Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2017, 145179 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2017, 145179 | Verordeningen |
Vaststellen van de verordening tot wijziging van de Verordening op het Lokaal Onderwijs Beleid in de gemeente Amsterdam 2014. (2017, nr. 170/666)
Datum besluit B&W 18 april 2017
Vaststellen van de verordening tot wijziging van de Verordening op het Lokaal Onderwijs Beleid in de gemeente Amsterdam 2014.
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 18 april 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 666);
artikel 6 en 140 van de Wet op het primair onderwijs,
artikel 77 en 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 maart 2014 (Gemeenteblad 2014, afd. 3A, nr. 62/181), laatstelijk gewijzigd bij Raadsbesluit van 25 januari 2017 (Gemeenteblad 2017, 26958):
De huidige bijlage 20 pilot internationalisering van het primair onderwijs (Gemeenteblad 2016, afd. 1, nr. 1072) wordt ingetrokken, onder gelijktijdige vervanging door de Voorziening internationalisering van het primair en voortgezet onderwijs.
Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd
in zijn vergadering op 28 juni 2017.
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014
Bijlage 20: Voorziening internationalisering van het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Kerngroep: een groep van scholen die zorgdraagt voor brede kennisdeling en het in gang zetten van een beweging om internationalisering een vaste plaats te geven in het Amsterdamse voortgezet (speciaal) onderwijs. Dit gebeurt door een actieve deelname aan minimaal twee kennisdelingsbijeenkomsten over internationalisering in het onderwijs met relevante actoren zoals scholen, bedrijven en ouders;
Het doel van deze voorziening is om, in het kader van het plan van aanpak ‘Internationalisering in het onderwijs’, Amsterdamse scholen voor basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs een impuls te geven voor het (verder) ontwikkelen van internationaliseringsbeleid en daardoor internationaliseren een structurele plek te geven in hun onderwijs.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
keurmerk (vvto), het toewerken naar tweetalig onderwijs (tpo/ tto) / en/of het opzetten van een internationaal curriculum inclusief bijbehorende ondersteuning, methoden en licenties;
voor een school voor voortgezet (speciaal) onderwijs maximaal € 30.000.
Indien een leraar werkzaamheden verricht in het kader van een van de gesubsidieerde activiteiten, kan het in het tweede lid genoemde subsidiebedrag tevens ingezet worden voor zijn vervanging, waarbij geldt dat niet meer dan maximaal € 50,- per uur (excl. BTW) ten laste van deze voorziening gebracht worden.
Het College stelt voor deze voorziening voor het tijdvak 01-09-2017 tot 01-09-2019 twee subsidieplafonds vast van elk €375.000, waarvan een bestemd is voor scholen voor het basisonderwijs en de ander voor voortgezet (speciaal) onderwijs.
Artikel 5 Verdeelsleutel subsidieplafond en advies
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een schoolbestuur ten behoeve van een of meerdere onder zijn gezag vallende scholen voor basisonderwijs of scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs.
Artikel 7 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies
In afwijking van artikel 5, tweede lid van de VloA 2014 wordt een subsidieaanvraag voor een subsidie vóór 16 juni 2017 ingediend bij het college.
Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 9 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
Artikel 10. inwerkingtreding en duur
Deze voorziening treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en vervalt op 31 december 2020.
Toelichting bij de subsidieregeling
Met deze subsidieregeling wordt uitvoering gegeven aan het plan van aanpak ‘Internationalisering in het onderwijs in Amsterdam’ vastgesteld op 25 november 2015 door de gemeenteraad.
Daarin is vastgesteld dat we alle kinderen in Amsterdam onderwijs willen bieden waarmee ze goed voorbereid zijn op het leven en werken in een internationale omgeving. Daarnaast zijn scholen met een meer internationale oriëntatie van groot belang voor de stad Amsterdam als het gaat om het vestigingsklimaat. De doelstelling van het college is om internationalisering in het onderwijs kwalitatief en kwantitatief te versterken, zodat het thema een structurele plek krijgt in het Amsterdamse onderwijs.
In verband met het doel van het plan van aanpak ‘Internationalisering in het onderwijs Amsterdam’, zijn de uitgangspunten voor de subsidieregeling de volgende:
• Aan de scholen wordt een eenmalige subsidie met een looptijd van twee schooljaren verleend om hun ambities op het terrein van internationalisering te realiseren. Het doel is om internationalisering kwalitatief en kwantitatief te versterken op scholen in Amsterdam. Dat wil zeggen het aanbod te vergroten van scholen die zich richten op tweetalig onderwijsen/of toewerken naar landelijke keurmerken tot scholen met een internationaal georiënteerd curriculum en wereldburgerschap.
• De deelnemende scholen zullen zich in verschillende fasen van internationalisering bevinden. Daarom bestaat de mogelijkheid voor scholen om in verschillende fasen een impuls te geven aan hun internationaliseringsbeleid.
• Scholen zijn zelf aan zet om hun internationaliseringsambities vorm te geven. Dit doen zij door ambitieuze, haalbare plannen op te stellen. De gemeente daagt hen hiertoe uit en faciliteert de scholen hierbij.
• Een adviescommissie zal het college adviseren over de rangschikking van de voorstellen d.m.v. een prioriteitenlijst en over de hoogte van de subsidie. Hierbij worden twee afzonderlijke lijsten en bijbehorende subsidieplafonds gehanteerd; een voor scholen voor basisonderwijs en een voor scholen voor het voortgezet (speciaal) onderwijs. De beste voorstellen komen hierdoor in aanmerking voor een eenmalige subsidie.
• De schoolbesturen die de subsidie ontvangen voor één of meerdere scholen die onder hun bevoegdheid vallen, dragen ervoor zorg dat deze scholen deelnamen aan de kerngroep. De deelnemers aan de kerngroep wisselen actief kennis uit en maakt deze voor de andere Amsterdamse scholen zichtbaar. Het doel is om een beweging op gang te brengen van scholen die inspelen op de veranderende internationale omgeving van Amsterdam en die internationalisering een structurele plek willengeven in het onderwijs. Daarmee wordt het aanbod van internationaal georiënteerde scholen in Amsterdam vergroot. Dit heeft een aantrekkingskracht op Amsterdamse ouders die hun kinderen willen voorbereiding op de globaliserende wereld, maar ook op expats die kwalitatief hoogstaande alternatieven zoeken voor internationale scholen.
Artikel 1 behoeft geen toelichting
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
De plannen die in aanmerking komen voor de subsidie tonen visie en ambitie op het terrein van internationalisering. In het plan geeft de school geeft aan hoe de activiteiten in samenhang leiden tot een structurele inbedding van het internationaliseringsbeleid. Er worden in principe geen losse activiteiten gesubsidieerd, maar het gaat om een samenhangend plan. De school kiest zelf, afhankelijk van de fase waarin zij zich bevindt, de internationaliseringsambities en het profiel en welke activiteiten zij wil opzetten.
Scholen kunnen ervoor kiezen om te starten met vvto, tto of tpo of om dit uit te breiden. Zij kunnen ondersteuning krijgen met als voorwaarde dat ze zich richten op het behalen van landelijk erkende keurmerken. Daarnaast kunnen de methoden (incl. licenties) die nodig zijn voor tto en IPC gefinancierd worden. Het gaat alleen om erkende methoden.
De taaltraining van zittende docenten kan gefinancierd worden in het kader van internationaliseringsactiviteiten. Deze taaltraining kan in Nederland gevolgd worden of in een land waar de ‘vreemde taal’ waarin de docent getraind wil worden, de hoofdtaal is.
Daarnaast kunnen docenten ondersteund worden bij de taalverwerving door tijdelijke vakdocenten of ‘native speakers’.
Scholen kunnen internationalisering stimuleren door ook de vreemde taal te gebruiken buiten de reguliere ‘Engelse les’ (of andere vreemde taal), bijvoorbeeld in de lessen zoals aardrijkskunde, geschiedenis etc. Ook wel ‘ content language integrated learning’ genoemd. Ook kunnen internationaal georiënteerde activiteiten met een taalcomponent gestimuleerd worden.
In het kader van internationalisering kunnen scholen ervoor kiezen om uitwisseling te laten plaatsvinden op schoolniveau, docentniveau of leerlingniveau om internationale ervaring en lange termijn samenwerking tussen scholen te stimuleren. Dit kan met buitenlandse scholen, maar ook bijvoorbeeld met internationale scholen in de regio. Ook digitale uitwisseling kan gestimuleerd worden, door bijvoorbeeld skypen.
Voor de kennisuitwisseling van scholen kunnen peer reviews gefinancierd worden. Het gaat hierbij om vervangings- en organisatiekosten om mogelijk te maken dat docenten bij elkaar in de klas kunnen kijken en van elkaar te leren. Scholen kunnen dit zelf met andere scholen organiseren.
Voor een coherent internationaliseringbeleid kunnen scholen een vast aanspreekpunt (coördinator) aanwijzen voor maximaal 4 uur per week. Het uitgangspunt is dat een zittende medewerker op de school hiervoor vrijgesteld wordt.
Scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs kunnen ervoor kiezen om te starten met wereldburgerschap of om dit uit te breiden. Het uitgangspunt is dat de focus van de activiteit over de Nederlandse grens ligt. Deze subsidiabele activiteit is alleen door het VO aan te vragen. Dit in verband met de relevantie voor het internationale curriculum in het VO.
Vanwege de hogere rijksbekostiging die het voortgezet (speciaal) onderwijs ontvangt in vergelijking tot het primair onderwijs, is bij het voortgezet (speciaal) onderwijs een cofinanciering 50% verplicht.
In het kader van deze voorziening stelt het college voor het tijdvak 01-09-2017 tot 01-09-2019 voor zowel de scholen voor het basisonderwijs als voor het voortgezet (speciaal) onderwijs een afzonderlijk subsidieplafond van €375.000,- vast.
Artikel 5 Verdeelsleutel subsidieplafond
Het college rangschikt de aanvragen voor de scholen voor basisonderwijs en de scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs die voor subsidie in aanmerking op twee afzonderlijke prioriteitenlijsten. Het college laat zich daarbij adviseren door de adviescommissie, die het college ook adviseert over de hoogte van de te verlenen subsidie.
De adviescommissie beoordeelt de plannen op basis van de in het derde lid van dit artikel genoemde criteria. Bij de toekenning van de punten wordt gekeken naar de kwaliteit van de aanvraag. De adviescommissie kent punten toe aan de plannen, max. 40 punten en brengt een rangorde aan op basis van het aantal behaalde punten.
De adviescommissie kent max. 15 punten toe aan voor het beleidsplan op het terrein van internationalisering. De school geeft aan welke ambitie en visie zij heeft op internationalisering en welke activiteiten in samenhang ondernomen worden.
Ook kan er max. 15 punten toegekend worden aan de onderbouwing van de kosten van de te subsidiëren activiteiten en de beoogde doelen en resultaten. Scholen bepalen zelf hoeveel subsidie ze aanvragen door middel van een begroting met bijbehorende activiteiten. Dit bedrag goed onderbouwd worden.
Tenslotte kan max. 10 punten behaald worden voor duurzaamheid en borging. In de plannen moet tot uiting komen hoe de scholen ervoor zorg dragen dat de plannen duurzaam zijn en geborgd worden in het schoolbeleid.
Daarbij komt de aanvraag het eerst in aanmerking die het hoogste scoort op de criteria genoemd inderde lid van dit artikel. Vervolgens worden de subsidies toegekend op basis van de volgorde van de prioriteitenlijst totdat het subsidieplafond is bereikt.
Artikel 6 behoeft geen toelichting
Artikel 7 behoeft geen toelichting
Artikel 8behoeft geen toelichting
Als een schoolbestuur op grond van de beoordeling van zijn aanvraag minder dan 15 punten haalt wordt de aanvraag geweigerd. Ook zal een aanvraag (gedeeltelijk) geweigerd worden, als een aanvrager voor dezelfde activiteiten op grond van een andere subsidieregeling subsidie krijgt.
Artikel 10 Aanvullende verplichtingen
In het kader van de verschillen in rijksbekostiging voor het primair onderwijs en het voortgezet (speciaal) onderwijs dienen schoolbesturen voor voortgezet (speciaal) onderwijs minimaal 50% van de totale kosten verbonden aan de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten zelf bij te dragen.
De schoolbesturen zorgen ervoor dat de scholen waarvoor zij subsidie ontvangen deelnemen aan aan de kerngroep die als doel heeft voorloper te zijn op het terrein van internationalisering. Ze wisselen actief kennis en vaardigheden uit, zoeken verbindingen met relevante partijen en zorgen ervoor dat er een beweging op gang komt.
De school waarvoor het schoolbestuur subsidie ontvangt, zet zich in het kader van de kerngroep in voor kennisdeling.
Scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs kunnen in de begroting van de te subsidiëren activiteiten rekening houden met een tegemoetkoming in de kosten voor leerlingen uit gezinnen met minder financiële draagkracht. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een (gedeeltelijke) vergoeding van de ouderbijdrage voor een buitenlandse reis in het kader van het internationaliseringsonderwijs. Deze verplichting geldt niet voor het basisonderwijs, omdat in de praktijk er geen buitenlandse reizen worden ondernomen en hierdoor de kosten voor de leerling en zijn of haar gezin niet hoger zijn dan normaal.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-145179.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.