Wijziging Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het herziene voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017 (raadsvoorstel nr. 17bb5493); raadsstuk 17bb5573;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, onder a, van de Participatiewet, en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

 

Wijziging van de Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ

Artikel I Wijziging Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ

 

De Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

A

  • 1.

    Artikel 9, tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      Onder de in het eerste lid bedoelde gedragingen vallen in ieder geval:

      • a.

        een onverantwoorde besteding van vermogen, waaronder begrepen het doen van schenkingen, op een moment dat de noodzaak van bijstandsverlening aanwezig was of redelijkerwijs was te voorzien;

      • b.

        het verwijtbaar niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, waardoor men een beroep op algemene bijstand heeft moeten doen;

      • c.

        het verwijtbaar weigeren van algemeen geaccepteerde arbeid, waardoor men een beroep op algemene bijstand heeft moeten doen.

  • 2.

    Artikel 9, vierde lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      100% van de bijstandsnorm gedurende één maand bij:

      • een benadelingsbedrag van € 4000,– of hoger;

      • het verwijtbaar niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, waardoor men een beroep op algemene bijstand heeft moeten doen;

      • het verwijtbaar weigeren van een algemeen geaccepteerde arbeid, waardoor men een beroep op algemene bijstand heeft moeten doen.

B

Artikel 15 vervalt.

C

In artikel 16a wordt ‘de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onder a, d en e, en 8b van de Participatiewet’ vervangen door:

 

de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onder a en d, en 8b van de Participatiewet.

D

Na artikel 16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16b Overgangsbepaling

Voorverwijtbare gedragingen zoals omschreven in artikel 9, tweede lid, onder b en c, welke zich hebben voorgedaan vóór de datum van inwerkingtreding van deze wijziging, gelden de bepalingen van de verordening, zoals deze luidden vóór inwerkingtreding van deze wijziging.

Artikel II Inwerkingtreding

  • 1.

    Artikel I, onderdelen A, B en D treden in werking op 1 oktober 2017.

  • 2.

    Artikel I, onderdeel C, treedt in werking op 1 oktober 2017 en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 september 2017.

De griffier,

J.M. van Midden

De voorzitter,

A.J.M. Laan, plv.

Toelichting

Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 9 zijn nu specifiek ook de gedragingen genoemd van het verwijtbaar niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid en het verwijtbaar weigeren van algemeen geaccepteerde arbeid waardoor men een beroep op algemene bijstand moet doen. Deze gedragingen vallen, als deze vlak voor de melding/aanvraag hebben plaatsgevonden, niet onder de reguliere gedragingen maar onder het tekort schietend besef van verantwoordelijkheid als redelijkerwijs te voorzien was geweest dat de gedraging tot een aanvraag voor algemene bijstand (een beroep op algemene middelen) zou leiden. Dit stond al wel in de toelichting.

Daarnaast is voor deze gedragingen nu de hoogte van de maatregel voor bovengenoemde gedragingen gelijk getrokken met de hoogte die men ook voor deze gedragingen krijgt gedurende de bijstandsverlening. Per abuis was dit verzuimd om dit nader in de tekst te omschrijven, waardoor er geen maatregel van 100% kon worden opgelegd, maar van 30%. Dit wordt hierbij herzien.

B

In de per 1 januari 2017 in werking getreden wijziging van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving inzake regeling van de bestuurlijke boete (wetsvoorstel 34.396) is artikel 60b uit de Participatiewet geschrapt. Artikel 60b beschreef de verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive. In artikel 8, eerste lid, onder d, van de Participatiewet stond ook de verplichting om bij verordening de uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening uit artikel 60b te regelen. Dit onderdeel is bij inwerkingtreding van de Verzamelwet SZW 2017 (wetsvoorstel 34 528) geschrapt, zodat artikel 15 geen basis meer heeft en overbodig is.

C

In de Verzamelwet SZW 2017 is tevens de grondslag van de verordening inzake de verlaging van bijstand gewijzigd van artikel 8, eerste lid, onder e, naar 8, eerste lid, onder d. Dit heeft een wijziging van de grondslag van de verordening tot gevolg, die hierbij ook wordt aangepast.

D

Met betrekking tot gedragingen welke onder artikel 9, tweede lid, onder b en c, vallen, geldt dat daarvoor nog de ‘oude’ bepaling van artikel 9 geldt als de gedragingen zich hebben voorgedaan vóór de datum van inwerkingtreding van de wijziging van deze verordening.

Artikel II

2. De terugwerkende kracht wordt toegepast op Artikel I, onderdeel C. Dit betreft de wijziging van de grondslag van de verordening. De verordening is dan in overeenstemming met de wetgeving vanaf de datum dat de wetgeving is gewijzigd.

Dit gemeenteblad 2017, nummer 125, is uitgegeven op 11 september 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven