Gemeenteblad van Hoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2017, 145538 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2017, 145538 | Beleidsregels |
Beleidsnotitie Huisvesting arbeidsmigranten in woningen
De gemeente Hoorn kent twee beleidsregels die voorwaarden stellen aan de huisvesting van arbeidsmigranten. Het gaat om een beleidsregel voor woonvormen in woningen en een beleidsregel voor huisvesting van arbeidsmigranten in semipermanente voorzieningen. De beleidsregel voor woonvormen in woningen is in 2015 ingetrokken, omdat bleek dat deze in de praktijk niet voldeed en zou moeten worden herzien. De beleidsregel voor semipermanente voorzieningen is in werking.
Dit document vormt de vervanging van de beleidsregel voor woonvormen in woningen. Reden hiervoor is dat de behoefte blijft bestaan aan beleid voor situaties waarin sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten die geen huishouden vormen in woningen in strijd met het geldende bestemmingsplan. Beleid hiervoor geeft helderheid in welke gevallen en onder welke voorwaarden er afgeweken kan worden van het vigerende bestemmingsplan en omgevingsvergunning kan worden verleend.
De inmiddels – in januari 2015 - ingetrokken beleidsregel stelde voorwaarden aan de mogelijkheid van bewoning van woningen door meerdere personen die geen huishouden vormen in afwijking van het bestemmingsplan. Bewoning in deze vorm is in de regel in strijd met de bepalingen van het bestemmingsplan, omdat een woning o.b.v. het bestemmingsplan dient te worden bewoond door een huishouden. Voor een huishouden heeft jurisprudentie bepaald dat er sprake moet zijn van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
Bij bewoning door meerdere personen die geen huishouden vormen gaat het in het merendeel van de gevallen om kamerverhuur, waarbij degene die de kamer huurt daar ook zijn/ haar hoofdverblijf heeft. Ook logies kan voorkomen, waarbij sprake is van het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, en het kenmerk is dat de “logé” het hoofdverblijf elders heeft.
Naar aanleiding van een aantal handhavingszaken tegen deze vormen van bewoning in strijd met het bestemmingsplan c.q. de voorwaarden van de beleidsregel woonvormen in woningen in de commissie bezwaarschriften en de daaruit voortvloeiende adviezen is geconstateerd dat de deze beleidsregel niet meer voldeed en diende te worden herzien. Het probleem zag met name op de (on)mogelijkheid om op basis van het beleid bepalingen ter voorkoming van overlast op te nemen. Ook bood het beleid geen criteria om ongewenste concentratie te voorkomen.
Deze voorliggende beleidsnotitie ziet primair op de mogelijke huisvesting door arbeidsmigranten in woningen, die geen onderdeel uitmaken van de sociale woningvoorraad. Huisvesting voor arbeidsmigranten die geen huishouden vormen past zoals hierboven is weergegeven (vrijwel) nooit in het geldende bestemmingsplan. Dit betekent echter niet dat het niet voorkomt. In Hoorn zijn een aantal locaties bekend waar momenteel met het bestemmingsplan strijdig gebruik in de vorm van kamerverhuur door arbeidsmigranten plaats vindt. Ook worden er met enige regelmaat aanvragen omgevingsvergunning ingediend die zien op deze vorm van bewoning in afwijking van het bestemmingsplan.
De gemeente Hoorn wil huisvesting voor deze personen in de vorm van kamerverhuur in woningen in beginsel onder voorwaarden mogelijk maken. Van belang daarbij is dat het aantal bewoners van een pand dat voor kamerverhuur is bestemd van invloed kunnen zijn op het woon- en leefklimaat van de omgeving. Het aantal maximaal toegestane arbeidsmigranten per woning hangt af van het aantal en de grootte van de kamers, maar mag zonder meer nooit meer dan 4 personen bedragen om ter plaatse een goed woon- en leefklimaat voor de omgeving te kunnen waarborgen. Ook humaniteit en brandveiligheid voor de bewoners zijn belangrijke aspecten bij de beoordeling of in een bepaald geval kan worden afgeweken van het vigerende bestemmingsplan voor huisvesting van deze doelgroep. Daarnaast mag de parkeerdruk in de omgeving niet onevenredig toenemen en dient concentratie in een bepaalde straat/ gebied te worden voorkomen en moet ook (geluid)overlast worden vermeden. In deze notitie wordt uitgegaan van wonen in de vorm van kamerverhuur. De arbeidsmigranten dienen dus ter plekke hun hoofdverblijf te hebben. Huisvesting voor arbeidsmigranten in de vorm van logies in de woonwijken wordt niet wenselijk geacht. Overigens kan het bestemmingsplan ter plaatse onder voorwaarden wél logies toestaan, maar zoals hiervoor is aangegeven ziet deze beleidsnotitie niet op deze situaties.
Naast arbeidsmigranten zijn er ook andere groepen van bewoners denkbaar die een woning bewonen maar geen huishouden vormen, zoals bijvoorbeeld studenten of vergunninghouders. Deze notitie gaat niet in op deze groepen, omdat deze situaties in Hoorn (vrijwel) niet voorkomen. In voorkomend geval worden aanvragen om dergelijke vormen van kamerverhuur beoordeeld in het licht van ‘een goede ruimtelijke ordening/ het woon- en leefklimaat ter plaatse.
Voor kamerverhuur biedt artikel 4 lid 9 bijlage ll Besluit omgevingsrecht (Bor) de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor van het bestemmingsplan afwijkend gebruik. Het gaat daarbij om het wijzigen van het gebruik van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van het bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.
Voor vergunningverlening in afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van kamerverhuur ten behoeve van arbeidsmigranten zijn de volgende randvoorwaarden geformuleerd:
- er is sprake van een woonbestemming op basis van het vigerende bestemmingsplan, waarbij het niet mag gaan om een bestemming als bedrijfswoning. Aan kamerverhuur in panden bestemd als bedrijfswoning wordt geen medewerking verleend;
- er is sprake van een legale woning/woongebouw;
- er is geen sprake van een sociale huurwoning;
- er is sprake van een kleinschalige accommodatie, waarvan het aantal bewoners afhangt van de aard van de woning, maar waarbij in alle gevallen een maximum aantal van 4 personen is toegestaan;
- de vergunning wordt in beginsel tijdelijk verleend, voor een periode van 5 jaar;
- er mogen geen nieuwe woningen ontstaan; het delen van voorzieningen (keuken/woonkamer/toilet/douches) is een vereiste.
- er conform het Bouwbesluit 2012 minimaal 12 m2 gebruiksoppervlakte per persoon aanwezig is;
- er bij of in de directe omgeving van het pand voldoende parkeergelegenheid aanwezig is, zodat de parkeerdruk niet onevenredig zal toenemen. De Hoornse woonwijken zijn doorgaans gebouwd met een parkeernorm van 1,2 auto’s per woning. Momenteel is in deze wijken vaak al sprake van een hoge parkeerdruk of een verzadiging van de parkeercapaciteit. Voor initiatieven tot 4 bewoners (vergelijkbaar met het aantal bewoners in een gemiddeld huishouden) wordt daarom uitgegaan van een parkeernorm van 1,2 auto’s per woning. Initiatiefnemer dient aan te tonen dat aan deze norm kan worden voldaan;
- de locatie is geschikt voor lang verblijf, er is sprake van personen die meer dan drie maanden ergens wonen en die zijn/ worden ingeschreven in de BRP op dat adres. De huisvester wordt er bij de aanvraag omgevingsvergunning op gewezen dat bewoners moeten worden ingeschreven/ deze worden ingeschreven;
- om concentratie te voorkomen dient er een afstand van minimaal 50 meter te bestaan tussen percelen die gebruikt worden voor kamerverhuur voor arbeidsmigranten;
- naast bovenstaande eisen voldoen de voorzieningen aan de minimumeisen van de SNF (Stichting Normering Flexwonen, zie de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze notitie) of een vergelijkbare landelijke norm. Dit betekent dat er garanties zijn voor een goede en humane huisvesting. De initiatiefnemer dient zich dus in te schrijven bij de SNF dan wel bij een vergelijkbare landelijke organisatie.
Procedureel geldt (o.b.v. artikel 4 lid 9 bijlage ll Bor) dat voor het wijzigen van het gebruik (incl. verbouw) van een bestaand gebouw een reguliere procedure op basis van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 2° Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing is met een wettelijke termijn van 8 weken (kan éénmaal worden verlengd met 6 weken).
Als een pand past binnen de hierboven geschetste beleidskaders kan vergunning verleend worden. In alle gevallen moet ook voldaan worden aan de regels uit de Wabo, waardoor o.a. automatisch aan het Bouwbesluit (o.a. brandveiligheid) wordt getoetst en daaraan dient te worden voldaan. De vergunning wordt in eerste instantie tijdelijk verleend, om te voorkomen dat de betreffende woning definitief aan de reguliere woningmarkt wordt onttrokken door kamerverhuur en om vergunde situaties na 5 jaar te kunnen evalueren.
In de vergunning(aanvraag) dienen in ieder geval de volgende gegevens te staan:
1) Om hoeveel te huisvesten mensen het gaat;
2) Wat de slaap/leefruimten zijn middels een overzichtelijke plattegrond;
3) Hoeveel parkeerplaatsen op eigen terrein beschikbaar (moeten) zijn.
Tevens wordt aandacht gevraagd voor inschrijving in het BRP en dienen de voorzieningen te voldoen aan de minimum eisen van het SNF (dan wel een vergelijkbare landelijke organisatie).
Bij kamergewijze verhuur/ gebruik van een woning ligt het accent op wonen. Het gaat er dus om dat een persoon daar zijn hoofdverblijf heeft. Men is op grond van de Wet basisadministratie personen verplicht om zich binnen 5 dagen in te schrijven in de gemeentelijke basisadministratie indien men tenminste 4 maanden van de komende 6 maanden verblijf in Nederland zal houden. Arbeidsmigranten schrijven zich echter vaak niet in. Hiervoor zijn diverse redenen: men weet het niet, men denkt er niet aan, de werkgever of huisvester wil het niet etc. Dit is tevens de reden dat er zo weinig inzicht is in aantallen arbeidsmigranten.
Weinig inzicht betekent ook weinig zicht op misbruik en misstanden. Niet ingeschreven staan betekent dat er geen belasting betaald wordt, en dat de gemeente inkomsten uit het Gemeentefonds misloopt. Bij een ramp (brand, etc.) betekent het geen gegevens over bewoners voorhanden zijn. Personen kunnen niet gevonden worden als dat nodig is (noodgevallen, opsporing etc.).
Inschrijving in het BRP dient dus verschillende doelen. De uitdaging is om arbeidsmigranten zich te laten inschrijven. De verantwoordelijkheid voor inschrijving ligt zowel bij de bewoner als bij de eigenaar/ verhuurder van de woning. Personen die kort verblijven en die zich niet inschrijven kunnen niet verblijven in woningen voor kamergewijze verhuur. Deze personen moeten gehuisvest worden in legale logiesvoorzieningen elders. Bij het toezicht op kamerverhuur in woningen zal extra gelet (moeten) worden op de inschrijving in de basisadministratie.
De Stichting Normering Flexwonen beheert landelijk de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten en controleert en onderhoudt het register van bedrijven die aan de norm voldoen. Met het SNF keurmerk voor huisvesting van arbeidsmigranten kunnen huisvesters aantonen dat hun huisvesting op orde is. Huisvesters moeten bij een aanvraag omgevingsvergunning dan een verklaring kunnen overleggen waaruit blijkt dat er wordt voldaan aan de normen van de SNF of een vergelijkbare norm.
1. Er wordt een alternatief geboden voor personen die in het kader van handhaving nu aangeschreven worden om bewoning anders dan in de vorm huishouden te legaliseren.
2. De gemeente krijgt goed in beeld welke panden in gebruik zijn voor kamergewijze bewoning, en wie daar wonen. Er kan daardoor een goed beeld gevormd worden van het aantal “alternatieve woonvormen”. Zowel voor diverse gemeentelijke administraties als voor het vormgeven van nieuw beleid in de toekomst kan dit de nodige input opleveren.
3. De aanvraag kan worden behandeld in de reguliere procedure van maximaal 8 weken.
4. Aanvragen om omgevingsvergunning worden gepubliceerd. Tegen verleende
vergunningen kan bezwaar worden ingediend.
5. Deze beleidsregel bevordert een actueel BRP. Dit heeft een positief bijeffect voor de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdrage in het Gemeentefonds.
Deze norm voor huisvesting van arbeidsmigranten bestaat uit 4 onderdelen:
Het voldoen aan deze norm leidt tot inschrijving in het ‘reguliere SNF-register’. Voor inschrijving in het SNF-inhuur-register gelden andere normen. Kijk hiervoor op www.normeringflexwonen.nl.
2. Sanitair, veiligheid en hygiëne
4. Informatievoorziening en overige eisen
5.2. Bindende informatie- en aanbevelingsplicht
De inspectie-instelling informeert de gecontroleerde onderneming over de verplichtingen die gelden met betrekking tot het Bouwbesluit 2012 en attendeert de onderneming er op de huisvesting te realiseren conform dit besluit, voor zover dit nog niet is gebeurd. De inspectie-instelling informeert de onderneming over de mogelijkheid om met de gemeente een Bed-voor-Bed regeling af te spreken. Bij de informatie en attendering zal de inspectie-instelling het overzicht in onderdeel D van deze norm hanteren.
In de situatie dat er sprake is van een ernstige brandonveilige situatie dient de inspectie-instelling een melding te doen over deze locatie bij Stichting Normering Flexwonen, alsmede de onderneming te manen zo spoedig mogelijk de brandonveilige situatie ongedaan te maken.
Ondernemingen krijgen bovenop de geldende normen een set aanbevelingen waarbij de onderneming vrij is hier invulling aan te geven.
Deze aanbeveling betreffen de volgende onderwerpen:
- Het opstellen van een rook-, drink- en drugsbeleid
- Het opstellen van een beleid op het gebied van orde en netheid in en rond de huisvestingslocatie
- De kookgelegenheid heeft een oven of een magnetron
- In de huisvesting wordt rekening gehouden met de privacy van de bewoners en er is een privacy reglement opgesteld
Hieronder is de informatie over de daadwerkelijke controle opgenomen.
Huisvestingsondernemingen en werkgevers die tijdelijke arbeidsmigranten (willen) huisvesten kunnen in aanmerking komen voor in het reguliere SNF-register. Zie het reglement registratie voor de formulering van de eisen aan ondernemingen die geregistreerd willen worden.
Het voldoen aan het SNF-schema wordt beoordeeld door een geaccrediteerde inspectie-instellingen (door de Raad voor Accreditatie wordt de term conformiteitsbeoordelingsinstantie, CBI, gehanteerd) die geaccrediteerd is op basis van de vigerende ISO17020-richtlijn door de Raad voor Accreditatie. De inspectie-instelling moet een overeenkomst hebben met Stichting Normering Flexwonen voor de uitvoering van de controles op het SNF-schema (de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten en aanvullende documenten genoemd in het Handboek Normen).
Iedere onderneming die in het register vermeld staat moet, om ingeschreven te blijven, periodiek een nieuwe inspectie te laten uitvoeren.
Er wordt door de inspecteur een steekproef getrokken uit de huisvestingslijst die wordt overlegd en gecontroleerd bij de administratieve controle (norm 1.1).
Ondernemingen die naast eigen huisvesting ook huisvesting inhuren moeten alle locaties, dus eigen en ingehuurde locaties, opnemen in de huisvestingslijst. De steekproef wordt getrokken uit alle locaties.
De bepaling van de steekproef is de verantwoordelijkheid van de inspecteur. Hij dient zich op basis van de steekproef een goed beeld te kunnen vormen van de kwaliteit van de huisvesting. Voor het bepalen van de steekproef kunnen de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
- Er moeten altijd ‘nieuwe’ locaties in de steekproef voorkomen vergeleken met de locaties die in de vorige jaren zijn bezocht (mits er nieuwe locaties beschikbaar zijn)
- Er moet een goede verdeling over de diverse huisvestingsvormen zijn (woningen, vakantieparken, pension).
- Die goede verdeling impliceert dat als er maar één groot vakantiepark is, waar bv 25% van de bedden op zit, dit tijdens de periodieke controle toch opnieuw geïnspecteerd wordt.
Afhankelijk van het aantal locaties dat uit de administratie blijkt, wordt de grootte van de steekproef bepaald. Hierbij wordt de volgende staffel gehanteerd:
- 1-5 locaties: 2 locaties, tenzij er maar één locatie is.
- 11-20 locaties 25%, met een minimum van 3
- 21-50 locaties: 20%, met een minimum van 5
- 51-100 locaties: 10 locaties
Controle locaties in verhouding tot huisvestingsvorm
Een huisvestingsvorm kan bestaan uit één of meerdere te controleren eenheden.
- reguliere woning: één eenheid
- hotel/pension: ten minste tien procent van de kamers met een minimum van 4 kamers
- wooneenheden in gebouwencomplex: ten minste tien procent van de eenheden met een minimum van 4 eenheden
- chalets/woonunits: ten minste tien procent van de chalets/woonunits met een minimum van 4 chalets/woonunits
- huisvesting op recreatieterrein: ten minste tien procent van de chalets/woonunits met een minimum van 4 chalets/woonunits
Planning De onderneming wordt 24 uur van te voren ingelicht over welke locaties uit de steekproef zijn gekomen en zodoende worden gecontroleerd
Binnen de normen wordt een onderscheid gemaakt tussen major tekortkomingen, minor tekortkomingen en aanbevelingen.
- Major tekortkomingen zijn bepalend voor de toekenning van het keurmerk, dienen binnen de vastgestelde periode te zijn opgelost.
- Minor tekortkomingen wegen minder zwaar bij de beslissing het keurmerk toe te kennen, moeten eveneens binnen de vastgestelde periode zijn opgelost. Een minor tekortkoming die bij een volgende inspectie wederom blijkt, wordt bij die inspectie aangemerkt als een major tekortkoming.
- Ondernemingen kunnen daarnaast aanbevelingen krijgen, maar zijn vrij hier invulling aan te geven.
Bij twijfels over de locaties van een geregistreerde onderneming heeft Stichting Normering Flexwonen de mogelijkheid spoedcontroles te laten uitvoeren.
Gemeentes, inspectie SZW, brandweer en andere overheidsinstanties kunnen in het geval van gegronde vermoedens Stichting Normering Flexwonen vragen een spoedcontrole uit te laten voeren.
Binnen drie weken na de controle zal de inspectie-instelling een concept rapportage naar de gecontroleerde onderneming opsturen. Deze kan hier bij de inspectie-instelling tegen reclameren. Deze reclamatie wordt door de inspectie-instelling meegenomen in de definitieve rapportage en het bijbehorende advies dat zij drie weken later (na zes weken) stuurt naar Stichting Normering
De inspectie-instelling zal binnen zes weken na de controle een rapportage opleveren bij Stichting Normering Flexwonen. In deze rapportage heeft de inspectie-instelling het oordeel over de tekortkomingen en de eisen aan de wijze waarop herstel van de tekortkoming(en) wordt aangetoond’ opgenomen. Er is ook in vastgelegd of er sprake is van een herinspectie of dat de zaken schriftelijk afgedaan worden.
De volgende beslisboom wordt als norm gehanteerd:
- Geen tekortkomingen: Toekenning / behoud van het keurmerk
- Alleen minor tekortkomingen: Toekenning / behoud van het keurmerk
- Major tekortkomingen: zie onderstaande tabel
Indien oplossen van majors goed schriftelijk te verifiëren is. Bij enige twijfel herkeuring1. |
Indien oplossen van majors niet goed schriftelijk te verifiëren is |
|
1 Bij ondernemingen met 1 of 2 locaties worden alle locaties geïnspecteerd. Herkeuring is niet nodig mits het oplossen van tekortkomingen heel goed schriftelijk, met foto’s via Skype of film aangetoond kan worden.
2 Bij ondernemingen met 3 locaties of meer is een herinspectie wel zinnig omdat er andere locaties zijn waar gecontroleerd kan worden of aan alle eisen wordt voldaan.
Schriftelijk aantonen herstel:
De onderneming dient aan de inspectie-instelling te bevestigen dat herstel heeft plaatsgevonden (deze bevestiging in voorkomende gevallen aantoonbaar maken middels foto- of filmmateriaal, facturen, Skype of anderszins). Door de onderneming dient duidelijk gemaakt te worden dat herstel, daar waar van toepassing, op alle locaties heeft plaatsgevonden en niet alleen op de locaties die uit de steekproef naar voren zijn gekomen en fysiek zijn geïnspecteerd.
De rapportage van de inspectie-instelling aan Stichting Normering Flexwonen inzake genomen maatregelen en het wel/niet voldoen aan de normen, dient binnen 6 weken ontvangst van de rapportage van de reguliere inspectie door Stichting Normering Flexwonen te zijn ontvangen.
Indien geen bevestiging wordt ontvangen, danwel dat de bevestiging onvoldoende waarborgen in zich draagt dat herstel heeft plaatsgevonden, dient alsnog herinspectie uitgevoerd te worden.
Indien een herinspectie wordt gesanctioneerd dan wordt 50% van dezelfde locaties opnieuw geïnspecteerd en 50% nieuwe locaties (en bij een oneven aantal te controleren locaties wordt er één zelfde locatie meer geïnspecteerd dan nieuwe) Het aantal zal gelijk zijn aan het oorspronkelijk aantal gecontroleerde locaties. Op basis van deze herinspectie zal er wederom een keuringsrapport worden overlegd aan Stichting Normering Flexwonen door de inspectie-instelling. Het definitieve inspectierapport dient binnen 6 weken na ontvangst van de rapportage van de reguliere inspectie, waarin de herinspectie werd opgelegd door de onderneming door Stichting Normering Flexwonen te zijn ontvangen
In de situatie dat er na de herinspectie weer tot een nieuwe tweede herinspectie wordt gesanctioneerd dan wordt de gecontroleerde onderneming tijdelijk geschorst uit het register. Dit wordt ook zichtbaar gemaakt in het register. Ook als herstel schriftelijk aangetoond mag worden maar de stukken worden niet of niet tijdig ontvangen of worden als onvoldoende beschouwd, wordt de onderneming geschorst uit het register.
Bij een schorsing krijgt de onderneming de mogelijkheid zich nog eenmaal te laten inspecteren. Hierbij wordt een volledig nieuwe steekproef getrokken. Als de onderneming ook bij deze keuring niet aan de eisen voldoet dan wordt de onderneming uitgeschreven uit het register.
De eigenaar / verhuurder is in sommige situaties wettelijk verplicht een gebruiksmelding bij de gemeente te doen over het gebruik van de woning die hij of zij ter beschikking stelt voor kamergewijze verhuur en of een hotelfunctie, dan wel over een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruiken beschikt. Dit kan o.a. zijn ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten.
In geval van een woonfunctie voor kamergewijze verhuur bij 5 of meer wooneenheden is een gebruiksmelding verplicht. Het Bouwbesluit 2012 stelt ook extra brandveiligheidseisen aan kamergewijze bewoning van een woonfunctie. Er is sprake van kamergewijze verhuur, indien er binnen een woning (zelfstandige woning met eigen toegang en wezenlijke voorzieningen), vijf of meer wooneenheden (één ruimte of stelsel van ruimten in gebruik door kamerbewoner) in gebruik zijn. Wooneenheden delen doorgaans één of meer wezenlijke voorzieningen (douche, toilet en keuken) met andere wooneenheden. In een dergelijk geval zijn rookmelders (zie artikel 6.21 lid 2 en 3 Bouwbesluit 2012) verplicht in elke verblijfsruimte en elke besloten ruimte tot aan de uitgang.
De inspectie-instelling zal bij de gecontroleerde onderneming nagaan of deze gebruiksmelding is gedaan of de omgevingsvergunning brandveilig gebruiken is afgegeven. Op basis van het resultaat zal de controleur de onderneming informeren. Het volgende schema is daarbij leidend voor de controleur.
Op basis van het schema informeert de inspectie-instelling de onderneming over de gebruiksmelding en / of omgevingsvergunning brandveilig gebruiken en deze wettelijke verplichting. Deze informatieplicht behelst in ieder geval:
- Infoblad Kamergewijze verhuur - Bouwbesluit 2012 http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bzk/documenten-en-publicaties/brochures/2012/04/27/infoblad-kamergewijze-verhuur-bouwbesluit-2012.html
- Infoblad Vluchten bij brand - Bouwbesluit 2012 http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bzk/documenten-en-publicaties/brochures/2012/10/09/infoblad-bouwbesluit-2012-vluchten-bij-brand.html
- Infoblad Omgevingsvergunning en melding brandveilig gebruik - Bouwbesluit 2012 http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bzk/documenten-en-publicaties/brochures/2012/04/27/infoblad-omgevingsvergunning-en-melding-brandveilig-gebruik-bouwbesluit-2012.html
De inspectie-instelling zal de onderneming schriftelijk aanbevelen (a.) de gebruiksmelding alsnog bij de gemeente te doen of omgevingsvergunning brandveilig gebruik bij de gemeente aan te vragen en (b.) zich bij de gemeente te melden voor de mogelijkheid van een Bed-voor-Bed regeling. Op de website van het Expertisecentrum Flexwonen (www.flexwonenarbeidsmigranten.nl ) voor Arbeidsmigranten is meer informatie te vinden over de Bed-voor-Bed regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-145538.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.