstand doen. Tot slot is hantering van de kostendelersnorm voor de uitvoering van bijzondere bijstand onnodig ingewikkeld omdat de overige meerderjarige personen die in dezelfde woning wonen dan bij de beoordeling moeten worden betrokken wat gepaard gaat met hogere uitvoeringskosten.

Een vierde uitzondering is dat het recht op andere inkomensondersteunende regelingen op grond van § 4.1 van de Pw, te weten: individuele inkomenstoeslag, koopkrachttegemoetkoming, en individuele studietoeslag, geen gevolgen heeft voor de draagkrachtberekening bijzondere bijstand.

Een vijfde uitzondering vormt de pensioenvrijlating op grond van art. 33, 5e lid Pw. Hiervoor geldt, net als bij de hiervoor beschreven tweede uitzondering, dat die bij de verlening van algemene periodieke bijstand ook wordt vrijgelaten.

In dit artikel zijn verder een aantal andere bepalingen opgenomen die van belang zijn voor de berekening van de draagkracht uit inkomen. Zo bevatten het 4e en 5e lid regels omtrent welk (periodiek) inkomen voor de berekening van de draagkracht uit inkomen van belang is.

Het 10e en 11e lid bevatten bepalingen hoe een aanvraag bijzondere bijstand beoordeeld moet worden als de aanvrager/belanghebbende (problematische) schulden heeft. In dit verband is het bepaalde in artikel 13, 1e lid onder g Pw van belang. In dit artikel is bepaald dat geen recht op bijstand bestaat als bijstand wordt gevraagd ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast.

Door bij een aanvraag bijzondere bijstand en de te maken draagkrachtberekening uit inkomen rekening te houden met de (maandelijkse) aflossing op schulden, wordt die draagkracht uiteraard lager. Door dus rekening te houden met de aflossing op schulden ontstaat een situatie dat op indirecte wijze (bijzondere) bijstand in schulden verleend wat niet wenselijk is. Om die reden is in het 10e lid bepaald dat wanneer het netto ontvangen (maand)inkomen van de aanvrager/belanghebbende lager uitvalt omdat er executoriaal beslag op diens inkomen is gelegd, met die beslaglegging geen rekening wordt gehouden bij de berekening van de draagkracht uit inkomen.

Wanneer de schuldsituatie van de aanvrager/belanghebbende echter zo problematisch is dat deze door de rechter in een schuldsaneringstraject op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) is geplaatst waarbij het doel van dat traject is dat betrokkene na afloop daarvan schuldenvrij is, wordt gelet op die WSNP-doelstelling in afwijking van het bepaalde in het 10e lid betrokkene geacht geen draagkracht uit inkomen te hebben.

Alhoewel het aantal aftrekposten bij de Wet op de Inkomstenbelasting de laatste jaren (sterk) is ingeperkt, kan het voorkomen dat er bijzondere bijstand wordt gevraagd voor een kostensoort die ook als aftrekpost kan worden opgevoerd bij de jaarlijkse aanslag Inkomstenbelasting met als gevolg dat de definitieve aanslag Inkomstenbelasting daardoor (iets) lager wordt. Bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand wordt met zo’n eventuele toekomstige belastingvermindering/teruggave geen rekening gehouden. Overweging hierbij is dat deze situatie zich in beperkte mate zal voordoen en dat het vanuit kosten-batenoogpunt bezien onevenredig veel werk met zich brengt om in dergelijke gevallen bijzondere bijstand te gaan verstrekken als verhaalbare bijstand met de daarbij samen-hangende dossierbewaking.

Artikel 4. Draagkrachtperiode

Als er sprake is van draagkracht uit inkomen en/of vermogen en de aanvrager/belanghebbende moet daarom zich voordoende bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan uit eigen middelen betalen, dan dient hieraan ook een termijn te worden gekoppeld. Een gebruikelijk tijdvak is een draagkracht-periode van 1 jaar. Deze periode van een jaar vangt aan op de 1e dag van de maand waarin de aanvraag wordt ingediend. Dit vanwege de relatie met de ingangsdatum van de bijzondere bijstand (zie artikel 9 van deze beleidsregel). Voor de uitzonderlijke gevallen waarbij de bijzondere bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend, wordt logischerwijs gekozen om de draagkracht te laten ingaan op de 1e dag van de maand waarin de kosten zich hebben voorgedaan waarvoor de bijzondere bijstand wordt verleend.

Omdat er groepen burgers zijn waarbij de personele –en/of financiële omstandigheden normaliter niet wijzigen (bijv. gepensioneerde mensen met een AOW-uitkering en een vast maandelijks pensioen), voorziet het beleid er in dat voor specifiek te benoemen groepen belanghebbenden beleidsmatig de mogelijkheid wordt gecreëerd om de draagkracht voor een langere periode vast te stellen. Dit brengt administratieve lastenverlichting met zich mee voor zowel de belanghebbenden als voor het Werkplein als uitvoerende organisatie.

Met name voor de bijzondere bijstand geldt dat dit een individuele maatwerkvoorziening is.

De regeling voorziet daarom in de mogelijkheid om de draagkracht voor een kortere of langere periode dan de standaard jaartermijn vast te stellen, als de periode waarop de kosten betrekking hebben daartoe aanleiding geeft.

Als een belanghebbende binnen de reeds vastgestelde draagkrachtperiode wederom een aanvraag voor bijzondere bijstand indient, behoeft er behoudens de hierna beschreven uitzondering geen nieuwe draagkrachtberekening te worden gemaakt en blijft de reeds vastgestelde draagkracht voor die periode gelden. Uitzondering is als de persoonlijke –en/of financiële omstandigheden van de belanghebbende ingrijpend zijn gewijzigd. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de belanghebbende bij de vorige aanvraag alleenstaand was en bij de vervolgaanvraag gehuwd/samenwonend, het vermogen van belanghebbende tussentijds fors is gestegen door bijvoorbeeld een erfenis of een grote prijs in de loterij, of het inkomen fors is gestegen of gedaald. Een inkomensstijging of daling tot en met 20% wordt in deze niet als een ingrijpende wijziging aangemerkt. Van belang hierbij is tevens het bepaalde in artikel 3 lid 2 waar is bepaald dat van de berekende inkomensoverschrijding (slechts) 35% als draagkracht wordt aangemerkt. Deze benadering bevordert bovendien de re-integratie omdat bij werkaanvaarding en het verkrijgen van inkomsten uit arbeid die de bijstandsnorm overstijgen er niet direct gevolgen kleven aan het recht op bijzondere bijstand. De CRvB heeft bij uitspraak d.d. 25 juni 2013, kenmerk: CRvB 12 / 1504 WWB R004 93 bepaald dat dergelijk beleid de aan de gemeente toekomende beoordelingsruimte inzake het vaststellen van de draagkracht, de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten gaat.

Artikel 5. Draagkrachtverrekening

In de toelichting op artikel 2 is als al vermeld dat onder draagkracht wordt verstaan de eigen middelen die de belanghebbende moet aanwenden voor de betaling van de bijzondere kosten van het bestaan.

In het verlengde hiervan is het dan ook logisch dat de berekende draagkracht direct in één keer wordt verrekend met de toe te kennen c.q. uit te betalen bijzondere bijstand.

Bij de verstrekking van periodieke bijzondere bijstand kan de draagkracht ook worden uitgesmeerd over meerdere maanden met als maximum een verrekening termijn van 12 maanden. Toepassing hiervan kan bijvoorbeeld overwogen worden als belanghebbende hele hoge of meerdere bijzondere kosten tegelijkertijd moet betalen.

Artikel 6. Wijziging reeds vastgestelde draagkracht

In de toelichting bij de voorgaande artikelen is al uitgebreid beschreven dat de draagkracht bij de aanvraag (=vooraf) wordt vastgesteld en dat deze, behoudens de genoemde uitzondering(en), geldt voor een periode van een jaar.

Dit artikel biedt de mogelijkheid dat een reeds vastgestelde draagkracht of draagkrachtperiode op een later moment alsnog kan worden gewijzigd. Toepassing van deze bepaling kan alleen aan de orde zijn bij een hele uitzonderlijke situatie die op voorhand niet voorzienbaar was en waarbij het onverkort vasthouden aan de eerder afgegeven beschikking tot onaanvaardbare gevolgen leidt voor de belanghebbende of diens gezin. Dit artikel heeft derhalve de status van hardheidsclausule.

Artikel 7. Drempelbedrag

Artikel 35 lid 2 van de wet geeft de gemeente de bevoegdheid om bijzondere bijstand te weigeren als de bijzondere kosten binnen een periode van 12 maanden een in de wet genoemd bedrag [per 1 jan. 2016: € 130,-] niet te boven gaan. Een gemeente kan deze bepaling toepassen als zij van mening is dat een belanghebbende een beperkt bedrag aan bijzondere bestaanskosten moet kunnen betalen uit het algemene periodieke inkomen, ook al bevindt zich dat op het niveau van het sociaal minimum.

Geen van de zes gemeenten waarvoor het Werkplein de bijzondere bijstand uitvoert wil deze bepaling thans toepassen.

Artikel 8. Vorm van de bijzondere bijstand

De artikelen: 48, 51 en 57 van de Participatiewet bieden de gemeente de mogelijkheid om de bijzondere bijstand in verschillende vormen te verstrekken zoals: om niet, geldlening, borgtocht of in natura. Uitgangspunt voor de verlening van bijzondere bijstand is dat deze om niet wordt verstrekt.

Echter wanneer de individuele situatie van de belanghebbende en/of de kostensoort daartoe aanleiding geven, wordt de bijstand in een andere vorm verstrekt zoals bijvoorbeeld een geldlening.

Voorbeelden dat de cliëntsituatie daartoe aanleiding geeft zijn o.a.:

  • tekortschietend besef van verantwoordelijkheid

  • er is wel sprake van theoretische reserveringscapaciteit maar de cliënt kan daar op het tijdstip van de aanvraag feitelijk niet of onvoldoende over beschikken en de aanschaf kan naar het oordeel van de gemeente geen uitstel dulden

  • (be)voorschotting op verstrekkingen door derden (bijv. verzekeringsuitkeringen);

  • als de aanwezige eigen middelen op tijdstip van de aanvraag nog “geblokkeerd” zijn (bijv. recht op deel onverdeelde inboedel /onderhoudsbijdrage en rechtbank daarover nog uitspraak moet doen).

Het kan ook inherent aan de kostensoort zijn dat de bijzondere bijstand bijvoorbeeld als leenbijstand wordt verstrekt. Zo behoort de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen/huisraad tot de incidenteel voorkomende algemene kosten van het bestaan die via reservering vooraf of gespreide betaling achteraf betaald dienen te worden. Dit geldt ook voor mensen die moeten rondkomen van een inkomen op het niveau van het sociaal minimum. Daarom dient bijzondere bijstand voor die kosten normaliter als leenbijstand te worden verstrekt.

Opgemerkt wordt dat bijstand in natura slechts in hele uitzonderlijke gevallen toegepast dient te worden. Dit is het laatste redmiddel als de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen.

Artikel 9. Mogelijkheid aanvragen bijstand met terugwerkende kracht

Als men voor de betaling van bijzondere kosten van het bestaan een aanvraag bijzondere bijstand indient, dan is dat omdat men zelf over onvoldoende eigen middelen (=inkomen en/of vermogen) beschikt. Een logische volgorde is dan ook dat de cliënt eerst een aanvraag bijzondere bijstand indient en de beslissing daarop afwacht en pas daarna kosten gaat maken. Niet in alle gevallen zal een ingediende aanvraag immers ook tot een toekenning leiden. Cliënten dienen in dit opzicht ook in bescherming te worden genomen.

Ingevolge artikel 43, eerste lid, van de Pw stelt het college van burgemeester en wethouders het recht op bijstand op schriftelijke aanvraag vast. Volgens vaste rechtspraak (zie o.a. Centrale Raad van Beroep (CRvB) d.d. 15-05-2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BA6875) vloeit uit deze bepaling voort dat geen bijstand wordt verleend voorafgaand aan de datum van de aanvraag, tenzij bijzondere omstandig-heden dit rechtvaardigen. Om die reden wordt geopteerd voor de hoofdregel om geen bijzondere bijstand met terugwerkende kracht te verlenen.

In het tweede lid staan een 2-tal uitzonderingen op deze hoofdregel beschreven.

In het kader van administratieve lastenverlichting wordt de mogelijkheid geboden dat burgers kleine bijzondere bijstandskosten mogen opsparen tot een bedrag van maximaal € 150,- per kalenderjaar en dat zij pas dan een (gecombineerde) aanvraag bijzondere bijstand daarvoor indienen. De uiterste termijn om zo’n (gecombineerde) aanvraag bijzondere bijstand te kunnen indienen bedraagt 1 maand na ontvangst van de factuur waarmee de genoemde € 150,-- wordt overschreden. Wacht men dan nog langer met de indiening van de aanvraag, dan geldt de reeds beschreven hoofdregel en zal de aanvraag op die grond worden afgewezen.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het uiteraard altijd toegestaan blijft om op een eerder tijdstip een aanvraag in te dienen wanneer men moeite heeft om de genoemde € 150,- voor te financieren.

Een tweede uitzondering betreft de aanvraag bijzondere bijstand voor advocaatkosten of kosten bewindvoering/curatele. Omdat het meestal enige maanden duurt voordat een beslissing is genomen op een toevoeging op grond van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) of een procedure tot onderbewindstelling/curatele en de cliënt pas daarna over alle benodigde informatie/bewijsstukken beschikt, wordt voor deze twee kostensoorten de mogelijkheid geboden dat de aanvraag daartoe mag worden ingediend tot uiterlijk 1 maand na ontvangst van de rekening/factuur van respectievelijk de advocaat of de bewindvoerder.

Artikel 10. Specifiek beleid voor bepaalde kostensoorten

De hiervoor vermelde artikelen bevatten algemene bepalingen die van toepassing zijn op de verstrekking van de bijzondere bijstand. Deze bepalingen zijn dus kostensoort onafhankelijk.

Het is inherent aan de individuele bijzondere bijstand dat het onmogelijk is om een limitatieve opsomming te maken van kostensoorten waarvoor bijzondere bijstand kan worden aangevraagd en daarbij meer in detail aan te geven wat daarbij de voorwaarden zijn.

Uit de uitvoeringspraktijk bleek wel dat er over bepaalde kostensoorten met enige regelmaat specifieke vragen worden gesteld of en zo ja onder welke voorwaarden daarvoor bijzondere bijstand kan worden aangevraagd. In het kader van goede en eenduidige klantvoorlichting en om een uniforme uitvoering te kunnen bewerkstelligen en borgen, is er voor gekozen om voor die kostensoorten specifiek gemeentelijk beleid vast te stellen. De kostensoorten waarvoor specifieke beleid is vastgesteld, zijn opgenomen in een bijlage genaamd “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand”.

Die bijlage maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsregel.

Om misverstanden te voorkomen is in het vierde lid nog expliciet bepaald dat de Beleidsregel bijzondere bijstand niet van toepassing is op de verstrekking van bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering. De gemeente heeft hiervoor namelijk een aparte beleidsregel vastgesteld namelijk de “Beleidsregel collectieve zorgverzekering”.

Artikel 11. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Het streven is om dit beleid bijzondere bijstand met ingang van 1 sept. 2016 in werking te laten treden. Met deze beleidsregel wordt het beleid bijzondere bijstand voor de zes gemeenten waarvoor het Werkplein de Participatiewet uitvoert geüniformeerd. Omdat elke gemeente deze beleidsregel afzonderlijk moet vaststellen en publiceren en de daarvoor benodigde tijd lastig is in te schatten is de bepaling genomen die er in voorziet dat bij latere besluitvorming en publicatie er toch sprake is van één uniforme datum van inwerkingtreding t.w. 1 sept. 2016. Omdat deze nieuwe beleidsregel het tot

1 sept. 2016 van toepassing zijnde beleid bijzondere bijstand vervangt, dient dat oude beleid per die datum te worden ingetrokken.

Artikel 13. Overgangsrecht

Op de datum waarop deze nieuwe beleidsregel in werking treedt, zijn er belanghebbenden die voorafgaande aan die datum een beschikking bijzondere bijstand hebben ontvangen die een werkingsduur heeft tot na 1 sept. 2016. Indien het nieuwe beleid voor de belanghebbende gunstigere bepalingen bevat dan het oude beleid, zal er geen bezwaar bestaan tegen dit nieuwe beleid.

Echter als het oude beleid onverhoopt gunstiger uitpakt voor een specifieke belanghebbende, dan gebiedt de rechtszekerheid dat de rechten zoals verwoord in die eerder afgegeven beschikking worden geëerbiedigd gedurende de in die beschikking vermelde termijn.

Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand

Inhoudsopgave:

Categorie a : directe levensbehoeften: Pag.

  • ADL=algemene dagelijkse levensverrichtingen 3

  • Eenmalig levensonderhoud/overbruggingsuitkering 3

  • Jongeren 18-21 jaar (aanvulling op regulier inkomen) 4

  • Kleding/Schoeisel 5

  • Maaltijdvoorziening 5

  • Verwarmings -en verlichtingskosten (stook en energiekosten) 6

Categorie b : - voorzieningen voor het huishouden:

•Eigen Bijdrage WMO/CAK 7

Categoriec: - voorzieningen voor wonen:

  • Alarmsysteem 8

  • Bad -en douchekosten 8

  • Doorbetaling vaste lasten 9

  • Doorbetaling vaste lasten i.v.m. detentie 10

  • Dubbele huur bij aanvaarding andere woning 10

  • Kosten inrichting/ huisraad 11

  • Verhuiskosten 13

  • Woningaanpassing i.v.m. handicap 14

  • Woonkosten 14

Categorie d: voorzieningen voor opvang

  • Kinderopvang (geen uitstroom bevordering) 16

  • Kinderopvang i.v.m. arbeid/scholing 16

  • Peuterspeelzaal 17

Categorie e: kosten uit maatschappelijke zorg

  • Kosten telefoon / internet 19

  • Reiskosten 19

Categorie f: financiële transacties

  • Bewindvoeringskosten 20

  • Rechtsbijstand (advocaat kosten) 22

  • Schuldhulpverleningskosten 23

Categorie g: uitstroombevordering

  • Omscholing/studie (zowel tertiair nivo (=hoger beroeps –en wetenschappelijk onderwijs), als niet tertiair) 24

  • Opleidingskosten BBL opleiding 24

  • Reiskosten arbeid/scholing/ inburgering 25

Categorie h: medische dienstverlening

  • Alternatieve geneeswijzen 26

  • Begrafenis-crematiekosten 27

  • Bril / contactlenzen 29

  • Dieetkosten 29

  • Eigen risico zorgverzekering 30

  • Geneesmiddelen (alternatieve) 31

  • Hulpmiddelen, niet zijnde bril 32

  • Kosten fysiotherapie 33

  • Kosten i.v.m. geboorte / kraamzorg 33

  • Kosten specialist 34

  • Kosten tandarts/ mondhygiëne 35

  • Orthodontie 35

  • Pedicurekosten 37

  • Podotherapie 37

Categorie i: overige kostensoorten

•Compensatie bij géén recht op alleenstaande-ouderkop (ALO-kop) kindgebonden budget 38

Lijst met gebruikte begrippen en afkortingen 40

Categorie a: directe levensbehoeften

ADL=algem ene dagelijkse levensverrichtingen

 

Omschrijving

ADL staat voor algemene dagelijkse levensverrichtingen zoals bijvoorbeeld:

- aan -en uitkleden;

- wassen;

- in -en uit bed gaan.

Hulpmiddelen die cliënten hierbij nodig hebben zijn o.a.: aangepast bestek, aankleedstokjes, kousenuittrekker, helping hand, leesstandaard etc.

Zvw en Wmo zijn in deze voorliggende voorzieningen waardoor bijz. bijstand voor deze kosten niet of nauwelijks voorkomt

Voorliggende voorziening

Zvw, zorgverzekering voor minima en Wmo.

Bij inwoning van een gehandicapt kind in de leeftijd van 3 jaar tot 18 jaar: sinds 01-01-2015 recht op

2x kinderbijslag.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Indiv. bepaald.

De (restant) kosten in vorm van eenmalig bedrag

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

pro forma /aankoopnota

 

 

Eenmalig levenso nderhoud/ overbruggingsuitk ering

 

Omschrijving

Pw-uitkering (art. 45 1e lid) wordt per kalendermaand vastgesteld en achteraf betaald. Dit kan tot problemen leiden. Denk bijv. aan statushouders/vluchteling die vanuit AZC zich in gemeente vestigt.

Wanneer men door de betaling achteraf in de financiële problemen raakt, kan overbruggingsuitkering worden verstrekt. Recht op Pw dient vast te staan voordat overbruggingsuitkering wordt beoordeeld.

Voorliggende voorziening

Geen

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

1 Pw-maandnorm excl. VT, met als minimum de Pw-norm voor 21-jarigen

Fiscaal belast

Ja

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

geen

 

 

J ong eren 18-21 j aa r (aanvulling op reg ulier inkomen)

 

Omschrijving

Jongeren van 18 t/m 20 jaar hebben een beperkter recht op alg. en bijz. bijstand en ook de Pw-normen zijn lager dan voor personen van 21 jr of ouder. Bij noodzaak voor zelfstandig wonen en mits geen beroep op ouders kan worden gedaan, kan alg. maandinkomen via bijz. bijstand worden aangevuld.

Voorliggende voorziening

onderhoudsplicht ouders

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

aanvulling tot Pw-norm: 21-jarige alleenstaande incl vakantietoeslag

Fiscaal belast

Ja

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

noodzaak zelfstandig wonen

Kleding/Schoeisel

 

Omschrijving

Kosten voor: aanschaf, herstel, vervanging, onderhoud en reiniging van kleding, schoeisel en beddengoed behoren tot de alg. noodzakelijke kosten v/h bestaan. Deze moeten uit beschikbare inkomen worden bekostigd via reservering vooraf, of gespreide betaling achteraf.

Als in bijzondere omstandigheden ten gevolge van: lichamelijke en/of psychische gesteldheid, ziekte of handicap extra kosten gemaakt moeten worden is bijz. bijstand mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan:

•sterke vermagering of gewichtstoename door: ziekte, gebrek of medicijngebruik waardoor de kleding niet meer past;

•abnormale slijtage door: gebruik van kunst- of hulpmiddelen, veelvuldige bewassing of vervanging van een matras door incontinentie e.d.

Opm. extra energiekosten door

veelvuldige bewassing vallen

onder ''energiekosten''.

Voorliggende voorziening

Geen, heel incidenteel aftrek inkomstenbelasting Belastingdienst

Opm.: ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen krijgen sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag.

Deze regeling vervangt de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte

kinderen.

Reservering toepassen

nee

Vergoedingen:

meerkosten vergoeden te bepalen a.d.h.v. NIBUD-normen

Fiscaal belast

nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

om niet, uitbetaling op beschikking

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

aankoopbonnen moeten min. 6 mnd bewaard worden en kunnen achteraf steekproefsgewijs opgevraagd worden

Bewijsstukken

medisch advies indien bijz. bijstandskosten > € 250.

 

 

Maaltijdvoorziening

 

Omschrijving

Als men (tijdelijk) niet in staat is om een warme maaltijd voor zichzelf te bereiden, kun gebruik warme maaltijdvoorziening waarbij de maaltijden aan huis worden bezorgd nodig zijn. Omdat deze service vaak duurder is dan zelf maaltijden bereiden, komen meerkosten voor bijz. bijstandsvergoeding in aanmerking

Voorliggende voorziening

geen.

Alléén voor inwoners Etten-Leur: regeling via Surplus

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

meerkosten warme maaltijd t.o.v. NIBUD-norm, uitgaande van gemiddeld 26 warme maaltijden per maand per persoon

Fiscaal belast

nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

geen

Bewijsstukken

nota’s, betaalbewijzen, medisch advies of indicatie derden (bijv. thuiszorgorganisatie)

 

 

Verwarmings - verl ichtingskosten (stook en energie kosten)

 

Omschrijving

Kosten voor: stook en energie behoren tot de algemeen noodzakelijk kosten van het bestaan. Deze moeten uit beschikbare inkomen worden bekostigd. Dit geldt ook ingeval bij hogere kosten vanwege: lange/strenge winter, uit behaaglijkheid-overweging of onverantwoord energieverbruik.

Bij bijzondere omstandigheden zoals: noodzakelijk hogere kamertemperatuur bij (chronische) ziekte, frequent opladen accu’s elektrisch bediende rolstoel, hogere energiekosten vanwege extra bewassing e.d., kunnen de hogere energiekosten via de bijz. bijstand vergoed worden.

Voorliggende voorziening

geen

Reservering toepassen

nee

Vergoedingen:

meerkosten op basis van NIBUD-prijzengids

Fiscaal belast

nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

-voorwaarde om energieverbruik te verminderen bij gebleken energieverspilling;

-- medisch advies nodig om noodzaak te kunnen bepalen.

Bewijsstukken

overleg voorschot-nota’s en jaarafrekening

 

 

Categorie b: voorzieningen voor het huishouden

 

Eigen Bijdrage WMO/CAK

 

Omschrijving

Bij beroep op WLZ en/of WMO (bijv. hulp bij het huishouden; vervoersvoorziening etc.) is men vaak eigen CAK-bijdrage verschuldigd die inkomensafhankelijk wordt berekend. Als men die bijdrage desondanks toch niet zelf betalen, dan kan men daarvoor een verzoek bijzondere bijstand indienen.

Wmo en Wlz worden als passende en toereikende voorliggende voorzieningen aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor opleggen eigen bijdrage. Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw. Alternatief is deelname CZV met dekking vanuit Wmo-module.

Uitzondering: verstrekking bijz. bijstand is mogelijk als nog geen recht op deelname CZV bestaat.

Voorliggende voorziening

Wlz en Wmo.

CZV vergoedt CAK-bijdragen tot max. € 375,-- [=bedrag vergoedingsoverzicht 2016] op jaarbasis.

Noot: geldt voor alle Wmo-bijdragen mits deze door CAK zijn opgelegd).

Bij verzorgingsbehoevend kind van 3 tot 18 jaar sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

In uitzonderingsgevallen de werkelijke CAK-kosten

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Voorwaarde om zo spoedig mogelijk deel te nemen aan CZV.

Verstrekkingsperiode beperken tot datum waarop recht op deelname CZV bestaat.

Bewijsstukken

Besluit/factuur CAK

 

Categorie c: voorzieningen voor wonen

 

Alarmsysteem

 

Omschrijving

Ingeval van een medische aandoening of ouderdom is gebruik van alarmsysteem soms noodzakelijk.

Voorliggende voorziening

Bij medische noodzaak: zorgverzekeraar / CZV.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

noodzakelijke huurkosten

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Bewijsstuk v/d te maken kosten

 

 

Bad -en douchekosten

 

Omschrijving

Door ziekte of handicap kan het voorkomen dat men vaker in bad moet of moet douchen. Voor de hieraan verbonden extra kosten van watergebruik en energie kan men beroep op bijz. bijstand doen.

Voorliggende voorziening

geen tenzij voor gehandicapt minderjarig kind, dan sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Kosten dat men extra in bad gaat of doucht t.o.v. wat normaal gebruikelijk is. Berekening volgens NIBUD-tabel

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Bewijsstukken v/d kosten

 

 

Doorbetaling vaste lasten

 

Omschrijving

Bij opname in een inrichting (=verpleegtehuis, psychiatrisch ziekenhuis, afkickcentrum) moet de algemene periodieke bijstandsnorm worden omgezet naar een lagere norm (art. 23 Pw). Die lagere norm is alleen bedoeld als zak-kleedgeld en daarvan kunnen niet de vaste lasten worden betaald. De CRvB heeft geoordeeld

(CRvB 01-02-2005, nr. 02/5981 NABW) dat die zak-en kleedgeldnorm bij het aanhouden van de eigen woning niet voorziet in de doorlopende noodzakelijke kosten van:

• kabeltelevisieabonnement;

• vast telefoonabonnement;

• woninghuur;

• maandelijkse vastrecht energielevering;

• de inboedelverzekering.

Indien er een noodzaak bestaat tot het blijven aanhouden van de eigen woonruimte kan, daarom bijzondere bijstand worden verleend in:

- de niet door huurtoeslag gedekte woonkosten;

- het vastrecht nutsvoorzieningen,

vanaf het moment waarop het allin-inkomen wordt omgezet naar de norm

zak-en kleedgeld.

Mits er noodzaak is tot het aanhouden v/d eigen woonruimte geschiedt Omzetting naar norm zak-en kleedgeld met ingang van de 3e maand volgend op de maand van opname.

Voorliggende voorziening

Geen

Reservering toepassen

nee

Vergoedingen:

Huurkosten na aftrek huurtoeslag vermeerdert met vastrecht van nutsvoorzieningen.

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Bewijs waaruit de hoogte van de te maken kosten blijkt.

 

 

doorbetaling vaste lasten i . v . m . detentie

 

Omschrijving

Artikel 13 lid 1 onder a Pw bepaalt dat géén recht op algemene –en bijzondere bijstand bestaat aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen. Slechts in uitzonderlijke individuele situaties kan in afwijking van de hoofdregel, bijzondere bijstand in deze kosten worden verstrekt.

Aan gedetineerden wordt daarom in beginsel géén algemene of bijzondere bijstand verstrekt. Alleen bij zeer

dringende redenen, zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 PW, kan hier vanaf geweken worden. Bijvoorbeeld wanneer er een rapport van de reclassering is waaruit blijkt dat het vanwege psychische / fysieke problemen van belang is dat er bij terugkeer in de maatschappij een woning is of als de woning aangepast is naar handicap van een belanghebbende.

Voorliggende voorziening

Minnelijke regeling met verhuurder en nutsleverancier

Reservering toepassen

Indien detentieperiode voorzienbaar was

Vergoedingen:

maandelijkse:

- huur minus huurtoeslag en

- vastrecht voor energie

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

om niet, tenzij noodzakelijk en ongenoegzaam besef, dan leenbijstand

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

-bewijs opgelegde detentie (incl. duur en plaats);

-- bewijs huur en vastrecht

 

 

Dubbele huur bij aanvaarding andere woning

 

Omschrijving

Bij verhuizing van de ene naar een andere woning is het gebruikelijk dat men tijdelijk geconfronteerd wordt met dubbele woonlasten (eerste huur en waarborgsom). Nieuwe woning moet immers vaak eerst worden opgeknapt (schoonmaken, schilderen, behangen e.d.) voordat men feitelijk de nieuwe woonruimte kan betrekken en de oude kan afstoten. Alléén bij noodzakelijke verhuizing bijz. bijstand verstrekken.

Indien klant uit AZC komt regeling overbruggingsuitkering toepassen en geen extra bijstand voor dubbele huur

Voorliggende voorziening

Geen

Reservering toepassen

Ja, wel letten op feit of reservering al niet wordt meegenomen bij kosten woninginrichting.

Vergoedingen:

bijz. bijstand ter hoogte van eerste maand huur v/d nieuwe woning

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

kostenspecificatie

 

 

Kosten inrichting/ huisraad

 

Omschrijving

Inrichtingskosten en aanschaf huisraad behoren tot incidenteel voorkomende alg. noodzakelijke bestaanskosten die gefinancierd moeten worden d.m.v. reservering vooraf of gespreide betaling achteraf. Alleen bij noodzakelijke en niet uitstelbare kosten en onmogelijkheid van reservering of lening, kan bijz. bijstand worden verstrekt.

Een computer wordt geacht te behoren tot de inboedel/duurzame gebruiksgoederen (zie CRvB 09-04-2013, ECLI:NL:CRVB: 2013:BZ6701).

De kosten van: verhuisbusje, verf/behang en vloerbedekking worden niet aangemerkt als duurzame gebruiksgoederen en kunnen daarom gelet op de art. 48 lid 2 en 51 Pw ook niet als leenbijstand worden verstrekt. (zie CRvB 25-08-2015, ECLI:NL:CRVB: 2015:2851 en 17-02-2004, ECLI:NL:CRVB: 2004:AO3928).

Let op specifieke situaties t.w.:

•eerste woninginrichting:

er wordt géén bijz. bijstand verstrekt voor kosten van eerste woninginrichting, ook niet bij doorstroming van kamerbewoning naar een huurwoning. Uitzondering: asielzoekers;

•verhuizing naar andere gemeente:

vestigingsgemeente moet inrichtingskosten beoordelen, vertrekgemeente beoordeelt verhuiskosten

(bijv. huur auto/busje);

•asielzoekers:

bij vestiging vanuit asielzoekerscentrum (AZC) in de gemeente, komen kosten “eerste inrichting” voor bijz. bijstand in aanmerking rekening houdend met eventuele voorliggende voorziening,

•inrichtingskosten 18 tot 21 -jarigen:

bij noodzaak zelfstandig wonen van weggelopen minderjarige die geen beroep op ouders kan doen, kan bijz. bijstand worden verstrekt;

•echtscheiding / verbreking relatie:

onderscheid wel/geen boedelscheiding.

- wel boedelscheiding: alle vrijgekomen gelden (ook indien < dan vermogensvrijlating) dienen te worden

aangewend voor de inrichting als zijnde de reservering;

- nog geen boedelscheiding: aandringen op snelle boedelscheiding, verder normale beoordeling op

voorliggende voorziening.

Bij woningaanvaarding moet bezien worden of (deel)-inboedel van vorige bewoner(s) kan worden overgenomen.

Bepaling noodzakelijke kosten: in incidentele gevallen, ter beoordeling van de klantmanager, kan deze instrument huisbezoek toepassen om noodzaak te bepalen.

Noot: de gemeente Moerdijk kent naast de kostensoort inrichting/huisraad ook nog een z.g. witgoed-regeling voor

vervangingsaanschaf na bepaalde tijd en een PC-regeling. Op 4-4-2016 is aangegeven dat de gemeente

eerst het thans lopende onderzoek van de Rekenkamer t.a.v. het vigerende armoedebeleid wil afwachten

voordat zij een standpunt wil innemen t.a.v. voortzetting, wijziging of afschaffing van deze twee minima-

regelingen. De aanvraagprocedure voor deze twee minimaregelingen is gelijk aan die van de bijz. bijstand

voor inrichting/huisraad.

Voorliggende voorziening

(persoonlijke) lening of koop op afbetaling mits volledig in kredietbehoefte wordt voorzien. Dus géén combinatie met bijzondere bijstand.

Reservering toepassen

géén reservering toepassen bij inkomen tot Pw-norm.

Bij inkomen boven Pw-norm: 5% v/h meerdere waarbij reserveringstermijn geldt van 36 maanden.

Vergoedingen:

Uitgangspunt is aanschaf 2e hands-goederen waarbij maximale vergoeding bijz. bijstand wordt gesteld op de helft van NIBUD-normen voor inventaris. Uitzondering: voor navolgende vier huishoudelijke apparaten: koelkast met vriesvak, wasmachine, kookplaat (gas 4 pits of elektrisch) en afzuigkap geldt max. nieuwprijs van NIUBUD vanwege de veiligheid, levensduur en garantie.

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Voor duurzame gebruiksgoederen geldt als hoofdregel leenbijstand.

Verschuldigde aflossing bij verstrekking leenbijstand:

- 6% van de Pw-norm excl. VT gedurende maximaal 36 maanden;

- indien totale leenbijstand hoger uitvalt dan max. afl.-ruimte op moment v/d aanvraag dan op voorhand

verschil om niet verstrekken.

Indien cliënt in WSNP-traject zit: leenbijstand en na afloop WSNP-traject om niet in overleg met bewindvoerder.

Indien bijzondere bijstand moet worden verstrekt voor: verhuisbusje, verf/ behang en vloerbedekking, wordt het daarvoor benodigde bedrag om niet verstrekt.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Proforma nota’s.

 

 

Verhuiskosten

 

Omschrijving

Verhuiskosten binnen Nederland behoren tot incidenteel voorkomende alg. noodzakelijke bestaanskosten die gefinancierd moeten worden d.m.v. reservering vooraf of gespreide betaling achteraf.

Uitzondering: dwingend noodzakelijke verhuizing. Bij noodzakelijke verhuizing die niet uitstel baar is kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Verhuiskosten dienen aangevraagd te worden bij de vertrekgemeente.

Voorliggende voorziening

WMO als de verhuizing medisch noodzakelijk is

Reservering toepassen

Ja, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Wel letten op feit of reservering al niet wordt meegenomen bij kosten woninginrichting.

Vergoedingen:

Noodzakelijke transportkosten

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

hoofdregel: leen-bijstand;

bij uitzondering: om niet (zie ook kosten woninginrichting)

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Bewijsstuk gemaakte kosten

 

 

Woningaanpassing i . v . m . handicap

 

Omschrijving

Voor de kosten van woningaanpassing tengevolge van een handicap dient in eerste een beroep gedaan te worden op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Als geen beroep op Wmo mogelijk is en er is sprake van dringende redenen als bedoeld in art. 16 Pw kan bijzondere bijstand worden verstrekt

Voorliggende voorziening

Wmo

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

geen, tenzij art. 16 Pw toegepast wordt, dan noodzakelijke kosten

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

kosten woningaanpassing

 

 

Woonkosten

 

Omschrijving

Woonkosten behoren naar hun aard tot de algemeen noodzakelijke bestaanskosten.

Bij hoge woonkosten voor een huurwoning dient beroep op huurtoeslag te worden gedaan. Bijz. bijstand is slechts tijdelijk mogelijk zolang nog geen recht op huurtoeslag bestaat.

Bij een koopwoning bestaat veelal recht op vermindering van inkomstenbelasting wegens aftrek rentekosten.

Bijz. bijstand is slechts tijdelijk mogelijk zolang nog geen adequate vervangende huisvesting kan worden verkregen.

Voorliggende voorziening

Bij huurwoning: huurtoeslag;

bij koopwoning: vermindering inkomstenbelasting

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Bij huurwoning: berekening bedrag bijz. bijstand volgens tabel huurtoeslag. Als woonkosten hoger zijn dan max. subsidiabele huur-grens, dient dat (meerdere) deel voor 100% te worden meegerekend.

Bij koopwoning:

berekening bedrag bijz. bijstand idem als bij huurwoning.

Hierbij voorts rekening houden met:

- rentelasten;

- zakelijke lasten;

- kosten onderhoud

eigen woning;

- fiscaal voordeel a.g.v. hypotheekrenteaftrek .

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Bij huurwoning tot max. huurtoeslaggrens: verstrekking tot tijdstip waarop recht op huurtoeslag bestaat.

Bij koopwoning: verhuisplicht naar betaalbare huurwoning. Daarom steeds voor max. 1 jaar toekennen.

Bij huur –en koopwoning én woonkosten boven max. bedrag huurtoeslaggrens: toekenning voor 1 jaar met verhuisplicht. Als bij opgelegde verhuisplicht bij afloop van die termijn blijkt dat betrokkene redelijke pogingen ondernomen heeft om goedkopere woonruimte te vinden en dit is niet gelukt, dan kan WKT worden verlengd. Verlenging dan steeds voor tijdvak van 1 jaar.

Bewijsstukken

Bij huurwoning:

- bewijs (subsidiabele) huurkosten;

- beschikking afwijzing huur-toeslag

Bij koopwoning:

- bewijs onderhoudskosten eigen woning;

- bewijs rentekosten hypothecaire lening-(en). Dit excl. evt. aflossingsdeel en premie levensverzekering;

- bewijs vermindering, of voorlopige teruggave, inkomstenbelasting wegens aftrek hypotheekrente.

 

 

Categorie d: voorzieningen voor opvang

 

Kinderopvang (geen uitstr oom bev ordering )

 

Omschrijving

Indien door medische en/of sociale redenen noodzakelijke kosten van kinderopvang moeten worden gemaakt, kan (bijzondere) bijstand worden verleend. Dit is veelal van toepassing als de kinderopvang van belang wordt geacht voor de ontwikkeling van het kind.

Voorliggende voorziening

Als sprake is van Voor- en Vroegschoolse Educatie (z.g. VVE-middelen) de door de gemeente ingezette subsidiering van deze vorm van kinderopvang.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Noodzakelijke kosten die resteren na aftrek kinderopvangtoeslag

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

-factuur kosten kinderopvang;

-- bewijs kinderopvangtoeslag.

 

 

Kinderopvang i.v.m. arbeid/scholing

 

Omschrijving

Voor de kosten van kinderopvang i.v.m.: werk, volgen van een noodzakelijk geachte opleiding of opdoen van werkervaring in het kader van een re-integratietraject, dient vanaf 01-01-2005 in eerste instantie een beroep te worden gedaan op de Wet kinderopvang (WKO) en de kinderopvangtoeslag v/d Rijksbelastingdienst.

Omdat het Rijksbeleid er op gericht is dat ouders/verzorgers, ongeacht hun inkomen, een deel van de kosten zelf moeten betalen, bestaat er geen recht op bijzondere bijstand voor deze kosten, tenzij er sprake is van dringende redenen als bedoeld in art. 16 Pw.

Voorliggende voorziening

Kinderopvangtoeslag Rijksbelastingdienst.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

De voor eigen rekening blijvende noodzakelijke kosten

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

geen

Bewijsstukken

Voorlopige teruggave kinderopvangtoeslag;

Kosten kinderopvang

 

 

Peuterspeelzaal

 

Omschrijving

Indien er een medische of sociale noodzaak voor ouder en/of kind bestaat tot het bezoeken van een peuterspeelzaal (=voorschoolse voorzieningen), kan in de daaraan verbonden kosten bijzondere bijstand worden verstrekt. Gedacht kan worden aan situaties waarbij het kind ADHD heeft of een ouder met medische sociale beperkingen. Uitzondering: zie onderdeel voorliggende voorziening.

Als een kind de peuterspeelzaal bezoekt omdat de ouder werkt, of een re-integratietraject volgt, wordt er geen bijzondere bijstand voor deze kosten verstrekt. Net als bij de kostensoort “Kinderopvang arbeid/scholing”, wordt de kinderopvangtoeslag van de Rijksbelastingdienst in dit geval als toereikende en passende voorliggende voorziening aangemerkt.

Voorliggende voorziening

Of, en zo ja welke voorliggende voorzieningen er zijn, is per gemeente verschillend. Dit heeft enerzijds te maken met het lokale gemeentelijke onderwijs –en peuterspeelzaalbeleid en anderzijds landelijke ontwikkelingen.

Voornemen van het kabinet is om met ingang van 1 jan. 2018 kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs beter op elkaar af te stemmen (=wetsvoorstel harmonisatie van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk).

Daarbij wordt ook de financieringsstructuur voor de kinderopvang aangepast. De kinderopvanginstellingen worden dan rechtstreeks bekostigt door de overheid en de ouders moeten een eigen bijdrage betalen waarvan de hoogte afhangt van hun vastgestelde inkomen. Voor werkende ouders die gebruikmaken van kinderopvang en van peuterspeelzalen wordt de financiering gelijkgeschakeld. Bij beide vormen van opvang bestaat er dan recht op kinderopvangtoeslag van de Rijksbelastingdienst waarbij voor peuterspeelzalen dezelfde maximaal te vergoeden uurprijs wordt gehanteerd als voor de dagopvang.

Dit kabinetsvoornemen sluit aan bij de beweging die in veel gemeenten al gaande is waarbij de peuterspeelzalen zijn omgevormd tot kinderopvang waardoor werkende ouders kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen.

De huidige stand van zaken om het peuterspeelzaalwerk onder te brengen bij het onderwijs is bij de zes gemeenten waarvoor het Werkplein de bijzondere bijstand uitvoert is gelet op het hiervoor vermelde dan ook divers.

Het Min van SZW heeft vooruitlopend op het hiervoor beschreven kabinetsvoornemen voor 2016 landelijk 60 miljoen euro (extra) uitgetrokken om kinderopvang voor alle peuters mogelijk te maken. Dit geld is bedoeld voor de groep peuters die buiten de kinderopvangtoeslag en de VVE-subsidies valt. Met deze 60 miljoen euro kunnen twee dagdelen per week worden gefinancierd. Het geld gaat naar de gemeenten die zelf mogen beslissen hoe ze de opvang voor deze groep peuters gaan organiseren: in kinderdagverblijven of op een peuterspeelzaal.

Vanwege al deze verschillen is onderstaand per gemeente aangegeven of en zo ja welke voorliggende voorziening er van toepassing is.

Gemeente Etten-Leur: sinds 1 aug. 2014 kent Etten-Leur geen peuterspeelzaalwerk meer maar spreekt men over

‘peuteropvang’ die specifiek bedoeld is voor opvang van 2 tot 4 jarigen waarbij in een aantal

gevallen recht bestaat op kinderopvangtoeslag via de Rijksbelastingdienst. Bij geen recht

op kinderopvangtoeslag en afname van peuteropvang bij de Kober groep, is men een

alleen een door Kober vastgestelde maandelijkse eigen bijdrage verschuldigd. Als het

inkomen van de ouder(s) minder is dan 120% van de bijstandsnorm en men heeft geen

vermogen boven de Pw-vrijlating, dan bestaat er recht op kwijtschelding van die eigen

bijdrage. De beoordeling van die kwijtschelding geschiedt door de kinderdagverblijven en

peuteropvangaanbieders.

Voor kinderen met een taalachterstand worden via de zogenaamde VVE-subsidie twee

(extra) dagdelen gefinancierd.

Gemeente Halderberge: Kinderopvangtoeslag Rijksbelastingdienst en voor kinderen met taalachterstand de

VVE-subsidie. Voor peuteropvang voor niet-werkende ouders of een kind zonder

VVE-indicatie kan bij medisch/sociale noodzaak voor de (lage) vergoeding die de ouders

moeten betalen (tarief 2016: € 96,- per jaar), bijzondere bijstand worden toegekend.

Gemeente Moerdijk: Kinderopvangtoeslag, VVE-subsidie of een vergoeding van de gemeente aan

doelgroepouders

Gemeente Roosendaal: kent alleen de zogenaamde VVE-subsidie voor bezoek peuterspeelzaal door kinderen met

taalachterstand (extra dagdelen). Streven is om ingaande 1 jan. 2017 het peuterspeel-

zaalwerk samen te voegen met het onderwijs;

Gemeente Rucphen: sinds aug 2014 heeft de gemeente Rucphen de financiering gewijzigd waardoor ouders die

werken aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag. Voor ouders met kinderen met

taalachterstand geldt dat zij hun kind 1 dagdeel naar de peuterspeelzaal kunnen laten gaan

en daarbij de lage eigen bijdrage verschuldigd zijn.

Gemeente Zundert: Kinderopvangtoeslag Rijksbelastingdienst en voor kinderen met taalachterstand de

VVE-subsidie.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

De voor eigen rekening blijvende noodzakelijke kosten

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Verklaring arts/consultatiebureau;

Factuur peuterspeelzaal

 

 

Categorie e: kosten uit maatschappelijke zorg

 

Kosten telefoon / internet

 

Omschrijving

Kosten voor telefoon en internet behoren anno 2016 tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die bestreden moeten worden uit het reguliere inkomen ook al bevindt zich dit op het niveau van het sociaal minimum.

Voor deze kosten wordt geen bijz. bijstand verstrekt tenzij sprake is van dringende redenen als bedoeld in art. 16 Pw.

Voorliggende voorziening

Bij medische noodzaak: mogelijk Zvw

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Individueel bepaald

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Bewijs noodzakelijk kosten

 

 

Reiskosten

 

Omschrijving

Kosten verbonden aan het maatschappelijk verkeer behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. In bijzondere omstandigheden kunnen reiskosten worden vergoed. Alleen indien sprake is van bijzondere omstandigheden kan beroep op bijzondere bijstand worden gedaan.

In dit verband worden zes bijz. omstandigheden onderscheiden t.w.:

1. reiskosten i.v.m. bezoek van gezins- of familielid t/m de 1e graad die elders behandeld wordt.

Bezoekfrequentie bij 1e graad: om de dag; bij 2e graad: 2 maal per week;

2. Medische reiskosten v/d aanvrager op basis van goedkoopste vervoersmogelijkheid;

3. kosten i.v.m. halen/brengen of bezoek van uit huis geplaatste kinderen met frequentie van 2 maal per maand,

tenzij afwijking o.g.v. behandelplan;

4. kosten bezoek gedetineerd gezinslid in 1e graad met bezoekfrequentie van 1 maal per maand;

5. kosten bijwonen gerechtelijke procedures voor zover voortvloeiend uit opgelegd Pw-voorwaarden

(=m.n. alimentatieprocedure);

6. Schoolbezoek van kinderen die VO-volgen als enkele reisafstand >10 km bedraagt.

Parkeergeld bij gebruik eigen auto wordt niet aangemerkt als noodzakelijke kosten i/d zin van de bijz. bijstand.

Voorliggende voorziening

Zorgverzekeringswet;

Wmo-voorziening;

andere tegemoetkoming in de reiskosten.

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

-noodzakelijke reiskosten o.b.v. goedkoopste mogelijkheid openbaar

- vervoer en anders € 0,19 per kilometer aan de hand van ANWB-

- routeplanner (kortste route);

-- bij reiskosten VO-schoolbezoek: bijdrage i/d reiskosten van: € 350,- per

- schooljaar voor kinderen t/m 15 jaar, € 150,- voor 16 –en 17-jarigen.

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Afsprakenkaart medische behandelingen; reisbiljetten; of bewijzen van de instelling waaruit bezoek blijkt.

 

 

Categorie f: financiële transacties

 

Bewindvo erings kosten

 

Omschrijving

Om mensen te beschermen die om diverse redenen niet of niet geheel voor zichzelf kunnen zorgen, bestaan er drie beschermingsmaatregelen:

A. curatele (ook wel onder curatelestelling genoemd).

Betrokken persoon wordt dan handelingsonbekwaam.

B. beschermingsbewind (ook wel bewindvoering of onder bewindstelling genoemd).

Iemand mag dan niet meer zelf beslissen over de goederen die onder bewind staan. Beschermingsbewind moet

niet verward worden met WSNP-bewindvoering.

C. mentorschap.

Mentorschap is van toepassing wanneer iemand niet meer zelf mag/kan beslissen over: verzorging, verpleging

en behandeling (bijv. bij een verstandelijke handicap).

Voor zowel de kosten van de bewindvoerder beschermingsbewind, als de kosten bewindvoerder WSNP, kan in zijn algemeenheid worden gesteld dat deze als bijzonder en noodzakelijk zijn aan te merken. Daarom komen deze voor bijz. bijstandsverlening in aanmerking.

De beoordeling (en aanvraag bijzondere bijstand) voor de kosten van bewindvoering WSNP kan in principe niet eerder plaatsvinden dan na de slotuitdeling en beëindiging van het WSNP-traject en dus niet als (maandelijks) voorschot aan de bewindvoerder gedurende dat traject. Pas als blijkt dat de kosten WSNP-bewindvoering (salaris bewindvoerder) niet uit de einduitkering (boedelopbrengst) kunnen worden betaald, kan bijzondere bijstand van toepassing zijn.

Voor de kosten van de bewindvoerder anders dan vanuit de WSNP geldt dat deze wel per maand via vergoeding in het kader van bijzondere bijstand in aanmerking kunnen komen.

Voorliggende voorziening

Bij WSNP: betaling uit boedel (na slotuitkering)

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

-intakekosten bij professionele bewindvoerder die aangesloten is bij de

- branchevereniging PBI;

-- bewindvoeringskosten volgens richtlijnen van beloning van

- bewindvoerders (LOVCK);

-- griffierecht

-- adm. kosten bij overstap naar andere bewindvoerder;

-- kosten eindafrekening.

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

-vonnis kantonrechter;

-- factuur bewindvoerder;

-- bij WSNP: eindafrekening.

 

 

Rechtsbijstand (advocaat k o st en .)

 

Omschrijving

Uit jurisprudentie CRvB blijkt dat als men voor de kosten verbonden aan het voeren van juridische procedures bijzondere bijstand vraagt, de Wrb in beginsel als een toereikende en passende voorliggende voorziening moet worden gezien. Gelet op art. 15 Pw dient in die kosten dan ook geen bijzondere bijstand te worden verstrekt.

Als er echter sprake is van een verleende toevoeging o.g.v. de Wrb en de rechtzoekende is niet in staat om die eigen bijdrage uit eigen middelen te kunnen betalen, dan kan desgevraagd voor die eigen bijdrage wel bijzondere bijstand worden verstrekt.

Degenen die daarvoor in aanmerking komen en aan wie een toevoeging op grond van de Wrb is verleend, kunnen vervolgens tegen een (sterk) gereduceerd tarief procederen. Dit is o.a. geregeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand (Bebr) en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr).

Indien het diagnosedocument Juridisch Loket ontbreekt, moet het Werkplein zelf de noodzakelijkheid van de gewenste juridische procedure toetsen.

Er wordt géén bijz. bijstand verstrekt voor rechtsbijstand kosten:

- voortvloeiende uit of verband houdend met de uitoefening van een zelfstandig bedrijf of beroep en/of de

stopzetting /liquidatie van een zelfstandig bedrijf of beroep;

- welke het gevolg zijn van ongevallen met motorvoertuigen en/of (vakantie)reizen naar het buitenland.

Voorliggende voorziening

-Wrb incl. melding/ doorverwijzing via Juridisch Loket;

-- adequate particuliere verzekeringen (o.a. reisongevallenverzekering)

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

laagste tarief eigen bijdrage o.g.v. art. 35 Wet op de rechtsbijstand en het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand (Bebr).

Opm.: bij doorverwijzing Juridisch Loket (=voorliggende voorziening) wordt de eigen bijdrage Wrb van de klant verlaagd.

Als de klant zelf juridische hulp inroept zonder tussenkomst Juridisch Loket dan wordt bedrag van de bijz. bijstand vastgesteld op bedrag wat verschuldigd zou zijn als klant wel bij Juridisch Loket zou zijn geweest.

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

-diagnosedocument Juridisch Loket te Breda;

-- bewijs toevoeging;

-- nota advocaat.

 

 

Schuldhulp verlening s kosten

 

Omschrijving

Een Pw-uitkering beoogt een toereikend inkomen te zijn om in de alg. noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Uitgangspunt is dat schulden niet behoren tot de noodzakelijke kosten van het bestaan.

Art. 49 Pw biedt mogelijkheid om in afwijking van de hoofdregel bijzondere bijstand te verlenen:

a. om verlening GKB-saneringskrediet mogelijk te maken;

b. in zeer dringende redenen en de in onderdeel a genoemde mogelijkheid biedt geen uitkomst.

Onder zeer dringende redenen wordt in dit verband verstaan: schuld betreft achterstand in huur en/of nutsvoorzieningen (=gas, water, elektra) en de schuldeiser dreigt met huisuitzetting en/ of afsluiting, of andere schrijnende situaties die uit schulden voortvloeien en die maatschappelijk onaanvaardbaar zijn.

Verwezen wordt mede naar de "Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers".

Om budgetbeheer te kunnen opstarten is het soms noodzakelijk dat men kan beschikken over een basisbedrag, om bijvoorbeeld lopende reserveringen in te vullen, of eerste, kleine extra uitgaven te doen. Er moet vaak snel gehandeld kunnen worden om grotere problemen te voorkomen. Om het opstarten van budgetbeheer mogelijk te maken dient incidenteel bijzondere bijstand te worden verstrekt. Een verzoek tot het opstarten van budgetbeheer gaat uit van de GKB. Als het Meldpunt Schuldhulpverlening gemotiveerd een positief advies geeft, kan bij schrijnende situaties bijzondere bijstand worden verleend.

Voorliggende voorziening

GKB of WSNP

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

-tot maximaal de hoogte van de kosten;

-- bij opstartkosten budget-beheer: € 350.

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

-borgtocht;

-- bij dringende redenen: leenbijstand;

-- opstartkosten budgetbeheer: om niet.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

verplichting dat:

- een schuldsaneringstraject of een WSNP-traject wordt gevolgd, of

- men zich onder bewind laat stellen.

Bewijsstukken

bewijsstukken van de schulden en het eventuele advies v/h meldpunt schuldhulpverlening.

 

 

Categorie g: uitstroombevordering

 

Omscholing/ s tudie ( zowel tertiair nivo (=hoger beroeps –en wetenschappelijk onderwijs) , als niet tert iair )

 

Omschrijving

Als een belanghebbende een scholing of studie volgt, zijn de WSF en WTOS adequate voorliggende voorzieningen ter voorziening in de kosten van levensonderhoud en studie.

Deze kosten worden niet via de bijzondere bijstand vergoed.

Als op individueel niveau scholing noodzakelijk wordt geacht moet deze scholing onderdeel uitmaken van het opgestelde re-integratieplan en dienen de kosten gefinancierd te worden vanuit het re-integratiebudget.

Voorliggende voorziening

WSF en WTOS

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Opleidingskost BBL opleiding

 

Omschrijving

In de praktijk kan het voorkomen dat een thuiswonend kind van 18 jaar of ouder een Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL-opleiding = 4 dagen stage en 1 dag school)) volgt, maar de kosten van deze opleiding in afwijking van wat gebruikelijk is, niet door de werkgever worden vergoed. In deze situatie wordt het kind, maar indirect natuurlijk ook de ouder, geconfronteerd met extra noodzakelijke kosten die eigenlijk niet vanuit het reguliere inkomen van ouder en kind bestreden kunnen worden.

Deze kosten worden niet via de bijzondere bijstand vergoed.

Als op individueel niveau deze scholing noodzakelijk wordt geacht, moet deze scholing onderdeel uitmaken van het opgestelde re-integratieplan en dienen de kosten gefinancierd te worden vanuit het re-integratiebudget.

Voorliggende voorziening

Geen

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Reiskosten arbeid/scholing / inburgering

 

Omschrijving

Als op individueel niveau scholing, of het volgen van een inburgeringstraject, noodzakelijk wordt geacht en men daarvoor reiskosten moet maken, moet dit onderdeel uitmaken van het opgestelde re-integratieplan en dienen de kosten gefinancierd te worden vanuit het re-integratiebudget.

Voorliggende voorziening

Geen

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Categorie h: medische dienstverlening

 

Alternatieve geneeswijzen

 

Omschrijving

Bij alternatieve geneeswijzen valt bijv. te denken aan:

- consulten/behandelingen door een arts Moermantherapie,

- arts enzymtherapie,

- antroposofisch arts,

- acupuncturist (lid NVA),

- arts manuele geneeskunde,

- arts iriscopist,

- arts natuurgeneeswijzen,

- chiropracticer (lid NAC),

- geestelijke gezondheidszorg door personen of instellingen uit het niet reguliere circuit.

Gelet op het bepaalde in art. 15 Pw wordt de Zorgverzekeringswet gezien als adequate voorliggende voorziening.

Om die reden wordt geen bijz. bijstand verstrekt in de kosten van alternatieve geneeswijzen.

Dit houdt dus ook in dat indien cliënten door onvrede over:

- het resultaat van de behandeling en/of

- de behandelaar,

kiezen voor alternatieve geneeswijzen waarvan de kosten niet vergoed worden o.g.v. de Zorgverzekeringswet (Z.v.w.) of Wlz, alle daaraan verbonden kosten door de cliënt zelf moeten worden betaald en niet voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking komen.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Begrafenis-crematiekosten

 

Omschrijving

Begrafeniskosten en crematiekosten worden geacht te behoren tot de bijzondere bestaanskosten van de erfgena(a)m(en). Indien deze over onvoldoende middelen beschikken om deze kosten te kunnen voldoen, kan aan hen, ieder voor het eigen evenredig deel, bijzondere bijstand worden verstrekt.

Dat betekent dat:

• alleen de erfgenamen in aanmerking komen voor bijzondere bijstand;

• de erfgenamen, ieder voor hun eigen erfrechtelijk deel bijzondere bijstand kunnen aanvragen;

• alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als hun erfdeel niet toereikend is en men niet over eigen middelen

beschikt om het (eigen) aandeel te kunnen voldoen;

• het verder niet van belang is of de andere erfgenamen de nalatenschap aanvaard of verworpen hebben.

De Wet op de lijkbezorging (Wlb) is in deze géén voorliggende voorziening t.o.v. de bijz. bijstand en is alleen van toepassing als de nabestaanden weigeren opdracht te geven voor de uitvaart of crematie.

Aan de erfgena(a)m-(en) kan, ieder voor hun eigen deel, bijzondere bijstand worden toegekend.

Géén bijz. bijstand wordt verleend voor de kosten van:

- overbrenging van de overledene naar het buitenland om daar te kunnen worden begraven of gecremeerd;

- begrafenis –of crematiekosten in het buitenland t.b.v. de overleden cliënt, of een gezinslid,

- reiskosten voor het bijwonen van een begrafenis/crematie in buitenland.

Voorliggende voorziening

-uitvaartverzekering,

-- nalatenschap,

-- ongevallenverzekering

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Uitgaande van de richtprijzen van het NIBUD kunnen de volgende kosten worden vergoed:

algemene kosten:

• kosten overlijdensakte

• basistarief uitvaartverzorger

• rouwkaarten (max. 50 stuks zonder porto)

• overbrengen overledene naar rouwcentrum;

• laatste verzorging van overledene

• kist (spaanplaat eikenfineer)

• rouwauto

begrafeniskosten:

• kosten algemeen graf (10 jaar gedeeld met vreemden), incl. open

en sluiten graf (ma/vr)

crematiekosten:

• crematorium (crematie, dienst in aula, condoleanceruimte)

• as verstrooien bij crematorium, of as bewaren in nis in crematorium

(kosten 1 jaar).

Noot: steeds meer gemeenten staan in hun APV toe dat asresten ook

in de gemeente verstrooid mogen worden.

Niet noodzakelijk kosten zijn:

• advertentiekosten in regionale krant

• opbaren in uitvaartcentrum, incl. condoleancebezoek

• opbaren thuis, incl. dagelijkse controle en koeling overledene

• kosten volgauto(s)

• koffietafel na uitvaart

• kosten eigen graf (20 jaar voor 2 personen), incl. onderhoudskosten en

openen en sluiten graf

• bijzetten in bestaand graf

• natuurstenen grafdocument

• gebruik aula begraafplaats

• gebruik condoleanceruimte begraafplaats

• kosten eredienst en/of kosten die voortvloeien uit culturele en religieuze

achtergrond

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

-bewijsstukken nalatenschap,

-- bewijsstukken uitvaart-, levens- of ongevallenverzekering,

-- nota’s v/d kosten.

 

 

Bril / contactlenzen

 

Omschrijving

De aanschafkosten van een bril of contactlenzen worden, behoudens hierna genoemde uitzondering, niet vergoed o.g.v. de Zorgverzekeringswet (Zvw). Uitzondering vormt slechts de aanschaf van brillenglazen indien de sterkte van de glazen hoger is dan 10 dioptrieën. Een dergelijke sterkte komt echter in de praktijk zeer weinig voor.

Veel zorgverzekeraars bieden om die reden in hun diverse aanvullende ziektekostenverzekeringen mogelijkheden aan om zich hiertegen extra aanvullend te verzekeren.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Dieetkosten

 

Omschrijving

In beginsel behoren dieetkosten, die de normale voedingskosten niet of niet in belangrijke mate overtreffen, tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te worden gerekend die uit het beschikbare inkomen moeten worden bestreden. Dit houdt in dat normaliter géén bijzondere bijstand kan worden verstrekt voor dieetkosten, tenzij het een dieet betreft, dat in belangrijke mate kosten-verhogend is t.o.v. reguliere voeding.

Opgemerkt wordt dat een voorgeschreven dieet in beginsel niet behoeft te leiden tot hogere voedingskosten.

Dieetkosten zijn eigenlijk te splitsen in 2 hoofdgroepen t.w.:

a. dieetpreparaten (=vloeibare energie –en eiwitrijke voedingsmiddelen (z.g. astronautenvoedsel), die via een

natuurlijke weg, een sonde of een infuuspomp worden toegediend);

b. dieetproducten (betreft voedingsproducten als zoutloze kaas, suikervrije jam, halvarine, glutenvrij brood, e.d.).

Kosten van dieetpreparaten worden niet via bijz. bijstand vergoed omdat deze volledig (dus zonder eigen bijdrage) door de zorgverzekeraar worden vergoed o.g.v. de Zvw.

Als op medisch advies dieetproducten moeten worden gebruikt, kan dit in sommige gevallen extra kosten met zich meebrengen die voor bijz. bijstand in aanmerking kunnen komen.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Eigen risico zorgverzekering

 

Omschrijving

Per 1 januari 2008 is de z.g. no-claim-teruggave van € 255,00 op jaarbasis in de Zorgverzekering (Zvw) vervangen door een eigen risico van € 150,- per kalenderjaar. Noot: bedrag eigen risico is nadien jaarlijks verhoogd.

Dit eigen risico geldt voor alle verzekerden van 18 jaar en ouder. Opgemerkt wordt dat het eigen risico alleen geldt voor verstrekkingen vanuit de basisverzekering m.u.v. huisarts en kraamzorg en niet voor verstrekkingen vanuit de aanvullende zorgverzekeringen.

De invoering van dit eigen risico leidde overigens voor mensen met een laag inkomen niet tot koopkracht-vermindering. Deze mensen werden namelijk op de volgende 2 manieren gecompenseerd t.w.:

- zorgtoeslag is op jaarbasis verhoogt met € 103,-- waardoor (toen) nog € 47,-- zou resteren;

- premie van de basisverzekering is toen verlaagd met circa € 4,- per maand (= € 48,- per jr).

De groep chronisch zieken en gehandicapten werd daarnaast nog extra gecompenseerd voor € 47,-- via een landelijke maatregel doordat de z.g. BTU-regeling (=belastingaftrek) werd verhoogd.

Buiten dit verplicht eigen risico, bieden veel zorgverzekeraars hun cliënten nog de optie aan van een vrijwillig (veel) hoger eigen risico in ruil voor een aanzienlijke premiereductie.

Art. 15 lid 1 Pw (voorheen: WWB) bepaalt dat géén recht op (bijz.) bijstand bestaat indien en voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, geacht wordt toereikend en passend te zijn. Bijstandsverlening kan evenmin aan de orde zijn als binnen een voorliggende

voorziening een bewuste beslissing is genomen over de noodzakelijkheid van een voorziening in het algemeen of in een specifieke situatie.

Gelet op het bepaalde in art. 15 Pw wordt de Zvw gezien als adequate voorliggende voorziening. Om die reden wordt geen bijz. bijstand verstrekt in het verplicht en/of zelf gekozen hoger eigen risico op grond van de Zvw.

Voorliggende voorziening

Zvw

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Geneesmiddelen (alternatieve)

 

Omschrijving

In de kosten van geneesmiddelen die niet vergoed worden op grond van het geneesmiddelenvergoedingen-systeem kan geen bijstand worden verleend. Deze kosten zijn medisch niet noodzakelijk. Er is een alternatief dat wel vergoed wordt. Er is dus een toereikende voorliggende voorziening. Voor een aantal geneesmiddelen geldt een eigen bijdrage omdat het zgn. "Geneesmiddelen Vergoedingensysteem" (GVS -limiet) van toepassing is.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Hulpmiddelen, niet zijnde bril

 

Omschrijving

Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn: ADL -hulpmiddelen, BH/ zwemkleding i.v.m. borstprothese, hoortoestel (incl. batterijen), orthopedisch schoeisel, steunzolen, elastische kousen e.d..

Voor medische hulpmiddelen kan meestal een beroep worden gedaan op een voorliggende voorziening zoals Wlz, Regeling zorgverzekering, Wia of Wmo.

Soms wordt een eigen bijdrage verlangd. In enkele gevallen wordt de eigen bijdrage geheel of gedeeltelijk vergoed door de aanvullende verzekering.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Wlz, Zvw, (collectieve) aanvullende zorgverzekering, Wia of Wmo.

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Kosten fysiotherapie

 

Omschrijving

De kosten van fysiotherapie komen in een aantal situaties voor vergoeding via de Zorgverzekeringswet in aanmerking. Zorgverzekeraars bieden via hun aanvullende pakketten vaak een bredere dekking aan.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Kosten i.v.m. geboorte / kraamzorg

 

Omschrijving

De kosten van een bevalling en de kraamzorg na een bevalling, worden doorgaans grotendeels door de zorgverzekeraar vergoed. De eigen bijdrage in de bevallingskosten en kosten van kraamzorg behoren tot de

bijz. noodzakelijke kosten van het bestaan.

Voor medische kosten geldt:

Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voor de kosten van babykleding en inrichting babykamer geldt dat hiervoor bijzondere bijstand kan worden verleend.

Voorliggende voorziening

Voor medische kosten geldt: Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

Men wordt geacht vooraf te sparen voor de kosten aanschaf babykleding en inrichting babykamer vanaf moment waarop men bekend is met de zwangerschap.

Vergoedingen:

Kosten inrichting babykamer en kinderwagen: uitgangspunt is aanschaf 2e hands-goederen waarbij maximale prijs wordt gesteld op helft van NIBUD-normen.

Voor kosten babykleding: NIBUD-normen (nieuw prijs)

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Voor inrichtingskosten en babykleding geldt als hoofdregel leenbijstand.

Verschuldigde aflossing bij verstrekking leenbijstand: 6% van de Pw-norm excl. VT gedurende maximaal

36 maanden;

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

Geen

Bewijsstukken

Kostennota’s

 

 

Kosten specialist

 

Omschrijving

De kosten van een specialist worden in beginsel vergoed door de voorliggende voorziening (=Zorgverzekerings- wet). De voorliggende voorziening wordt geacht toereikend te zijn.

Een eventueel verzoek om bijz. bijstand zal daarom steeds een gevolg zijn van het feit dat betrokkene om de een of andere reden heeft nagelaten zich afdoende te verzekeren.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw, (collectieve) aanvullende zorgverzekering en Wlz.

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Kosten tandarts/ mondhygiëne

 

Omschrijving

Volgens vaste rechtspraak v/d CRvB dient voor de kosten van een tandheelkundige behandeling sinds 1 januari 2006 de Zorgverzekeringswet, mede gelet op artikel 2.7 van het Besluit zorgverzekering, in beginsel als een aan de Pw (voorheen WWB) voorliggende, toereikende en passende voorziening te worden beschouwd.

Nu deze kosten in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt, staat artikel 15, eerste lid, tweede volzin, van de Pw aan verlening van bijzondere bijstand in de weg. Als desondanks toch wordt besloten om voor deze kosten bijzondere bijstand te verstrekken, dan geschiedt dit op basis van z.g. buitenwettelijk begunstigend beleid.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Orthodontie

 

Omschrijving

Bij orthodontistische behandelingen kunnen twee vormen worden onderscheiden n.l.:

1. behandelingen uit "schoonheidsoverwegingen";

2. behandelingen n.a.v. (aangeboren) afwijkingen aan het gehemelte en/of een ongeval.

Ad. 1 Behandelingen uit schoonheidsoverweging (esthetisch oogpunt) kunnen in het kader van de Pw niet aangemerkt worden als bijz. omstandigheid op grond waarvan bijz. bijstandsverlening aan de orde kan zijn.

Ook de zorgverzekeraar (=basisverzekering) vergoedt deze kosten niet, tenzij men daartoe een (dure) aanvullende verzekering heeft afgesloten.

Ad. 2 Behandelingen ingegeven door (aangeboren) afwijkingen aan het gehemelte en/of n.a.v. een ongeval: deze kosten worden, mits de adviserend tandarts van de zorgverzekeraar daartoe positief adviseert, volledig vergoedt o.g.v. de Zorgverzekeringswet (=basisverzekering).

Indien de behandeling noodzakelijk is a.g.v. een ongeval kan normaliter ook de tegenpartij worden aangesproken voor deze kosten als de tegenpartij uiteraard schuld heeft aan het betreffende ongeval.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw, (collectieve) aanvullende zorgverzekering en bij ongeval: verzekering tegenpartij

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Pedicurekosten

 

Omschrijving

In principe komen pedicurekosten niet voor een vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking.

Een uitzondering is, als sprake is van medische gronden.

Reiskosten verbonden aan het bezoeken van een pedicure worden niet vergoed, omdat er ook pedicures zijn die aan huis komen.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Podotherapie

 

Omschrijving

Podotherapie is een paramedisch specialisme dat zich bezighoudt met het toepassen van correctieve en protectieve technieken en het vervaardigen van hulpmiddelen ter correctie en ter voorkoming van voetafwijkingen.

De kosten (eigen bijdrage) van podotherapie kunnen via de bijz. bijstand worden vergoed als daar een medische noodzaak voor is. Worden dergelijke kosten gemaakt uit esthetische overwegingen, dan wordt geen vergoeding verstrekt.

De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdrage.

Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw.

Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering.

Voorliggende voorziening

Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering

Reservering toepassen

n.v.t.

Vergoedingen:

geen

Fiscaal belast

Nee

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

n.v.t.

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

n.v.t.

Bewijsstukken

n.v.t.

 

 

Categorie i: overige kostensoorten

 

Compensatie bij géén recht op alleenstaande-ouderkop (ALO-kop) kindgebonden budget

 

Omschrijving

Met de inwerkingtreding van de Wet hervorming kindregelingen per 01 jan 2015 is Pw-norm voor alleenstaande ouders komen te vervallen. Voor een alleenstaande oudergezin is per 01 jan. 2015 de bijstandsnorm voor een alleenstaande van toepassing. Deze norm is 20% lager dan de oude bijstandsnorm voor een alleenstaande ouder. Deze verlaging van de algemene bijstandsnorm wordt gecompenseerd doordat het kindgebonden budget van de Rijksbelastingdienst-Toeslagen extra is verhoogd met een z.g. alleenstaande-ouderkop (ALO-kop).

Voorwaarde voor het recht op de ALO-kop is wel dat men géén toeslagpartner mag hebben.

Men heeft voor de Belastingdienst wel een toeslagpartner als men gehuwd is, of geregistreerd partnerschap heeft, en:

1. de partner is gedetineerd, of verblijft in een verpleeginstelling;

2. men leeft feitelijk wel gescheiden, maar er is nog geen verzoek bij de rechtbank ingediend voor echtscheiding

of scheiding van tafel en bed;

Noot: denk ook aan situatie dat ene partner (nog) met vakantie is in het buitenland en de ander verblijft

(al) in Nederland.

3. men bewoont de woning samen met één van de ouders, of met een volwassen kind van 27 jaar of ouder.

Opm. bij 3: hierop bestaan wel enige uitzonderingen zie schema op site Toeslagen.

Noot: denk ook aan situatie dat het woonadres in onderzoek is bij de gemeente omdat er in de BRP ook

andere perso(o)n(en) ingeschreven staat(n) op hetzelfde adres en cliënt verklaart dat die er niet

(meer) verblijft/verblijven.

O.g.v. het overgangsrecht Wet hervorming kindregelingen werd bij ouders die de alleenstaande oudernorm op

31 december 2014 ontvingen en die per 1 jan. 2015 géén alleenstaande-ouderkop op het kindgebonden budget van de Belastingdienst/Toeslagen kregen omdat zij een toeslagpartner hebben, de verlaging van de Pw-uitkering uitgesteld tot 1 jan. 2016. Het was derhalve tot 01 jan 2016 nog toegestaan om de algemene bijstandsnorm voor een alleenstaande nog te verhogen met een toeslag van 20%.

Aan alleenstaande oudergezinnen die:

- geen recht hebben op z.g. ALO-kop kindgebonden budget omdat zij een toeslagpartner hebben en,

- waarvan de partner gedetineerd is, of in een verpleeginstelling verblijft,

via de bijzondere bijstand een eenmalige maandelijkse inkomensaanvulling te verstrekken voor de duur van maximaal 36 maanden.

Indien na toekenning van deze bijz. bijstand binnen de periode van 36 maanden de alg. + bijz. bijstand beëindigd wordt wegens werkaanvaarding en men wordt nadien onvrijwillig werkloos waardoor men weer beroep moet doen op een Pw-uitkering, herleeft deze algemene + bijz. bijstand tot de max. termijn van 36 maanden is bereikt.

Noot : deze bijz. bijstand vormt dus een geheel met een maandelijkse Pw-uitkering voor levensonderhoud, onder

aftrek van het maandelijkse inkomen.

Omdat hier sprake is van maandelijkse inkomenssuppletie, wordt, in afwijking van de normale draagkracht-berekening, overig inkomen wat de Pw-alleenstaande norm te boven gaat volledig in mindering gebracht op deze maandelijkse bijz. bijstand.

Voorliggende voorziening

z.g. ALO-kop kindgebonden budget van de Belastingdienst/Toeslagen

Reservering toepassen

Nee

Vergoedingen:

Maandelijkse toeslag ter hoogte van:

- 1e jaar 15% van de Pw-gehuwdennorm,

- 2e jaar 10% van de Pw-gehuwdennorm,

- 3e jaar 5% van de Pw-gehuwdennorm.

Fiscaal belast

Ja

Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt:

Om niet

Speciale uitkeringsvoorwaarden:

geen

Bewijsstukken

Bewijs Belastingdienst/Toeslagen dat geen recht op ALO-kop kindgebonden budget bestaat

Totaal: 42 kostensoorten.

Lijst met gebruikte begrippen en afkortingen:

  • Algemeen noodzakelijke bestaanskosten: algemene kosten van levensonderhoud die iedereen normaal gesproken wel heeft.

    Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten van: voeding, kleding, woon –en energiekosten, normale verzekeringen (o.a.: zorgverzekering, wettelijke aansprakelijkheid, inboedel, opstal, auto –en reisverzekering), normale belastingen (o.a. inkomsten –en motorrijtuigenbelasting, reinigingsrechten, OZB,) en dergelijke.

  • ADHD: attention deficit hyperactivity disorder, ook wel aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis genoemd

  • APV: Algemene Plaatselijke Verordening: gemeentelijke verordening met regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid

  • AZC: asielzoekerscentrum

  • BBL: Beroeps Begeleidende Leerweg

  • BTU: specifieke regeling van de Rijksbelastingdienst i.v.m. specifieke zorgkosten

  • CAK: landelijke organisatie te Den Haag belast die in opdracht van de overheid diverse regelingen uitvoert (o.a. vaststellen en innen

    van de eigen bijdrage op grond van de Wlz en Wmo.

    Noot: oude/vervallen afkorting was: Centraal administratiekantoor.

  • CRVB: Centrale Raad van Beroep te Utrecht: hoogste bestuursrechter inzake geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, de

    sociale voorzieningen en ambtenarenzaken.

  • CZV: collectieve zorgverzekering voor minima van de gemeenten

  • GKB: gemeentelijke kredietbank / Kredietbank Breda

  • Huurtoeslag: toeslag van de Belastingdienst – Toeslagen om de huurkosten deels te compenseren

  • Juridisch Loket: Juridisch Loket te Breda: organisatie die gratis eerste hulp bij juridische vragen geeft

  • Kinderopvangtoeslag: toeslag van de Belastingdienst – Toeslagen om de kosten van kinderopvang deels te compenseren

  • LOVCK: Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton

  • Meldpunt schuldhulpverlening: loket/organisatie waar men terecht kan voor hulp bij problematische schulden

  • Min van SZW: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  • NIBUD: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

  • NIBUD-prijzengids/norm: NIBUD Prijzengids voor de bijzondere bijstand / daarin vermelde normbedragen

  • PBI: Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders

  • Pw: Participatiewet

  • Pw-norm = bijstandsnorm

  • VO: voortgezet onderwijs

  • Voorliggende voorziening: voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 Participatiewet

  • VT: vakantietoeslag

  • VVE: voor- en vroegschoolse educatie: maatregelen die onderwijsachterstanden trachten te verminderen bij de start van groep 3 in de basisschool

  • WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

  • WKO: Wet kinderopvang

  • WKT: woonkostentoeslag

  • Wlz: Wet langdurige zorg

  • Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

  • Wrb: Wet op de rechtsbijstand

  • WSF: Wet studiefinanciering

  • WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen: schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als omschreven in titel III van de Faillissementswet

  • WTOS: Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten

  • Zorgtoeslag: toeslag van de Belastingdienst – Toeslagen om de (premie)kosten van de zorgverzekering deels te compenseren

  • Zvw: Zorgverzekeringswet

Naar boven