Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2017, 151094 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2017, 151094 | Beleidsregels |
Beleidsregel openbare laadinfrastructuur elektrische auto’s gemeente Delft
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;
gelet op het bepaalde in artikel 15 en 18 van de Wegenverkeerswet (WVW), artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), artikel 24 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990 en artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
elektrisch voertuig: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994, dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig;
openbare laaddiensten : alle door concessiehouder te leveren diensten en reeds bestaande openbare laaddiensten, waardoor elektrische voertuigen kunnen opladen in de openbare ruimte. Onderdeel hiervan zijn (niet limitatief) de exploitatie van oplaadlocaties, het beheer en onderhoud van laadinfrastructuur en dienstverlening aan gebruikers (inclusief eventuele verrekening met derden);
Artikel 3. Behandeling aanvraag openbare laadpaal in private ruimte
Op grond van artikel 2.7 lid 1 onder d van de APV is het niet toegestaan om een elektrisch voertuig op te laden met een snoer vanaf een woning of bedrijf via de openbare weg naar het elektrische voertuig. Ook het afdekken van het snoer met een mat of een andere voorziening volstaat niet om een snoer over de openbare weg te voeren.
Artikel 5. Beoordelingscriteria
Indiener verzoek beschikt niet over eigen terrein. Onder eigen terrein vallen ook (VVE) parkeerplaatsen en/of de (verplichte) mogelijkheid tot het huren/kopen van een parkeerplaats in combinatie met appartement of parkeerplaatsen op het terrein van de werkgever, indien voor een werklocatie wordt aangevraagd.
Indiener van verzoek geeft een (voorkeurs) tijdslot af waarin hij/zij bij benadering het Elektrische Voertuig wil aansluiten op de laadpaal (starten met laden) 7.00-12.00 uur , 12.00-18.00 uur, 18.00-24 uur, 24.00-7.00 uur. Op deze manier kan de concessieverlener sturen op een zo efficiënt mogelijk gebruik van de laadpaal.
De concessiehouder bepaalt de conceptlocatie voor uitbreiding van het netwerk. Het college bepaalt te allen tijde de definitieve locatie van de te realiseren laadpaal. Factoren waar rekening mee wordt gehouden bij de locatiebeoordeling zijn bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, de volgende:
Artikel 7. Aanwijzing, realisatie en inrichting van de parkeervakken
Het college neemt, voor plaatsing op de oplaadlocatie van het verkeersbord E4 met het onderbord ‘opladen elektrische voertuigen’, alsmede met onderbord OB501 –schuin (links / rechts) wijzend, een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Via het te nemen verkeersbesluit zullen de twee beoogde parkeervakken worden aangewezen voor elektrische voertuigen. Afhankelijk van het aantal aanvragen zal worden besloten om met bebording ofwel één, ofwel twee parkeervakken exclusief in te richten voor elektrische voertuigen. Slechts bij drie aanvragen of meer kunnen direct twee vakken exclusief worden toegewezen aan elektrische voertuigen.
Artikel 8. Opheffen gereserveerd parkeervak
Het aantal gereserveerde parkeervakken ook weer worden teruggebracht van twee naar één. Dit kan wanneer het gebruik van de laadvoorziening dermate laag is dat twee gereserveerde vakken niet langer nodig zijn. Dit is ter beoordeling aan de gemeente. De concessiehouder voert hierover overleg met de gemeente.
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Delft, de datum 22-08-2017
, burgemeester
, secretaris
Toelichting Beleidsregel openbare laadinfrastructuur elektrische auto’s
Dit artikel bevat een omschrijving van de begrippen die in de beleidsregel wordt gebruikt
De Concessieovereenkomst gaat in op het moment van ondertekening door beide partijen en loopt tot en met 31/12/2023, behoudens eventuele verlenging en behoudens het gestelde in artikel 12 van deze overeenkomst. De Plaatsingstermijn voor plaatsing en Exploitatie van laadpalen in de openbare Ruimte van de Concessieverlener start op de datum van ondertekening van de Concessieovereenkomst en loopt tot en met 31/12/2018.
De Plaatsingstermijn kan 2 maal voor de periode van één jaar onder gelijkblijvende voorwaarden eenzijdig door Concessieverlener worden verlengd. Verlenging vindt plaats door middel van een daartoe bedoeld schrijven uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan 31/12/ 2018, van Concessieverlener aan Concessiehouder. In het geval de Plaatsingstermijn met 1 jaar wordt verlengd eindigt deze op 31/12/2019, in het geval van 2 maal één jaar verlengen eindigt de Plaatsingstermijn op 31/12/2020.
De Dienstverleningstermijn start na het aflopen van de Plaatsingstermijn en bedraagt 5 jaren. Bij verlenging van de Plaatsingstermijn met één jaar, vangt de Dienstverleningstermijn van 5 jaar derhalve ook een jaar later aan. Bij verlenging van de Plaatsingstermijn met 2 jaren, vangt de Dienstverleningstermijn 2 jaar later aan. De maximale Concessietermijn, bij 2 maal 1 jaar verlenging eindigt dan uiterlijk 31/12/2025.
Dit artikel geeft het kader aan van de Concessie voor openbare laaddiensten voor elektrisch vervoer waarbinnen deze beleidsregel is opgesteld.
De markt voor elektrische voertuigen groeit. Elektrische auto’s worden steeds aantrekkelijker voor de consument. De techniek verbetert en de prijs van een voertuig nadert die van een traditionele auto. Bij gebruik veroorzaakt een elektrische auto geen (of minder, bij hybride) uitstoot, wat de luchtkwaliteit verbetert.
De aanbesteding van de gemeente Rotterdam is op 24 mei 2016 gepubliceerd (1-288-15). De betrokken gemeenten hebben de aanbesteding inhoudelijk voorbereid vanuit een gezamenlijk projectteam. Op 1 september 2016 heeft de definitieve gunning plaatsgevonden aan Engie Services (voorheen Cofely Nederland). Tussen najaar 2016 en voorjaar 2017 ondertekenen de deelnemende gemeenten afzonderlijk een Concessieovereenkomst met Engie en een Samenwerkingsovereenkomst met elkaar. De gemeenteraad heeft zich positief uitgesproken over deze overeenkomsten en het uitbreiden van de openbare laadinfrastructuur in de stad, om het openbaar laden van elektrische voertuigen in de openbare ruimte te faciliteren per raadsbesluit van 27 februari 2017.
De deelnemende gemeenten dienen te zorgen voor eigen toereikend en vigerend beleid voor openbaar toegankelijke laadinfrastructuur. Het door de gemeente Rotterdam op 13 oktober 2015 vastgestelde ’Kader voor de plaatsing van laadinfrastructuur voor elektrische auto’s’ geldt hierbij als uitgangspunt. Dit kader is een actualisatie van het Kader oplaadinfrastructuur auto’s dat op 29 mei 2012 is vastgesteld. Een deel van het kader is ongewijzigd. Zo blijft normaal- laden de basis van het laadbeleid. Dit houdt in dat auto’s opladen op de plaatsen waar ze geparkeerd staan. Ook blijft laden op eigen terrein de voorkeur houden gezien het streven zoveel mogelijk ‘blik’ van de straat te halen. Alleen als dat niet mogelijk is, komt laden op openbaar terrein in beeld.
Er is ook een aantal wijzigingen. De kern daarvan is dat de gemeente Rotterdam een omslag maakt van actief stimuleren naar faciliteren van uitbreiding van de laadinfrastructuur. Ingezet wordt op betere benutting van het bestaande openbare laadnetwerk. Nieuwe laadpalen worden ‘vraag gestuurd’ geplaatst in plaats van ‘aanvraag gestuurd’.
Artikel 2. Behandeling aanvraag openbare laadpaal in de openbare ruimte
Het formulier tot verzoek van uitbreiding van het openbaar laadnetwerk is beschikbaar via het digitale gemeenteloket, bereikbaar via www.delft.nl. Via een link wordt de indiener doorgeleid naar het betreffende formulier dat zich bevindt in het Uitbreidings- en Informatiesysteem (UIS). De indiener vult online het formulier in, verklaart zich akkoord met de gestelde voorwaarden en voegt de gevraagde bijlagen digitaal toe. De concessiehouder logt in op het UIS en beoordeelt het verzoek aan de hand van de beoordelingscriteria in Artikel 5.
De gemeente Rotterdam is eigenaar van het UIS, de concessiehouder en deelnemende gemeenten dienen met het UIS te werken. Zodra het verzoek tot uitbreiding in behandeling is hebben indieners ook zelf beperkte toegang tot het UIS om de status van hun verzoek te bekijken.
Alle verzoeken tot uitbreiding van het openbaar laadnetwerk, die tijdens de plaatsingstermijn binnenkomen, worden door de concessiehouder behandeld waarbij plaatsing van de laadpaal mogelijk buiten de plaatsingstermijn kan plaatsvinden. Verzoeken die na de plaatsingstermijn binnenkomen worden niet meer in behandeling genomen.
Artikel 5. Beoordelingscriteria
Het is de taak van de concessiehouder om dit te controleren.
Bij een aanvraag wordt in eerste instantie bekeken of het bestaande openbare netwerk van oplaadpunten ruimte biedt voor een nieuwe gebruiker. Als binnen een straal van 250 meter een oplaadpunt staat waar nog ruimte is voor een extra gebruiker (op basis van het bezettingsprofiel van de laadpaal) wordt de nieuwe gebruiker aan deze laadpaal gekoppeld. In voorkomende gevallen kan ook een hoger verbruik op de laadpaal voldoende ruimte bieden voor de nieuwe gebruiker. Hierbij kan gedacht worden aan een goede spreiding van laden ’s nachts en overdag (combinatie van forens/bewoner).
Indien ook dit niet mogelijk is en de vraag voldoende hoog, dan wordt een nieuw oplaadpunt in een (openbare) parkeergarage geplaatst of op straat. Bij plaatsing op straat wordt een bestaand parkeervak bestemd tot oplaadvak. Er worden derhalve geen nieuwe parkeerplaatsen gerealiseerd. Het bezettingsprofiel wordt bepaald op basis van data over laadsessies die beschikbaar is via de beheerders van laadpalen (Engie, BAM/Alfen).
De acceptabele loopafstand naar een parkeergelegenheid voor de eerste auto buiten de binnenstad is volgens de nota parkeernormen 150 meter en daarmee lager dan de norm van 250m voor laadpalen. Deze maatstaf is gekozen om tot een stads-breed, dekkend netwerk te komen. Als de behoefte naar laadcapaciteit groeit zal het netwerk zich vanzelf gaan verdichten.
Artikel 7. Aanwijzing, realisatie en inrichting van de parkeervakken
Voor oplaadlocaties geldt:- Een 40 cm bij 40 cm E04 bord (DOR reflectieklasse 3), een wit onderbord 40 cm bij 40 cm met de tekst “Opladen elektrische voertuigen” met één of twee pijlen. De borden worden in het midden van twee parkeervakken bevestigd aan een flessenpaal met een lengte van 3,70 meter. De flessenpaal wordt geïntegreerd in de laadpaal zelf.
De parkeervakken zelf worden niet aangepast qua belijning. Dit in het kader van zowel de ruimtelijke kwaliteit als de flexibiliteit aangaande het toewijzen of onttrekken van parkeervakken bij een laadpaal.
Officieel is het volgens het RVV 1990, artikel 24d lid 2 verboden om de laadpaal langer dan noodzakelijk bezet te houden. In de praktijk kunnen we niet altijd van mensen verwachten dat zij de elektrische auto na het volladen direct verplaatsen, bijvoorbeeld in de nachtelijke uren, of omdat de eigenaar niet in de buurt is van de auto. De gemeente dwingt ‘sociaal gebruik’ van laadpalen daarom in principe niet af via toezicht en handhaving. Met sociaal gebruik wordt hier gedoeld op het niet langer dan noodzakelijk bezet houden van een parkeervak door een elektrisch voertuig. Ons standpunt is dat gebruikers dit effectiever onderling kunnen organiseren dan wanneer de gemeente extra regelgeving en handhaving oplegt. Er zijn verschillende applicaties beschikbaar waarmee gebruikers het opladen onderling af kunnen stemmen. Slechts in bijzondere gevallen kan de gemeente op verzoek van bewoners handhavend optreden op basis van een overtreding van RVV artikel 24d, lid 2.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-151094.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.